Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 april 2021
gepubliceerd op 28 mei 2021

Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en tot omzetting van richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (1)

bron
vlaamse overheid
numac
2021041519
pub.
28/05/2021
prom.
02/04/2021
ELI
eli/decreet/2021/04/02/2021041519/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2021. - Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en tot omzetting van richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en tot omzetting van richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 1.1.2 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt: "1° de richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 oktober 2020 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen;"; 2° punt 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° de richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van richtlijn 2012/27/EU;".

Art. 3.In artikel 1.1.3 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 4° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "4° /1 aanvrager van flexibiliteit: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die flexibiliteit aanvraagt;"; 2° er wordt een punt 8° /4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "8° /4 actieve afnemer: een afnemer die aangesloten is op het elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit of een afnemer van thermische energie die aangesloten is op een warmte- of koudenet en die een of meer van de activiteiten, vermeld in artikel 4.4.2, uitoefent, terwijl die activiteiten niet zijn belangrijkste commerciële of professionele activiteit vormen;"; 3° er wordt een punt 12° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "12° /0 aggregatie: een functie van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die verschillende energiehoeveelheden voor afname, consumptie, productie of injectie combineert om op een elektriciteitsmarkt aan te kopen, te verkopen of te veilen;"; 4° punt 12° /1 wordt vervangen door wat volgt: "12° /1 aggregator: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die als dienstverrichter verschillende energiehoeveelheden van verschillende afnemers, tussenpersonen en producenten voor afname, consumptie, productie of injectie combineert om op een elektriciteitsmarkt aan te kopen, te verkopen of te veilen;"; 5° er wordt een punt 25° /1/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "25° /1/1 deelnemer aan flexibiliteit: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die flexibiliteit aanbiedt aan de dienstverlener van flexibiliteit of in het kader van gereserveerde of niet-gereserveerde technische flexibiliteit aan de aanvrager van flexibiliteit;"; 6° er wordt een punt 25° /1/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "25° /1/2 dienstverlener van flexibiliteit: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die als dienstverrichter flexibiliteitsdiensten aan een of meer aanvragers van flexibiliteit levert of die flexibiliteit van zichzelf of van een of meer deelnemers aan flexibiliteit als flexibiliteitsdienst aan een of meer aanvragers van flexibiliteit levert;"; 7° er wordt een punt 30° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "30° /0 dynamisch prijscontract: een contract waarin de prijsvariatie op de spotmarkten van elektriciteit, waaronder de day-ahead- en de intradaymarkten, vermeld in artikel 2 van de verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering, wordt weerspiegeld in intervallen die ten minste overeenkomen met de marktvereffeningsperiode;"; 8° er wordt een punt 31° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "31° /1 elektriciteitsbedrijf: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die ten minste een van de volgende functies vervult: productie, transmissie, distributie, aggregatie, vraagrespons, energieopslag, levering of aankoop van elektriciteit, en die verantwoordelijk is voor de commerciële, technische of onderhoudswerkzaamheden die met die functies verband houden, maar die geen loutere afnemer is;"; 9° er wordt een punt 31° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "31° /2 elektriciteitsderivaat: een financieel instrument met betrekking tot elektriciteit dat valt onder een van de categorieën, vermeld in artikel 2, 1°, e), f) en g), van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;"; 10° er wordt een punt 33° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "33° /1 elektriciteitsleveringscontract: een contract voor de levering van elektriciteit, elektriciteitsderivaten niet inbegrepen;"; 11° er wordt een punt 33° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "33° /2 elektriciteitsmarkten: markten voor elektriciteit, onder meer over-the-countermarkten en elektriciteitsbeurzen, markten voor de verhandeling van energie, capaciteit, balancerings- en ondersteunende diensten in alle tijdsbestekken, waaronder termijn-, day-ahead- en intradaymarkten;"; 12° er wordt een punt 33° /3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "33° /3 elektriciteitsopslag: een vorm van energieopslag die erin bestaat het uiteindelijke gebruik van elektriciteit uit te stellen tot een later moment dan het moment waarop de elektriciteit is opgewekt, of elektrische energie om te zetten in een vorm van energie die kan worden opgeslagen, dergelijke energie op te slaan en vervolgens dergelijke energie om te zetten in elektrische energie of in een andere energiedrager;"; 13° er wordt een punt 33° /4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "33/4° elektriciteitsopslagfaciliteit: een installatie aangesloten aan het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit waar elektriciteitsopslag plaatsvindt;"; 14° er wordt een punt 38° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "38° /1 energiedelen: het kosteloos toekennen over één onbalansverrekeningsperiode van het geheel of een deel van de zelfgeproduceerde, en in voorkomend geval opgeslagen, energie die op een elektriciteitsdis- tributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit geïnjecteerd is, tussen afnemers in de gevallen, vermeld in artikel 7.2.1, § 1, tweede lid, of het uitwisselen van hernieuwbare thermische energie via een warmte- of koudenet tussen afnemers van thermische energie in de gevallen, vermeld in artikel 7.2.1, § 1, tweede lid;"; 15° er wordt een punt 40° /1/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "40° /1/1 energiegemeenschap van burgers: een rechtspersoon die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 4.8.1;"; 16° er wordt een punt 41° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "41° /1 energieoverdracht: een activering van de flexibiliteit waarbij een leverancier en een dienstverlener van flexibiliteit betrokken zijn die een afzonderlijke evenwichtsverantwoordelijke hebben of een dienstverlener van flexibiliteit die niet hun leverancier is;"; 17° er wordt een punt 50° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "50° /1 extern signaal: een dynamisch signaal, waaronder een activatiesignaal en een desactivatiesignaal, of een financiële prikkel, zoals een dynamisch prijssignaal, met als doel flexibiliteit in het elektriciteitssysteem te veroorzaken;"; 18° er wordt een punt 51° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "51° /1 flexibiliteit: de wijziging van het profiel van productie, injectie, verbruik of afname van elektriciteit door afnemers, producenten of natuurlijke personen of rechtspersonen die elektriciteitsopslagfaciliteiten exploiteren, ten opzichte van hun normale of bestaande verbruiks- of productiepatronen in reactie op een extern signaal of lokaal gemeten netgerelateerde grootheid, zoals de frequentie of de spanning, of in reactie op de aanvaarding van het bod van de eindafnemer of producent, individueel of via aggregatie, enerzijds om vraag- of productievermindering of vraag- of productieverhoging voor een bepaalde prijs te verkopen op een elektriciteitsmarkt, de markt voor lokale congestie of op de georganiseerde markt, vermeld in artikel 2.4 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie van 17 december 2014 inzake de informatieverstrekking overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 6, van verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie, of anderzijds om een dienst in het energiesysteem te verlenen;"; 19° er wordt een punt 51° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "51° /2 flexibiliteitsactivatieregister: een register met alle toegangspunten of allocatiepunten die deelnemen aan flexibiliteit waarin voor ieder toegangspunt of allocatiepunt de relevante parameters van de activatie van flexibiliteit worden vermeld;"; 20° er wordt een punt 52° ingevoegd, dat luidt als volgt: "52° flexibiliteitstoegangsregister: een register met alle toegangspunten of allocatiepunten van het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit die deelnemen aan flexibiliteit, waarin voor ieder toegangspunt of allocatiepunt van het net in kwestie de deelnemer aan flexibiliteit wordt vermeld en op welke dienstverleners van flexibiliteit die deelnemer een beroep doet;"; 21° er wordt een punt 56° /1/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "56° /1/2 gereserveerde technische flexibiliteit: de flexibiliteit op verzoek van de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, waarbij de deelname verplicht is in het kader van de exploitatie van het elektriciteitsdistributienet of plaatselijk vervoernet van elektriciteit onder buitengewone omstandigheden, met een gereguleerde compensatie, vermeld in artikel 4.1.17/5, § 1, eerste lid;"; 22° in punt 56° /2, b), worden de woorden "of de daarmee verwante bedrijven" vervangen door de zinsnede ", of de ondernemingen die daarmee verbonden of geassocieerd zijn"; 23° punt 65° wordt vervangen door wat volgt: "65° hernieuwbare energiebronnen: hernieuwbare niet-fossiele energiebronnen, namelijk wind, zon, waaronder thermische zonne-energie en fotovoltaïsche energie, geothermie, de omgeving, de getijden, de golfslagen en andere energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogas;"; 24° er wordt een punt 65° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "65° /1 hernieuwbare-energiegemeenschap: een rechtspersoon die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 4.8.2;"; 25° er wordt een punt 79° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "79° /0 lokale congestie: een situatie waarin een element van het elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of het koppelpunt met het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of het transmissienet niet alle fysieke stromen kan opvangen zonder de operationele veiligheid in gevaar te brengen;"; 26° er wordt een punt 80° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "80° /1 marktdeelnemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die elektriciteit aankoopt, verkoopt of produceert, flexibiliteits- of aggregatiediensten verleent of energieopslagdiensten exploiteert, met inbegrip van het plaatsen van handelsorders op een of meer elektriciteitsmarkten of op de markt voor lokale congestie, inclusief op balanceringsmarkten;"; 27° in punt 81° wordt tussen de zinsnede "intermediair bij de aankoop van energie," en het woord "bevrachter" de zinsnede "energiegemeenschap van burgers, hernieuwbare-energiegemeenschap," ingevoegd en wordt tussen het woord "bevrachter" en het woord "of" de zinsnede ", dienstverleners van flexibiliteit, aanvrager van flexibiliteit, aggregatoren" ingevoegd; 28° er wordt een punt 92° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "92° /1 niet-frequentiegerelateerde ondersteunende dienst: een dienst die wordt gebruikt door een transmissie- of distributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit voor spanningsregeling in stationaire toestand, snelle blindstroominjecties, inertie voor plaatselijke netstabiliteit, kortsluitstroom of inzetbaarheid in eilandbedrijf;"; 29° er wordt een punt 92° /1/0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "92° /1/0 niet-gereserveerde technische flexibiliteit: onmiddellijke, als alle commerciële middelen en gereserveerde technische flexibiliteit zijn uitgeput, flexibiliteit op verzoek van de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, waarbij de deelname verplicht is in het kader van de exploitatie van het elektriciteitsdistributienet of plaatselijk vervoernet van elektriciteit onder onvoorziene uitzonderlijke netuitbatingsomstandigheden, al dan niet met een gereguleerde compensatie als vermeld in artikel 4.1.17/5, § 2, eerste lid;"; 30° er wordt een punt 92° /5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "92° /5 onafhankelijke dienstverlener van flexibiliteit: een dienstverlener van flexibiliteit die niet is aangesloten bij de leverancier van de afnemer of die een afzonderlijke evenwichtsverantwoordelijke heeft die geen evenwichtsverantwoordelijke van de afnemer is;"; 31° aan punt 94° wordt de zinsnede ", voor de elektriciteitsmarkt, met inbegrip van balanceringsdiensten en niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten, maar uitgezonderd congestiebeheer" toegevoegd; 32° er wordt een punt 97° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "97° /0 peer-to-peerhandel in hernieuwbare energie: de verkoop van hernieuwbare energie tussen actieve afnemers door een overeenkomst met vooraf bepaalde voorwaarden voor de automatische uitvoering en afwikkeling van de transactie, rechtstreeks tussen deelnemers of indirect via een derde marktdeelnemer, zoals een aggregator;"; 33° er wordt een punt 114° /2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "114° /2/1 stroomafnameovereenkomst: een overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of rechtspersoon zich ertoe verbindt om elektriciteit of hernieuwbare energie rechtstreeks van een energieproducent af te nemen;"; 34° er wordt een punt 126° /5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "126° /5 verordening (EU) 2019/943: verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit;"; 35° punt 131° /3 wordt vervangen door wat volgt: "131° /3 volledig geïntegreerde netwerkcomponenten: netwerkcomponenten die in het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, met inbegrip van elektriciteitsopslagfaciliteiten, geïntegreerd zijn en die uitsluitend gebruikt worden om een veilig en betrouwbaar beheer van het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit te waarborgen, en niet voor balancerings- of congestiebeheer;"; 36° er wordt een punt 131° /4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "131° /4 vraagrespons: een vorm van flexibiliteit, namelijk de wijziging van het profiel van verbruik of de afname van elektriciteit door afnemers ten opzichte van hun normale of bestaande verbruikspatronen, in reactie op de externe signalen of lokaal gemeten netgerelateerde grootheden, of in reactie op de aanvaarding van het bod van de eindafnemer, individueel of via aggregatie, enerzijds om vraagvermindering of -verhoging voor een bepaalde prijs te verkopen op een elektriciteitsmarkt, de markt voor lokale congestie of op de georganiseerde markt, vermeld in artikel 2.4 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie van 17 december 2014 inzake de informatieverstrekking overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 6, van verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie, of anderzijds om een dienst in het energiesysteem te verlenen;"; 37° er wordt een punt 139° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "139° /1 zelfverbruik van energie: het zelf produceren en vervolgens momentaan verbruiken of opslaan van energie zonder dat de energie in het elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit of een warmtenet of koudenet geïnjecteerd wordt;".

Art. 4.In artikel 3.1.1, § 4, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel 35, tweede lid, van de richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van richtlijn 2003/54/EG" vervangen door de zinsnede "artikel 57, tweede lid, van de richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van richtlijn 2012/27/EU".

Art. 5.In artikel 3.1.3, eerste lid, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 1°, c), wordt de zinsnede ", de impact van contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs, het gebruik van digitale meters, het verband tussen huishoudelijke en groothandelsprijzen, en ook het toezicht houden op vervalsing of beperking van de mededinging, onder andere door toepasselijke informatie te verstrekken en relevante gevallen aan de bevoegde mededingingsautoriteit voor te leggen" toegevoegd;2° in punt 1°, e), worden tussen de zinsnede "netbeheerders," en de woorden "onder meer" de woorden "en de klachten van de huishoudelijke afnemers hierover" ingevoegd en worden de woorden "de tijd die de beheerders van de netten nodig hebben om aansluitingen en herstellingen uit te voeren" vervangen door de woorden "de kosten en de tijd die gepaard gaan met aansluitingen en herstellingen uit te voeren";3° aan punt 1°, g), wordt de zinsnede "en het verstrekken op het niveau van het Vlaamse Gewest, voor facultatief gebruik, van een gemakkelijk te begrijpen geharmoniseerd formaat van de verbruiksgegevens en andere gegevens van de afnemer over de aansluiting en toegang tot het distributienet en het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en de onmiddellijke toegang van de afnemer tot die gegevens" toegevoegd;4° aan punt 1° worden een punt n) tot en met u) toegevoegd, die luiden als volgt: "n) ervoor zorgen dat de distributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, de elektriciteitsbedrijven en andere marktdeelnemers die actief zijn in het Vlaamse Gewest, de volgende elementen naleven: 1) hun verplichtingen conform titel IV van dit decreet, verordening (EU) 2019/943 en de netcodes en richtsnoeren die conform artikel 59, 60 en 61 van de voormelde verordening (EU) 2019/943 zijn vastgesteld;2) ander toepasselijk recht van de Europese Unie dan de bepalingen, vermeld in punt 1), waaronder rechtsbepalingen over grensoverschrijdende kwesties;3) de besluiten van ACER;o) goedkeuren van producten en aanbestedingsprocedures voor niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten van de distributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit;p) doen naleven en uitvoeren van de netcodes en richtsnoeren die conform artikel 59, 60 en 61 van de voormelde verordening (EU) 2019/943 zijn vastgesteld en die van toepassing zijn op de distributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit;q) alle wettelijk bindende besluiten van de Europese Commissie en ACER die van toepassing zijn op de distributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit naleven en uitvoeren;r) erover waken dat er geen sprake is van kruissubsidiëring tussen activiteiten van de distributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk voernet van elektriciteit voor transmissie, distributie en levering of andere activiteiten die al dan niet met het elektriciteitsgebied te maken hebben;s) toezicht houden op en beoordelen van de prestaties van de distributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoerset van elektriciteit wat betreft de ontwikkeling van een slim netwerk dat gericht is op energie-efficiëntie en de integratie van energie uit hernieuwbare bronnen op basis van een beperkte reeks indicatoren.De VREG publiceert minstens om de twee jaar een rapport met aanbevelingen daarover; t) samen met andere betrokken instanties helpen waarborgen dat de maatregelen ter bescherming van de afnemers die aangesloten zijn op het distributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, doeltreffend zijn en gehandhaafd worden; u) toezicht houden op het wegnemen van de ongerechtvaardigde belemmeringen en beperkingen op het distributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit voor het verbruik van zelfopgewekte elektriciteit en voor energiegemeenschappen;"; 5° punt 2° wordt vervangen door wat volgt: "2° regulerende taken: a) de regulering van de toegang tot en de werking van de elektriciteits- en gasmarkt, inclusief de distributienettarieven voor elektriciteit en aardgas of overgangsmaatregelen daarover, overeenkomstig de bepalingen van dit decreet;b) de goedkeuring van de voorwaarden voor de aansluiting op en de toegang tot het distributienet en het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en voor de verstrekking van ondersteunende diensten en flexibiliteitsdiensten, voor het beheer van lokale congestie binnen hun dekkingsgebied.Die ondersteunende diensten en flexibiliteitsdiensten voldoen aan de volgende voorwaarden: i) ze worden zo economisch mogelijk uitgevoerd en bieden passende stimuleringsmaatregelen voor netgebruikers om hun input en output op elkaar af te stemmen; ii) ze worden op billijke en niet-discriminerende wijze verstrekt en zijn gebaseerd op objectieve criteria;"; 6° aan punt 3° worden een punt e) en f) toegevoegd, die luiden als volgt: "e) het bemiddelen in geschillen met betrekking tot de verplichtingen van de dienstverleners van flexibiliteit en aggregatoren, vermeld in titel IV, afdeling V/1, van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan; f) het beslechten van geschillen met betrekking tot de verplichtingen van de dienstverleners van flexibiliteit en aggregatoren, vermeld in titel IV, afdeling V/1, van dit decreet en haar uitvoeringsbepalingen;"; 7° aan punt 4° wordt een punt m) toegevoegd, dat luidt als volgt: "m) jaarlijks rapporteren over de voornaamste ontwikkelingen op het vlak van dynamische prijscontracten in het Vlaamse Gewest, met inbegrip van het aanbod op de markt en de effecten op de facturen van de consument en, specifiek, de prijsvolatiliteit ervan;"; 8° aan punt 4° wordt een punt n) toegevoegd, dat luidt als volgt: "n) jaarlijks rapporteren in welke mate het decretale kader rond flexibiliteit en energiegemeenschappen en de verdere uitwerking ervan zorgt voor een flexibeler gebruik van het bestaande net en een versnelling van een duurzame energietransitie waarin de burger centraal staat.De aspecten die hierin worden opgenomen, worden verder door de Vlaamse Regering bepaald.".

Art. 6.In artikel 3.1.4/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt tussen de zinsnede "gekenmerkte," en het woord "zekere" de zinsnede "flexibele," ingevoegd;2° in punt 2° worden de woorden "markten binnen de Europese Gemeenschap" vervangen door de zinsnede ", grensoverschrijdende markten binnen de Europese Unie";3° in punt 3° worden de woorden "Europese Gemeenschap" vervangen door de woorden "Europese Unie";4° punt 4° wordt vervangen door wat volgt: "4° de ontwikkeling, op de meest kosteneffectieve manier, van veilige, betrouwbare en efficiënte niet-discriminerende netten die klantgericht zijn, en met betrekking tot deze netten: a) het bevorderen van de adequaatheid;b) aansluitend bij de doelstellingen van het algemene energiebeleid, het bevorderen van de energie-efficiëntie, de integratie van groot- en kleinschalige productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en gedistribueerde productie in distributienetten en het plaatselijk vervoernet van elektriciteit; c) het vergemakkelijken van het beheer met betrekking tot andere energienetwerken voor gas of warmte;"; 5° in punt 5° worden tussen het woord "productiecapaciteit" en de woorden "tot het net" de woorden "en elektriciteitsopslagfaciliteiten" ingevoegd;6° in punt 6° wordt tussen het woord "efficiëntie" en de woorden "van netprestaties" de zinsnede ", en in het bijzonder de energie-efficiëntie," ingevoegd;7° in punt 7° worden tussen het woord "van" en het woord "consumentenbescherming" de woorden "een hoog niveau van" ingevoegd;8° aan punt 7° worden de woorden "in nauwe samenwerking met de consumentenbeschermingsautoriteiten in kwestie" toegevoegd;9° in punt 9° wordt tussen het woord "van" en het woord "vraagzijdemiddelen" de zinsnede "vraagrespons, respectievelijk" ingevoegd.

Art. 7.In artikel 3.1.5 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 november 2016, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. De VREG wordt bestuurd door een raad van bestuur die maximaal uit zeven leden bestaat.

Het Vlaams Parlement stelt de leden van de raad van bestuur aan op grond van objectieve, transparante en bekendgemaakte criteria, volgens een onafhankelijke en onpartijdige procedure, en met inachtneming van een roulatieschema. Zo wordt gegarandeerd dat de kandidaten voor de relevante positie over de vereiste vaardigheden en ervaring beschikken.

De bestuurders worden aangesteld voor een eenmalig hernieuwbare termijn van vijf jaar.

De raad van bestuur kiest onder zijn leden een voorzitter.".

Art. 8.Aan titel III, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, wordt een afdeling VII toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling VII. Vergelijkingsinstrument".

Art. 9.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in afdeling VII, ingevoegd bij artikel 8, een artikel 3.1.16 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 3.1.16. De VREG stelt op zijn website een vergelijkingsinstrument ter beschikking waarmee door huishoudelijke afnemers en kleinzakelijke afnemers, aangesloten op het laagspanningsdistributienet en met een verwacht jaarlijks elektriciteitsverbruik van minder dan 100.000 kWh, het aanbod van de leveranciers aan huishoudelijke afnemers en ondernemingen met een verwacht jaarlijks elektriciteitsverbruik van minder dan 100.000 kWh gratis vergeleken kan worden. Dat instrument bestrijkt de hele markt in het Vlaamse Gewest en alle aanbiedingen van leveranciers die daarin publiek beschikbaar zijn, waaronder aanbiedingen voor dynamische prijscontracten en teruglevercontracten.

Het vergelijkingsinstrument, vermeld in het eerste lid, voldoet aan al de volgende vereisten: 1° leveranciers worden gelijk behandeld in de zoekresultaten;2° er worden objectieve criteria gebruikt als basis voor de vergelijking en die criteria worden duidelijk vermeld op de website;3° er wordt gebruikgemaakt van duidelijke en ondubbelzinnige bewoordingen;4° het geeft nauwkeurige en geactualiseerde informatie, met vermelding van het tijdstip van de meest recente actualisering;5° er is een doeltreffende procedure om onjuiste informatie over gepubliceerde aanbiedingen te melden;6° er worden vergelijkingen aangeboden waarbij de opgevraagde persoonlijke gegevens beperkt blijven tot gegevens die noodzakelijk zijn voor de gevraagde vergelijking. De leveranciers bezorgen de VREG nauwkeurige en geactualiseerde informatie over de prijzen en voorwaarden, inclusief de aangeboden diensten, van de producten die ze publiek aanbieden in het Vlaamse Gewest aan huishoudelijke afnemers en ondernemingen met een verwacht jaarlijks elektriciteitsverbruik van minder dan 100.00 kWh, met het oog op de opname daarvan in het vergelijkingsinstrument, vermeld in het eerste lid. De VREG legt na overleg met de betrokken stakeholders de methode en procedure vast voor de voormelde informatieoverdracht.".

Art. 10.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in dezelfde afdeling VII een artikel 3.1.17 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 3.1.17. De volgende persoonsgegevens of categorieën van persoonsgegevens kunnen opgevraagd en verwerkt worden in het kader van het gebruik en het beheer van het vergelijkingsinstrument, vermeld in artikel 3.1.16: 1° het energietype;2° de adres- en contactgegevens;3° de gegevens over de aansluiting en de meter;4° de meetgegevens;5° de gegevens over aanwezige decentrale productie-installaties;6° de contractvoorkeuren;7° de huidige leveringsvoorwaarden;8° het profiel, vermeld in het derde lid;9° de identificatiegegevens, vermeld in het vierde lid. Na toestemming van de betrokkene conform artikel 4, 11), van de algemene verordening gegevensbescherming kan de VREG de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 5°, automatisch laten verwerken via een koppeling met de databanken van de distributienetbeheerder of zijn werkmaatschappij. Via die koppeling verleent de netbeheerder of zijn werkmaatschappij de VREG toegang tot de gegevens, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 5°, waartoe de betrokkene toegang heeft in zijn databanken.

Na toestemming van de betrokkene conform artikel 4, 11), van de algemene verordening gegevensbescherming kunnen de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, in een profiel worden bijgehouden met het oog op het gebruik en het beheer van het vergelijkingsinstrument, vermeld in het eerste lid. Het profiel wordt maximaal bewaard tot vijf jaar nadat de betrokkene daarvoor zijn toestemming heeft verleend.

Voor de unieke identificatie van de betrokkene kan het ondernemingsnummer, het rijksregisternummer of het vreemdelingennummer opgevraagd en verwerkt worden in het kader van: 1° de automatische verwerking van de gegevens, vermeld in het tweede lid;2° de aanmaak en het beheer van het profiel, vermeld in het derde lid. De VREG kan de verwerkte gegevens en de resultaten van de uitgevoerde vergelijkingen gedurende twaalf maanden na de uitvoering van de vergelijking geanonimiseerd bewaren met het oog op het gebruik voor monitoring, evaluatie en onderzoek.

Voor de verwerkingen van persoonsgegevens in het kader van het gebruik en het beheer van het vergelijkingsinstrument, vermeld in artikel 3.1.16 van dit decreet, is de VREG de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.

De VREG neemt passende maatregelen opdat de betrokkene overeenkomstig artikel 12 van de algemene verordening gegevensbescherming in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal toegang heeft tot de noodzakelijke informatie en communicatie in verband met de verwerking van zijn persoonsgegevens.".

Art. 11.In artikel 4.1.4, § 2, 4°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, wordt tussen het woord "aggregatoren" en de woorden "en producenten" de zinsnede ", dienstverleners van flexibiliteit" ingevoegd.

Art. 12.In artikel 4.1.6 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 worden een punt 12° tot en met 15° toegevoegd, die luiden als volgt: "12° als neutrale marktfacilitator fungeren door de energie in te kopen die ze gebruiken om energieverliezen te dekken, en door in de niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten in hun net te voorzien, volgens transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde procedures;13° flexibiliteitsdiensten aankopen, voor het beheer van lokale congestie binnen het dekkingsgebied of voor redispatching, waarvoor de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit de aanvrager van flexibiliteit is, in de vorm van producten die gevaloriseerd worden, met het oog op het efficiëntere beheer en de efficiënte ontwikkeling van het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit;14° als dat van toepassing is, de referentiecurve van het elektriciteitsafname- en injectieprofiel bepalen, in onderling overleg met de relevante marktpartijen; 15° voor de toepassing van artikel 4.1.17/4, 4.1.17/5 en 4.1.17/6 de specificaties bepalen om het flexibiliteitsvolume te berekenen, in overleg met relevante marktpartijen."; 2° in paragraaf 3, 4°, wordt tussen de zinsnede "de evenwichtsverantwoordelijken," en de woorden "de bevrachters" de zinsnede "de deelnemers aan flexibiliteit, de dienstverleners van flexibiliteit, de aanvragers van flexibiliteit, de aggregatoren," ingevoegd;3° aan paragraaf 3 worden een punt 5° en 6° toegevoegd, die luiden als volgt: "5° het verzamelen, berekenen en verwerken van de gegevens in het kader van de flexibiliteitsdiensten of ondersteunende diensten die hij verleent; 6° het beheer van het flexibiliteitstoegangsregister en het flexibiliteitsactivatieregister voor zijn net.".

Art. 13.In artikel 4.1.6/1, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019, wordt tussen de zinsnede "aardgas," en het woord "leveranciers" de zinsnede "aggregatoren, dienstverleners van flexibiliteit, evenwichtsverantwoordelijken," ingevoegd.

Art. 14.In titel IV, hoofdstuk I, afdeling III, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 14 maart 2014 en 26 april 2019, wordt het opschrift van onderafdeling II vervangen door wat volgt: "Onderafdeling II. Activiteiten inzake levering, productie, verschaffen van energiediensten, energieopslag en oplaadpunten voor elektrische voertuigen door de netbeheerder en zijn werkmaatschappij".

Art. 15.Aan artikel 4.1.8/1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 maart 2014, wordt de zinsnede ", deelnemer aan flexibiliteit of dienstverlener van flexibiliteit" toegevoegd.

Art. 16.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt een artikel 4.1.8/1/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.8/1/1. § 1. Een netbeheerder en zijn werkmaatschappij mogen geen elektriciteitsopslagfaciliteiten bezitten, ontwikkelen, beheren of exploiteren.

In afwijking van het eerste lid mogen de netbeheerders elektriciteitsopslagfaciliteiten bezitten, ontwikkelen, beheren of exploiteren als het gaat om volledig geïntegreerde netwerkcomponenten en de VREG zijn goedkeuring heeft verleend of als aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° andere partijen, na een open, transparante en niet-discriminerende aanbestedingsprocedure, die de VREG toetst en goedkeurt, hebben geen recht verworven om dergelijke faciliteiten te bezitten, te ontwikkelen, te beheren of te exploiteren, of kunnen die diensten niet tegen redelijke kosten en binnen een redelijke termijn aanbieden;2° dergelijke faciliteiten zijn nodig voor de netbeheerders om hun verplichtingen na te leven in het kader van een efficiënt, betrouwbaar en veilig beheer van het distributiesysteem, vermeld in titel IV van dit decreet.De faciliteiten worden niet gebruikt om elektriciteit op de elektriciteitsmarkten of op de markten voor lokaal congestiebeheer te kopen of te verkopen; 3° de VREG heeft de noodzaak van een dergelijke afwijking beoordeeld, heeft de aanbestedingsprocedure, waaronder de voorwaarden van die aanbestedingsprocedure, geëvalueerd en heeft zijn goedkeuring verleend. De VREG kan regels of inkoopbepalingen opstellen voor de aanbestedingsprocedure om de billijkheid van de procedure te garanderen. § 2. De VREG houdt regelmatig en minstens elke vijf jaar een openbare raadpleging over de bestaande elektriciteitsopslagfaciliteiten van de netbeheerder om de potentiële beschikbaarheid en belangstelling om in dergelijke faciliteiten te investeren, te evalueren. Als uit die openbare raadpleging blijkt dat derde partijen in staat zijn dergelijke installaties op een kosteneffectieve manier te bezitten, te ontwikkelen, te exploiteren of te beheren, ziet de VREG erop toe dat die activiteiten van de netbeheerders in dit verband binnen achttien maanden worden uitgefaseerd.

De VREG kan toestaan dat de netbeheerders een redelijke vergoeding ontvangen zodat ze de restwaarde van hun investering in die elektriciteitsopslagfaciliteiten kunnen terugverdienen.

Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op volledig geïntegreerde netwerkcomponenten of gedurende de gebruikelijke afschrijvingsperiode van nieuwe elektriciteitsopslagfaciliteiten als het over batterijen gaat waarbij een definitieve investeringsbeslissing vóór 4 juli 2019 is genomen, op voorwaarde dat dergelijke batterijopslagfaciliteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° de batterijopslagfaciliteiten zijn uiterlijk twee jaar na de voormelde investeringsbeslissing met het netwerk verbonden;2° de batterijopslagfaciliteiten zijn volledig in het distributiesysteem geïntegreerd;3° de batterijopslagfaciliteiten worden uitsluitend gebruikt om de veiligheid van het netwerk reactief onmiddellijk te herstellen in geval van noodgevallen, als een dergelijke herstelmaatregel onmiddellijk van kracht wordt en wordt beëindigd zodra reguliere redispatching in staat is het probleem op te lossen;4° de batterijopslagfaciliteiten worden niet gebruikt om elektriciteit te kopen of te verkopen op de elektriciteitsmarkt of de markt voor lokale congestie, met inbegrip van balanceringsmarkten. § 3. Paragraaf 1 is niet van toepassing op elektriciteitsopslagfaciliteiten die gebruikt worden in het kader van het energiebeheer van de eigen gebouwen.".

Art. 17.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt een artikel 4.1.8/1/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.8/1/2. Een netbeheerder en zijn werkmaatschappij mogen geen oplaadpunten voor elektrische voertuigen bezitten, ontwikkelen, beheren of exploiteren, behalve als ze zelf particuliere oplaadpunten bezitten die uitsluitend voor eigen gebruik bestemd zijn.".

Art. 18.In artikel 4.1.8/2 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid, 1°, wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt: "d) verrekeningen die gepaard gaan met peer-to-peerhandel van de hoeveelheden groene stroom door één actieve afnemer aan één andere actieve afnemer en met energiedelen door actieve afnemers, energiegemeenschappen van burgers of hernieuwbare-energiegemeenschappen."; 2° in het eerste lid, 7°, wordt tussen de zinsnede "de aggregatoren," en de woorden "de afnemers" de zinsnede "de deelnemers aan flexibiliteit, de dienstverleners van flexibiliteit, de aanvragers van flexibiliteit, energiegemeenschappen van burgers of hernieuwbare-energiegemeenschappen," ingevoegd;3° aan het eerste lid worden een punt 10°, 11° en 12° toegevoegd, die luiden als volgt: "10° het verzamelen, berekenen, verwerken en bezorgen aan de betrokken marktpartijen, in overleg met de transmissienetbeheerder waar dat van toepassing is, van de informatie die nodig is om het flexibiliteitsvolume, het geleverde flexibiliteitsvolume per toegangspunt of allocatiepunt en de referentiecurve van het elektriciteitsafnameen injectieprofiel te berekenen conform de regels die voor de betrokken flexibiliteitsdienst of ondersteunende dienst worden bepaald, voor: a) de valorisatie van de flexibiliteit die een energieoverdracht met zich meebrengt;b) een gereguleerd product van een elektriciteitsdistributienetbeheerder;c) de transmissienetbeheerder als hij dat nodig heeft;11° het beheer van het flexibiliteitstoegangsregister; 12° het beheer van het flexibiliteitsactivatieregister."; 4° in het vierde lid wordt tussen het woord "energiediensten" en het woord "en" de zinsnede ", deelnemers aan flexibiliteit, dienstverleners van flexibiliteit, aanvragers van flexibiliteit, aggregatoren" ingevoegd.

Art. 19.In artikel 4.1.8/3, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019, wordt tussen het woord "aggregatoren" en het woord "of" de zinsnede ", dienstverleners van flexibiliteit, evenwichtsverantwoordelijken" ingevoegd.

Art. 20.Aan titel IV, hoofdstuk I, afdeling III, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 14 maart 2014, 26 april 2019 en 30 oktober 2020, wordt een onderafdeling IV toegevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling IV. Andere activiteiten van de netbeheerders".

Art. 21.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in onderafdeling IV, toegevoegd bij artikel 20, een artikel 4.1.8/5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.8/5. Distributienetbeheerders, de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en hun werkmaatschappij kunnen andere netten dan elektriciteits- en aardgasdistributienetten bezitten, ontwikkelen, beheren en exploiteren.

De Vlaamse Regering bepaalt welke netten distributienetbeheerders, de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en hun werkmaatschappij kunnen bezitten, ontwikkelen, beheren en exploiteren.".

Art. 22.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in dezelfde onderafdeling IV een artikel 4.1.8/6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.8/6. Distributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en hun werkmaatschappij kunnen andere activiteiten verrichten dan databeheer en de activiteiten, vermeld in titel IV, hoofdstuk I, afdeling III, onderafdeling I, afdeling IV, afdeling V/1, onderafdeling III, afdeling VII en afdeling VIII, van dit decreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten en vermeld in verordening (EU) 2019/943, als die activiteiten nodig zijn om aan hun voormelde verplichtingen en hun verplichtingen krachtens verordening (EU) 2019/943 te voldoen en als de VREG de noodzaak van een dergelijke afwijking heeft beoordeeld.

De Vlaamse Regering bepaalt op basis van de beoordeling door de VREG, vermeld in het eerste lid, welke activiteiten als vermeld in het eerste lid, de distributienetbeheerders, de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en hun werkmaatschappij kunnen uitvoeren.

De Vlaamse Regering bepaalt welke andere activiteiten dan de activiteiten, vermeld in het eerste lid en in artikel 4.1.5, de werkmaatschappij kan uitvoeren.".

Art. 23.In artikel 4.1.9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014, wordt tussen de zinsnede "aggregatoren," en het woord "afnemers" de zinsnede "deelnemers aan flexibiliteit, dienstverleners van flexibiliteit, aanvragers van flexibiliteit," ingevoegd.

Art. 24.In titel IV, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, wordt een afdeling V/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling V/1. Flexibiliteit en aggregatie".

Art. 25.In titel IV, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, wordt in afdeling V/1, ingevoegd bij artikel 24, een onderafdeling I ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling I. Rechten en plichten van dienstverleners van flexibiliteit en aggregatoren".

Art. 26.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in onderafdeling I, ingevoegd bij artikel 25, een artikel 4.1.17/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/1. § 1. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die flexibiliteits- of aggregatiediensten aanbiedt aan de aanvrager van flexibiliteit, kan dienstverlener van flexibiliteit of aggregator worden en kan op niet-discriminerende wijze toetreden tot de elektriciteitsmarkt of de markt voor lokale congestie, om flexibiliteits- of aggregatiediensten te leveren, zonder toestemming van andere marktdeelnemers.

Het leveren van flexibiliteitsdiensten kan rechtstreeks plaatsvinden of er kan een beroep worden gedaan op een of meer deelnemers aan flexibiliteit.

Elke dienstverlener van flexibiliteit die geen beroep doet op deelnemers van flexibiliteit of andere dienstverleners van flexibiliteit, kan onafhankelijk van zijn elektriciteitsleveringscontract andere elektriciteitsdiensten dan levering, met inbegrip van flexibiliteitsdiensten, verkopen aan een elektriciteitsbedrijf van zijn keuze.

Iedere afnemer heeft het recht, zonder discriminatie ten aanzien van kosten, moeite en tijd, van dienstverlener van flexibiliteit of aggregator te veranderen. § 2. Elke dienstverlener van flexibiliteit en aggregator, vermeld in paragraaf 1, is financieel verantwoordelijk voor de onbalansen die hij in het elektriciteitsnet veroorzaakt. Hij draagt de evenwichtsverantwoordelijkheid van de activering van flexibiliteit of aggregatie, of belast een evenwichtsverantwoordelijke met die verantwoordelijkheid. § 3. Elke dienstverlener van flexibiliteit of aggregator, vermeld in paragraaf 1, sluit op basis van voorafgaandelijke commerciële onderhandelingen een overeenkomst met de deelnemer aan flexibiliteit als hij een beroep doet op een deelnemer van flexibiliteit.

De Vlaamse Regering kan, na advies van de VREG, de minimale elementen van een standaardovereenkomst die van toepassing is bij gebreke van akkoord over de commerciële modaliteiten, vermeld in het eerste lid, bepalen.

Elke dienstverlener van flexibiliteit of aggregator informeert de deelnemer aan flexibiliteit volledig over de contractuele voorwaarden van het flexibiliteits- of aggregatiecontract dat hem wordt aangeboden. § 4. Elke dienstverlener van flexibiliteit en aggregator, vermeld in paragraaf 1, sluit voorafgaand aan zijn toetreding tot de elektriciteitsmarkt of de markt voor lokale congestie om flexibiliteits- of aggregatiediensten te leveren, een overeenkomst met de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, respectievelijk voor de toegangspunten die onder het dekkingsgebied van deze netbeheerder vallen.

De Vlaamse Regering kan de minimale inhoud van de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, bepalen.

De betrokken netbeheerder meldt de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, aan de VREG als de dienstverlener van flexibiliteit of de aggregator een beroep doet op een of meer deelnemers aan flexibiliteit om flexibiliteitsdiensten aan te bieden. De VREG maakt vervolgens de lijst van de dienstverleners van flexibiliteit bekend op zijn website.

De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit maken de lijst van de dienstverleners van flexibiliteit die rechtstreeks flexibiliteit aanbieden aan de aanvrager van flexibiliteit, zonder een beroep te doen op een deelnemer aan flexibiliteit, bekend op hun website. § 5. Voor de bemiddeling en beslechting van geschillen tussen dienstverleners van flexibiliteit en aggregatoren enerzijds en andere marktdeelnemers anderzijds is de procedure, vermeld in artikel 3.1.4/3 van overeenkomstige toepassing.".

Art. 27.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in dezelfde onderafdeling I een artikel 4.1.17/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/2. Op eigen initiatief en na overleg, waaraan de elektriciteitsdistributienetbeheerders, de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, de transmissienetbeheerder, de bevoegde federale overheidsinstantie, CREG en de relevante marktdeelnemers worden uitgenodigd om deel te nemen, kan de VREG in het technisch reglement distributie elektriciteit en het technisch reglement plaatselijk vervoer van elektriciteit niet-discriminerende en transparante regels vastleggen als de VREG de noodzaak ervan heeft geïdentificeerd, voor de financiële compensatie voor flexibiliteit met energieoverdracht via een dienstverlener van flexibiliteit in functie van het beheer van lokale congestie, vermeld in artikel 4.1.17/4, of in functie van het leveren van een ondersteunende dienst aan de elek- triciteitsdistributienetbeheerders of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, vermeld in artikel 4.1.17/6.

De regels, vermeld in het eerste lid, bevatten minstens: 1° een berekeningsmethode voor de financiële compensatie die de onafhankelijke dienstverlener van flexibiliteit betaald heeft aan die marktdeelnemers of aan de evenwichtsverantwoordelijken van die marktdeelnemers, vermeld in het eerste lid.Dit geldt ook voor de omgekeerde transactie; 2° details over hoe de elektriciteitsmarkt of de markt voor lokale congestie wordt opgevolgd en gemonitord. De financiële compensatie, vermeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende vereisten: 1° ze creëert geen obstakel voor de markttoegang van de dienstverleners van flexibiliteit;2° ze is ertoe beperkt de resulterende kosten te dekken voor de leveranciers van deelnemende afnemers en producenten of voor de evenwichtsverant- woordelijken van de leveranciers tijdens de activatie van flexibiliteit. Marktdeelnemers kunnen vrijwillig en in onderling overleg afwijken van de berekeningsmethode, vermeld in het tweede lid, 1°, als ze dat melden aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit. De VREG kan dat proces evalueren.".

Art. 28.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in afdeling V/1, ingevoegd bij artikel 24, een onderafdeling II ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling II. Rechten en plichten van deelnemers aan flexibiliteit en aggregatie".

Art. 29.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 28, een artikel 4.1.17/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/3. § 1. Elke afnemer, producent, tussenpersoon, energiegemeenschap van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschap kan deelnemer aan flexibiliteit of aggregatie worden.

Elke afnemer, producent, tussenpersoon, energiegemeenschap van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschap kan op niet-discriminerende wijze tot de elektriciteitsmarkt of de markt voor lokale congestie toetreden, naast producenten. § 2. De deelnemer aan flexibiliteit of aggregatie kan onafhankelijk van zijn elektriciteitsleveringscontract andere elektriciteitsdiensten dan levering, met inbegrip van flexibiliteitsdiensten en aggregatie, kopen bij een elektriciteitsbedrijf van zijn keuze.

De deelnemer aan flexibiliteit of aggregatie kan onafhankelijk van zijn elektriciteitsleveringscontract deelnemen aan andere elektriciteitsdiensten dan levering, met inbegrip van deelname aan aggregatie en flexibiliteitsdiensten. § 3. Elke afnemer of producent kan zijn dienstverlener van flexibiliteit of aggregator vrij kiezen of veranderen, onafhankelijk van zijn elektriciteitsleverancier.

Elke afnemer of producent kan deelnemen aan flexibiliteit of aan aggregatiediensten zonder toestemming van een ander elektriciteitsbedrijf waarop hij een beroep doet. § 4. Afnemers en tussenpersonen mogen door hun leverancier niet worden onderworpen aan discriminerende technische en administratieve voorschriften, procedures of kosten omdat ze een contract hebben met een dienstverlener van flexibiliteit of aggregator.

Afnemers die een contract hebben met een onafhankelijke dienstverlener van flexibiliteit mogen door hun leverancier niet onderworpen worden aan buitensporige betalingen, sancties of andere buitensporige contractuele beperkingen.".

Art. 30.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in afdeling V/1, ingevoegd bij artikel 24, een onderafdeling III ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling III. De aankoop van flexibiliteitsdiensten en ondersteunende diensten door de netbeheerder".

Art. 31.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 30, een artikel 4.1.17/4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/4. § 1. De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit bepalen de specificaties voor de aankoop van flexibiliteitsdiensten, voor het beheer van lokale congestie binnen hun dekkingsgebied of voor redispatching waarvoor de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit de aanvrager van flexibiliteit is, in de vorm van producten die gevaloriseerd worden, en, als dat van toepassing is, gestandaardiseerde marktproducten voor die diensten, na een transparant en participatief overleg met de transmissienetbeheerder en alle relevante marktdeelnemers. Die specificaties worden, na dit overleg, ter goedkeuring voorgelegd aan de VREG. De specificaties, vermeld in het eerste lid, waarborgen een effectieve en niet-discriminerende deelname van alle marktdeelnemers, inclusief marktdeelnemers die energie uit hernieuwbare bronnen aanbieden, marktdeelnemers die aan vraagrespons of flexibiliteit doen, exploitanten van elektriciteitsopslagfaciliteiten en marktdeelnemers die aan aggregatie doen.

De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit wisselen alle noodzakelijke informatie uit met alle relevante marktdeelnemers en werken met de transmissienetbeheerder samen voor de volgende doeleinden: 1° zorgen voor een optimaal gebruik van hulpbronnen;2° het veilige en efficiënte beheer van het net waarborgen;3° de marktontwikkeling bevorderen. § 2. Als de aankoop van flexibiliteitsdiensten de noodzaak tot uitbreiding of vervanging van elektriciteitsnetcapaciteit op kostenefficiënte wijze verlicht en het efficiente en veilige beheer van het elektriciteitsdistributienet ondersteunt, ontvangen de elektriciteitsdistributienetbeheerders een passende vergoeding voor de aankoop van dergelijke diensten, zodat ze ten minste hun overeenkomstige redelijke kosten kunnen terugverdienen, zoals de noodzakelijke uitgaven voor informatie en communicatietechnologie en infrastructuurkosten.".

Art. 32.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in dezelfde onderafdeling III een artikel 4.1.17/5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/5. § 1. In afwijking van artikel 4.1.17/4 kan de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit onder buitengewone omstandigheden de netgebruikers en de gebruikers die aangesloten zijn op het plaatselijk vervoernet van elektriciteit verplichten om deel te nemen aan flexibiliteit. Deze situatie wordt gereserveerde technische flexibiliteit genoemd.

De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de VREG, op welke categorieën van netgebruikers en gebruikers die aangesloten zijn op het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, het eerste lid van toepassing is.

Onder buitengewone omstandigheden als vermeld in het eerste lid, wordt verstaan dat een redelijke en kosteneffectieve netinvestering niet mogelijk is in combinatie met een van de volgende situaties: 1° de aankoop van flexibiliteit is economisch niet efficiënt;2° de aankoop van flexibiliteit leidt tot ernstige marktverstoringen;3° de aankoop van flexibiliteit leidt tot meer lokale congestie binnen het dekkingsgebied van de netbeheerder. De toepassing van gereserveerde technische flexibiliteit door de distributienetbeheerder en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit moet blijken uit de toepassing van de transparante, niet-discriminerende en eenduidige methodologie en de regels over buitengewone omstandigheden, vermeld in het eerste lid. Die regels worden opgenomen in het technisch reglement distributie elektriciteit en het technisch reglement plaatselijk vervoer van elektriciteit.

De elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit informeert de netgebruikers en de gebruikers die aangesloten zijn op het plaatselijk vervoernet van elektriciteit als gereserveerde technische flexibiliteit wordt toegepast tijdig over de mogelijke impact op hun toegang tot het net.

De VREG vermeldt in het technisch reglement distributie elektriciteit en het technisch reglement plaatselijk vervoer van elektriciteit de procedure om de betrokkenen te informeren. § 2. In geval van onvoorziene uitzonderlijke netuitbatingsomstandigheden en als alle commerciële middelen en gereserveerde technische flexibiliteit uitgeput zijn, kan de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet de modulatie van productie-installaties verplichten via telecontrole. Deze situatie wordt niet-gereserveerde technische flexibiliteit genoemd.

De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de VREG, op welke productie-installaties en elektriciteitsopslagfaciliteiten het eerste lid van toepassing is.

De nadere regels over de onvoorziene uitzonderlijke netuitbatingsomstandigheden, vermeld in het eerste lid, worden opgenomen in het technisch reglement distributie elektriciteit en het technisch reglement plaatselijk vervoer van elektriciteit. § 3. In geval van gereserveerde technische flexibiliteit ontvangen de netgebruiker en de gebruiker die op het plaatselijk vervoernet van elektriciteit aangesloten zijn, ten behoeve van de netbeheerder een kostenreflectieve en transparante compensatie.

De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de VREG, de berekeningswijzen voor de compensatie, vermeld in het eerste lid.

In geval van niet-gereserveerde technische flexibiliteit kunnen de netgebruiker en de gebruiker die aangesloten zijn op het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, ten behoeve van de elektriciteitsdistributienetbeheerders of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit een kostenreflectieve en transparante compensatie ontvangen.

De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de VREG, de situaties waarin een compensatie wordt verleend en de berekeningswijzen voor de compensatie, vermeld in het derde lid. § 4. De elektriciteitsdistributienetbeheerder en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit maken jaarlijks een rapport op over de situaties waarbij gereserveerde en niet-gereserveerde technische flexibiliteit worden toegepast en geactiveerd, en bezorgen dat aan de VREG. Dat rapport bevat minstens: 1° een overzicht van de situaties waarbij gereserveerde en niet-gereserveerde technische flexibiliteit zijn toegepast en geactiveerd;2° de redenen, de volumes, uitgedrukt in MWh, en het type van aansluiting en productie waarbij gereserveerde en niet-gereserveerde technische flexibiliteit zijn toegepast en geactiveerd;3° een overzicht van het totaal aan toegekende compensaties en de toegekende compensaties per situatie waarbij gereserveerde en niet-gereserveerde technische flexibiliteit zijn toegepast en geactiveerd;4° de maatregelen die genomen zijn om de behoefte aan gereserveerde en niet-gereserveerde technische flexibiliteit te verminderen, inclusief investeringen in de digitalisering van de netinfrastructuur. De VREG evalueert op basis van dat rapport of de situaties waarbij gereserveerde en niet-gereserveerde technische flexibiliteit worden toegepast, voldoen aan de voorwaarden waaronder gereserveerde en niet-gereserveerde technische flexibiliteit kunnen worden toegepast.

De VREG kan daarvoor alle bijkomende en nodige gegevens opvragen bij de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit om die evaluatie te kunnen maken. De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit bezorgen die gegevens aan de VREG binnen een redelijke termijn.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen omtrent de procedure en de timing van de rapportering door de elektriciteitsdistributienetbeheerder en de beheerder van het plaatselijk vervoernet en de frequentie van deze rapportering.".

Art. 33.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in dezelfde onderafdeling III een artikel 4.1.17/6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/6. § 1. De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit zijn verantwoordelijk voor de aankoop van producten en diensten, namelijk voor de aankoop van energie voor het dekken van netverliezen en niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten, die nodig zijn voor een efficiënt, betrouwbaar en veilig beheer van het elektriciteitsdistributienet en plaatselijk vervoernet van elektriciteit, en stellen daarvoor de transparante, objectieve en niet-discriminerende regels op, in een transparant en participatief overleg met de transmissienetbeheerder en alle relevante marktdeelnemers. Die regels worden, na het voormelde overleg, ter goedkeuring voorgelegd aan de VREG. De VREG stelt de voorwaarden, met inbegrip van de regels en voor de elektriciteitsdistributienetbeheerders ook de vergoedingen, voor het verstrekken van producten en diensten als vermeld in het eerste lid, aan elektriciteitsdistributie-netbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit vast op een niet-discriminerende en kostenreflectieve wijze. Voor de hoogte van de vergoeding gebeurt dat jaarlijks. Die voorwaarden worden bekendgemaakt op de website van de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit. § 2. Bij het verrichten van de taken, vermeld in paragraaf 1, kopen de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit de niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten aan die nodig zijn voor hun net, volgens transparante, niet-discriminerende en marktgerichte procedures, tenzij de VREG van oordeel is dat de marktgebaseerde verlening van niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten economisch niet efficiënt is en een afwijking heeft toegestaan. De VREG werkt de nadere regels in verband met die afwijking uit in het technisch reglement distributie elektriciteit en het technisch reglement plaatselijk vervoer van elektriciteit.

De verplichting om niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten in te kopen, is niet van toepassing op volledig geïntegreerde netwerkcomponenten. De VREG bepaalt in de technische reglementen waarvoor die vrijstelling niet geldt.

Bij de aankoop van de diensten, vermeld in het eerste lid, wordt de effectieve deelname gewaarborgd van alle marktdeelnemers, waaronder marktdeelnemers die energie uit hernieuwbare bronnen aanbieden, marktdeelnemers die aan vraagrespons en flexibiliteit doen, exploitanten van elektriciteitsopslagfaciliteiten, dienstverleners van flexibiliteit en marktdeelnemers die aan aggregatie doen.

De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit behandelen de dienstverleners van flexibiliteit en marktdeelnemers die aan aggregatie van vraagrespons doen, met inachtneming van hun technische mogelijkheden, niet-discriminerend ten opzichte van producenten bij het verrichten van de taken, vermeld in paragraaf 1.".

Art. 34.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in dezelfde onderafdeling III een artikel 4.1.17/7 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/7. De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit stellen jaarlijks een rapport op over het vermogen, de opslagcapaciteit en het type van de elektriciteitsopslagfaciliteiten die aan het elektriciteitsdistributienet en aan het plaatselijk vervoernet van elektriciteit gekoppeld worden.

Het rapport wordt bekendgemaakt op de website van de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en ter informatie aan de VREG en de minister bezorgd.

De Vlaamse Regering bepaalt de timing voor de publicatie en het indienen van het rapport.".

Art. 35.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in afdeling V/1, ingevoegd bij artikel 24, een onderafdeling IV ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling IV. Flexibiliteits- en aggregatiegegevens".

Art. 36.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in onderafdeling IV, ingevoegd bij artikel 35, een artikel 4.1.17/8 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.17/8. Elke afnemer behoudt de zeggenschap over zijn gegevens die verbonden zijn aan flexibiliteit of aggregatie die wordt toegepast op de elektriciteitsmarkt of de markt voor lokale congestie.

Elke afnemer kan aan de dienstverlener van flexibiliteit of aan de aggregator van zijn keuze op expliciete en geïnformeerde wijze toestemming verlenen om toegang te krijgen tot de gegevens die nodig zijn om zijn activiteit als dienstverlener van flexibiliteit of aggregator als vermeld in artikel 4.1.17/1, § 1, uit te oefenen.

Elke afnemer kan bij de aggregator of dienstverlener van flexibiliteit, vermeld in artikel 4.1.17/1, § 1, met wie hij een contract heeft gesloten, minstens een keer per factureringsperiode kosteloos alle relevante flexibiliteitsgegevens of gegevens over de verkochte elektriciteit vragen. De voormelde aggregator of dienstverlener van flexibiliteit bezorgt die gegevens zonder discriminatie ten aanzien van kosten, moeite of tijd. De voormelde dienstverlener van flexibiliteit of aggregator brengt de afnemer met wie hij een contract heeft, op de hoogte van dat recht.

Marktdeelnemers die aan aggregatie doen of flexibiliteitsdiensten aanbieden, en andere elektriciteitsbedrijven waarborgen de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens die ze onderling uitwisselen en behandelen elke partij op niet-discriminerende wijze bij de uitwisseling van de gegevens.".

Art. 37.In artikel 4.1.18, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 14 maart 2014, wordt een zin ingevoegd, die luidt als volgt: "Op elk toegangspunt kan zowel voor de afname als voor de injectie telkens slechts één toegangshouder worden aangeduid.".

Art. 38.Artikel 4.1.18/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 maart 2014, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 4.1.18/1. De elektriciteitsdistributienetbeheerders werken samen met de transmissienetbeheerder voor de effectieve deelname van marktdeelnemers op de detailhandels-, groothandels- en balanceringsmarkten die aan hun net zijn verbonden. Conform artikel 57 van verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit en artikel 182 van verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen wordt met de transmissienetbeheerder in kwestie overeenstemming bereikt over de levering van balanceringsdiensten die voortvloeien uit bronnen in het elektriciteitsdistributienet en plaatselijk vervoernet van elektriciteit.

De elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit stellen technische specificaties op voor de deelname aan de markten, vermeld in het eerste lid, op basis van de technische kenmerken van die markten en de mogelijkheden van alle marktdeelnemers. Die specificaties worden opgesteld in nauwe samenwerking met alle marktdeelnemers die aangesloten zijn op het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, of met de marktdeelnemers die een beroep doen op deelnemers aan flexibiliteit die aangesloten zijn op het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, en ook met de transmissienetbeheerder. Die specificaties worden ter goedkeuring voorgelegd aan de VREG.".

Art. 39.Artikel 4.1.19 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011 en 10 maart 2017, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 4.1.19. § 1. De ontwikkeling van het distributienet en plaatselijk vervoernet van elektriciteit wordt gebaseerd op een transparant investeringsplan dat jaarlijks door de distributienetbeheerder en tweejaarlijks door de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit bij de VREG wordt ingediend, telkens voor het net dat hij beheert.

Het investeringsplan van de elektriciteitsdistributienetbeheerders bevat al de volgende elementen: 1° een gedetailleerde raming van de capaciteitsbehoeften van het net in kwestie en de toekomstverwachtingen in verband met decentrale productie voor een periode van drie en tien jaar, met aanduiding van de onderliggende hypothesen;2° een investeringsprogramma voor vernieuwing en uitbreiding van het net dat de elektriciteitsdistributienetbeheerders uitvoeren om aan de behoeften te voldoen.Het investeringsprogramma bevat al de volgende elementen: a) de concreet geplande investeringen voor een periode van drie jaar en de geplande investeringen voor de langetermijnontwikkeling van het net voor een periode van tien jaar;b) de belangrijkste infrastructuur die vereist is voor de aansluiting van nieuwe productiecapaciteit en nieuwe belasting, inclusief oplaadpunten voor elektrische voertuigen en snellaadinfrastructuur;c) voorspellingen van de langetermijntrends;3° een transparante kwantitatieve en kwalitatieve beschrijving van de flexibiliteitsdiensten of andere hulpbronnen, inclusief de onderliggende parameters, de assumpties en de locaties waar die diensten vereist zijn, waarvoor de elektriciteitsdistributienetbeheerders zelf aanvrager van flexibiliteit zijn, in de vorm van niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten en het beheer van lokale congestie binnen hun dekkingsgebied die voor een periode van drie jaar enerzijds en voor een periode van tien jaar anderzijds vereist zijn; 4° een transparante beschrijving van de toepassing van de methodologie, vermeld in artikel 4.2.1, § 2, 14°, waarmee een afweging wordt gemaakt tussen de aankoop van flexibiliteitsdiensten, in functie van het beheer van lokale congestie binnen hun eigen dekkingsgebied, en van niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten en een netinvestering; 5° het resultaat van de afweging, vermeld in punt 4° ;6° een overzicht van en toelichting bij de investeringen die in het afgelopen jaar uitgevoerd zijn;7° de volumerapportering van activaties van flexibiliteitsdiensten op het elektriciteitsdistributienet in de afgelopen twee jaar die voorafgaan aan de indiening van het investeringsplan;8° de ontwikkeling van diensten en maatregelen die het gebruik van flexibiliteit op het elektriciteitsdistributienet verhogen. Het investeringsplan van de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit bevat al de volgende elementen: 1° voor een periode van drie en tien jaar een gedetailleerde raming van de huidige en toekomstige capaciteitsbehoeften van het net in kwestie en van decentrale productie met aanduiding van de onderliggende hypothesen.Het investeringsplan wordt gebaseerd op die ramingen en er wordt rekening gehouden met het potentiële gebruik van vraagrespons, flexibiliteit, elektriciteitsopslagfaciliteiten of andere hulpbronnen die kunnen dienen als alternatieven voor de uitbreiding van het net; 2° de belangrijkste infrastructuur die de eerstvolgende tien jaar aangelegd of vernieuwd moet worden en alle investeringen die al beslist zijn;3° een overzicht van de nieuwe investeringen die de eerstkomende drie jaar gedaan moeten worden met een tijdschema voor alle investeringsprojecten;4° efficiënte maatregelen om de doelmatigheid van het systeem te garanderen. Het investeringsplan van de aardgasdistributienetbeheerders bevat de volgende elementen: 1° een gedetailleerde raming van de capaciteitsbehoeften van het net in kwestie en de toekomstverwachtingen in verband met decentrale productie voor een periode van drie en tien jaar, met aanduiding van de onderliggende hypothesen;2° de concreet geplande investeringen voor een periode van drie jaar en de geplande investeringen voor de langetermijnontwikkeling van het net voor een periode van tien jaar, waarin rekening wordt gehouden met de langetermijnevoluties;3° een gedetailleerd plan van het aardgasdistributienet van de aardgasdistributienetbeheerder, met aanduiding van de bestaande aardgasleidingen per straat en eventueel met vermelding van de huisnummers;4° een gedetailleerde lijst van het aardgasdistributienet van de aardgasdistributienetbeheerder, met aanduiding van de aardgasleidingen waarvan de aanleg in de drie daaropvolgende jaren gepland is, per straat en eventueel met vermelding van de huisnummers;5° een overzicht van en toelichting bij de investeringen die in het afgelopen jaar uitgevoerd zijn;6° het aantal aangesloten en het aantal aansluitbare wooneenheden en gebouwen op 1 januari van het jaar in kwestie. Het technisch reglement kan nader bepalen welke bijkomende informatie kan worden opgevraagd en op welke wijze de informatie ter beschikking wordt gesteld. § 2. De distributienetbeheerder en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit consulteren alle relevante netgebruikers en de transmissienetbeheerder over het investeringsplan, vermeld in paragraaf 1.

De distributienetbeheerder en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit bezorgen de resultaten van de publieke consultatie, vermeld in het eerste lid, samen met het investeringsplan, vermeld in paragraaf 1, aan de VREG. § 3. Het investeringsplan, vermeld in paragraaf 1, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de VREG. De VREG maakt zijn beslissing binnen negentig dagen na de dag waarop hij het investeringsplan heeft ontvangen bekend of vraagt binnen dezelfde termijn bijkomende inlichtingen aan de netbeheerder. Als de VREG aan de netbeheerder bijkomende inlichtingen vraagt, wordt de termijn om een beslissing te nemen met negentig dagen verlengd, vanaf de dag nadat de bijkomende inlichtingen werden gevraagd.

De VREG kan, na overleg, de netbeheerder verplichten om het investeringsplan binnen een redelijke termijn aan te passen.

Het goedgekeurde investeringsplan wordt op de website van de netbeheerder bekendgemaakt. § 4. Het opstellen en indienen van een investeringsplan is niet vereist voor de distributienetbeheerder die minder dan 100.000 aangesloten afnemers bedient, of die kleinschalige netten voor de distributie van elektriciteit of aardgas bedient.".

Art. 40.In artikel 4.1.22/5, eerste lid, 3°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019, wordt tussen de zinsnede "bevrachters," en het woord "evenwichtsverantwoordelijken" de zinsnede "dienstverleners van flexibiliteit, aggregatoren," ingevoegd.

Art. 41.In artikel 4.1.22/8, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019, wordt tussen het woord "energiediensten" en het woord "verwerken" de zinsnede ", dienstverleners van flexibiliteit en aggregatoren" ingevoegd.

Art. 42.In artikel 4.1.32, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 november 2015 en gewijzigd bij de decreten van 16 november 2018 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 19° wordt de zin "De tarieven geven wel prikkels voor de deelname van vraagzijdemiddelen aan het aanbod op georganiseerde elektriciteitsmarkten en voor de levering van ondersteunende diensten;" opgeheven; 2° in punt 20°, inleidende zin, wordt de zinsnede ", vraagzijdebeheer" opgeheven;3° aan punt 20°, b), worden de woorden "of dienstverleners van flexibiliteit" toegevoegd.

Art. 43.In artikel 4.2.1, § 2, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° wordt tussen de zinsnede "leveranciers," en de woorden "aanbieders van energiediensten" de zinsnede "actieve afnemers, energiegemeenschappen van burgers, hernieuwbare-energiegemeenschappen," ingevoegd;2° in punt 2° wordt tussen de zinsnede "aggregatoren," en het woord "afnemers" de zinsnede "dienstverleners van flexibiliteit," ingevoegd;3° in punt 3° wordt tussen de zinsnede "leveranciers," en de woorden "de aanbieders van energiediensten" de zinsnede "de actieve afnemers, energiegemeenschappen van burgers, de hernieuwbare-energiegemeenschappen," ingevoegd;4° aan punt 3° worden de woorden "en de dienstverleners van flexibiliteit" toegevoegd; 5° in punt 4° wordt tussen de woorden "rechtzetting van meterstanden" en de zinsnede "en de allocatie en reconciliatie," de zinsnede ", energiedelen conform artikel 7.2.1, de peer-to-peerhandel van groene stroom door één actieve afnemer aan een andere afnemer conform artikel 7.2.2" ingevoegd; 6° in punt 6° wordt tussen de zinsnede "leveranciers," en de woorden "aanbieders van energiediensten" de zinsnede "actieve afnemers, energiegemeenschappen van burgers, hernieuwbare-energiegemeenschappen," ingevoegd;7° in punt 6° wordt tussen het woord "aggregatoren" en de woorden "en afnemers" de zinsnede ", dienstverleners van flexibiliteit" ingevoegd;8° in punt 10° wordt tussen het woord "regels" en het woord "die" de zinsnede ", inclusief de berekeningsregels," ingevoegd;9° er worden een punt 14° tot en met 18° toegevoegd, die luiden als volgt: "14° de methodologie die gebruikt wordt door de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit bij de aankoop van elektriciteit voor het dekken van netverliezen, de aankoop van niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten en de aankoop van alle vormen van flexibiliteit, waarvoor de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit de aanvrager van flexibiliteit is, in het bijzonder het beheer van lokale congestie en redispatching binnen hun eigen dekkingsgebied, en de informatieverplichtingen daarover;15° de regels die zijn opgelegd in het kader van flexibiliteit aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en de dienstverleners van flexibiliteit;16° de lijst van gegevens, waaronder ook persoonsgegevens, die in het flexibiliteitstoegangsregister worden opgenomen;17° de lijst van gegevens, waaronder ook persoonsgegevens, die in het flexibiliteitsactivatieregister worden opgenomen; 18° de gegevens die worden gemeten, berekend, bezorgd en beheerd, en ook de methodieken om energiehoeveelheden voor de allocatie, reconciliatie en facturatie te berekenen, en de aanpassingen aan die berekeningen, die gepaard gaan met de activiteiten van actieve afnemers, energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschappen.".

Art. 44.In titel IV van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk IV. Rechten van afnemers van elektriciteit en aardgas".

Art. 45.In titel IV, hoofdstuk IV, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, wordt voor artikel 4.4.1 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt: "Afdeling I. Vrije leverancierskeuze".

Art. 46.In artikel 4.4.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede ", na toestemming van de leverancier, en ongeacht de lidstaat waar de leverancier is geregistreerd, op voorwaarde dat de leverancier de geldende handels- en balanceringsregels, vermeld in de technische reglementen, toepast" toegevoegd;2° in het eerste lid, 2°, wordt tussen het woord "om" en het woord "kosteloos" de zinsnede ", individueel of collectief, zonder discriminatie ten aanzien van moeite en tijd," ingevoegd;3° aan het eerste lid worden een punt 3° en 4° toegevoegd, die luiden als volgt: "3° het recht om op hetzelfde moment over meer dan een elektriciteitsleveringscontract te beschikken, op voorwaarde dat de meting en de allocatie en reconciliatie van de energiehoeveelheden conform de technische reglementen worden uitgevoerd; 4° het recht om, als hij over een digitale meter beschikt, elke leverancier die meer dan 200.000 afnamepunten in het Vlaamse Gewest belevert, te verzoeken om een dynamisch prijscontract af te sluiten."; 4° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als een afnemer wil veranderen van leverancier, aggregator of dienstverlener van flexibiliteit, wordt dat, als hij zich houdt aan de contractuele voorwaarden, geregeld binnen ten hoogste drie weken vanaf de datum van het verzoek van de afnemer aan de leverancier door de betrokken netbeheerder.Vanaf 1 januari 2026 neemt het technische proces van verandering van leverancier niet langer dan 24 uur in beslag en is die verandering op elke werkdag mogelijk. Onder werkdag wordt elke dag van de week verstaan, behalve zaterdag, zondag en wettelijke en decretale feestdagen.".

Art. 47.Aan titel IV, hoofdstuk IV, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, wordt een afdeling II toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling II. Actieve afnemers".

Art. 48.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in afdeling II, toegevoegd bij artikel 47, een artikel 4.4.2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.4.2. § 1. Iedere afnemer die aangesloten is op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit, een warmte- of koudenet kan een of meer van de volgende activiteiten ondernemen en daardoor een actieve afnemer worden, op voorwaarde dat die activiteiten niet zijn belangrijkste commerciële of professionele activiteit vormen: 1° energie produceren, hetzij op zijn eigen verblijfplaats of vestigingseenheid, hetzij via een directe lijn die de grenzen van de eigen site overschrijdt, waarbij de productie-installaties rechtstreeks of onrechtstreeks via de aansluiting van de actieve afnemer zijn aangesloten op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit of een warmte- of koudenet;2° het zelfverbruik van de geproduceerde energie, vermeld in punt 1° ;3° energie opslaan;4° deelnemen aan energiediensten;5° optreden als dienstverlener van flexibiliteit of als deelnemer aan flexibiliteit of aggregatie; 6° peer-to-peerhandel voeren met de energie, vermeld in punt 1°, conform artikel 7.2.2, ook met een stroomafnameovereenkomst; 7° de energie, vermeld in punt 1°, verkopen, ook met een stroomafnameovereenkomst; 8° het energiedelen van de energie, vermeld in punt 1°, overeenkomstig artikel 7.2.1, tweede lid, 1°.

Als dat noodzakelijk is om de activiteiten, vermeld in het eerste lid, 5° tot en met 8°, uit te oefenen, beschikt de actieve afnemer over een meter die de afgenomen energie en de energie die in een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of een gesloten distributienet van elektriciteit wordt geïnjecteerd, afzonderlijk meet, en waarvan de meetwaarden minstens elke onbalansverrekeningsperiode geregistreerd worden en verwerkt worden bij de allocatie conform de technische reglementen. Elke actieve afnemer is financieel verantwoordelijk voor de onbalansen die hij in het elektriciteitsnet veroorzaakt. Hij draagt de evenwichtsverantwoordelijkheid van zijn activiteiten, of belast een evenwichtsverantwoordelijke met die verantwoordelijkheid. § 2. Een actieve afnemer met een energieopslagfaciliteit heeft de volgende rechten: 1° de aansluiting van de energieopslagfaciliteit op het net binnen een redelijke termijn, vermeld in de technische reglementen;2° het recht om gelijktijdig verschillende energieopslagdiensten te verlenen als dat technisch mogelijk is. § 3. Het beheer van de installaties die op het elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit of een warmte- of koudenet zijn aangesloten, en die nodig zijn om de activiteiten, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, uit te oefenen, kan door de actieve afnemer aan een derde gedelegeerd worden, ook wat betreft de installatie, de exploitatie, de verwerking van gegevens en het onderhoud waarbij de derde niet als actieve afnemer wordt beschouwd. § 4. De Vlaamse Regering neemt maatregelen ter bevordering en vergemakkelijking van de ontwikkeling van het zelfverbruik van hernieuwbare energie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°. ".

Art. 49.Aan artikel 4.6.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij de decreten van 16 maart 2012 en 16 november 2018, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. De VREG kan de beheerders van een gesloten distributienet van elektriciteit ontheffen van de plicht om de volgende taken en verplichtingen te vervullen. Dergelijke ontheffing wordt toegekend indien het gesloten distributienet van elektriciteit voldoet aan de voorwaarden van artikel 1.1.3, 56° /2: 1° de vereiste om de energie die ze gebruiken om energieverliezen te dekken en om in de niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten in hun systeem te voorzien, te kopen volgens transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde procedures, vermeld in artikel 4.6.3, eerste lid, 14° ; 2° de vereiste dat de VREG de tarieven of de methodes om ze te berekenen, vermeld in artikel 4.6.10, tweede lid, goedkeurt vóór ze in werking treden; 3° de vereiste om flexibiliteitsdiensten te kopen, vermeld in artikel 4.6.3, eerste lid, 15° ; 4° de vereiste om het gesloten distributienet te ontwikkelen op basis van een investeringsplan, vermeld in artikel 4.6.3, eerste lid, 16° ; 5° de vereiste om geen oplaadpunten voor elektrische voertuigen te bezitten, te ontwikkelen, te beheren of te exploiteren, vermeld in artikel 4.6.4, derde lid; 6° de vereiste om geen elektriciteitsopslagfaciliteiten te bezitten, te ontwikkelen, te beheren of te exploiteren, vermeld in artikel 4.6.4, tweede lid.".

Art. 50.In artikel 4.6.3, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 9° wordt de zinsnede ", het flexibiliteitstoegangsregister en het flexibiliteitsactivatieregister" toegevoegd;2° in punt 12° worden tussen het woord "aggregatoren" en de zinsnede ", de afnemers" de woorden "en dienstverleners van flexibiliteit" ingevoegd;3° er worden een punt 14° tot en met 16° toegevoegd, die luiden als volgt: "14° het fungeren als neutrale marktfacilitator door de energie in te kopen die ze gebruiken om energieverliezen te dekken en het voorzien in de niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten in hun net volgens transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde procedures;15° de aankoop van flexibiliteitsdiensten, in het bijzonder in geval van lokale congestie binnen hun dekkingsgebied, met het oog op het efficiëntere beheer en de efficiënte ontwikkeling van het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit; 16° de ontwikkeling van het gesloten distributienet op basis van een transparant investeringsplan dat voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 4.1.19.".

Art. 51.Aan artikel 4.6.4 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011, worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Gesloten distributienetbeheerders mogen geen elektriciteitsopslagfaciliteiten bezitten, ontwikkelen, beheren of exploiteren.

Gesloten distributienetbeheerders mogen geen oplaadpunten voor elektrische voertuigen bezitten, ontwikkelen, beheren of exploiteren, behalve als ze zelf particuliere oplaadpunten bezitten die uitsluitend voor eigen verbruik bestemd zijn.".

Art. 52.In artikel 4.6.5 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014, worden tussen het woord "aggregatoren" en de zinsnede ", tussenpersonen", de woorden "en dienstverleners van flexibiliteit" ingevoegd.

Art. 53.Aan artikel 4.6.9, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011 en vervangen bij het decreet van 14 maart 2014, wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "Op elk toegangspunt kan zowel voor de afname als voor de injectie telkens slechts één toegangshouder worden aangeduid.".

Art. 54.Aan artikel 4.6.10 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 november 2015, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De VREG moet de tarieven of de methodes om de tarieven voor de toegang tot het gesloten distributienet te berekenen, goedkeuren vóór ze in werking kunnen treden, behoudens indien een ontheffing werd toegekend overeenkomstig artikel 4.6.1, § 4, 2°, in welk geval de geldende tarieven of de methoden om de tarieven voor de toegang tot het gesloten distributienet te berekenen, overeenkomstig de richtsnoeren, vermeld in het eerste lid, worden herzien en goedgekeurd op verzoek van een achterliggende afnemer van het gesloten distributienet.".

Art. 55.Aan titel IV van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 oktober 2020, wordt een hoofdstuk VIII toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk VIII. Energiegemeenschap van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschap".

Art. 56.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in hoofdstuk VIII, toegevoegd bij artikel 55, een artikel 4.8.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.8.1. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder zeggenschap: rechten, overeenkomsten of andere middelen die, afzonderlijk of samen, met inachtneming van alle feitelijke of juridische omstandigheden, het mogelijk maken een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming, namelijk: 1° eigendoms- of gebruiksrechten op alle activa van een onderneming of delen daarvan;2° rechten of overeenkomsten die een beslissende invloed verschaffen op de samenstelling, het stemgedrag of de besluiten van de organen van een onderneming. Een energiegemeenschap van burgers is een rechtspersoon die gebaseerd is op de open en vrijwillige deelname van zijn vennoten of leden, en die als hoofddoel heeft voordelen op ecologisch, economisch of sociaal gebied te verschaffen voor zijn vennoten, leden of de omgeving waar hij actief is, die geen winstoogmerk heeft of een winstoogmerk dat ondergeschikt is aan het hoofddoel en die de activiteiten kan ontplooien als bedoeld in artikel 4.8.4, § 1.

De vennoten of leden, vermeld in het tweede lid, zijn in hun hoedanigheid van afnemer of afnemer van thermische energie elk aangesloten op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit of een warmte- of koudenet.

Natuurlijke personen, lokale overheden of kleine ondernemingen die niet betrokken zijn bij grootschalige commerciële activiteiten en voor wie de energiesector niet de belangrijkste economische activiteit vormt, hebben zeggenschap over de activiteiten van de energiegemeenschap van burgers waarvan zij vennoot of lid zijn. § 2. De leden of vennoten van dezelfde energiegemeenschap van burgers sluiten elk een overeenkomst met de energiegemeenschap van burgers over hun rechten en verplichtingen. Als er binnen de energiegemeenschap van burgers aan energiedelen wordt gedaan, bevat de overeenkomst de rechten en verplichtingen van de leden of vennoten voor de verdeelsleutel in het kader van energiedelen die van toepassing is. De Vlaamse Regering kan de minimale inhoud van die overeenkomst bepalen.

Elke energiegemeenschap van burgers bepaalt in haar statuten de regels rond zeggenschap van haar leden of vennoten, vermeld in paragraaf 1.".

Art. 57.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in hetzelfde hoofdstuk VIII een artikel 4.8.2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.8.2. § 1. Een hernieuwbare-energiegemeenschap is een rechtspersoon die gebaseerd is op de open en vrijwillige deelname van zijn vennoten of leden, met als hoofddoel voordelen op ecologisch, economisch of sociaal gebied te verschaffen voor zijn vennoten, leden of de omgeving waar hij actief is, en die geen winstoogmerk heeft of een winstoogmerk dat ondergeschikt is aan het hoofddoel.

De activiteiten van de hernieuwbare-energiegemeenschap inzake productie van energie, zelfverbruik, de verkoop van energie en energiedelen hebben enkel betrekking op energie uit hernieuwbare energiebronnen.

De vennoten of leden van de hernieuwbare-energiegemeenschap zijn natuurlijke personen, lokale overheden of kleine en middelgrote ondernemingen waarvan de deelname aan de energiegemeenschap niet de belangrijkste commerciële of professionele activiteit vormt en die zich bevinden in nabijheid van de hernieuwbare-energieprojecten van de hernieuwbare-energiegemeenschap. De vennoten of leden zijn in hun hoedanigheid van afnemer elk aangesloten op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit, een warmte- of koudenet. De vennoten of leden hebben controle over de activiteiten van de hernieuwbare-energiegemeenschap. De hernieuwbare-energiegemeenschap is autonoom ten aanzien van de individuele leden en vennoten of andere marktdeelnemers die er via andere middelen, zoals investeringen, in participeren.

Een hernieuwbare-energiegemeenschap begrenst de deelname op basis van technische of geografische nabijheid, rekening houdend met de functie van de doelstellingen of de activiteiten die de hernieuwbare-energiegemeenschap wil verwezenlijken.

De Vlaamse Regering kan criteria bepalen om het begrip technische of geografische nabijheid, vermeld in het vierde lid, in te vullen.

Een hernieuwbare-energiegemeenschap beschikt over de eigendomsrechten van de installaties die ze gebruikt om haar activiteiten te kunnen uitoefenen. § 2. De leden of vennoten van dezelfde hernieuwbare-energiegemeenschap sluiten elk een overeenkomst met de hernieuwbare-energiegemeenschap over hun rechten en verplichtingen. Als er binnen de hernieuwbare-energiegemeenschap aan energiedelen wordt gedaan, bevat de overeenkomst de rechten en verplichtingen van de leden of vennoten voor de verdeelsleutel in het kader van energiedelen die van toepassing is. De Vlaamse Regering kan de minimale inhoud van die overeenkomst bepalen.

Elke hernieuwbare-energiegemeenschap bepaalt in haar statuten de regels over de controle van haar leden of vennoten en de autonomie van de hernieuwbare-energiegemeenschap, vermeld in paragraaf 1, derde lid.".

Art. 58.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in hetzelfde hoofdstuk VIII een artikel 4.8.3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.8.3. Iedere energiegemeenschap van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschap brengt de VREG op de hoogte van de volgende elementen: 1° de activiteiten die ze uitoefent en elke wijziging in die activiteiten; 2° de wijze waarop ze is samengesteld en in voorkomend geval de wijze waarop ze invulling geeft aan het begrip technische of geografische nabijheid, vermeld in artikel 4.8.2, § 1, derde lid.

De VREG maakt deze informatie bekend op zijn website.

De Vlaamse Regering bepaalt de te volgen procedure van de meldingsplicht.".

Art. 59.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt in hetzelfde hoofdstuk VIII een artikel 4.8.4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.8.4. § 1. Iedere energiegemeenschap van burgers kan een of meer van de volgende activiteiten ondernemen: 1° energie produceren uit een installatie, rechtstreeks aangesloten of onrechtstreeks aangesloten via de aansluiting van vennoten of leden van de energiegemeenschap van burgers op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet van elektriciteit of een warmte- of koudenet, waarbij de energiegemeenschap van burgers de eigenaar is of de gebruiksrechten heeft van de productie-installatie;2° het zelfverbruik van de energie, vermeld in punt 1° ;3° energie opslaan;4° energiediensten aanbieden of eraan deelnemen;5° optreden als dienstverlener van flexibiliteit of deelnemer aan flexibiliteit of aggregatie;6° de energie, vermeld in punt 1°, verkopen, ook met een stroomafnameovereenkomst;7° oplaaddiensten voor elektrische voertuigen aanbieden; 8° energiedelen, tussen de vennoten of leden, van de energie, vermeld in punt 1°, overeenkomstig artikel 7.2.1, tweede lid.

Iedere hernieuwbare-energiegemeenschap kan de activiteiten, vermeld in het eerste lid, uitoefenen als de energie, vermeld in het eerste lid, 1°, betrekking heeft op groene stroom uit een installatie rechtstreeks of onrechtstreeks aangesloten via de aansluiting van vennoten of leden van de hernieuwbare-energiegemeenschap op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, een gesloten distributienet, of betrekking heeft op hernieuwbare thermische energie uit een installatie aangesloten via een warmte- of koudenet. De hernieuwbare-energiegemeenschap is steeds de eigenaar van de productie-installaties.

Het beheer van de installaties die op het elektriciteitsdistributienet, plaatselijk vervoernet van elektriciteit, gesloten distributienet van elektriciteit, warmte- of koudenet zijn aangesloten, en die nodig zijn om de activiteiten, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, uit te oefenen, kan door de energiegemeenschap van burgers of hernieuwbare-energiegemeenschap aan een derde gedelegeerd worden, ook wat betreft de installatie, de exploitatie, de verwerking van gegevens en het onderhoud waarbij de derde niet als energiegemeenschap van burgers of hernieuwbare-energiegemeenschap wordt beschouwd.

Elke energiegemeenschap van burgers en elke hernieuwbare-energiegemeenschap zijn financieel verantwoordelijk voor de onbalansen die ze in het elektriciteitsnet veroorzaken voor zover zij als toegangshouder werden aangeduid op de toegangspunten van hun vennoten of leden. Ze dragen de evenwichtsverantwoordelijkheid van hun activiteiten of belasten een evenwichtsverantwoordelijke met die verantwoordelijkheid. § 2. Als dat noodzakelijk is om de activiteiten, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° tot en met 3° en 5° tot en met 8°, uit te oefenen, beschikt de vennoot of het lid van de energiegemeenschap van burgers en van de hernieuwbare-energiegemeenschap over een meter die de afgenomen energie en de energie die in het distributienet wordt geïnjecteerd, afzonderlijk meet, en waarvan de meetwaarden minstens elke onbalansverrekeningsperiode geregistreerd en verwerkt worden bij de allocatie conform de technische reglementen. § 3. Elke vennoot of elk lid van een energiegemeenschap van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschap behoudt zijn rechten als afnemer, huishoudelijke afnemer of actieve afnemer en kan de energiegemeenschap van burgers of de hernieuwbare-energiegemeenschap verlaten. De voorwaarden, vermeld in artikel 4.4.1, tweede lid, zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing. § 4. De Vlaamse Regering neemt maatregelen om de ontwikkeling van hernieuwbare-energiegemeenschappen en energiegemeenschappen van burgers te bevorderen en te vergemakkelijken. In dat kader vraagt de Vlaamse Regering aan de VREG via een kosten-batenanalyse te onderzoeken in welke mate activiteiten van energiegemeenschappen en actieve afnemers in een gebouw als vermeld in artikel 7.2.1, § 1, tweede lid, 1°, kunnen bijdragen aan de ontlasting van het distributienet, inclusief de vermeden investeringen en kosten in het net, en de relevante vergoedingen en kortingen op nettarieven te onderzoeken die daarvoor desgevallend kunnen worden voorzien ten aanzien van de hernieuwbare-energiegemeenschappen, de energiegemeenschappen van burgers of de actieve afnemers in een gebouw als vermeld in artikel 7.2.1, § 1, tweede lid, 1°.

De Vlaamse Regering kan met het doel innovatieve projecten te stimuleren binnen het kader van regelluwe zones voor energie, vermeld in titel XIV/1, aan energiegemeenschappen van burgers of aan hernieuwbare-energiegemeenschap-pen toestaan om distributienetten binnen hun dekkingsgebied te beheren, evenwel zonder dat dit in strijd is met de geldende regelgeving.".

Art. 60.In titel VII van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 december 2020, wordt het opschrift van hoofdstuk II opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Hoofdstuk II. Energiedelen, peer-to-peerhandel in hernieuwbare energie en de peer-to-peerhandel van groene stroom door één actieve afnemer aan één andere actieve afnemer".

Art. 61.Artikel 7.2.1 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 26 april 2019, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Art. 7.2.1. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder gebouw: een gebouw met minstens twee wooneenheden of andere eenheden met een of meerdere gemeenschappelijke aansluitingspunten op hetzelfde adres en die aangesloten zijn op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of een gesloten distributienet van elektriciteit.

De volgende personen kunnen aan energiedelen doen: 1° de actieve afnemer in een gebouw, met betrekking tot de gezamenlijk geproduceerde energie uit hernieuwbare energiebronnen in of op het gebouw of zijn aanhorigheden, maximaal ten belope van de afname op zijn toegangspunt in het gebouw waarin hij is gevestigd, waarbij de productie-installaties van elektriciteit zijn aangesloten op een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of een gesloten distributienet van elektriciteit;2° een vennoot of lid van een energiegemeenschap van burgers, met betrekking tot de energie die binnen de energiegemeenschap van burgers geproduceerd is, maximaal ten belope van de afname op zijn toegangspunt;3° een vennoot of lid van een hernieuwbare-energiegemeenschap, met betrekking tot de energie uit hernieuwbare energiebronnen die de hernieuwbare-energiegemeenschap geproduceerd heeft, maximaal ten belope van de afname op zijn toegangspunt. De titularis van het toegangspunt wijst bij energiedelen altijd een toegangshouder aan op het toegangspunt. Die toegangshouder kan in geen geval de netbeheerder zijn.

De Vlaamse Regering kan, na advies van de VREG, iedere persoon, vermeld in het eerste lid, in het kader van energiedelen verplichtingen opleggen over de volgende aspecten: 1° de informatieverlening;2° de behandeling van klachten;3° maatregelen van sociale aard;4° maatregelen ter bevordering van rationeel energiegebruik en hernieuwbare energiebronnen. Energiedelen doet geen afbreuk aan de hoedanigheid van afnemer, huishoudelijke afnemer, beschermde afnemer of actieve afnemer en de daarmee verbonden rechten, heffingen, belastingen, toeslagen en bijdragen, waaronder bijdragen voor openbaredienstverplichtingen en bijdragen in het kader van de certificatenverplichtingen als vermeld in artikel 7.1.10 en 7.1.11, alsook wordt geen afbreuk gedaan aan het behalen van en het berekenen van de hoogte van de certificatenverplichtingen, vermeld in artikel 7.1.10 en 7.1.11.

Energiedelen is niet onderworpen aan hetgeen is bepaald door of krachtens artikel 15.3.5/13.

De gemeten energie op het toegangspunt wordt bij de berekening van de onbalans, heffingen, belastingen, toeslagen en bijdragen, waaronder bijdragen voor openbaredienstverplichtingen en certificatenverplichtingen, niet gewijzigd door de toegekende of uitgewisselde energie in het kader van de uitoefening van de activiteit, vermeld in het tweede lid. § 2. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor energiedelen. De regels hebben betrekking op de minimale bepalingen van de overeenkomsten die worden gesloten tussen de betrokken partijen, met inbegrip van bepalingen betreffende het uitstappen uit energiedelen, het vastleggen van de benodigde gegevens, waaronder de meting en meetgegevens, en de voorwaarden waaraan de methodieken voor de berekening van energiehoeveelheden voor de allocatie, reconciliatie, facturatie en de aanpassingen aan die berekeningen moeten voldoen.

De Vlaamse Regering bepaalt de fasering en timing om energiedelen te operationaliseren.".

Art. 62.Artikel 7.2.2 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 26 april 2019, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Art. 7.2.2. § 1. De actieve afnemer kan, als dat voor hem niet de belangrijkste commerciële of professionele activiteit vormt, individueel of via aggregatie, de hernieuwbare energie die hij zelf geproduceerd heeft en in het elektriciteitsdistributienet, plaatselijk vervoernet van elektriciteit, gesloten distributienet van elektriciteit of warmte- of koudenet geïnjecteerd heeft, verkopen via regelingen voor peer-to-peerhandel in hernieuwbare energie.

Het recht om peer-to-peerhandel te drijven, heeft geen invloed op de rechten en plichten van de betrokken partijen als eindafnemers, producenten, leveranciers of aggregatoren. § 2. De actieve afnemer kan, als dat voor hem niet de belangrijkste commerciële of professionele activiteit vormt, de groene stroom die hij zelf geproduceerd, en in voorkomend geval opgeslagen heeft, en in het distributienet geïnjecteerd heeft op zijn verblijfplaats of vestigingseenheid, per onbalansverrekeningsperiode verkopen aan één andere actieve afnemer maximaal ten belope van de afname van die andere actieve afnemer op zijn toegangspunt. In dat geval is hij in het kader van de levering van die groene stroom niet onderworpen aan de verplichtingen die hem door of krachtens artikel 4.3.1, eerste lid, artikel 4.3.2 en artikel 7.5.1, eerste lid, worden opgelegd.

De titularis van het toegangspunt wijst bij de uitoefening van de activiteit, vermeld in het eerste lid, altijd een toegangshouder aan op het toegangspunt. Die toegangshouder kan in geen geval de netbeheerder zijn.

De uitoefening van de activiteit, vermeld in het eerste lid, doet geen afbreuk aan de hoedanigheid van afnemer, huishoudelijke afnemer, beschermde afnemer of actieve afnemer en de daaraan verbonden rechten, heffingen, belastingen, toeslagen en bijdragen, waaronder bijdragen voor openbaredienstverplichtingen en bijdragen in het kader van de certificatenverplichting als vermeld in artikel 7.1.10 en 7.1.11, alsook wordt geen afbreuk gedaan aan het behalen van en het berekenen van de hoogte van de certificatenverplichtingen, vermeld in artikel 7.1.10 en 7.1.11.

De gemeten energie op het toegangspunt wordt bij de berekening van de onbalans, heffingen, belastingen, toeslagen en bijdragen, waaronder bijdragen voor openbaredienstverplichtingen en certificatenverplichtingen, niet gewijzigd door de geleverde energie in het kader van de uitoefening van die activiteit. § 3. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de activiteit, vermeld in paragraaf 2. De regels hebben betrekking op de minimale bepalingen van de overeenkomsten die worden gesloten tussen de betrokken partijen, met inbegrip van het vastleggen van de benodigde gegevens, waaronder de meting en meetgegevens, en de voorwaarden waaraan de methodieken voor de berekening van energiehoeveelheden voor de allocatie, reconciliatie, facturatie en de aanpassingen aan die berekeningen moeten voldoen.

De Vlaamse Regering bepaalt de fasering en timing om de activiteit, vermeld in paragraaf 2, te operationaliseren.".

Art. 63.De Vlaamse Regering bepaalt voor artikel 21, 22, 61 en 62 de datum van inwerkingtreding.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 2 april 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2020-2021 Documenten: - Ontwerp van decreet : 663 - Nr.1 - Amendementen : 663 - Nrs. 2 t/m 4 - Verslag : 663 - Nr. 5 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 663 - Nr. 6 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 31 maart 2021.

^