Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 mei 2019
gepubliceerd op 11 oktober 2019

Decreet tot invoeging van bepalingen betreffende de palliatieve zorg in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019204515
pub.
11/10/2019
prom.
02/05/2019
ELI
eli/decreet/2019/05/02/2019204515/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 MEI 2019. - Decreet tot invoeging van bepalingen betreffende de palliatieve zorg in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.In Deel I, Boek 1, titel 1, van het Waals wetboek van sociale actie en gezondheid wordt artikel 1 aangevuld met een punt 8°, luidend als volgt: "8° een overeenkomst voor palliatieve verzorging: een overeenkomst opgemaakt met de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging die de in artikel 491/28 bedoelde opdrachten vervullen.".

Art. 3.In Deel I, boek 1, titel II van hetzelfde Wetboek, in artikel 24/1, derde lid, worden de woorden "en overeenkomsten voor palliatieve verzorging" ingevoegd tussen het woord "revalidatieovereenkomsten" en de woorden "voor te stellen aan het Comité".

Art. 4.In Deel I, boek III ter, van hetzelfde Wetboek, wordt artikel 43/2, eerste lid, aangevuld met een punt 17°, luidend als volgt: "17° een overeenkomst voor palliatieve verzorging: een overeenkomst opgemaakt met multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging die de in artikel 491/28 bedoelde opdrachten vervullen.".

Art. 5.In Deel I, Boek IIIter van hetzelfde Wetboek, in artikel 43/7, wordt punt 8° vervangen door wat volgt: "8° de palliatieve zorg verstrekt door een multidisciplinaire begeleidingsequipe, zoals bedoeld bij de in artikel 43/2, eerste lid, 11°, bedoelde revalidatie-overeenkomsten gesloten met een gecoördineerd multidisciplinair verzorgingscentrum;".

Art. 6.In Deel II, boek VI, titel 1 van hetzelfde Wetboek, wordt een hoofdstuk V ingevoegd, met als opschrift "Palliatieve zorg, multidisciplinaire begeleidingsequipes, overlegplatforms inzake palliatieve verzorging en hun federatie(s)".

Art. 7.In hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 6, wordt een afdeling 1 ingevoegd, met als opschrift "Algemene bepalingen".

Art. 8.In afdeling 1, ingevoegd bij artikel 7, wordt een artikel 491/3 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/3.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° palliatieve zorg: de zorg bedoeld in artikel 2, derde lid, van de wet van 14 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/06/2002 pub. 26/10/2002 numac 2002022868 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de palliatieve zorg sluiten betreffende de palliatieve zorg;2° palliatieve patiënt: de patiënt bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet van 14 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/06/2002 pub. 26/10/2002 numac 2002022868 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de palliatieve zorg sluiten betreffende de palliatieve zorg;3° overlegplatform inzake palliatieve verzorging of platform: de vereniging zonder winstoogmerk bedoeld in artikel 491/14;4° federatie: de vereniging zonder winstoogmerk bedoeld in artikel 491/23 waarvan minstens twee platformen lid zijn;5° omgeving: het gezin, de naasten en de mantelzorgers van de palliatieve patiënt;6° mantelzorger: de persoon bepaald in artikel 3 van de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203605 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat type wet prom. 12/05/2014 pub. 29/09/2014 numac 2014000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat. - Duitse vertaling sluiten betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat;7° beoefenaar: de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg verwijzend naar de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;8° woonplaats: de plaats waar de palliatieve patiënte gewoonlijk en effectief woont;9° beoefenaar: de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg verwijzend naar de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;10° opvang- en huisvestingsdiensten: de in artikel 283, tweede lid, 7°, bedoelde opvang- en huisvestingsdiensten voor gehandicapte personen, psychiatrische verzorgingstehuizen, beschermde huisvestingsinitiatieven, overeenkomsten voor functionele revalidatie of iedere andere erkende opvang- en huisvestingsdienst;11° netwerk palliatieve zorg: de actoren die op het grondgebied van het platform optreden en die een link hebben met palliatieve zorg; 12° institutioneel netwerk: de institutionele actoren die op het grondgebied van het platform optreden en die een link hebben met palliatieve zorg.".

Art. 9.In hetzelfde hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 6, wordt een afdeling 2 ingevoegd met als opschrift "Overlegplatformen inzake palliatieve verzorging".

Art. 10.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 9, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, met als opschrift "Opdrachten".

Art. 11.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 491/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/4.§ 1. Het platform moet worden opgericht als een vereniging zonder winstoogmerk en ontwikkelt de volgende activiteiten: 1° informatie voor het grote publiek en beroepsbeoefenaren;2° bewustmaking van de beroepsbeoefenaars voor palliatieve benadering in de verzorging;3° opleiding van de beoefenaars;4° opleiding van vrijwilligers in de palliatieve zorg;5° psychologische ondersteuning op verzoek: - van de palliatieve patiënten of van hun omgeving; - van de beoefenaars en andere beroepsbeoefenaars die betrokken zijn bij de begeleiding aan het einde van het leven; - van vrijwilligers; 6° overleg met het netwerk palliatieve zorg bedoeld in artikel 491/3, 9°, met het oog op de oprichting of de consolidatie van het netwerk palliatieve zorg waar de palliatieve patiënt zich bevindt, op het grondgebied dat het dekt;7° het verzamelen van statistische gegevens volgens de modaliteiten die door de Regering, in overleg met de andere platformen, worden bepaald;8° samenwerking, waarbij de deelname van het personeel aan samenwerkingsactiviteiten tussen platformen wordt bevorderd en toegelaten. § 2. De Regering stelt de modaliteiten vast voor de uitvoering van de in § 1, 1° tot en met 4° bedoelde opdrachten, waarbij de certificerende opleiding en de opleidingen aangeboden door de openbare instellingen of door de instellingen erkend door de bevoegde openbare overheden worden bevorderd.

Een platform kan de in het eerste lid bedoelde opleidingen zelf organiseren en verstrekken, mits het voldoet aan de door de Regering gestelde voorwaarden. § 3. In het kader van de in § 1, 5°, bedoelde opdracht, verwijst het platform de personen door naar andere zorg- en gezondheidsactoren en waarborgt het de continuïteit van de zorg, wanneer de situatie dit vereist.".

Art. 12.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 491/5 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/5.Bij de uitvoering van de in artikel 491/4 bedoelde opdrachten moet elke beroepsbeoefenaar die in het kader van het platform optreedt, de volgende elementen in acht nemen: 1° de vrijheid op het gebied van filosofische en religieuze overtuigingen; 2° de rechten van de patiënt.".

Art. 13.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 491/6 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/6.Het platform beslaat een geografisch gebied met een bevolking van tussen de tweehonderdduizend en een miljoen inwoners.

Er mogen maximum drie platformen per provincie zijn.".

Art. 14.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 491/7 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/7.Het platform legt een actieplan voor een periode van drie jaar voor.

De Regering keurt de inhoud van het actieplan goed, dat de volgende delen omvat: 1° de omgeving van het platform wat grondgebied en institutioneel netwerk betreft;2° de algemene organisatie van het platform, uitvoerig omschreven voor elke opdracht;3° de operationele doelstellingen; 4° de acties i.v.m. de operationele doelstellingen; 5° de middelen die voor de acties bestemd worden;6° de evaluatie in de vorm van kwantitatieve of kwalitatieve indicatoren. De organiserende autoriteit van het platform is verantwoordelijk voor de operationalisering van de activiteiten, de uitvoering, de zelfevaluatie en de aanpassing ervan.".

Art. 15.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 491/8 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/8.Kan lid zijn van het platform: 1° de hulpdiensten voor gezinnen en bejaarde personen bedoeld in artikel 219, 2°;2° patiëntenverenigingen;3° coördinatiecentra voor thuiszorg en -hulp bedoeld in artikel 434, 2°;4° geïntegreerde diensten voor thuisverzorging bedoeld in artikel 434, 16°;5° algemene medische kringen en organisaties van andere zorgverleners;6° apothekers en verenigingen van apothekers;7° inrichtingen voor bejaarde personen bedoeld in artikel 334, 2°;8° ziekenhuizen met inbegrip van psychiatrische ziekenhuizen;9° opvang- en huisvestingsdiensten zoals bepaald in artikel 334 van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;10° verenigingen in verband met palliatieve ondersteuning en de follow-up van de rouwverwerking;11° opvangcentra en dagverzorgingscentra; 12° iedere andere instelling of persoon die door het platform relevant wordt geacht.".

Art. 16.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 491/9 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/9.§ 1. Wanneer een rechtspersoon als bedoeld in artikel 491/8 lid wenst te worden van het platform, treedt hij tot het platform toe door het sluiten van een overeenkomst. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde overeenkomst omvat minstens: 1° de identiteit, de administratieve zetel en de rechtsvorm van de partijen;2° het doel van de samenwerking;3° de praktische samenwerkingsmodaliteiten;4° de eventuele financiële overeenkomsten;5° de modaliteiten voor geschillenbeslechting;6° de duur van de overeenkomst en de modaliteiten voor de opzegging. § 3. Wanneer het platform met een partner samenwerkt, specificeert het de inhoud van de samenwerking, bepaalt het de verdeling van de verantwoordelijkheden, plant het activiteiten of projecten, bepaalt het met zijn partner de samenwerkingsmodaliteiten, acties en evaluatiemodaliteiten van de samenwerking.".

Art. 17.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 9, wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, met als opschrift "Werking".

Art. 18.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel 491/10 ingevoegd, luidend als volgt:

Art. 491/10.Het platform oefent zijn opdrachten exclusief op het grondgebied van het Franse taalgebied uit."

Art. 19.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 491/11 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/11.De handelingen en de advertenties, aanplakkingen en dragers die afkomstig zijn van het platform vermelden ter informatie "overlegplatforms inzake palliatieve verzorging goedgekeurd en gesubsidieerd door het Waals Gewest".

Art. 20.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 491/12 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/12.§ 1. Binnen elk platform wordt een coördinatiecomité, hierna "het comité" genoemd, opgericht.

Het comité bestaat minstens uit de leden van de raad van bestuur.

De leden van het comité hebben een specifieke ervaring in palliatieve zorg. § 2. Het comité: 1° controleert de uitoefening van de opdrachten van het platform;2° evalueert de werking van de toetredingsovereenkomst tussen de leden van het platform met het oog op de verbetering ervan;3° zorgt voor het opstellen en voorleggen aan de raad van bestuur van het actieplan en het opstellen van het jaarverslag over de behaalde resultaten;4° onderhoudt banden met beoefenaars die niet meewerken of geen lid zijn van het platform, alsmede met patiëntenverenigingen of verzekeringsinstellingen;5° discussieert over de ethische aspecten van de gevoerde acties, de eerbiediging van de rechten van de patiënten met betrekking tot de geïnformeerde toestemming in de zin van de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten betreffende de rechten van de patiënt en de eerbiediging van de levensbeschouwelijke en godsdienstige overtuigingen. Het comité kan specifieke werkgroepen oprichten die met de uitvoering van bepaalde activiteiten worden belast.".

Art. 21.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 491/13 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/13.Er wordt minstens een multidisciplinaire begeleidingsequipe op het grondgebied van elk platform georganiseerd.

Bedoelde equipe wordt ofwel in het platform geïntegreerd ofwel verbonden met het platform door een samenwerkingsovereenkomst, waarvan de minimale inhoud door de Regering wordt bepaald.

De begeleidingsequipe is in palliatieve zorg gespecialiseerd. Ze treedt in de woonomgeving van de patiënt in de tweede lijn op. Haar opdrachten zijn de volgende: - overleg plegen met de zorgverleners en hen adviseren over alle aspecten van de palliatieve zorg; - een goede organisatie en een goede coördinatie van de palliatieve zorg in de betrokken context bewerkstelligen; - psychologische en morele steun verlenen aan de betrokken zorgverleners in de eerste lijn en aan de patiënt en zijn omgeving; - een aanvullende bijdrage leveren aan de ondersteuning en palliatieve zorg van patiënten die de laatste fase van hun leven thuis willen doorbrengen. De zorg voor patiënten en hun omgeving biedt dezelfde kwaliteiten als de zorg in geval van een ziekenhuisopname. Daartoe moet de equipe beschikken over een hoog niveau van deskundigheid in alle aspecten van de palliatieve zorg; - advies over palliatieve zorg geven aan zorgverleners in de eerste lijn die, onder leiding van de huisarts van de patiënt, volledig verantwoordelijk blijven voor de zorg en ondersteuning van hun patiënt.

In overleg met de betrokken zorgverleners in de eerste lijn biedt de equipe in sommige gevallen zelf bepaalde aspecten van palliatieve zorg en ondersteuning aan een patiënt in zijn gezinssetting.

Bovendien kan de equipe ook andere activiteiten ondernemen die indirect de kwaliteit van de palliatieve zorg ten goede kunnen komen, zoals: - praktische opleiding en de begeleiding van de vrijwilligers; - telefonisch onthaal en informatie voor patiënten en hun omgeving over bepaalde aspecten van palliatieve zorg.".

Art. 22.In dezelfde onderafdeling 2 wordt een artikel 491/14 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/14.Het platform beschikt over de infrastructuur en de uitrusting die nodig zijn om zijn opdrachten uit te voeren, zoals gespecificeerd door de Regering.".

Art. 23.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 9, wordt een onderafdeling 3 ingevoegd, met als opschrift "Erkenning".

Art. 24.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 23, wordt een artikel 491/15 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/15.Het platform wordt erkend voor een minimale bevolking van tweehonderd duizend inwoners.".

Art. 25.In dezelfde onderafdeling 3 wordt een artikel 491/16 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/16.Het platform dient een erkenningsaanvraag bij de Regering in door elk middel dat vaste datum aan de zending verleent.".

Art. 26.In dezelfde onderafdeling 3 wordt een artikel 491/17 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/17.§ 1. De Regering verleent de erkenning voor een onbepaalde duur indien: 1° de bepalingen van dit hoofdstuk worden nageleefd;2° de bepalingen van dit hoofdstuk, die pas na goedkeuring kunnen worden nageleefd, het voorwerp uitmaken van een verbintenis van de inrichtende macht om deze binnen de door de Regering vastgestelde termijn na te leven. De verplichtingen die nagekomen moeten worden bij de indiening van erkenningsaanvraag zijn de volgende: a) de opdrachten bedoeld in de artikelen 491/4, met uitzondering van de verzameling van de statistieke gegevens, 491/6, 491/8, 491/9 en 491/10, vervullen;b) voldoen aan het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204573 bron waalse overheidsdienst Decreet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, met inbegrip van de discriminatie tussen vrouwen en mannen inzake economie, tewerkstelling en beroepsopleiding sluiten betreffende de bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie;c) een actieplan bepalen volgens de door de Regering vastgestelde presentatie. § 2. De erkenningsaanvraag omvat minstens: 1° de identificatie van de vereniging zonder winstoogmerk en van haar instanties;2° de bedrijfszetel van de vereniging;3° de omschrijving van het grondgebied van de vereniging alsook het aantal inwoners ervan;4° de lijst van de leden;5° de samenstelling van het personeel; 6° het actieplan.".

Art. 27.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 9, wordt een onderafdeling 4 ingevoegd, met als opschrift "Toelage".

Art. 28.In onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 27, wordt een artikel 491/18 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/18.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en onder de door haar gestelde voorwaarden verleent de Regering een jaarlijkse toelage aan de platformen.

De toelage bedoeld in lid 1 bestaat uit: 1° een vast deel, gelijk voor het geheel van de platformen;2° een variabel deel, afhankelijk van het aantal inwoners van het geografische gebied dat door het platform wordt bestreken. Het in het tweede lid bedoelde variabele deel wordt berekend volgens een basispersoneel waarvan de samenstelling door de Regering wordt bepaald.

Het in het tweede lid, 2°, bedoelde variabele deel wordt jaarlijks met ingang van de inwerkingtreding van dit artikel herberekend op basis van de ontwikkeling van de populatie op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar van herberekening. § 2. De toelage dekt : 1° de personeelskosten betreffende het statutair personeel of personeel aangeworven op basis van een arbeidsovereenkomst, die de uitvoering van de in artikel 491/4 bedoelde opdrachten mogelijk maken en die ten minste wat volgt omvatten: a) een functie van psycholoog;b) een coördinatiefunctie; 2° de andere werkingskosten betreffende de in artikel 491/14 bedoelde opdrachten, waarvan de minimumdrempel en de aard door de Regering bepaald worden.".

Art. 29.In dezelfde onderafdeling 4 wordt een artikel 491/19 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/19.De Regering stelt de modaliteiten, bedragen, de berekeningswijze van de toelage en de berekeningswijze van de eventuele indexering vast.".

Art. 30.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 9, wordt een onderafdeling 5 ingevoegd, met als opschrift "Controle".

Art. 31.In onderafdeling 5, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 491/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/20.De financiële en kwalitatieve controle van de platformen wordt gevoerd door de daartoe aangewezen personeelsleden van het Agentschap.

Ze hebben vrije toegang tot de lokalen van de platformen en hebben het recht om ter plaatse inzage te nemen van de stukken en documenten die ze nuttig achten om hun opdracht te vervullen of erom te verzoeken zowel bij de platformen als bij de authentieke bronnen die er eventueel over beschikken.

Ze voeren hun controle met het oog op de verbetering van de praktijken en volgens het systeem van de participatieve beoordeling."."

Art. 32.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 9, wordt een onderafdeling 6 ingevoegd, met als opschrift "Intrekking van de erkenning".

Art. 33.In onderafdeling 6, ingevoegd bij artikel 32, wordt een artikel 491/21 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/21.§ 1. De Regering kan te allen tijde op voorstel van het Agentschap de erkenning als platform intrekken wegens niet-naleving van de bepalingen van deze afdeling of van de op grond van deze afdeling vastgestelde bepalingen.

Het platform waarvan de erkenningsaanvraag geweigerd is of waarvan de erkenning is ingetrokken, mag tijdens het jaar volgend op de beslissing tot weigering of intrekking van de erkenning geen nieuwe erkenningsaanvraag indienen. § 2. De procedure tot intrekking van de erkenning wordt door de Regering nader bepaald.

Te dien einde stelt zij de vorm en de termijnen vast en ziet zij erop toe dat de procedure op tegenspraak wordt gevoerd.".

Art. 34.In dezelfde onderafdeling 1 wordt een artikel 491/22 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/22.Met een geldboete van 1000 tot 10000 EUR worden gestraft, degenen die, zonder houder te zijn van een erkenning, de termen "erkend overlegplatform inzake palliatieve verzorging" of iedere andere daarmee samenhangende term die het bestaan van een dergelijke erkenning suggereert, gebruiken.".

Art. 35.In hetzelfde hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 6, wordt een afdeling 3 ingevoegd met als opschrift "Federatie".

Art. 36.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 35, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, met als opschrift "Opdrachten".

Art. 37.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 36, wordt een artikel 491/23 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/23.Een platform kan zich aansluiten bij een federatie, die om erkenning door de Regering kan verzoeken. Een platform mag slechts lid zijn van één federatie.

De Regering erkent de federatie(s) voor een verlengbare maximale periode van vijf jaar.

Om erkend te worden, vervult een federatie de volgende opdrachten: 1° zorgen voor overleg en samenwerking tussen de platformen die lid zijn, om de harmonisatie van praktijken en de kwaliteit van de activiteiten te bevorderen en te ondersteunen;2° de acties, doelstellingen en evaluaties gevoerd door de platformen coördineren;3° haar leden vertegenwoordigen bij de overheid, de administratieve overheden en de financiële instellingen;4° haar leden informeren over de vooruitgang en uitdagingen van de palliatieve zorgsector;5° groepen of personen die palliatieve zorg verlenen, bijeenbrengen om uitwisselingen en reflecties tussen hen te ontwikkelen;6° haar ervaring in de palliatieve zorg delen en ze op verschillende manieren verspreiden;7° in voorkomend geval, banden aanknopen met andere federaties met hetzelfde doel. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de uitoefening van de in het derde lid bedoelde opdrachten.".

Art. 38.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 35, wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, met als opschrift "Erkenning".

Art. 39.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 38, wordt een artikel 491/24 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/24.§ 1. De federatie die wenst erkend te worden, dient een aanvraag bij het Agentschap in en deelt bedoeld Agentschap minstens de volgende elementen mede: 1° de identificatie van de vereniging zonder winstoogmerk en haar instanties;2° de lijst van haar leden;3° haar activiteitenprogramma, waarin wordt uiteengezet hoe zij haar taken zal uitvoeren in termen van doelstellingen, acties en evaluatie van de resultaten daarvan in de vorm van indicatoren, en de toewijzing van de middelen. § 2. Een oproep tot indiening van een erkenningsaanvraag wordt in het Belgisch Staatsblad bekengemaakt, samen met een door het Agentschap opgemaakt formulier.

De federatie zendt het ingevulde formulier en haar activiteitenprogramma toe aan het Agentschap, dat ontvangst daarvan bericht binnen de termijn die het bepaalt.

De bepalingen van de artikelen 491/23 en 491/24 zijn van toepassing in geval van verlening van de erkenning.

De verlengingsaanvraag wordt aangevuld met de evaluatie van de gehaalde en niet gehaalde doelstellingen. § 3. De beslissing tot erkenning omvat het activiteitenprogramma zoals goedgekeurd door de Regering voor de erkenningsperiode. § 4. De Regering kan te allen tijde op voorstel van het Agentschap de erkenning als federatie intrekken wegens niet-naleving van de bepalingen van deze afdeling of van de op grond van deze afdeling vastgestelde bepalingen.

De federatie waarvan de erkenningsaanvraag geweigerd is of waarvan de erkenning is ingetrokken, mag tijdens het jaar volgend op de beslissing tot weigering of intrekking van de erkenning geen nieuwe erkenningsaanvraag indienen.".

Art. 40.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 35, wordt een onderafdeling 3 ingevoegd, met als opschrift "Toelage".

Art. 41.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 40, wordt een artikel 491/25 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/25.Binnen de perken van de begrotingskredieten kent de Regering een jaarlijkse toelage toe aan de erkende federaties naar rato van hun leden voor de in artikel 491/23 bedoelde opdrachten.

De toegekende toelage dekt de personeelskosten en de werkingskosten.

De Regering stelt de modaliteiten en voorwaarden voor de toekenning en de rechtvaardiging van de toelage en de berekeningswijze van de eventuele indexering vast.".

Art. 42.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 35, wordt een onderafdeling 4 ingevoegd, met als opschrift "Bijkomende toelage".

Art. 43.In onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 42, wordt een artikel 491/26 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/26.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleent de Regering de platformen, onder de door haar vastgestelde voorwaarden, een aanvullende toelage ter dekking van de kosten van de aansluiting bij een federatie waarvan het platform lid is. Deze aanvullende toelagen worden volledig aan de federaties betaald overeenkomstig de door de Regering vastgestelde voorwaarden. Het bedrag wordt door de Regering bepaald op basis van het aantal inwoners dat door elk platform wordt gedekt.".

Art. 44.In dezelfde onderafdeling 4 wordt een artikel 491/27 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/27.De bijkomende toelage wordt rechtstreeks aan het platform toegekend indien bedoeld platform de aanvullende documenten aan het Agentschap overmaakt: 1° het bewijs van de aansluiting van het platform bij een federatie; 2° de statuten van de federatie.".

Art. 45.In hetzelfde hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 6, wordt een afdeling 4 ingevoegd met als opschrift "multidisciplinaire begeleidingsequipes".

Art. 46.In afdeling 4, ingevoegd bij artikel 45, wordt een artikel 491/28 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/28.De multidisciplinaire begeleidingsequipes leveren een aanvullende bijdrage aan de ondersteuning van palliatieve patiënten die de laatste fase van hun leven in hun woonomgeving willen doorbrengen.

Om patiënten de beste palliatieve zorg te kunnen bieden, geeft de equipe eerst advies over palliatieve zorg aan relevante primaire zorgverleners die, onder leiding van de huisarts van de patiënt, volledig verantwoordelijk blijven voor de zorg en begeleiding van hun patiënt.

In overleg met de betrokken zorgverleners in de eerste lijn biedt de equipe in sommige gevallen zelf bepaalde aspecten van palliatieve zorg en ondersteuning aan een terminale patiënt.

De equipe bestaat uit artsen, verpleegkundigen en eventueel vrijwilligers die zijn opgeleid in de palliatieve zorg.".

Art. 47.In dezelfde afdeling wordt een artikel 491/29 ingevoegd, luidend als volgt: "491/29. De in artikel 2, 8°, bedoelde overeenkomst bevat minstens: 1° de doelstellingen van de multidisciplinaire equipe;2° de voorwaarden waaraan een equipe moet voldoen om voor de overeenkomst in aanmerking te komen;3° de bevolking die onder de betrokken overeenkomst valt;4° de basisopdrachten van de multidisciplinaire equipe;5° de samenstelling de multidisciplinaire equipe;6° de inhoud betrokken bij de tussenkomst van de Waalse verzekeringsinstelling;7° de berekeningsmodaliteiten van de tussenkomsten van de Waalse verzekering sociale bescherming;8° de voorwaarden voor de werking van de overeenkomst, met name rapporteringen en statistische activiteitenverslagen;9° de modaliteiten voor het beheer van het personeel; 10° de geldigheidsduur van de overeenkomst.".

Art. 48.In afdeling 4, ingevoegd bij artikel 45, wordt een artikel 491/30 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/30.De middelen gebonden aan de uitvoering van de opdrachten bepaald bij of krachtens de overeenkomsten inzake palliatieve zorg bedoeld in artikel 1, 8°, worden door de Waalse verzekeraars vereffend overeenkomstig artikel 43/7, eerste lid, 8°, van dit Wetboek in het kader van de Waalse verzekering sociale bescherming.".

Art. 49.In hetzelfde hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 2, wordt een afdeling 5 ingevoegd met als opschrift "Overgangsbepaling".

Art. 50.In afdeling 5, ingevoegd bij artikel 49, wordt een artikel 491/31 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 491/31.De platformen waarvan de erkenning tot 31 december 2019 loopt, behouden hun erkenning tijdens een periode van één jaar. Zes maanden voor het verstrijken van deze termijn dient het platform een erkenningsaanvraag bij de Regering in volgens de bij en krachtens dit Wetboek vastgestelde modaliteiten.".

Art. 51.In Boek VI, hoofdstuk 1, afdeling 5, wordt artikel 418/2 van het Waals Wetboek van Sociale actie en Gezondheid opgeheven.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 2 mei 2019.

De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE ________ (1) Zitting 2018-2019. Stukken van het Waalse Parlement 1360 (2018-2019) Nrs. 1 tot 4.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 30 april 2019.

Bespreking.

Stemming.

^