Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 april 1999
gepubliceerd op 19 juni 1999

Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de integratie van personen met een handicap

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999035691
pub.
19/06/1999
prom.
01/04/1999
ELI
eli/decreet/1999/04/01/1999035691/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 APRIL 1999. - Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de integratie van personen met een handicap (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.

Art. 2.Het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de integratie van personen met een handicap, gesloten te Brussel op 20 oktober 1998, wordt goedgekeurd.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 1 april 1999 De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, Kmo's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken van de Raad 489 (1998-1999) Nrs.1 en 2 Volledig verslag, openbare vergadering van 24 maart 1999 Bespreking. Stemming.

Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de integratievan personen met een handicap Gelet op artikelen 128, § 1 en 138 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, II, 4° en 92 bis, § 1, en gevoegd bij de wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Overwegende dat het gehandicaptenbeleid wordt bepaald door de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest die krachtens hun bevoegdheden ook de toekenningsregels van de tegemoetkomingen vastleggen;

Overwegende dat de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest bereid zijn om personen met een handicap die onder de bevoegdheid vallen van de andere Gemeenschap of het andere Gewest individueel en op gemotiveerde gronden toe te laten tot de erkende en gesubsidieerde voorzieningen die onder hun bevoegdheid vallen;

Overwegende dat dient te worden vastgesteld onder welke voorwaarden personen met een handicap kunnen worden toegelaten en welke regeling zal worden toegepast voor de aanrekening en de terugbetaling van de daaraan verbonden kosten;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van haar minister-president en van de minister van Cultuur, Gezin en Welzijn;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse regering, in de persoon van haar minister-president en van de minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid;

Kwamen overeen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.In dit akkoord wordt verstaan onder : 1° partijen : de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest;2° bevoegde instanties : het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap en l'Agence Wallonne pour l'intégration des personnes handicapées;3° regelgeving : a) voor de Vlaamse Gemeenschap : het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap en de uitvoeringsbesluiten;b) voor het Waalse Gewest : het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen en de uitvoeringsbesluiten;4° voorziening : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die erkend en gesubsidieerd is om prestaties te verlenen betreffende de integratie van de personen met een handicap;5° aangepaste voorziening : voorziening met een specifieke erkenning, toegekend overeenkomstig de reglementering van een partij;6° individuele bijstand : elke materiële of geldelijke steun, bepaald door de reglementering betreffende de individuele, materiële bijstand. HOOFDSTUK II. - Toegang tot erkende en gesubsidieerde voorzieningen - Tenlasteneming - Terugbetaling

Art. 2.Onder de voorwaarden en binnen de perken van dit akkoord, verbindt elke partij zich ertoe toegang te verlenen aan personen met een handicap die onder de bevoegdheid van de andere partij vallen, tot de voorzieningen die ze erkent en subsidieert.

Art. 3.De persoon met een handicap die onder de bevoegdheid van de ene partij valt vraagt de toegang aan de bevoegde instantie van de andere partij. Om ingewilligd te worden moet het verzoek aan volgende voorwaarden voldoen : 1° gegrond zijn krachtens de regelgeving van de andere partij;2° gerechtvaardigd zijn op grond van één van de volgende motieven : a) rekening houdend met de woonplaats, de persoonlijkheid of de handicap van de persoon is het noodzakelijk dat de betrokkene toegang krijgt tot een voorziening gevestigd op het grondgebied van de andere partij;b) op het grondgebied van de partij onder wiens bevoegdheid betrokkene valt is er geen specifieke voorziening die aangepast is aan de handicap van de betrokkene terwijl een dergelijke voorziening wel gevestigd is op het grondgebied van de andere partij tot wie de persoon met een handicap zich richt. De bevoegde instantie van de andere partij beslist over het verzoek op basis van de voornoemde voorwaarden, genoemd in het eerste lid.

Art. 4.Alvorens over het verzoek te beslissen bezorgt de bevoegde instantie van de andere partij een kopie van de aanvraag aan de bevoegde instantie van de partij onder wiens bevoegdheid de persoon met een handicap valt, die in voorkomend geval mededeling doet van : 1° een kopie van het dossier dat samengesteld werd op naam van de persoon met een handicap;2° een kopie van de gemotiveerde toekennings- of weigeringsbeslissingen van tegemoetkoming die ten aanzien van de persoon met een handicap genomen werden. Als de bevoegde instantie van de andere partij zich voorneemt een gunstige beslissing te nemen over een aanvraag, gedaan op grond van de voorwaarden genoemd in artikel 3, eerste lid, 1° en 2° b), moet zij, alvorens te beslissen, de bevoegde instantie van de partij onder wiens bevoegdheid de persoon met een handicap valt, hierover informeren; deze laatste instantie moet binnen de maand laten weten of zij al of niet instemt met het voornemen.

De bevoegde instantie van de andere partij bezorgt aan de instantie onder wiens bevoegdheid de persoon met een handicap valt, de kopie van de beslissing inzake de toegang tot de door haar erkende en gesubsidieerde voorzieningen.

Art. 5.Als de bevoegde instantie van de andere partij de toegang tot één van zijn erkende en gesubsidieerde voorzieningen toestaat, neemt die instantie de tegemoetkomingen die in haar reglementering zijn bepaald voor haar rekening.

Die geldelijke verplichting is van toepassing voor de beslissingen genomen krachtens de voorwaarden genoemd in artikel 3, eerste lid, 1° en 2°a), en kan geen aanleiding geven tot een terugbetaling door de partij onder wiens bevoegdheid de persoon met een handicap valt.

Als de bevoegde instantie van de andere partij toegang heeft verleend en een geldelijke verbintenis heeft aangegaan op grond van de voorwaarden genoemd in artikel 3, eerste lid, 1° en 2°b), worden de tegemoetkomingen terugbetaald door de bevoegde instantie van de partij onder wiens bevoegdheid de persoon met een handicap valt op voorwaarde dat deze laatste haar instemming verleend heeft overeenkomstig artikel 4, tweede lid. In geval deze instemming verleend werd, verbindt ze er zich toe het bedrag van de tegemoetkomingen terug te betalen waarvan ze op grond van die instemming de kosten dient te dragen. De terugbetalingen worden geregeld door jaarlijkse afrekeningen. In geval die instemming niet verleend werd en de andere partij toch toegang verleend heeft, worden de tegemoetkomingen gedragen door de bevoegde instantie van de andere partij.

Art. 6.Elke partij blijft uitsluitend bevoegd voor de toekenning van prestaties inzake individuele bijstand die ze rechtstreeks aan de personen met een handicap verleent. HOOFDSTUK III. - Samenwerking

Art. 7.Elke partij kan maatregelen nemen teneinde te vermijden dat de uitvoering van dit akkoord haar beleid in het gedrang zou brengen of dat de rechten op integratie van de personen met een handicap die tot haar bevoegdheid behoren, geschaad zouden worden.

Art. 8.De bevoegde instanties van de partijen verstrekken elkaar de gegevens die nodig zijn voor de toepassing van dit akkoord en informeren elkaar over elk probleem dat er verband mee houdt.

Art. 9.De partijen verbinden er zich toe op geregelde tijdstippen overleg te plegen om de goede werking van dit akkoord te bewerkstelligen.

Daartoe wordt een samenwerkingscommissie opgericht. Die commissie telt zes leden die worden aangesteld voor een periode van vijf jaar : 1° drie leden worden aangewezen door de Vlaamse Gemeenschap;2° drie leden worden aangewezen door het Waalse Gewest. Als de aanwezige leden niet tot een consensus komen, bezorgt de commissie alle gegevens met de eventuele uiteenlopende standpunten aan de regeringen van de partijen.

Op initiatief van één van de contracterende partijen komt die commissie samen om de toepassing van dit akkoord te onderzoeken. Ze moet in elk geval vóór 31 maart van elk jaar samenkomen om de balans van het voorgaande jaar op te maken overeenkomstig artikel 5 van dit akkoord. Ze legt een jaarlijks verslag aan de partijen voor en is verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van de genomen beslissingen.

Art. 10.De geschillen tussen de ondertekenende partijen over de uitlegging of over de uitvoering van dit akkoord worden beslecht door een rechtscollege zoals bedoeld in artikel 92 bis, § 5 en § 6, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit akkoord treedt in werking op de tiende dag na de gelijktijdige bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de vereiste goedkeuringsdecreten. De partijen brengen elkaar op de hoogte van die goedkeuring bij decreet.

Art. 12.Dit akkoord geldt gedurende drie volledige jaren vanaf de datum van inwerkingtreding. Het kan nadien, na een evaluatie, door de regeringen worden verlengd voor periodes van dezelfde duur.

Gedaan in Brussel, op 20 oktober 1998, in twee originele exemplaren in de Nederlandse en in de Franse taal.

Voor de Vlaamse Gemeenschap, De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS Voor het Waalse Gewest, De minister-president van de Waalse regering, R. COLLIGNON De minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX

^