Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 februari 2001
gepubliceerd op 01 maart 2001

Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035210
pub.
01/03/2001
prom.
02/02/2001
ELI
eli/decreet/2001/02/02/2001035210/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP


2 FEBRUARI 2001. - Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995 (1)


Ontwerp van decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995.

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2 Aan artikel 41 van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, wordt een 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° particuliere televisieomroepen die uitsluitend telewinkelprogramma's uitzenden, hierna in dit hoofdstuk "telewinkelomroepen" te noemen. » Art. 3 In titel III, Hoofdstuk II van dezelfde decreten, gecoördineerd op 25 januari 1995, wordt een afdeling 6bis ingevoegd dat luidt als volgt : "Afdeling 6bis. - De telewinkelomroepen Onderafdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden Artikel 70bis Om erkend te worden als telewinkelomroep moet het maatschappelijke doel gericht zijn op het uitzenden van telewinkelen.

Artikel 70ter De telewinkelomroepen moeten jaarlijks aan het Vlaams Commissariaat voor de Media de balans en de jaarrekening, goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de aandeelhouders, en een werkingsverslag bezorgen.

Onderafdeling 2. - Duur van de erkenning Artikel 70quater De duur van de erkenning van de telewinkelomroepen bedraagt negen jaar of, op verzoek van de aanvrager, minder.

De erkenning kan verlengd worden met dezelfde termijn als die van de oorspronkelijke erkenning tenzij de aanvrager om een andere dan de oorspronkelijke termijn heeft verzocht.

De aanvraag geschiedt via een aangetekende brief aan het Vlaams Commissariaat voor de Media, ten laatste zes maanden voor het verstrijken van de lopende erkenningstermijn.

Artikel 70quinquies Het Vlaams Commissariaat voor de Media moet, indien het de erkenning niet wil verlengen, ten laatste een jaar voor het verstrijken van de erkenningstermijn de telewinkelomroepen daarvan in kennis stellen via een aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van de Raad van Bestuur of van de Raad van Beheer, op het adres van de maatschappelijke zetel. » Art. 4 Titel III, Hoofdstuk II, Afdeling 7 van dezelfde decreten, gecoördineerd op 25 januari 1995, wordt als volgt gewijzigd : « Afdeling 7. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de particuliere televisieomroepen die zich richten tot de gehele Vlaamse Gemeenschap, de doelgroep- en themaomroepen, de betaalomroepen, de televisiediensten en de telewinkelomroepen.

Onderafdeling 1. - Bepalingen inzake erkenning Artikel 71 § 1. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaronder de particuliere televisieomroepen, die zich richten tot de gehele Vlaamse Gemeenschap, de doelgroep- en themaomroepen, de betaalomroepen, de telewinkelomroepen en de televisiediensten erkend kunnen worden, ter uitvoering van de artikelen 39, 40 en 73. De voorwaarden hebben betrekking op de financiële en organisatorische structuur. » Art. 5 Artikel 82 van dezelfde decreten wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 82 § 1. Reclame en telewinkelen moeten duidelijk als dusdanig herkenbaar zijn en onderscheiden zijn van de programma's. Elke verwijzing in reclame en telewinkelen naar een programma is verboden, behalve in het geval van zelfpromotie.

Reclame en telewinkelspots moeten worden gegroepeerd in niet-opeenvolgende tijdsblokken van beperkte duur. Op televisie moet ieder tijdsblok worden voorafgegaan en gevolgd door een visuele en/of auditieve vermelding dat het om reclame of telewinkelen gaat. Op de radio moet ieder reclameblok worden voorafgegaan en gevolgd door een duidelijk auditief signaal, bijvoorbeeld een kenwijsje. § 2. Reclame en telewinkelspots moeten tussen de programma's worden ingevoegd. Onder voorbehoud van de in §§ 3 tot en met 6 vastgestelde voorwaarden, mogen reclame en telewinkelspots ook tijdens de programma's worden ingevoegd, op zodanige wijze dat de integriteit en de waarde van de programma's niet worden geschaad, waarbij er rekening wordt gehouden met de natuurlijke pauzes in de programma's en met de duur en de aard ervan, en er geen afbreuk wordt gedaan aan de rechten van de rechthebbenden. § 3. Bij uit zelfstandige onderdelen samengestelde programma's of bij sportprogramma's en op soortgelijke wijze gestructureerde evenementen en opvoeringen met pauzes, mag er alleen tussen de zelfstandige onderdelen of tijdens de pauzes reclame en telewinkelspots worden ingevoegd. § 4. Audiovisuele producties zoals bioscoopfilms en televisiefilms (met uitzondering van series, feuilletons, amusementsprogramma's en documentaires) mogen één keer per volledig tijdvak van 45 minuten worden onderbroken, mits de geprogrammeerde duur ervan meer dan 45 minuten bedraagt.

Documentaires en actualiteitsmagazines waarvan de geprogrammeerde duur minder dan 30 minuten bedraagt, mogen niet door reclame of telewinkelen worden onderbroken. § 5. Wanneer andere dan onder §§ 3, 4 en 6 bedoelde programma's door reclame en telewinkelspots worden onderbroken, moet een tijdvak van ten minste 20 minuten verlopen tussen iedere opeenvolgende onderbreking binnen de programma's. § 6. In programma's van religieuze erediensten, in godsdienstige en levensbeschouwelijke programma's, in journaals en in kinderprogramma's mag geen reclame of telewinkelen worden ingelast. In de onmiddellijke omgeving van kinderprogramma's mag geen reclame of telewinkelen worden uitgezonden. Met onmiddellijke omgeving wordt bedoeld: binnen een tijdsbestek van 5 minuten voor en na het kinderprogramma. § 7. De Vlaamse regering bepaalt de maximale duur van de reclame en telewinkelspots, evenals het maximale aantal tijdsblokken per uur en per dag, met dien verstande dat : 1° voor alle omroepen van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de regionale omroepen en de telewinkelomroepen: a) de zendtijd voor reclame en telewinkelspots niet meer mag bedragen dan 15 procent van de dagelijkse zendtijd;b) de zendtijd voor reclame en telewinkelspots binnen een periode van één uur niet meer dan 20 procent mag bedragen;2° voor de regionale omroepen de zendtijd voor reclame en telewinkelspots niet meer mag bedragen dan 15 procent van de jaarlijkse zendtijd, met een maximum van zeshonderd uur;3° voor de telewinkelomroepen de zendtijd voor reclame niet meer mag bedragen dan 15 procent van de dagelijkse zendtijd. Voor de toepassing van deze paragraaf, met uitzondering van de regionale omroepen, omvat reclame tevens de betaalde boodschappen van algemeen nut.

Voor de toepassing van deze paragraaf omvat reclame niet : a) aankondigingen door de omroepen in verband met eigen programma's en met rechtstreeks daarvan afgeleide ondersteunende producten;b) mededelingen van de overheid en humanitaire verenigingen die gratis worden uitgezonden. Met het oog op wat voorafgaat, dienen de omroepen van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de regionale omroepen, het Vlaams Commissariaat voor de Media mee te delen welke boodschappen van algemeen nut ze gratis uitzenden. § 8. De bepalingen van §§ 2 tot en met 5 zijn niet van toepassing op reclame die wordt uitgezonden door radio-omroepen. Wanneer de programma's die worden uitgezonden door radio-omroepen, door reclame worden onderbroken, moet tussen iedere opeenvolgende onderbreking binnen de programma's een tijdvak verlopen van ten minste 10 minuten. » Art. 6 Artikel 82bis van dezelfde decreten wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 82bis Televisieomroepen die niet uitsluitend telewinkelprogramma's uitzenden, kunnen telewinkelen uitzenden in de vorm van blokken, onder de volgende voorwaarden : 1° de blokken moeten zonder onderbreking minimaal 15 minuten in beslag nemen;2° het maximale aantal blokken per dag bedraagt 8 met een maximale totale duur van 3 uur;3° de blokken moeten door visuele en auditieve middelen duidelijk herkenbaar worden gemaakt als blokken voor telewinkelen;4° de blokken mogen niet tussen de programmaonderdelen worden ingevoegd;5° in de onmiddellijke omgeving van kinderprogramma's mogen geen telewinkelblokken worden uitgezonden.Met onmiddellijke omgeving wordt bedoeld binnen een tijdsbestek van 15 minuten voor en na het kinderprogramma. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 2 februari 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN _______ Nota (1) Zitting 2000-2001. Stuk. - Ontwerp van decreet nr. 488/1. - Amendementen nr. 488/2. - Verslag nr. 488/3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering nr. 488/4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 24 januari 2001.

^