Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 februari 2017
gepubliceerd op 28 maart 2017

Decreet betreffende de ontwikkeling van bedrijfsparken

bron
waalse overheidsdienst
numac
2017201598
pub.
28/03/2017
prom.
02/02/2017
ELI
eli/decreet/2017/02/02/2017201598/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 FEBRUARI 2017. - Decreet betreffende de ontwikkeling van bedrijfsparken (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL 1. - Begripsomschrijving

Artikel 1.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° erkenningsomtrek : de omtrek die een gedeelte van het grondgebied bepaalt waarin het passend is andere economische activiteiten dan de kleinhandel, behalve indien bedoelde kleinhandel van ondersteunende aard is, te vestigen, te handhaven en te ontwikkelen, met inbegrip van de goederen die onder het openbaar domein ressorteren of daarvoor bestemd zijn indien ze tot de uitvoering van de omtrek bijdragen;2° de leidend ambtenaar : het door de Regering aangewezen personeelslid dat met de in dit decreet bedoelde opdrachten belast is;3° de ontsluiting : de handelingen en werken uitgevoerd op onroerende goederen gelegen binnen een erkenningsomtrek om de vestiging of de ontwikkeling van economische activiteiten of de oprichting, de aankoop of de verbouwing van een gebouw voor tijdelijk onthaal of van een ondersteunend dienstencentrum mogelijk te maken.De handelingen en werken die nodig zijn voor de uitvoering van de erkenningsomtrek en die buiten bedoelde erkenningsomtrek worden uitgevoerd, kunnen ook een ontsluiting vormen; 4° de herdynamisering : de handelingen en werken uitgevoerd met het oog op de renovatie of de verbetering van de uitrustingen die de vestiging of de ontwikkeling van economische activiteiten mogelijk maken op onroerende goederen gelegen binnen een erkenningsomtrek of nodig voor de uitvoering van een dergelijke omtrek;deze handelingen en werken zijn bestemd voor de economische activiteit sinds minstens 20 jaar te rekenen van de voorlopige oplevering van de uitrustingwerken en ressorteren onder het openbaar domein ressorteren of zijn daarvoor bestemd. 5° het onderzoek : elk onderzoek nodig voor de uitwerking, de uitvoering, de leiding van of het toezicht op de handelingen en werken van ontsluiting en herdynamisering; 6° het gebouw voor tijdelijk onthaal : het binnen een erkenningsomtrek gelegen pand dat tijdelijk ter beschikking wordt gesteld van één of meerdere K.M.O.'s tijdens hun lanceringsfase; 7° het ondersteunende dienstencentrum : het binnen een erkenningsomtrek gelegen pand waarin meerdere ondernemingen of hun personeel over gemeenschappelijke ondersteunende diensten en uitrustingen beschikken die de creatie, vestiging en de ontwikkeling van ondernemingen dienen te begunstigen; 8° de K.M.O. : de onderneming die voldoet aan de criteria bedoeld in artikel 2.1. van bijlage 1 bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 9° het aankoopcomité : het door de Regering aangewezen comité dat met de in dit decreet bedoelde opdrachten belast is;10° de verkoopwaarde : de marktwaarde die verkregen zou worden door het goed te koop te stellen, te huur aan te bieden of door afstand van zakelijke rechten in normale bekendmakingsomstandigheden bij een voldoende toeloop van gegadigden. TITEL 2. - Operatoren

Art. 2.§ 1. De operatoren van categorie A zijn : a) een intercommunale die als maatschappelijk doel de economische of sociale ontwikkeling heeft;b) de door de Regering aangewezen dochtermaatschappij van de vennootschappen bedoeld in artikel 3, § 1, 21° tot 28°, van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder;c) de "Société wallonne des Aéroports" (Waalse Maatschappij voor Luchthavens), afgekort SOWAER;d) de "Société wallonne de Gestion et de Participations" (Waalse beheers- en participatiemaatschappij), afgekort "SOGEPA";e) de "Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement" (Openbare maatschappij voor hulpverlening inzake de verbetering van het leefmilieu), afgekort SPAQuE;f) de "Société d'Assainissement et de Rénovation des Sites Industriels dans l'ouest du Brabant wallon" (Vennootschap voor de Sanering en de Vernieuwing van Bedrijfsruimten in het Westen van Waals Brabant), afgekort SARSI;g) de "Société d'Assainissement et de Rénovation des Sites industriels" (Vennootschap voor de Sanering en de Vernieuwing van Bedrijfsruimten), afgekort SORASI;h) de vereniging van minstens twee personen bedoeld in de punten a) tot g);i) een rechtspersoon waarvan de vennoten personen bedoeld in de punten a) tot g) zijn. § 2. De operatoren van categorie B zijn : a) de vereniging van één of meerdere personen bedoeld in § 1, a) tot c), en van één of meerdere privaatrechtelijke personen;in dit geval kunnen de personen bedoeld in § 1, d) tot g) deel uitmaken van de vereniging onder de in § 3 bedoelde voorwaarden; b) een rechtspersoon waarvan de vennoten één of meerder personen bedoeld in § 1, a) tot c), en één of meerdere privaatrechtelijke personen zijn;in dit geval kunnen de personen bedoeld in § 1, d) tot g) binnen de rechtspersoon vennoten zijn onder de in § 3 bedoelde voorwaarden. § 3. De voorwaarden van het contract die de verenigingen bedoeld in § 1, h) en § 2, a), regelen of van de statuten van de rechtspersonen bedoeld in § 1, i), en § 2, b), worden door de Regering vastgelegd.

Art. 3.Onverminderd de artikelen 23, 39 en 48, zijn enkel de operatoren bevoegd om de aanneming van de omtrek van erkenning, onteigening of van voorkooprecht en de toekenning van subsidies op grond van de bepalingen van dit decreet te vragen.

In afwijking van het eerste lid, zijn de in artikel 2, § 1, d) tot g) bedoelde operatoren en in artikel 2, § 1, h) en i) bedoelde operatoren samengesteld van minstens één operator bedoeld in artikel 2, § 1, d) tot g) slechts bevoegd om de aanneming van omtrekken van erkenning, onteigening en van voorkooprecht en de toekenning van subsidies te vragen op voorwaarde dat de volgende voorwaarden worden vervuld : a) vennoten zijn of samengesteld zijn van minstens één van de personen bedoeld in artikel 2, § 1, a) tot c);b) verantwoorden dat de aanvraag betrekking heeft op hun maatschappelijk doel;c) aantonen dat de doelstelling van de aanvraag de omschakeling van een braakliggende site is;d) als de aanvraag een erkenningsomtrek na ontsluiting betreft, het beheer van de omtrek toevertrouwen aan een persoon bedoeld in artikel 2, § 1, a) tot c).

Art. 4.Om de vijf jaar delen de operatoren een meerjarig programma van infrastructurele investeringen voor de vijf volgende jaren aan de Regering mede.

Uiterlijk op 1 januari van elk jaar deelt de operator een bijwerking van zijn programma aan de Regering mede.

De Regering bepaalt de vorm van dit programma en van de bijwerkingen ervan, de wijze waarop ze haar meegedeeld worden en hun inhoud die minstens de volgende gegevens bevat : a) een omschrijving van de doelstellingen die de operator via zijn investeringen wil bereiken;b) een opsomming, volgens de voorkeur in de tijd, van de door de operator geprogrammeerde investeringen voor de vijf volgende jaren;c) een voorstelling van de voor de uitvoering van die investeringen overwogen financieringswijzen. Volgens de door haar bepaalde vorm beoogt de Regering geheel of gedeeltelijk het meerjarig programma van infrastructurele investeringen van elk operator en de bijwerkingen ervan indien ze de in a) bedoelde doelstellingen daarvan en de opsomming bedoeld in b) van het vorige lid goedkeurt.

Bij gebrek aan beslissing van de Regering op 1 februari wordt het programma of zijn bijwerking geacht van een visum te worden voorzien.

Het visum van de Regering heeft geen verbintenis van de Regering tot gevolg wat betreft de goedkeuring van de omtrekken of de toekenning van de door de operator aangevraagde subsidies.

Art. 5.De operatoren van categorie A worden vrijgesteld van de onroerende voorheffing voor onbebouwde terreinen waarvan ze eigenaar zijn en die inbegrepen zijn in een omtrek van erkenning, onteigening of voorkoop die op grond van dit decreet wordt vastgelegd.

TITEL 3. - Omtrek van erkenning, onteigening en voorkooprecht HOOFDSTUK I. - Erkenningsomtrek Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 6.§ 1. De Regering bepaalt de lijst van de ondersteunende dienstenactiviteiten toegelaten binnen de erkenningsomtrek. § 2. De omtrek wordt door de Regering vastgelegd op grond van zijn bestemming via de ontwikkelingsplannen, de programma's en de plannen van aanleg en leefmilieuplannen, van de kosten van zijn ontsluiting, van zijn sociaal-economisch ontwikkelingspotentieel en van de mogelijke synergieën met inachtneming van de bestaande of geplande infrastructuren en activiteiten. Afdeling 2. - Procedure

Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 7.De erkenningsomtrek wordt vastgelegd volgens een gewone procedure of volgens een vereenvoudigde procedure.

De vereenvoudigde procedure wordt gebruikt wanneer de aanvraag hetgeen volgt beoogt : a) een uitbreiding van maximum twintig hectare en vijftig procent van de oppervlakte van een bestaande omtrek;b) de aanneming van een omtrek uitsluitend bestemd voor de vestiging van een gebouw voor tijdelijk onthaal of een ondersteunend dienstencentrum;c) de aanneming van een omtrek uitsluitend bestemd voor de herdynamisering;d) of de aanneming van een omtrek op een omtrek van een herin te richten locatie of een locatie tot herstel van landschap en leefmilieu in de zin van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling aangenomen van 1 januari 2006.

Art. 8.De inhoud van de aanvraag wordt door de Regering bepaald.

De aanvraag vermeldt minstens : a) de voorgestelde omtrek;b) een beoordeling van de sociaal-economische opportuniteit van het project;c) een globaal ontwikkelingsplan van aanleg vergezeld van een uitleggende letterlijke omschrijving waarbij aangetoond wordt dat de omtrek op doeltreffende wijze gebruikt zal worden en die de nuttige en operationele oppervlakten identificeren;d) een uitvoeringsplanning;d) een kostenraming van de uitvoering;f) een globaal financieringsplan. Onderafdeling 2. - Gewone procedure

Art. 9.De erkenningsaanvraag wordt door de operator aan de leidend ambtenaar gericht.

De leidend ambtenaar verifieert het volledig karakter van de aanvraag.

Hij stuurt zijn beslissing daarover aan de operator binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de dag waarop hij de aanvraag ontvangt.

Als de aanvraag volledig is, bericht de leidend ambtenaar ontvangst daarvan.

Als de aanvraag onvolledig is, informeert de leidend ambtenaar de operator over de ontbrekende elementen om de aanvraag volledig te verklaren. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de bijkomende elementen bericht de leidend ambtenaar ontvangst van de aanvraag.

Art. 10.Bij de zending van het bericht van ontvangst richt de leidend ambtenaar ter advies een afschrift van de aanvraag aan het gemeentecollege van elke gemeente op het grondgebied waarvan de aanvraag zich uitbreidt en aan de diensten, commissies en overheden die door de Regering worden aangewezen en die hij nuttig acht te raadplegen.

De adviezen worden aan de leidend ambtenaar gericht binnen dertig dagen na ontvangst van zijn zending. Bij gebreke worden de adviezen geacht gunstig te zijn.

Art. 11.Binnen zeventig twintig dagen na de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag richt de leidend ambtenaar een samenvattend verslag van de geuite opmerkingen en adviezen aan de Regering. Daarbij voegt hij zijn advies en een voorstel van besluit.

Als de leidend ambtenaar die documenten niet binnen de voorgeschreven termijn overmaakt, wordt de procedure voortgezet.

Art. 12.§ 1. De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen negentig dagen na de zending van het bericht van ontvangst.

Bij gebreke kan de operator een rappelbrief aan de Regering richten.

Indien de beslissing van de Regering niet binnen dertig dagen na ontvangst van de rappelbrief wordt verstuurd, wordt de aanvraag geacht goedgekeurd te zijn. § 2. Wanneer de erkenningsomtrek betrekking heeft op ontsluitingshandelingen en -werken, weigert de Regering in ieder geval de aanvraag indien de omtrek niet voorziet in de uitvoering van : a) een terreinaanbod dat inspeelt op behoefte geïdentificeerd op schaal van verschillende gemeenten;b) eco-performante en hoogwaardige uitrustingen;c) een netwerk met een zeer hoog debiet via de optische vezel en bereikbaar vanaf elke wegen van de omtrek;d) een bijzonder bestek voor de opdrachten van aanneming van werken dat sociale en leefmilieuclausules omvat;e) een stedenbouwkundig en leefmilieuhandvest dat met name een verdichting van de omtrek en een hoog bezettingspercentage naar gelang van de aard van de activiteiten tot doel heeft;f) een gezamenlijk of coöperatief beheer van residuele ruimten die gevaloriseerd kunnen worden. De Regering kan de begrippen bedoeld in het vorige lid nader bepalen.

Het eerste lid, a), is niet van toepassing wanneer de omtrek : a) gelegen is op het grondgebied van een gemeente opgenomen op de kaart van de regionale steunmaatregelen voor de periode 2014-2020, zoals aangenomen door de Regering op 3 april 2014 of op een grondgebied dat in aanmerking komt voor hoofdlijn 5 van het Operationeel programma EFRO "Wallonie-2020.EU" zoals goedgekeurd door de Europese Commissie op 16 december 2014 of op het grondgebied van een gemeente betrokken bij de herontplooiingstrategie voor de gebieden getroffen door herstructureringen overeenkomstig de beslissing van de Regering van 13 mei 2015; b) of de oprichting van een micro-bedrijfsruimte in een bebouwd milieu beoogt, waarbij het stadsweefsel geregenereerd kan worden of economische activiteiten in een stedelijk milieu over een oppervlakte van maximum 10 hectare opnieuw kunnen worden gevestigd;c) of inbegrepen is in een omtrek van een herin te richten locatie of een locatie tot herstel van landschap en leefmilieu in de zin van het Wet van Ruimtelijke Ontwikkeling;d) of tot de uitvoering van de prioritaire plannen van de bedrijfsruimten bijdraagt. Als de Regering de omtrek goedkeurt, bepaalt ze het subsidiepercentage dat erop van toepassing is indien verhogingen hem worden toegekend.

Bij gebrek aan beslissing geniet de stilzwijgend goedgekeurde omtrek geen vermeerdering.

In dit geval kan de operator op elk ogenblik de toepassing van een vermeerdering aan de Regering vragen.

De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen zestig dagen na de zending van het bericht van ontvangst. Bij gebrek aan beslissing wordt de aanvraag goedgekeurd en wordt de vermeerdering toegekend.

De vermeerdering is van toepassing op de handelingen en werken die op het moment waarop ze wordt toegekend, nog uitgevoerd moeten worden. § 3. De beslissing van de Regering wordt aan de operator, de betrokken gemeente(n), de leidend ambtenaar en de gemachtigd ambtenaar meegedeeld. Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt, wordt het besluit of een bericht waarin het gebrek aan uitdrukkelijke beslissing wordt vermeld, bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 13.De Regering kan op eigen initiatief of op voorstel van de leidend ambtenaar of de operator de erkenningsomtrek wijzigen of schrappen.

De op de uitwerking van de erkenningsomtrek toepasselijke procedure is van toepassing op de wijziging ervan wanneer ze door de operator ondernomen wordt.

Wanneer ze door de Regering of de leidend ambtenaar ondernomen wordt, maakt de wijziging het voorwerp uit van een aanvraag waarvan de inhoud met artikel 8 overeenstemt. De leidend ambtenaar deelt de aanvraag aan de operator die de erkenningsomtrek verkregen heeft mee. De operator beschikt over dertig dagen om advies uit te brengen. De aanvraag wordt overeenkomstig de artikelen 9 tot 11 behandeld. De Regering spreekt zich over de aanvraag uit binnen negentig dagen na de zending van de kennisgeving aan de operator.

Onderafdeling 3. - Vereenvoudigde procedure

Art. 14.Wanneer de erkenningsaanvraag betrekking heeft op één van de in artikel 7, tweede lid, bedoelde onderwerpen, wordt ze door de operator aan de leidend ambtenaar gericht.

De leidend ambtenaar verifieert het volledig karakter van de aanvraag.

Hij stuurt zijn beslissing daarover aan de operator binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de dag waarop hij de aanvraag ontvangt.

Als de aanvraag volledig is, bericht de leidend ambtenaar ontvangst daarvan.

Als de aanvraag onvolledig is, informeert de leidend ambtenaar de operator over de ontbrekende elementen om de aanvraag volledig te verklaren. Binnen tien dagen na ontvangst van de bijkomende elementen bericht de leidend ambtenaar ontvangst van de aanvraag.

Art. 15.Bij de zending van het bericht van ontvangst richt de leidend ambtenaar ter advies een afschrift van de aanvraag aan het gemeentecollege van elke gemeente op het grondgebied waarvan de aanvraag zich uitbreidt en aan de diensten, commissies en overheden die door de Regering worden aangewezen en die hij nuttig acht te raadplegen.

De adviezen worden aan de leidend ambtenaar gericht binnen dertig dagen na ontvangst van zijn zending. Bij gebreke worden de adviezen geacht gunstig te zijn.

Art. 16.Binnen vijftig dagen na de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag richt de leidend ambtenaar een samenvattend verslag van de geuite opmerkingen en adviezen aan de Regering. Daarbij voegt hij zijn advies en een ontwerp van besluit.

Als de leidend ambtenaar die documenten niet binnen de voorgeschreven termijn overmaakt, wordt de procedure voortgezet.

Art. 17.§ 1. De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen zestig dagen na de zending van het bericht van ontvangst.

Bij gebreke kan de operator een rappelbrief aan de Regering richten.

Indien de beslissing van de Regering niet binnen twintig dagen na ontvangst van de rappelbrief wordt verstuurd, wordt de aanvraag geacht goedgekeurd te zijn. § 2. Wanneer de erkenningsaanvraag betrekking heeft op ontsluitingshandelingen en -werken, weigert de Regering in ieder geval de aanvraag indien de omtrek niet voorziet in de uitvoering van : a) een terreinaanbod dat inspeelt op behoefte geïdentificeerd op schaal van verschillende gemeenten;b) eco-performante en hoogwaardige uitrustingen;c) een netwerk met een zeer hoog debiet via de optische vezel en bereikbaar vanaf elke wegen van de omtrek;d) een bijzonder bestek voor de opdrachten van aanneming van werken dat sociale en leefmilieuclausules omvat;e) een stedenbouwkundig en leefmilieuhandvest dat met name een verdichting van de omtrek en een hoog bezettingspercentage naar gelang van de aard van de activiteiten tot doel heeft;f) een gezamenlijk of coöperatief beheer van residuele ruimten die gevaloriseerd kunnen worden. De Regering kan de in het vorige lid bedoelde begrippen nader bepalen.

Het eerste lid, a), is niet van toepassing wanneer de omtrek : a) gelegen is op het grondgebied van een gemeente opgenomen op de kaart van de regionale steunmaatregelen voor de periode 2014-2020, zoals aangenomen door de Regering op 3 april 2014 of op een grondgebied dat in aanmerking komt voor hoofdlijn 5 van het Operationeel programma EFRO "Wallonie-2020.EU" zoals goedgekeurd door de Europese Commissie op 16 december 2014 of op het grondgebied van een gemeente betrokken bij de herontplooiingstrategie voor de gebieden getroffen door herstructureringen overeenkomstig de beslissing van de Regering van 13 mei 2015; b) de oprichting van een micro-bedrijfsruimte in een bebouwd milieu beoogt, waarbij het stadsweefsel geregenereerd kan worden of economische activiteiten in een stedelijk milieu over een oppervlakte van maximum 10 hectare opnieuw kunnen worden gevestigd;c) inbegrepen is in een omtrek van een herin te richten locatie of een locatie tot herstel van landschap en leefmilieu in de zin van het Wet van Ruimtelijke Ontwikkeling;d) tot de uitvoering van de prioritaire plannen van de bedrijfsruimten bijdraagt. Als ze de omtrek goedkeurt, bepaalt de Regering het subsidiepercentage dat erop van toepassing is indien vermeerderingen hem worden toegekend.

Bij gebrek aan beslissing geniet de stilzwijgend goedgekeurde omtrek geen vermeerdering. In dit geval kan de operator op elk ogenblik de toepassing van een vermeerdering aan de Regering vragen.

De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen zestig dagen na de zending van het bericht van ontvangst. Bij gebrek aan beslissing wordt de aanvraag goedgekeurd en wordt der vermeerdering toegekend.

De vermeerdering is van toepassing op de handelingen en werken die op het moment waarop ze wordt toegekend, nog uitgevoerd moeten worden. § 3. De beslissing van de Regering wordt aan de operator, de betrokken gemeente(n), de leidend ambtenaar en de gemachtigd ambtenaar meegedeeld. Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt,wordt het besluit of een bericht waarin het gebrek aan uitdrukkelijke beslissing wordt vermeld, bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 18.De Regering kan op eigen initiatief of op voorstel van de leidend ambtenaar of de operator de erkenningsomtrek wijzigen of schrappen.

De op de uitwerking van de erkenningsomtrek toepasselijke procedure is van toepassing op de wijziging ervan wanneer ze door de operator ondernomen wordt.

Wanneer ze door de Regering of de leidend ambtenaar ondernomen wordt, maakt de wijziging het voorwerp uit van een aanvraag waarvan de inhoud met artikel 8 overeenstemt. De leidend ambtenaar deelt de aanvraag aan de operator mee die de erkenningsomtrek verkregen heeft. De operator beschikt over twintig dagen om advies uit te brengen. De aanvraag wordt overeenkomstig de artikelen 14 tot 16 behandeld. De Regering spreekt zich over de aanvraag uit binnen zestig dagen na de zending van de kennisgeving aan de operator. Afdeling 3. - Effecten

Art. 19.Het bestluit dat de erkenningsomtrek vastlegt, laat de operator toe om de in Titel IV bedoelde gewestelijke financiële tegemoetkomingen te vragen.

Art. 20.De operator kan het voordeel van de erkenningsomtrek afstaan aan een andere operator van dezelfde categorie met instemming van de Regering waaraan voorwaarden gekoppeld kunnen worden om het socio-economische doel van de erkenningsomtrek te waarborgen.

Art. 21.De erkenningsomtrek vervalt indien de operator binnen tien jaar na de aanneming ervan geen subsidie voor bedoelde omtrek overeenkomstig artikel 62 heeft aangevraagd.

Het verval gebeurt van rechtswege. Het wordt vastgesteld door de leidend ambtenaar die de operator, de betrokken gemeente(n) en de gemachtigd ambtenaar in de zin van artikel D.IV.22 van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening daarover informeert.

Op voorstel van de operator kan de Regering evenwel de geldigheid van de erkenningsomtrek voor een periode van twee jaar verlengen. Die aanvraag wordt uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid ingediend.

De Regering beslist over de aanvraag uiterlijk de dag voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid. Bij gebrek aan zending van de beslissing van de Regering binnen deze termijn wordt de aanvraag goedgekeurd.

De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt, wordt het besluit of een bericht waarin het gebrek aan uitdrukkelijke beslissing wordt vermeld, bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 22.De Regering bepaalt de modaliteiten van de overname door hun beheerders van de gesubsidieerde infrastructuren die zijn opgericht in het kader van de ontsluiting of herdynamisering van de ruimten bestemd voor de economische activiteiten.

De Regering kan de modaliteiten nader bepalen i.v.m. de voorafgaande informatie over de werken, de coördinatie van de werken en de terbeschikkingstelling van de gesubsidieerde infrastructuren die zijn opgericht in het kader van de ontsluiting of herdynamisering van de ruimten bestemd voor de economische activiteiten. HOOFDSTUK II. - Onteigening Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 23.Om de economische en sociale ontwikkeling te bevorderen kan de operator van categorie A, in voorkomend geval, onder de voorwaarden bepaald in artikel 3, tweede lid, of, in geval van operator van categorie B, de persoon bedoeld in artikel 2, § 1, a) tot c), met de onteigening van de onroerende goederen gelegen binnen een erkenningsomtrek of nodig voor de ontsluiting of de herdynamisering van een dergelijke omtrek verdergaan.

Art. 24.In geval van onteigening wordt gehandeld overeenkomstig de bepalingen van de wet van 26 juli 1962 betreffende de spoedprocedure met betrekking tot de onteigening voor algemeen nut zelfs indien de hoogdringendheid niet bewezen is. Afdeling 2. - Procedure

Art. 25.De inhoud van de aanvraag van een onteigeningsbesluit wordt door de Regering bepaald.

De aanvraag vermeldt minstens : a) de voorgestelde omtrek, een onteigeningsplan en een lijst van de eigenaars en andere houders van zakelijke rechten op de goederen;b) een uiteenzetting van de elementen die volgens de operator het openbaar nut om de goederen te verkrijgen rechtvaardigen;c) een raming van de aankoopkosten van de terreinen;d) een alternatief tracé van de wegen die afgedankt zouden worden en van de openbare of private erfdienstbaarheden die bij het onteigeningsbesluit zouden worden vervallen verklaard.

Art. 26.De aanvraag wordt door de operator aan de leidend ambtenaar gericht.

De leidend ambtenaar verifieert het volledig karakter van de aanvraag.

Hij stuurt zijn beslissing daarover aan de operator binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag.

Als de aanvraag volledig is, bericht de leidend ambtenaar ontvangst daarvan.

Als de aanvraag onvolledig is, informeert de leidend ambtenaar de operator over de ontbrekende elementen om de aanvraag volledig te verklaren. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de bijkomende elementen bericht de leidend ambtenaar ontvangst van de aanvraag.

Art. 27.Bij de zending van het bericht van ontvangst richt de leidend ambtenaar een afschrift van de aanvraag aan het gemeentecollege van elke gemeente op grondgebied waarvan de aanvraag zich uitbreidt.

Binnen tien dagen na ontvangst van de zending van de leidend ambtenaar onderwerpt de gemeente de aanvraag aan een openbaar onderzoek.

Het openbaar onderzoek wordt georganiseerd volgens de modaliteiten bedoeld in de artikelen D.29-7 tot D.29-19 van het Milieuwetboek die van toepassing zijn op de plannen van categorie B in de zin van artikel D.29-1, § 4, van dit Wetboek.

De Regering kan de andere modaliteiten van het houden van het openbaar onderzoek bepalen.

Uiterlijk op de dag van de opening van het openbaar onderzoek richt de gemeente een zending aan alle eigenars en andere houders van zakelijke rechten op de in de onteigeningsomtrek inbegrepen goederen, waarbij ze over het houden van een openbaar onderzoek worden ingelicht.

Binnen vijftien dagen na de sluiting van het openbaar onderzoek maakt het gemeentecollege de ingediende bezwaren en opmerkingen, een proces-verbaal van sluiting van het onderzoek en zijn advies over aan de leidend ambtenaar en aan de operator. Bij gebreke wordt het advies geacht gunstig te zijn.

Art. 28.De wijzigingen die in de aanvraag na het openbaar onderzoek kunnen worden aangebracht, vloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geuite bezwaren en opmerkingen of uit de adviezen van de geraadpleegde overheden voort. De wijzigingen mogen evenwel niet tot gevolg hebben dat de omtrek van de vooropgestelde onteigeningen uitgebreid wordt zonder de instemming van de eigenaar en van de andere houders van zakelijke rechten op het goed dat betrokken is bij de vooropgestelde uitbreiding.

Art. 29.Bij de zending van het bericht van ontvangst richt de leidend ambtenaar een afschrift van de aanvraag ter advies aan de diensten, commissies en overheden aangewezen door de Regering of die hij nodig acht te raadplegen.

De adviezen worden aan de leidend ambtenaar gericht binnen dertig dagen na ontvangst van zijn zending. Bij gebreke worden de adviezen geacht gunstig te zijn.

Art. 30.Binnen honderd dagen na de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag richt de leidend ambtenaar een samenvattend verslag van de geuite bezwaren, opmerkingen en adviezen aan de Regering. Daarbij voegt hij zijn advies en een voorstel van besluit.

Als de leidend ambtenaar die documenten niet binnen de voorgeschreven termijn overmaakt, wordt de procedure voortgezet.

Art. 31.§ 1. De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen 120 dagen na de zending van het bericht van ontvangst.

Bij gebreke kan de operator een rappelbrief aan de Regering richten.

Indien de beslissing van de Regering niet binnen dertig dagen na ontvangst van de rappelbrief wordt verstuurd, wordt de aanvraag geweigerd.

Wanneer de Regering de onteigening mogelijk maakt, wordt het onteigeningsplan bij haar beslissing toegevoegd. § 2. De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Wanneer de Regering de onteigeningsaanvraag inwilligt, wordt het besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 32.De Regering kan op eigen initiatief of op voorstel van de leidend ambtenaar of de operator het onteigeningsbesluit wijzigen of schrappen.

De op de uitwerking van het onteigeningsbesluit toepasselijke procedure is van toepassing op de wijziging ervan wanneer ze door de operator ondernomen wordt.

Wanneer ze door de Regering of de leidend ambtenaar ondernomen wordt, maakt de wijziging het voorwerp uit van een aanvraag waarvan de inhoud met artikel 25 overeenstemt. De leidend ambtenaar deelt de aanvraag aan de operator mee die het onteigeningsbesluit verkregen heeft. De aanvraag wordt overeenkomstig de artikelen 26 tot 30 behandeld. De Regering spreekt zich over de aanvraag uit binnen negentig dagen na de zending van de kennisgeving aan de operator. Afdeling 3. - Effecten

Art. 33.De wegen die de bij het onteigeningsbesluit bedoelde onroerende goeden doorkruisen, ondergaan een bestemmingsverandering.

De openbare en privé-erfdienstbaarheden die deze onroerende goederen belasten, worden vervallen verklaard.

Art. 34.Onteigeningen die achtereenvolgens gedecreteerd worden om een bedrijfspark in te richten worden voor de raming van de waarde van de onteigende goederen beschouwd als één geheel op datum van het eerste onteigeningsbesluit.

Art. 35.Bij de beoordeling van de waarde van het onteigende goed wordt geen rekening gehouden met meerwaarden voortvloeiende uit : a) ofwel de insluiting ervan in een bedrijfspark;b) ofwel de inrichtingen die aangebracht worden aan het goed tijdens de periode van voorlopige inhuurneming bedoeld in artikel 17, § 2, van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;c) ofwel de inrichtingen van de goederen, verricht na de bekendmaking van het besluit waarbij de onteigening wordt toegelaten;d) ofwel voorschriften van de plannen en ontwikkelingsplannen van aanleg waarvan de goedkeuring of de herziening noodzakelijk was om de inrichting die de onteigening rechtvaardigt mogelijk te maken;e) ofwel handelingen en werken strijdig met de voorschriften van die plannen of ontwikkelingsplannen, indien die handelingen of werken verricht zijn na de sluiting van het openbaar onderzoek voorafgaand aan de goedkeuring ervan;f) ofwel handelingen en werken strijdig met de voorschriften van de plannen of vergunningen of uitgevoerd zonder de nodige vergunningen of aangiften.

Art. 36.Het besluit waarbij de onteigening wordt toegelaten vervalt indien de operator binnen tien jaar na de goedkeuring ervan door de Regering in de omtrek geen onroerend goed heeft aangekocht.

Het verval gebeurt van rechtswege. Het wordt vastgesteld door de leidend ambtenaar die de operator, de betrokken gemeente(n) en de eigenaars en andere houders van zakelijke rechten op de in het besluit bedoelde goederen daarover informeert.

Op voorstel van de operator kan de Regering evenwel de geldigheid van het besluit voor een periode van twee jaar verlengen. Die aanvraag wordt uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid ingediend.

De Regering beslist over de aanvraag uiterlijk de dag voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid. Bij gebrek aan zending van de beslissing van de Regering binnen deze termijn wordt de aanvraag geweigerd.

De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt, wordt het besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Afdeling 4. - Uitvoering

Art. 37.De aankoopcomités kunnen belast worden met het overgaan tot alle aankopen en met het instellen van vervolgingen en het voeren van de procedures betreffende de onteigening van onroerende goederen.

De voorzitters van de aankoopcomités zijn bevoegd om de onteigenende operator in rechte te vertegenwoordigen.

Art. 38.Wanneer de operator geen beroep doet op het aankoopcomité, moet elk aanbod dat hij in der minne of in rechte voorstelt, vergezeld gaan van een verantwoordend verslag opgemaakt door een college bestaande uit drie notarissen aangewezen door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat in functie van hun bijzondere bevoegdheden om die taak uit te oefenen, die op basis van objectieve elementen worden vastgesteld.

De Regering bepaalt de tussenkomstmodaliteiten, de procedure voor de selectie van de notarissen met inachtneming van de wetgeving over de overheidsopdrachten en de voorwaarden m.b.t. de samenstelling van het college van de drie notarissen. HOOFDSTUK III. - Verzamelaanvraag voor de erkenning- en onteigeningsomtrek Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 39.De operator van categorie A, in voorkomend geval, onder de voorwaarden bepaald in artikel 3, tweede lid, of, in geval van operator van categorie B, de persoon bedoeld in artikel 2, § 1, a) tot c), kan in een verzamelaanvraag de vastlegging van een erkenningsomtrek en de machtiging tot onteigening. Afdeling 2. - Procedure

Art. 40.De inhoud van de verzamelaanvraag wordt door de Regering bepaald.

De aanvraag vermeldt minstens : a) de voorgestelde erkenning- en onteigeningsomtrekken, een onteigeningsplan en een lijst van de eigenaars en andere houders van zakelijke rechten op de goederen;b) een beoordeling van de sociaal-economische opportuniteit van het project;b) een uiteenzetting van de elementen die volgens de operator het openbaar nut om de goederen te verkrijgen rechtvaardigen;c) een globaal ontwikkelingsplan van aanleg vergezeld van een uitleggende letterlijke omschrijving die aantonen dat de omtrek op doeltreffende wijze gebruikt zal worden en die de nuttige en operationele oppervlakten identificeren;e) een uitvoeringsplanning;f) een kostenraming van de uitvoering en van de aankoopkosten van de terreinen;f) een globaal financieringsplan;h) een alternatief tracé van de wegen die een bestemmingsverandering zouden ondergaan en van de openbare of private erfdienstbaarheden die bij het onteigeningsbesluit zouden worden vervallen verklaard.

Art. 41.De aanvraag wordt door de operator aan de leidend ambtenaar gericht.

De leidend ambtenaar verifieert het volledig karakter van de aanvraag.

Hij stuurt zijn beslissing daarover aan de operator binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de dag waarop hij de aanvraag ontvangt.

Als de aanvraag volledig is, bericht de leidend ambtenaar ontvangst daarvan.

Als de aanvraag onvolledig is, informeert de leidend ambtenaar de operator over de ontbrekende elementen om de aanvraag volledig te verklaren. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de bijkomende elementen bericht de leidend ambtenaar ontvangst van de aanvraag.

Art. 42.Bij de zending van het bericht van ontvangst richt de leidend ambtenaar een afschrift van de aanvraag aan het gemeentecollege van elke gemeente op grondgebied waarvan de aanvraag zich uitbreidt.

Binnen tien dagen na ontvangst van de zending van de leidend ambtenaar onderwerpt de gemeente de aanvraag aan een openbaar onderzoek.

Het openbaar onderzoek wordt georganiseerd volgens de modaliteiten bedoeld in de artikelen D.29-7 tot D.26-19 van het Milieuwetboek die van toepassing zijn op de plannen van categorie B in de zin van artikel D.29-7, § 4, van dit Wetboek.

Uiterlijk op de dag van de opening van het openbaar onderzoek richt de gemeente een zending aan alle eigenars en andere houders van zakelijke rechten op de in het ontwerp van onteigeningsplan inbegrepen goederen, waarbij ze over het houden van een openbaar onderzoek worden ingelicht.

De Regering kan de andere modaliteiten van het houden van het openbaar onderzoek bepalen.

Binnen vijftien dagen na de sluiting van het openbaar onderzoek maakt het gemeentecollege de ingediende bezwaren en opmerkingen, een proces-verbaal van sluiting van het onderzoek en zijn advies over aan de leidend ambtenaar en aan de operator. Bij gebreke wordt het advies geacht gunstig te zijn.

Art. 43.De wijzigingen die in de aanvraag na het openbaar onderzoek kunnen worden aangebracht, moeten voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geuite bezwaren en opmerkingen of uit de adviezen van de geraadpleegde overheden. De wijzigingen mogen evenwel niet tot gevolg hebben dat de omtrek van de vooropgestelde onteigeningen uitgebreid wordt zonder de instemming van de eigenaar van het goed dat betrokken is bij de vooropgestelde uitbreiding.

Art. 44.Bij de zending van het bericht van ontvangst richt de leidend ambtenaar een afschrift van de aanvraag ter advies aan de diensten, commissies en overheden aangewezen door de Regering of die hij nodig acht te raadplegen.

Het advies wordt aan de leidend ambtenaar gericht binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de zending ervan. Bij gebreke wordt het advies geacht gunstig te zijn.

Art. 45.Binnen honderd dagen na de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag richt de leidend ambtenaar een samenvattend verslag van de geuite bezwaren, opmerkingen en adviezen aan de Regering. Daarbij voegt hij zijn advies en een voorstel van besluit.

Als de leidend ambtenaar die documenten niet binnen de voorgeschreven termijn overmaakt, wordt de procedure voortgezet.

Art. 46.§ 1. De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen 120 dagen na de zending van het bericht van ontvangst.

Bij gebreke kan de operator een rappelbrief aan de Regering richten.

Indien de beslissing van de Regering niet binnen dertig dagen na ontvangst van de rappelbrief wordt verstuurd, wordt de aanvraag geweigerd. § 2. Wanneer de erkenningsaanvraag betrekking heeft op de ontsluitingshandelingen en -werken weigert de Regering in ieder geval de aanvraag indien de omtrek niet voorziet in de uitvoering van : a) een terreinaanbod dat inspeelt op behoefte geïdentificeerd op schaal van verschillende gemeenten;b) eco-performante en hoogwaardige uitrustingen;c) een netwerk met een zeer hoog debiet via de optische vezel en bereikbaar vanaf elke wegen van de omtrek;d) een bijzonder bestek voor de opdrachten van aanneming van werken dat sociale en leefmilieuclausules omvat;e) een stedenbouwkundig en leefmilieuhandvest dat met name een verdichting van de omtrek en een hoog bezettingspercentage naar gelang van de aard van de activiteiten tot doel heeft;f) een gezamenlijk of coöperatief beheer van residuele ruimten die gevaloriseerd kunnen worden. De Regering kan de begrippen bedoeld in het vorige lid nader bepalen.

Het eerste lid, a), is niet van toepassing wanneer de omtrek : a) gelegen is op het grondgebied van een gemeente opgenomen op de kaart van de regionale steunmaatregelen voor de periode 2014-2020, zoals aangenomen door de Regering op 3 april 2014 of op een grondgebied dat in aanmerking komt voor hoofdlijn 5 van het Operationeel programma EFRO "Wallonie-2020.EU" zoals goedgekeurd door de Europese Commissie op 16 december 2014 of op het grondgebied van een gemeente betrokken bij de herontplooiingstrategie voor de gebieden getroffen door herstructureringen overeenkomstig de beslissing van de Regering van 13 mei 2015; b) de oprichting van een micro-bedrijfsruimte in een bebouwd milieu beoogt, waarbij het stadsweefsel geregenereerd kan worden of economische activiteiten in een stedelijk milieu over een oppervlakte van maximum 10 hectare opnieuw kunnen worden gevestigd;c) inbegrepen is in een omtrek van een herin te richten locatie of een locatie tot herstel van landschap en leefmilieu in de zin van het Wet van Ruimtelijke Ontwikkeling;d) tot de uitvoering van de prioritaire plannen van de bedrijfsruimten bijdraagt. Als ze de omtrek goedkeurt, bepaalt de Regering het subsidiepercentage dat erop van toepassing is indien vermeerderingen hem worden toegekend. Ze voet het onteigeningsplan bij haar beslissing. § 3. De beslissing van de Regering wordt aan de operator, de betrokken gemeente(n), de leidend ambtenaar en de gemachtigd ambtenaar meegedeeld. Wanneer de Regering de aanvraag inwilligt, wordt het besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Afdeling 3. - Effecten

Art. 47.§ 1. De beslissing van de Regering is verbonden met de gevolgen van de erkenningsomtrek en met het onteigeningsbesluit. § 2. De aldus aangenomen erkenningsomtrek vervalt indien de operator binnen tien jaar na de goedkeuring ervan geen subsidie voor bedoelde omtrek overeenkomstig artikel 62 heeft aangevraagd.

Het verval gebeurt van rechtswege. Het wordt vastgesteld door de leidend ambtenaar die de operator, de betrokken gemeente en de gemachtigd ambtenaar in de zin van artikel D.IV.22 van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening daarover informeert.

Op voorstel van de operator kan de Regering evenwel de geldigheid van de erkenningsomtrek voor een periode van twee jaar verlengen. Die aanvraag wordt uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid ingediend.

De Regering beslist over de aanvraag uiterlijk de dag voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid. Bij gebrek aan zending van de beslissing van de Regering binnen deze termijn wordt de aanvraag goedgekeurd.

De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt, wordt het besluit of een bericht waarin het gebrek aan uitdrukkelijke beslissing wordt vermeld, bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. § 3. Het aldus aangenomen besluit tot toelating van de onteigening vervalt indien de operator binnen tien jaar na de goedkeuring ervan door de Regering in de omtrek geen onroerend goed heeft aangekocht.

Het verval gebeurt van rechtswege. Het wordt vastgesteld door de leidend ambtenaar die de operator, de betrokken gemeente(n) en de eigenaars en andere houders van zakelijke rechten op de in het besluit bedoelde goederen daarover informeert.

Op voorstel van de operator kan de Regering evenwel de geldigheid van het besluit voor een periode van twee jaar verlengen. Die aanvraag wordt uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid ingediend.

De Regering beslist over de aanvraag uiterlijk de dag voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid. Bij gebrek aan zending van de beslissing van de Regering binnen deze termijn wordt de aanvraag geweigerd.

De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt, wordt het besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. HOOFDSTUK IV. - Voorkooprecht Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 48.De operator van categorie A, in voorkomend geval, onder de voorwaarden bepaald in artikel 3, tweede lid, of, in geval van operator van categorie B, de persoon bedoeld in artikel 2, § 1, a) tot c), kan de Regering erom verzoeken hem een voorkooprecht toe te kennen op de onroerende goederen die : a) ofwel inbegrepen zijn in een erkenningsomtrek verkregen door de operator die om het voorkooprecht verzoekt;c) ofwel inbegrepen zijn in een omtrek van een herin te richten locatie of een locatie tot herstel van landschap en leefmilieu bedoeld het Wet van Ruimtelijke Ontwikkeling en bestemd voor economische activiteiten;c) ofwel bestemd zijn om opgenomen te worden in een erkenningsomtrek overeenkomstig het meerjarig programma van infrastructurele investeringen van de operator die om het voorkooprecht verzoekt of de bijwerkingen ervan, die van het visum van de Regering worden voorzien en : - het beleidsplan bedoeld in artikel L1523-13, § 4, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie; - of het beheerscontract, het ondernemingsplan of de specifieke informatie bedoeld in het decreet van 12 februari 2004 betreffende het beheerscontract en de verplichtingen tot informatieverstrekking; - of, wanneer de in de vorige streepje bedoelde documenten door de wetgeving niet vereist worden, elk andere strategische document dat de operator bindt en voorgeschreven bij de wetgeving; d) ofwel een geheel uit één stuk vormen aangrenzend aan een bestaande erkenningsomtrek op voorwaarde dat ze het voorwerp kunnen maken van ontsluitingshandeling en -werken en op voorwaarde dat de overwogen uitbreiding slechts betrekking heeft op maximum 20 ha en 50 % van de oppervlakte van de bestaande omtrek. De Regering beoordeelt de aanvraag en zorgt er met name voor dat het voorkooprecht geen afbreuk doet aan andere lopende projecten die bijdragen tot de economische, sociale, energetische, leefmilieu- of erfgoedontwikkeling van het Gewest. Afdeling 2. - Procedure

Art. 49.De inhoud van de aanvraag wordt door de Regering bepaald.

De aanvraag vermeldt minstens : a) de bestaande of overwogen erkenningsomtrek;b) een plan en een uittreksel van de kadastrale legger die van minder dan drie maanden dateert;c) een lijst van eigenaars en andere houders van zakelijke rechten op de goederen;b) een beoordeling van de sociaal-economische opportuniteit van het project;

Art. 50.De leidend ambtenaar richt een afschrift van de aanvraag ter advies aan de diensten, commissies en overheden aangewezen door de Regering. Het advies wordt aan de leidend ambtenaar gericht binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de zending ervan. Bij gebreke wordt het advies geacht gunstig te zijn.

Binnen vijftig dagen na de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag richt de leidend ambtenaar een samenvattend verslag van de geuite opmerkingen en adviezen aan de Regering. Daarbij voegt hij zijn advies en een voorstel van besluit.

Als de leidend ambtenaar die documenten niet binnen de voorgeschreven termijn overmaakt, wordt de procedure voortgezet.

Art. 51.De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen zestig dagen na de zending van het bericht van ontvangst.

Bij gebreke kan de operator een rappelbrief aan de Regering richten.

Indien de beslissing van de Regering niet binnen dertig dagen na ontvangst van de rappelbrief wordt verstuurd, wordt de aanvraag geacht goedgekeurd te zijn.

De beslissing van de Regering die het voorkooprecht of de stilzwijgende goedkeuring toekent, wordt bij aangetekend schrijven meegedeeld aan de eigenaars en andere houders van een onroerend zakelijk recht binnen de omtrek onderworpen aan het voorkooprecht en aan de gemeente en de gemachtigd ambtenaar in de zin van artikel D.IV.22 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling.

Bovendien wordt het besluit of een bericht van stilzwijgende goedkeuring in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en op de hypotheekbewaring overgeschreven. Afdeling 3. - Effecten

Art. 52.Het voorkooprecht eindigt uiterlijk tien jaar na de goedkeuring ervan of als de Regering de onteigening toelaat om de onroerende goederen aan te kopen.

Art. 53.Het recht van voorkoop is van toepassing op alle vervreemdingen ten bezwarende titel van al dan niet bebouwde onroerende goederen en op alle rechten die betrekking hebben op onroerende goederen.

Het recht van voorkoop is echter niet van toepassing op : a) de goederen onderworpen aan het voorkooprecht overeenkomstig artikel D.358, § 2, van het Waalse Landbouwwetboek; b) inbrengen in vennootschappen en de overdrachten voortvloeiend uit fusies, splitsingen en opslorpingen van handelsvennootschappen;c) overdrachten van onroerende goederen in uitvoering van een in een leasingcontract opgenomen verkoopbelofte;d) wanneer de pachter die het goed sinds meer dan een volledig jaar hetzij persoonlijk, hetzij door bemiddeling van zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, zijn afstammelingen of die van zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, zijn recht van voorkoop overeenkomstig de wet van 4 november 1969 betreffende de beperking van de pachtprijzen uitoefent;e) in geval van verkoop aan de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de eigenaar van of één van de medeëigenaars, aan hun afstammelingen of de afstammelingen van de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner of aan een persoon met een bloed- of aanverwantschap in de vierde graad, voor zover ze voor hun eigen rekening kopen en voor zover er geen wederverkoop binnen twee jaar is;f) in geval van verkoop aan een medeëigenaar van een aandeel in de eigendom van het goed;g) wanneer het goed het voorwerp uitmaakt van een verkoopbelofte waarvan de vaste datum vroeger is dan de beslissing van de Regering om dat goed op te nemen in de in artikel 51 bedoelde omtrek, voor zover die belofte door zijn begunstigde aanvaard wordt;h) wanneer het goed het voorwerp uitmaakt van een verkoop ten gevolge van een door de pachter rechtstreeks gemaakt aanbod zonder dat hij het recht van voorkoop dat hij geniet krachtens de wet van 4 november 1969 betreffende de beperking van de pachtprijzen moet uitoefenen, op voorwaarde dat hij bewijst dat hij het goed sinds meer dan één volledig jaar na de datum waarop het definitieve verkoopcontract vaste datum heeft verkregen, voor landbouwactiviteiten, met uitzondering van de teelt van kerstbomen, hetzij persoonlijk, hetzij door bemiddeling van zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, zijn afstammelingen of die van zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, exploiteert of dat hij het aangekochte goed niet binnen vijf jaar weer verkoop;bij gebreke hiervan zullen de in artikel D.358, § 6 van het Waalse Landbouwwet bedoelde modaliteiten toegepast worden.

Art. 54.§ 1. Elke vervreemding van een zakelijk onroerend recht dat het voorwerp is van een recht van voorkoop, is onderworpen aan een voorafgaandelijk intentieverklaring van de houder van het onroerend zakelijk recht die per aangeketend schrijven gericht wordt aan de operator die houder is van het voorkooprecht.

De intentieverklaring tot vervreemding, waarvan het model door de Regering wordt bepaald, moet de volgende gegevens bevatten : a) de identiteit en de woonplaats van de houder van een onroerend zakelijk recht;b) het adres van het onroerend goed waarvan de vervreemding wordt overwogen;c) de omschrijving van het onroerend goed en meer bepaald de kadastrale aanduiding ervan, de oppervlakte van het perceel, de grondoppervlakte van het gebouwde, de vloeroppervlakte en het aantal verdiepingen;d) de andere zakelijke rechten en de persoonlijke rechten die eraan verbonden zijn;e) de uitvoerige lijst van de stedenbouwkundige, verkavelings- of bebouwingsvergunningen, de stedenbouwkundige attesten betreffende het goed, alsook de meest recente en meest nauwkeurige stedenbouwkundige bestemming, met de benaming die in de verschillende plannen van aanleg voorkomt;f) de prijsopgave en de voorwaarden van de overwogen vervreemding, of, in het geval van een openbare verkoop, de eventuele inzet;g) bij gebrek aan de prijs, de conventionele waarde van de tegenprestatie die vastgesteld is ten laste van de koper van het zakelijk onroerend recht;h) de vermelding dat de operator het recht heeft het goed te bezichtigen. De operator informeert de aangever over zijn beslissing om zijn voorkooprecht al dan niet uit te oefenen binnen vijftig dagen na ontvangst van de aangifte. § 2. In het geval van een openbare verkoop, wordt de in paragraaf 1 bedoelde verklaring ten minste zestig dagen voor de eerste toewijzingsdag door de notaris die met de verkoop belast is, opgemaakt. In geval van wederverkoop ingevolge de uitoefening van het recht op een hoger bod, wordt de verklaring vlak na de ontvangst van het hoger bod door de notaris opgemaakt. Ze vermeldt bovendien de datum en de regels van de verkoop.

De operator stuurt een afschrift van de verklaring naar hetzij het aankoopcomité, hetzij een college bestaande uit drie notarissen aangewezen overeenkomstig artikel 38, dat verzocht wordt om binnen dertig dagen advies uit te brengen. Bij gebrek aan advies binnen de voorgeschreven termijn wordt de procedure voortgezet.

De instrumenterende notaris moet, na het opbod en vóór de toewijzing, openbaar vragen of één van de voorkoopgerechtigden het voornemen heeft zijn recht van voorkoop tegen de prijs van het laatste aanbod uit te oefenen.

De voorkoopgerechtigde wordt in de plaats van de laatste bieder gesteld.

In geval van wederverkoop ten gevolge van de uitoefening van het recht op hoger bod moet dezelfde vraag in het openbaar gesteld worden tijdens de opbodzitting.

Onverminderd artikel 1592 van het Gerechtelijk Wetboek beschikt de operator, wanneer hij zijn recht van voorkoop niet onmiddellijk uitoefent, over een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de toewijzing, om de instrumenterende notaris te verwittigen dat hij beslist heeft zich in de plaats te stellen van de laatste bieder.

Een afschrift van deze beslissing wordt bij de toewijzingsakte gevoegd.

Art. 55.Wanneer de operator van zijn recht afstand doet, kan de houder van een onroerend zakelijk recht onderworpen aan het voorkooprecht dat goed vervreemden zonder te voldoen aan de bepalingen van artikel 54, op voorwaarde dat : a) de authentieke akte tot vaststelling van de vervreemding werd verleden binnen een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de afstand;b) de prijs van de vervreemding niet lager is dan die, welke vermeld is in de overeenkomstig artikel 54 ingediende verklaring. De instrumenterende ambtenaar moet de operator laten weten of de voorwaarden bedoeld in het eerste lid vervuld zijn.

Art. 56.In geval van aankoop betaalt de operator de prijs binnen vier maanden na hetzij besloten te hebben het goed te kopen, hetzij de definitieve gerechtelijke beslissing, ofwel op de datum van de toewijzingsakte, en uiterlijk de dag waarop de akte wordt verleden.

Art. 57.§ 1. Geen enkele authentieke akte betreffende de vervreemding, ten gunste van een andere persoon dan de operator van een goed dat onderworpen is aan een recht van voorkoop, kan verleden worden zolang niet vaststaat dat de bepalingen van deze afdeling in acht worden genomen.

Te dien einde bezorgt de operator aan elke notaris of openbare ambtenaar die erom verzoekt, binnen dertig dagen na ontvangst ervan een attest opgemaakt op grond van het door de Regering bepaalde model, waarbij het bestaan van elke verklaring van tekoopaanbieding en de hieraan voorbehouden gevolgen wordt bevestigd.

Indien de leidend ambtenaar die documenten niet binnen de voorgeschreven termijn overmaakt, kan de akte opgemaakt worden, zelfs bij gebrek aan attest. § 2. Elke minnelijke schikking of onderhandse akte betreffende de vervreemding van een goed dat onderworpen is aan een recht van voorkoop ten gunste van een andere persoon dan de operator, wordt onweerlegbaar geacht bezwaard te zijn met een opschortende voorwaarde van niet-uitoefening van het recht van voorkoop.

Art. 58.Wanneer het onroerend zakelijk recht vervreemd is in overtreding van de bepalingen van deze afdeling, kan de operator de rechtbank vragen de nietigheid van de akte vast te stellen en de voorkoopgerechtigde als koper te erkennen in de plaats van de derde, mits inachtneming van de prijs en de voorwaarden bepaald in de akte.

TITEL 4. - Gewestelijke financiële tegemoetkomingen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 59.Binnen de perken van de beschikbare kredieten kan de Regering subsidies toekennen aan de operatoren voor : a) elke ontsluiting bedoeld in artikel 1, 3°;b) elke herdynamisering bedoeld in artikel 1, 4°;c) elke gedwongen terugkoop bedoeld in artikel 83 of elke terugkoop van de gebouwen in geval van opzegging van de huuroveenkomst of van afstand van zakelijke rechten bedoeld in artikel 84;d) elk onderzoek bedoeld in artikel 1, 5°, dat nodig is voor de ontsluiting, de herdynamisering, de oprichting, de aankoop of de verbouwing van een gebouw voor tijdelijk onthaal of van ondersteunend dienstencentrum. Bij wijze van uitzondering en binnen de perken van de begrotingkredieten van de alternatieve financieringsprogramma's die ze daartoe bestemt, kan de Regering de operatoren subsidies toekennen voor de aankoop van de terreinen gelegen binnen een erkenningsomtrek of daarvoor bestemd of voor de aankoop van de onroerende goederen bestemd voor de ontsluitingshandelingen en -werken nodig voor de uitvoering van de erkenningsomtrek.

Art. 60.De subsidie mag slechts aan de operatoren toegekend worden die, overeenkomstig artikel 4, vijfde lid, uitdrukkelijk of stilzwijgend het visum van de Regering voor hun meerjarig programma van infrastructurele investeringen of voor de bijwerking ervan verkregen hebben voor het lopende jaar.

De Regering kan de toekenning van de subsidies onderwerpen aan bepaalde voorwaarden gebonden met name aan de duur van bestemming van het goed, aan de duur van gebruik van het goed, aan de aard van de toegelaten activiteiten, aan de vorm, de inhoud en de overmaking van de bewijsstukken. HOOFDSTUK II. - Procedure voor de toekenning van subsidies

Art. 61.De inhoud van de subsidieaanvraag wordt bepaald door de Regering die bedoelde inhoud onderscheidt naar gelang het gaat om een ontsluiting, een herdynamisering, een terugkoop, een onderzoek of een aankoop.

Art. 62.De subsidieaanvraag wordt door de operator aan de leidend ambtenaar gericht.

De leidend ambtenaar richt zijn advies en een voorstel van beslissing aan de Regering.

De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Art. 63.Het besluit tot toekenning van de subsidie legt er de bestemming, het bedrag en de uitbetalingsmodaliteiten van vast. Het kan ook elke bijzondere voorwaarde vastleggen die de werkelijke bestemming van de subsidie voor de vestiging en de ontwikkeling van de economische activiteiten garandeert. HOOFDSTUK III. - Berekeningsbasis, percentage, procedure voor de uitbetaling en de terugvordering van de subsidie

Art. 64.De Regering bepaalt de wijze waarop de gesubsidieerde ontsluitingen, herdynamiseringen, terugkopen, onderzoeken en aankopen worden beoordeeld.

De subsidie wordt toegekend rekening houdende met het bedrag waarvoor de werken, leveringen of diensten zijn toegewezen, verhoogd met een maximum van 15 % ter dekking van de overschrijdingen van dit bedrag.

De verhoging mag slechts 15 % overschrijden indien de operator onvoorzienbare of buitengewone omstandigheden rechtvaardigt.

Art. 65.De subsidies toegekend voor de gebouwen voor tijdelijk onthaal en voor de ondersteunend dienstencentra leven de voorschriften na van artikel 56 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Art. 66.§ 1. De Regering bepaalt het subsidiepercentage van de ontsluitingen die bestaan in de oprichting, de aankoop of de verbouwing van een gebouw voor tijdelijk onthaal of van ondersteunend dienstencentrum, van onderzoeken, terugkopen en herdynamiseringen. § 2. De Regering bepaalt het subsidiepercentage betreffende de ontsluitingen die bestaan in handelingen en werken uitgevoerd op onroerende goederen gelegen binnen een erkenningsomtrek om de vestiging of de ontwikkeling van economische activiteiten of in handelingen en werken nodig voor de uitvoering van de erkenningsomtrek en uitgevoerd buiten bedoelde omtrek.

De Regering bepaalt de wijze waarop het basispercentage van de subsidie betreffende die ontsluitingen verhoogd kan worden in de volgende gevallen : a) het "regionale park" wanneer de omtrek een regionaal of supraregionaal belang beoogt en wanneer de uitvoering ervan een belangrijke meerwaarde oplevert voor de economische en sociale ontwikkeling op schaal van Wallonië;b) het "gespecialiseerde park" wanneer de omtrek een gespecialiseerde economische oriëntatie heeft;c) het "publiek-privé-park" wanneer de omtrek uitgevoerd wordt door de vereniging of de deelname van een privaatrechtelijke persoon aan het project, ofwel in de vormen bedoeld in artikel 2, § 2, ofwel in de vorm van een co-investering met een privé-persoon onder de voorwaarden bepaald door de Regering; of het "publiek-publiek-park" wanneer de omtrek uitgevoerd wordt door de vereniging of de deelname van een publiekrechtelijke persoon aan het project, ofwel in de vorm van een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid, ofwel in de vorm van een publiekrechtelijke rechtspersoon voor zover minstens één van de vennoten één van de in artikel 2, § 1, a) tot c) bedoelde persoon is; d) het "duurzame park" wanneer de uitvoering van de omtrek rekening houdt met de uitdagingen gebonden aan de duurzame ontwikkeling onder de door de Regering bepaalde voorwaarden;c) het "park "herin te richten locatie" wanneer de uitvoering de opneming van onroerende goederen inbegrepen in een omtrek van een herin te richten locatie of een locatie tot herstel van landschap en leefmilieu in de zin van het Wet van Ruimtelijke Ontwikkeling vereist; f) het "park 2020" wanneer de omtrek gelegen is op het grondgebied van een gemeente opgenomen op de kaart van de regionale steunmaatregelen voor de periode 2014-2020, zoals aangenomen door de Regering op 3 april 2014 of op een grondgebied dat in aanmerking komt voor hoofdlijn 5 van het Operationeel programma EFRO "Wallonie-2020.EU" zoals goedgekeurd door de Europese Commissie op 16 december 2014 of op het grondgebied van een gemeente betrokken bij de herontplooiingstrategie voor de gebieden getroffen door herstructureringen overeenkomstig de beslissing van de Regering van 13 mei 2015.

De Regering kan de gevallen en de in het tweede lid bedoelde voorwaarden nader bepalen, waarbij het subsidiepercentage kan worden verhoogd.

De operator kan een verhoging van het subsidiepercentage bedoeld in het besluit tot aanneming van de erkenningsomtrek vragen, waarbij hij redenen die na de aanneming van de erkenningsomtrek zijn gebeurd doet gelden.

De Regering spreekt zich uit over de aanvraag binnen zestig dagen na de zending van het bericht van ontvangst. Bij gebrek aan beslissing wordt de aanvraag goedgekeurd en wordt de verhoging toegekend.

De verhoging is van toepassing op de handelingen en werken die op het moment waarop ze wordt toegekend, nog te uitgevoerd moeten worden. § 3. De Regering bepaalt het subsidiepercentage van de in artikel 59, tweede lid, bedoelde aankopen van onroerende goederen.

Art. 67.De Regering bepaalt de wijze van uitbetaling van de toegekende subsidies.

Als ze bij de uitbetaling van de subsidies vaststelt dat de elementen die de toekenning van een verhoging van het subsidiepercentage voor een ontsluiting bedoeld in artikel 66, § 2, niet uitgevoerd worden, deelt de Regering het aan de operator mee en legt ze het subsidiepercentage vast dat van toepassing is op de omtrek zowel voor de handelingen, werken en studies die reeds uitgevoerd worden als voor degene die nog uit te voeren zijn.

In voorkomend geval gaat ze tot de evenredige terugvordering van de onrechtmatig geïnde subsidies over.

Art. 68.De Regering bepaalt de modaliteiten voor de terugvordering van het geheel of een gedeelte van de subsidie wanneer een project gevoerd door een operator van categorie B een winstmarge in zijn hoofde genereert na afloop van een periode van vijftien jaar na de uitbetaling van de subsidie. HOOFDSTUK IV. - Afschaffing van het economische gebruik van het gesubsidieerde goed

Art. 69.De operator kan op eigen verzoek en met de instemming van de Regering een einde maken aan het economische gebruik van het goed waarvoor hij in aanmerking is gekomen voor een subsidie van het Gewest. Die instemming kan gepaard gaan met voorwaarden die met name betrekking hebben op de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de gewestelijke subsidie.

Art. 70.Behalve in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie van de gebruiker van het goed of, zonder de instemming van de operator, afstand van een zakelijk recht of verhuring, gaat de Regering, indien ze vaststelt dat een einde wordt gemaakt aan het economische gebruik van een goed zonder haar instemming en in strijd met de toekenningsvoorwaarden van de subsidie, over tot de gehele of gedeeltelijke evenredige terugvordering van de subsidie.

De beslissing van de Regering tot vaststelling dat een einde wordt gemaakt aan het economische gebruik van het goed wordt aan de operator meegedeeld. HOOFDSTUK V. - Rapportering, controle en sancties

Art. 71.Uiterlijk op 1 januari van elk jaar maakt de operator de leidend ambtenaar een verslag over dat omvat met name : a) een voorstelling van de stand van de tenuitvoerlegging van het meerjarig programma van infrastructurele investeringen en van de bijwerkingen ervan, die voorzien zijn van een visum van de Regering;b) voor het afgelopen jaar, een omschrijving van de uitgevoerde investeringen die in het meerjarig programma van infrastructurele investeringen of in de bijwerkingen ervan niet opgenomen waren;c) een omschrijving van de staat van de omtrekken van erkenning, onteigening en voorkoop die dankzij de subsidies van de Regering uitgevoerd zijn;b) een identificatie van de terreinen of gebouwen voor tijdelijk onthaal of de ondersteunende dienstencentra;e) de gegevens betreffende de terbeschikkingstellingen en de terugkopen van elk goed dat het voorwerp heeft uitgemaakt van een financiering op grond van dit decreet of van de vorige wetgevingen;f) de statistieken betreffende het aantal gevestigde ondernemingen, de door bedoelde ondernemingen uitgevoerde investeringen en het aantal rechtstreekse gecreëerde banen;g) voor de operatoren van categorie B en per project, een geldelijke toestand die alle kosten en alle geïnde ontvangsten of vaststaande ontvangsten omvat;h) een stand van zaken over de wijze waarop de beginselen van circulaire economie door de operator uitgevoerd worden op de erkenningsomtrekken en de doelstellingen en verbeteringsmaatregelen voor de toekomst. De Regering kan de vorm en de inhoud van dat verslag nader bepalen.

Indien ze het jaarlijkse verslag niet ontvangt, kan de Regering weigeren om het meerjarig programma van infrastructurele investeringen van de operator of de bijwerking ervan van het visum te voorzien.

Art. 72.De leidend ambtenaar verifieert het gebrek aan tekortkomingen in het kader van de uitvoering van de omtrekken van erkenning, onteigening en voorkoop, van de terbeschikkingstellingen en het gebruik van de subsidies.

Art. 73.De leidend ambtenaar informeert de operator van de tekortkomingen die hij vaststelt en vermeldt : a) de overwogen sanctie als de tekortkoming wordt vastgesteld;b) de datum van het verhoor waarin de operator, in voorkomend geval vergezeld van zijn advocaat, verzocht wordt zijn opmerkingen mede te delen;c) de wijze waarop de operator het volledige dossier betreffende de tekortkomingen die hem worden verweten kan raadplegen. Van het verhoor wordt er een proces-verbaal opgesteld.

Op advies van de leidend ambtenaar stuurt de Regering haar beslissing aan de operator binnen een termijn van veertig dagen na het verhoor.

Art. 74.De sanctie bestaat erin tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de slecht gebruikte subsidie over te gaan en, eventueel, de operator te verbieden nieuwe subsidies tijdens een bepaalde periode aan te vragen.

De sanctie is evenredig met de ernst van de tekortkomingen die de beslissing rechtvaardigen.

TITEL 5. - Beheer van de erkenningsomtrekken door de operatoren

Art. 75.De operatoren voeren de omtrekken uit waarvan ze de erkenning hebben ontvangen door de volgende doelstellingen na te streven : a) voor de aanleg of de revitalisering van de terreinen zorgen om er de ontwikkeling van een economische activiteit op langdurige, duurzame en dynamische wijze mogelijk te maken;b) de economische aantrekkelijkheid van de omtrek bevorderen;c) de gronden en gebouwen karig gebruiken;d) het goede onderhoud van de gesubsidieerde infrastructuren waarborgen.

Art. 76.De Regering legt een databank uit van de beschikbare terreinen, gebouwen voor tijdelijk onthaal en ondersteunende dienstencentra gelegen binnen de erkenningsomtrek op grond van de informatie meegedeeld door de operatoren in hun jaarlijks verslag.

Met het oog op de oprichting van de databank maken de operatoren driemaandelijks de bijgewerkte informatie van het jaarlijks verslag betreffende de identificatie van de beschikbare terreinen of gebouwen voor tijdelijk onthaal en ondersteunende dienstencentra evenals de gegevens betreffende de terbeschikkingstellingen en de terugkopen aan de Regering over. Bij gebreke en na ingebrekestelling vermindert de Regering het subsidiepercentage van elke nieuwe aanvraag ingediend door de in gebreke gebleven operator met 10 % tot de overmaking van de informatie.

De Regering kan de modaliteiten voor de overmaking van de informatie en de vermindering van het subsidiepercentage nader bepalen. Ze kan ook bepalen welke informatie opgenomen in de databank toegankelijk is voor het publiek en in welke vorm ook.

TITEL 6. - Terbeschikkingstelling HOOFDSTUK I. - Terbeschikkingstellingwijzen

Art. 77.Met uitzondering van de in artikel 22 bedoelde gevallen worden de op krachtens dit decreet ingerichte, geherdynamiseerde of teruggekochte onroerende goederen ter beschikking gesteld van gebruikers of economische tussenpersonen door middel van verkoop, verhuur of afstand van zakelijke rechten. HOOFDSTUK II. - Prijs van de afgestane rechten

Art. 78.De rechten worden afgestaan tegen een prijs die niet kleiner mag zijn dan de verkoopwaarde van het goed, noch dan de door de operator gemaakte kosten.

De rechten kunnen afgestaan worden rekening houdende met hun alternatieve kosten of hun kostprijs wanneer ze de verkoopwaarde overschrijden.

Art. 79.De terbeschikkingstelling van de gemeenschappelijke diensten en uitrustingen in de gebouwen voor tijdelijk onthaal en in de ondersteunende dienstencentra gebeurt tegen de marktprijs. HOOFDSTUK III. - Het verlijden van de akten

Art. 80.Het aankoopcomité is belast met de vastlegging van de verkoopwaarde van de door de operator afgestane rechten.

Art. 81.Wanneer de operator geen beroep doet op het aankoopcomité, kan hij een college samengesteld van drie notarissen, zoals bedoeld in artikel 38, erom verzoeken de verkoopwaarde van de afgestane rechten te bepalen en dan één van de drie notarissen van dit college erom verzoeken de akten van verkoop, afstand van zakelijke rechten of huur van hand tot hand op te stellen. HOOFDSTUK IV. - Verplichte voorwaarden van de overeenkomsten voor de afstand van rechten Afdeling 1. - Op alle overeenkomsten toepasselijke bepalingen

Art. 82.Elke overeenkomst voor de afstand van rechten betreffende een goed gelegen binnen een erkenningsomtrek omvat : a) een clausule waarin de bedrijfsactiviteit omschreven wordt die op of in het pand wordt beoefend;b) een clausule waarin de werkgelegenheidseisen worden vastgelegd voor de op het goed uit te oefenen activiteit;f) een clausule waarin het minimumbedrag van de door te voeren investeringen wordt vastgelegd voor de op het goed uit te oefenen activiteit;d) een opzeggingsclausule ten laste van de aankoper of de pachter wanneer de economische activiteit niet uitgeoefend wordt binnen de in de overeenkomst overeengekomen termijn of, bij gebreke, binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de ondertekening van de akte, behoudens de uitdrukkelijke toestemming van de operator om die termijn met één jaar te verlengen;e) een clausule die de uitoefening van een detailhandel op of binnen het onroerend goed verbiedt, tenzij laatstgenoemde voorafgaandelijk erkend is door de operator als ondersteunend voor de andere activiteiten uitgeoefend binnen de erkenningsomtrek;f) een clausule volgens welke de gebruiker of de economische tussenpersoon zich ertoe verbindt de vigerende milieuwetgeving na te leven;g) een clausule krachtens welke de gebruiker of de economische tussenpersoon zich verbiedt het geheel of een gedeelte van zijn rechten op het goed af te staan zonder de voorafgaande, eventueel voorwaardelijke, instemming van de operator;h) een clausule krachtens welke de gebruiker of de economische tussenpersoon, indien hij met de instemming van de operator niet zelf het ter beschikking gesteld goed gebruikt, zich ertoe verbindt de in dit lid bepaalde clausules en degene bedoeld in de artikelen 83 en 84 van de overeenkomst voor de terbeschikkingstelling in te sluiten tussen de eindgebruiker en hijzelf. Afdeling 2. - Op de verkoopovereenkomsten toepasselijke bepalingen

Art. 83.Wanneer de overeenkomst in een verkoop bestaat, omvat ze, naast de in artikel 82 bedoelde clausules, een clausule die eraan herinnert dat de operator tot de gedwongen terugkoop van het goed kan overgaan in geval van afstand van de in de overeenkomst geïdentificeerde economische activiteit of bij niet-naleving van artikel 82, b), c), e), f), g) of h).

Wanneer hij de afstand van de in de overeenkomst geïdentificeerde economische activiteit of de niet-naleving van artikel 82, b), c), e), f), g) of h) vaststelt, maant de operator de gebruiker of de economische tussenpersoon aan zijn verplichtingen binnen een termijn van maximum één maand na te komen.

In de gebruiker of de economische tussenpersoon na afloop van die termijn zijn verplichtingen niet heeft nageleefd, kan de operator overgaan tot de gedwongen terugkoop van het onroerend goed.

De terugkoop van het terrein gebeurt tegen de oorspronkelijke verkoopprijs, al naar gelang de schommelingen van de index der consumptieprijzen. Gesteld dat die prijs hoger zou zijn dan de verkoopwaarde van het terrein, gebeurt de wederaankoop tegen die laatste waarde.

De gebouwen die aan de gebruiker of aan de economische tussenpersoon behoren, met uitsluiting van de onroerende goederen per bestemming en van de roerende goederen, worden tegen verkoopwaarde teruggekocht.

Indien de verkoopwaarde hoger is dan de kostprijs in rekening gebracht, maar verminderd met de afschrijvingen die in inkomstenbelasting toegelaten zijn, gebeurt de terugkoop tegen die laatste prijs.

De verkoopwaarde en de kostprijs worden bepaald door het aankoopcomité of een college van drie notarissen bedoeld in artikel 38. Afdeling 3. - Bepalingen toepasselijk op de overeenkomsten van afstand

van zakelijke rechten en van verhuur

Art. 84.Wanneer de overeenkomst in een verhuur of een afstand van zakelijke rechten bestaat, omvat ze, naast de in artikel 82 bedoelde clausules, een clausule die eraan herinnert dat de operator tot de overeenkomst ten laste van de gebruiker of de economische tussenpersoon in geval van afstand van de in de overeenkomst geïdentificeerde economische activiteit of bij niet-naleving van artikel 82, b), c), e), f), g) of h) kan opzeggen.

Wanneer hij de afstand van de in de overeenkomst geïdentificeerde economische activiteit of de niet-naleving van artikel 82, b), c), e), f), g) of h) vaststelt, maant de operator de gebruiker of de economische tussenpersoon aan zijn verplichtingen binnen een termijn van maximum één maand na te komen.

In de gebruiker of de economische tussenpersoon na afloop van die termijn zijn verplichtingen niet nageleefd heeft, kan de operator de overeenkomst ten laste van de gebruiker of de economische tussenpersoon opzeggen.

De gebouwen die aan de gebruiker of aan de economische tussenpersoon behoren, met uitsluiting van de roerende goederen, worden tegen verkoopwaarde teruggekocht. Indien de verkoopwaarde hoger is dan de kostprijs in rekening gebracht, maar verminderd met de afschrijvingen die in inkomstenbelasting toegelaten zijn, gebeurt de terugkoop tegen die laatste prijs.

De verkoopwaarde en de kostprijs worden bepaald door het aankoopcomité of een college van drie notarissen bedoeld in artikel 38.

TITEL 7. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 85.Het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid wordt opgeheven.

De gevolgen ervan worden gehandhaafd : a) wat betreft de voorwaarden voor de toekenning van subsidies, de procedure voor de toekenning van subsidies, de berekeningsbasis, het percentage, de procedure voor de uitbetaling en terugvordering van de subsidie tot de definitieve oplevering van de handelingen en werken ten opzichte van : 1.de inrichtingen opgenomen door de Regering vóór de inwerkingtreding van dit decreet in de alternatieve financieringsprogramma's SOWAFINAL; 2. de inrichtingen voor de uitvoering waarvan een overheidsopdracht voor aanneming van werken of van leveringen is toegewezen vóór de inwerkingtreding van dit decreet op voorwaarde dat de operator daarom verzoekt;b) wat betreft de in artikel 13 van bovenvermeld decreet bedoelde mogelijkheid voor de operator om een van het visum van het aankoopcomité voorzien aanbod in der minne of in rechte voor te stellen tot de door de Regering bepaalde datum.Wanneer de operator een subsidie vraagt voor een aankoop uitgevoerd ten gevolge van een aanvraag voor een visum van het aankoopcomité, wordt de aankoopprijs die als berekeningsbasis voor de subsidie dient, beperkt tot het bedrag dat het voorwerp heeft uitgemaakt van het visum van het comité, tot het bedrag vermeld in een aanbod overeenkomstig artikel 13, eerste lid, van het bovenvermelde decreet wanneer het comité zijn beslissing niet binnen de in artikel 13, tweede lid, van bovenvermeld decreet bedoelde termijn meedeelt of tot het maximumbedrag bedoeld in artikel 13, derde lid, van het bovenvermelde decreet wanneer het comité weigert zijn visum toe te kennen.

In de artikelen D.II.12, § 3, tweede lid, en § 5, zesde lid, D.II.49, § 4, tweede lid, D.II.50, § 1, vierde lid, D.II.51, § 2, tweede lid, § 4, vierde lid, en § 5, derde lid, D.II.52, § 2, eerste lid, § 5, vierde lid, en § 7, derde lid, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling worden de woorden "decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid" vervangen door de woorden "decreet van 2 februari 2017 betreffende de ontwikkeling van bedrijfsparken.".

In artikel D.IV.22, eerste lid, 6°, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, worden de woorden "in artikel 1, 5°, van het decreet betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid, vervangen door de woorden "in artikel 1, 1°, van het decreet van 2 februari 2017 betreffende de ontwikkeling van bedrijfsparken".

Art. 86.De erkennings- en onteigeningsomtrekken aangenomen voor de datum van inwerkingtreding van dit decreet worden aan de bepalingen van dit decreet onderworpen.

Wanneer de uitvoering een ontsluiting impliceert om de vestiging of de ontwikkeling van economische activiteiten mogelijk te maken, genieten de in het eerste lid bedoelde omtrekken geen enkele vermeerdering behalve wanneer de Regering een op de criteria bedoeld in artikel 66 gegronde andersluidende beslissing neemt, die later aangenomen wordt, namelijk wanneer ze over de in artikel 62 bedoelde subsidieaanvraag aanneemt.

Wanneer de erkenningsomtrek evenwel een ontsluiting impliceert : a) en erkend wordt als deelnemer aan de uitvoering van één van de concurrentiepolen van Wallonië of als één van de zeven wetenschapsparken of wanneer de multimodale bewegingen ter bestemming van verschillende ondernemingen binnen de omtrek mogelijk worden gemaakt of wanneer de omtrek wegens de beperking van de binnen de omtrek toegelaten activiteitensectoren als gethematiseerd wordt erkend, wordt bedoelde omtrek beschouwd als "gespecialiseerd park" en geniet hij de overeenstemmende vermeerdering;b) en voortvloeiend is uit een door de Regering beslist prioritair plan van bedrijfsruimten, wordt hij als "regionaal park" beschouwd en geniet hij de overeenstemmende vermeerdering indien de omtrek een oppervlakte van minstens twintig hectare heeft;c) en de oprichting van een micro-bedrijfsruimte in een bebouwd milieu beoogt, waarbij het stadsweefsel geregenereerd kan worden of economische activiteiten in een stedelijk milieu opnieuw kunnen worden gevestigd, wordt hij als "duurzaam park" beschouwd en geniet hij de overeenstemmende vermeerdering indien de omtrek een oppervlakte van maximum 10 hectare heeft;d) en onroerende goederen integreert die inbegrepen zijn in een omtrek van een herin te richten locatie of een locatie tot herstel van landschap en leefmilieu in de zin van het Wet van Ruimtelijke Ontwikkeling, wordt hij beschouwd als "par " herin te richten locatie en geniet de overeenstemmende vermeerdering.

Art. 87.§ 1. De voor de inwerkingtredingsdatum van dit decreet aangenomen erkenningsomtrek vervalt indien de operator op de inwerkingtredingsdatum van dit decreet voor die omtrek geen steun heeft aangevraagd op basis van de artikelen 16 en volgende van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid en indien hij binnen vijf jaar te rekenen van de inwerkingtreding van dit decreet overeenkomstig artikel 62 geen subsidie aanvraagt.

Het verval gebeurt van rechtswege.

Op voorstel van de operator kan de Regering evenwel de geldigheid van de erkenningsomtrek voor een periode van twee jaar verlengen. Die aanvraag wordt uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid ingediend.

De Regering beslist over de aanvraag uiterlijk de dag voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid. Bij gebrek aan zending van de beslissing van de Regering binnen deze termijn wordt de aanvraag goedgekeurd.

De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt, wordt het besluit of een bericht waarin het gebrek aan uitdrukkelijke beslissing wordt vermeld bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. § 2. Het besluit tot toelating van de onteigening dat voor de inwerkingtredingsdatum van dit decreet is aangenomen vervalt, indien de operator binnen die omtrek geen onroerend goed heeft aangekocht voor de inwerkingtreding van dit decreet of binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van dit decreet.

Het verval gebeurt van rechtswege.

Op voorstel van de operator kan de Regering evenwel de geldigheid van het besluit voor een periode van twee jaar verlengen. Die aanvraag wordt uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid ingediend.

De Regering beslist over de aanvraag uiterlijk de dag voor het verstrijken van de vervaltermijn bedoeld in het eerste lid. Bij gebrek aan zending van de beslissing van de Regering binnen deze termijn wordt de aanvraag geweigerd.

De beslissing van de Regering wordt aan de operator meegedeeld.

Wanneer de Regering de aanvraag van de operator inwilligt,wordt het besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 88.De erkenningsaanvraag, de onteigeningsaanvraag en de erkennings- en onteigeningsaanvraag waarvan de leidend ambtenaar ontvangst heeft bericht vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet wordt verder behandeld volgens de op de datum van het bericht van ontvangst vigerende bepalingen.

Bij goedkeuring worden de erkenningsomtrek en het onteigeningsbesluit onderworpen aan de bepalingen van dit decreet.

Wanneer de uitvoering van de overeenkomstig het eerste lid aangenomen erkenningsomtrek een ontsluiting impliceert om de vestiging of de ontwikkeling van economische activiteiten mogelijk te maken, worden de eventuele verhoging van het subsidiepercentage overeenkomstig dit decreet door de Regering in zijn beslissing tot aanneming van de omtrek vastgelegd.

De operator kan de toepassing van een verhoging van het subsidiepercentage bedoeld in het derde lid vragen, waarbij hij redenen die na de aanneming van de erkenningsomtrek zijn gebeurd doet gelden. Indien de Regering de aanvraag inwilligt, is de wijziging van het subsidiepercentage van toepassing op de handelingen en werken die op het moment van haar beslissing nog uitgeoefend moeten worden.

Art. 89.§ 1. De subsidieaanvraag die voor de inwerkingtreding van dit decreet door de leidend ambtenaar wordt ontvangen, wordt behandeld volgens de op datum van ontvangst van de aanvraag vigerende bepalingen. § 2. De operator die vóór 20 oktober 2016 een principeakkoord heeft ontvangen in de zin van de ministeriële omzendbrief van 4 oktober 2011 betreffende de subsidies voor de aankoop van terreinen overeenkomstig de artikelen 4 en 6 van het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de infrastructuren voor het onthaal van de economische activiteiten kan een subsidie vragen en ontvangen voor de aankoop van de in het principeakkoord bedoelde goederen. In dit geval worden de subsidies toegekend en uitbetaald onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 5, 10 en 12 van het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2004 tot uitvoering van het decreet van 21 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid.

Art. 90.Dit decreet treedt in werking op de door de Regering bepaalde datum. De Regering kan voor elke bepaling verschillende inwerkingtredingsdata vastleggen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 2 februari 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, M. PREVOT De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van Tewerkstelling en Vorming, E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging en Energie, C. LACROIX De Minister van de Plaatselijke Besturen, Stedenbeleid en Huisvesting, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN _______ Nota (1) Zitting 2016-2017. Stukken van het Waalse Parlement 625 (2016-2017), nrs. 1, 1bis tot 59.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 1 februari 2017.

Bespreking.

Stemming.

^