Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 juni 2004
gepubliceerd op 20 december 2004

Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2004033084
pub.
20/12/2004
prom.
01/06/2004
ELI
eli/decreet/2004/06/01/2004033084/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JUNI 2004. - Decreet betreffende de gezondheidspromotie (1)2004/33084


De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Toepassingsgebied

Artikel 1.Voorliggend decreet bepaalt in het kader van artikel 5, I, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen de basisvoorwaarden voor de gezondheidspromotie in het Duitse taalgebied.

Onder gezondheidspromotie worden alle maatregelen verstaan die tot doel hebben de individuen in staat te stellen om controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid en zo deze te verbeteren.

Concept van gezondheidspromotie

Art. 2.Op advies van de Adviesraad legt de Regering een algemeen concept van gezondheidspromotie vast. Om de twee jaar bepaalt ze de krachtlijnen ervan op basis van een advies van de Adviesraad.

Het concept van gezondheidspromotie steunt op de volgende inzichten : - de gezondheidstoestand wordt beïnvloed door de biologische en genetische gegevens, de medisch-technische mogelijkheden, de leefstijl en de omgevingsfactoren; - de genese, het behoud en het herstel van de gezondheid worden door het persoonlijk vermogen beïnvloed; - het is van bijzonder belang dat de persoonlijke organisatie en responsabilisering worden bevorderd om bij te dragen aan het emancipatieproces inzake gezondheid.

Het concept van gezondheidspromotie moet zowel op structureel als op individueel niveau optreden. De maatregelen genomen om het concept te implementeren betreffen inzonderheid : 1° op structureel niveau - de kwaliteitsverbetering van de infrastructuur op het gebied van de gezondheidspromotie; - het scheppen van kadervoorwaarden ter bevordering van de gezondheid, in het bijzonder op school, op het werk en op het gebied van de vrijetijdsbesteding; - de opbouw van netwerken; - de bevordering van de samenwerking en coördinatie tussen de organisaties, diensten en instellingen werkzaam op het gebied van de gezondheidspromotie; 2° op individueel niveau - de verstrekking van leeftijdsgebonden informatie en voorlichting over thema's i.v.m. de gezondheid; - de sensibilisering over de gevolgen van de eigen houding; - de beklemtoning van de verantwoordelijkheid van iedereen voor zijn gezondheid.

De maatregelen ter bevordering van de gezondheid moeten ten minste aan de volgende kwaliteitskenmerken voldoen : - beschrijving van de uitgangssituatie; - precieze doelomschrijving; - adequatie tussen de doeleinden en de methodes; - toepasbaarheid in het dagelijks leven; - duurzaamheid van de maatregel; - documentatie; - evaluatieconcept.

Algemene subsidiëring

Art. 3.Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering jaarlijks een subsidie toekennen aan de instellingen en organisaties, voor zover deze - als vereniging zonder winstoogmerk met zetel in het Duitse taalgebied zijn opgericht; - op het gebied van de gezondheidspromotie werkzaam zijn; - over gekwalificeerd personeel beschikken dat aan de door de Regering vastgelegde minimale voorwaarden voldoet; - de controle van de Regering m.b.t. de toepassing van dit decreet aannemen.

De subsidiëringsmodaliteiten en het bedrag van de subsidie worden in een verdrag vastgelegd dat tussen de Regering en de aanvrager moet worden gesloten.

Subsidiëring van projecten

Art. 4.Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering projecten subsidiëren, voor zover deze - vooraf goedgekeurd zijn; - in het concept vermeld in artikel 2 passen; - aan de door de Regering vastgelegde krachtlijnen voldoen.

Terugvordering van subsidies

Art. 5.De Regering vordert een subsidie terug, indien - er aan de subsidiëringsvoorwaarden niet werd beantwoord; - de subsidie tot andere doeleinden werd gebruikt; - de in dit decreet bepaalde controle belemmerd of verhinderd werd.

Indien de ontvanger van de subsidie in de loop van het jaar ontbonden wordt of zijn activiteiten stopzet, kan de Regering een subsidie die voor het lopende jaar werd uitbetaald proportioneel terugvorderen. HOOFDSTUK II. - Adviesraad voor gezondheidspromotie Oprichting

Art. 6.Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een Adviesraad voor gezondheidspromotie opgericht, in dit decreet « Adviesraad » genoemd, waarvan de zetel door de Regering wordt vastgelegd.

Opdrachten

Art. 7.De Adviesraad brengt de Regering, op eigen initiatief of op verzoek, adviezen uit over alle vraagstukken m.b.t. de gezondheidspromotie.

Daarenboven kan de Adviesraad op eigen initiatief of op verzoek van de Regering, voorstellen uitwerken in verband met de omzetting van het concept van gezondheidspromotie vermeld in artikel 2 en als bemiddelaar optreden tussen de actoren op het vlak van de gezondheidspromotie.

De Regering legt de Adviesraad alle voorontwerpen van decreten en reglementaire besluiten betreffende de gezondheidspromotie alsmede alle voorontwerpen betreffende het aannemen van het concept en van de krachtlijnen vermeld in artikel 2 ter advies voor.

Samenstelling

Art. 8.§ 1 - De Adviesraad is samengesteld uit : 1° de voorzit(s)ter;2° vier vertegenwoordigers van organisaties die door de Regering hoofdzakelijk met opdrachten op het vlak van de gezondheidspromotie worden belast;3° één vertegenwoordiger van organisaties die door de Regering hoofdzakelijk met opdrachten op het vlak van de bescherming van de consument worden belast;4° twee vertegenwoordigers van de ziekenfondsen;5° twee vertegenwoordigers van de psycho-medisch-sociale centra en van de gezondheidscentra;6° één vertegenwoordiger van de Dienst voor kind en gezin van de Duitstalige Gemeenschap. Voor elk werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen. § 2 - Behoren tot de Adviesraad met raadgevende stem : - één vertegenwoordiger van de Regering; - twee vertegenwoordigers van de bevoegde Afdeling van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. § 3 - De Regering benoemt de leden van de Adviesraad.

De in § 1, lid 1, 2° tot 6°, vermelde leden en hun plaatsvervangers worden op de voordracht van de overeenkomstige instellingen, organisaties en diensten benoemd.

Op de voordracht van de Adviesraad wijst de Regering een voorzit(s)ter aan die niet tot de groep vermeld in § 1, 2° tot 6°, mag behoren.

Het mandaat duurt 4 jaar en kan hernieuwd worden.

Werking van de Adviesraad

Art. 9.De voorzit(s)ter staat in voor het bestendig beheer van de Adviesraad. Het secretariaat van de Adviesraad is gevestigd bij de bevoegde Afdeling van het Ministerie.

De Adviesraad maakt zijn huishoudelijk reglement op dat door de Regering moet worden goedgekeurd. Dit reglement regelt in het bijzonder de stemprocedure, de mogelijkheid om commissies op te richten en de modaliteiten voor de bijeenroeping van zittingen.

Voor specifieke thema's wint de Adviesraad het advies van deskundigen in en kan deze op de vergaderingen uitnodigen.

De Adviesraad kan werkgroepen oprichten. Hij ontbindt deze werkgroepen, op eigen initiatief of op hun verzoek, op voorlegging van een eindverslag.

De Adviesraad vergadert ten minste vier keer per jaar op uitnodiging van de voorzit(s)ter of wanneer ten minste 1/3 van de leden erom verzoeken.

Jaarlijks vóór het einde van de maand mei stelt de Adviesraad een activiteitenverslag over het afgelopen jaar op. Dit verslag wordt aan de Regering gezonden.

Financiële bepalingen

Art. 10.De leden van de Adviesraad en de deskundigen op wie een beroep is gedaan, hebben recht op presentiegeld en op een kilometervergoeding overeenkomstig de desbetreffende harmonisatiebepalingen vastgelegd door de Regering voor organen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling Inwerkingtreding

Art. 11.Voorliggend decreet treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Eupen, op 1 juni 2004.

K.-H. LAMBERTZ, Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport B. GENTGES, Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme H. NIESSEN, Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden _______ Nota's (1) Zitting 2003-2004. Bescheiden van de Raad : 165 (2003-2004) nr. 1 Ontwerp van decreet. 165 (2003-2004) nrs 2-3 Voorstellen tot wijziging. 165 (2003-2004) nr. 4 Verslag.

Integraal verslag - Bespreking en aanneming. Zitting van 1 juni 2004.

^