Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 april 2009
gepubliceerd op 17 september 2009

Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

bron
vlaamse overheid
numac
2009035880
pub.
17/09/2009
prom.
03/04/2009
ELI
eli/decreet/2009/04/03/2009035880/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 APRIL 2009. - Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Dit decreet is van toepassing op organisaties die vrijwilligers inzetten voor de verwezenlijking van hun doel in een of meer aangelegenheden als vermeld in artikel 5, § 1, I en II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, die tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin behoren.

Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° vrijwilligerswerk : elke activiteit : a) die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht;b) die verricht wordt voor één of meer andere personen, dan de persoon die de activiteit verricht, voor een groep of organisatie of voor de samenleving als geheel;c) die georganiseerd wordt door een andere organisatie dan het familie- of privéverband van degene die de activiteit verricht;d) die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling;2° vrijwilliger : een natuurlijke persoon die een activiteit als vermeld in 1°, verricht of zich ertoe verbindt die te verrichten;3° organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk : een organisatie die haar doel uitsluitend of hoofdzakelijk met de inzet van vrijwilligers nastreeft;4° organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk : een organisatie, die werkt in een aangelegenheid als vermeld in artikel 2, die daarvoor door de Vlaamse overheid erkend of gesubsidieerd is conform de sectorale regelgeving die op die organisaties van toepassing is en die voor de verwezenlijking van haar doel hoofdzakelijk beroepskrachten inzet en daarnaast ook vrijwilligers inzet;5° organisatie : een organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk die erkend is conform hoofdstuk III, afdeling I, of een organisatie met ingebouwd vrijwilligerswerk;6° gezondheidsindex : het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen. HOOFDSTUK II. - Bepalingen over organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk en organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk

Art. 4.De organisatie rekruteert vrijwilligers, zorgt voor een passend onthaal en passende vorming en ondersteuning van de vrijwilligers zodat ze het vrijwilligerswerk op een kwaliteitsvolle wijze kunnen verrichten. De Vlaamse Regering kan daarvoor nadere regels bepalen.

Art. 5.Voor de vrijwilliger het vrijwilligerswerk aanvat, wordt er een afsprakennota opgesteld, die door de organisatie en de vrijwilliger wordt ondertekend. De vrijwilliger krijgt er een exemplaar van.

De afsprakennota vermeldt minstens : 1° de gegevens, vermeld in artikel 4 van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers;2° de aard, de duur en de frequentie van het vrijwilligerswerk;3° de werking van de organisatie en de plaats van de vrijwilliger en van het vrijwilligerswerk binnen de organisatie;4° de contactpersoon voor de vrijwilliger binnen de organisatie;5° de door de vrijwilliger te volgen vormingsactiviteiten. De Vlaamse Regering kan de inhoud van de afsprakennota preciseren en aanvullen.

Art. 6.De organisatie gaat een verzekering aan voor : 1° de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatie;2° de burgerlijke aansprakelijkheid van elke vrijwilliger voor schade, toegebracht aan de organisatie, aan andere vrijwilligers, aan de hulpvrager of aan derden tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg naar en van het vrijwilligerswerk;3° de lichamelijke en materiële schade, geleden door vrijwilligers bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg naar en van het vrijwilligerswerk;4° andere risico's tot welke de Vlaamse Regering de verplichte dekking kan uitbreiden. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot de omvang en de modaliteiten van de verzekering.

Art. 7.De vrijwilligers kunnen alleen van de organisatie een onkostenvergoeding krijgen.

De organisatie kan de onkostenvergoeding verhalen op de hulpvrager, mits ze hem daarvan voor de aanvang van het vrijwilligerswerk in kennis heeft gesteld. HOOFDSTUK III. - Organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk Afdeling I. - Erkenning

Art. 8.Een organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk kan door de Vlaamse Regering worden erkend als ze minstens aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° ze is opgericht als een rechtspersoon die geen winst nastreeft of als een specifiek initiatief van een openbaar bestuur;2° ze beantwoordt aan de bepalingen van hoofdstuk II;3° ze organiseert gedurende minstens één jaar autonoom vrijwilligerswerk;4° de organisatie van het vrijwilligerswerk is haar hoofdzakelijke doelstelling. De Vlaamse Regering kan aanvullende erkenningsvoorwaarden bepalen.

Art. 9.De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor de erkenning en de intrekking van de erkenning van een organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk. Ze bepaalt de duur van de erkenning. Afdeling II. - Subsidiëring

Art. 10.Binnen de beschikbare begrotingskredieten wordt aan organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk, erkend conform afdeling I, door de Vlaamse Regering een jaarlijkse subsidie toegekend.

De Vlaamse Regering bepaalt het subsidiebedrag, evenals de voorwaarden en de procedure voor de subsidiëring. Ze bepaalt op welke wijze het gebruik van de subsidie verantwoord wordt.

De subsidie wordt gekoppeld aan de schommelingen van de gezondheidsindex. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot de indexering.

Art. 11.De subsidie wordt door de organisatie voor autonoom vrijwilligerswerk bij voorrang aangewend om de werkingskosten van de organisatie te dekken en de premie te betalen voor de verzekering, vermeld in artikel 6. HOOFDSTUK IV. - Organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk

Art. 12.De bepalingen van hoofdstuk II gelden als aanvullende erkenningsvoorwaarden voor de organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk.

Art. 13.Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering aan organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk een jaarlijkse subsidie verlenen.

De Vlaamse Regering bepaalt dan per sector het subsidiebedrag, alsook de voorwaarden en de procedure voor de subsidiëring van het ingebouwd vrijwilligerswerk. HOOFDSTUK V. - Toezicht

Art. 14.Door de Vlaamse Regering aangewezen ambtenaren oefenen toezicht uit op de naleving van de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. Dat toezicht brengt het recht mee om de organisaties te bezoeken en ter plaatse zelf kennis te nemen van alle stukken en bescheiden die noodzakelijk zijn bij de uitoefening van hun ambt.

Van hun vaststellingen maken ze een verslag op waarvan een afschrift wordt toegestuurd aan de organisatie in kwestie. Het verslag heeft bewijskracht tot het tegenbewijs.

Het eerste en tweede lid gelden met behoud van de toepassing van de sectorale regels die voor de organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk het toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden regelen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 15.Het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector wordt opgeheven.

Art. 16.De organisaties die op datum van de inwerkingtreding van dit decreet erkend zijn, conformeren zich aan de bepalingen van hoofdstuk II binnen een jaar na de voormelde datum.

Art. 17.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 3 april 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, V. HEEREN _______ Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken. - Ontwerp van decreet : 2042 - Nr. 1. - Verslag : 2042 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2042 - Nr.3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 1 april 2009.

^