Etaamb.openjustice.be
Decreet van 04 juli 2003
gepubliceerd op 08 augustus 2003

Decreet houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat de openbaredienstverplichtingen betreft

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035865
pub.
08/08/2003
prom.
04/07/2003
ELI
eli/decreet/2003/07/04/2003035865/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2003. - Decreet houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat de openbaredienstverplichtingen betreft (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering bekrachtigen hetgeen volgt : decreet houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat de openbaredienstverplichtingen betreft.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Aan artikel 2 van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2000 en 6 juli 2001, wordt een 25° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 25° huishoudelijke afnemer : elke natuurlijke persoon die elektriciteit afneemt om te voorzien in zijn behoeften of die van de personen die samen met hem in de woning in kwestie gedomicilieerd zijn. »

Art. 3.In artikel 7, § 1, 5°, van hetzelfde decreet worden de woorden « bedoeld in artikel 19, 1° » vervangen door de woorden « bedoeld in de artikelen 18bis en 19, eerste lid, 1° ».

Art. 4.In artikel 17 van hetzelfde decreet wordt § 4 vervangen door wat volgt : « § 4. Voor de levering van elektriciteit door een netbeheerder in het kader van artikel 7, § 2, en de openbaredienstverplichtingen, bedoeld in de artikelen 18bis en 19, eerste lid, 1°, is geen leveringsvergunning vereist. »

Art. 5.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet wordt een artikel 18bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 18bis.§ 1. Elke netbeheerder neemt de nodige maatregelen opdat elke op zijn distributienet aangesloten huishoudelijke afnemer, per kalenderjaar een hoeveelheid elektriciteit gratis ontvangt, en vervoert deze elektriciteit gratis. § 2. De hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in § 1, wordt niet geleverd aan een huishoudelijke afnemer wanneer de aansluiting van de huishoudelijke afnemer op het distributienet een aansluiting betreft in een gebouw of een deel van een gebouw dat niet zijn domicilie is. § 3. De hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in § 1, wordt als volgt berekend : 100 kWh + (100 kWh x het aantal personen dat op 1 januari van het beschouwde jaar gedomicilieerd is op het adres van de aansluiting van de huishoudelijke afnemer op het distributienet). § 4. In appartementsgebouwen, bejaardentehuizen en andere gebouwen waar slechts één aansluiting aanwezig is, waarvan elektriciteit afgenomen wordt door verschillende personen die gedomicilieerd zijn op een adres in het betrokken gebouw, wordt de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in § 1, als volgt berekend : 100 kWh + (100 kWh x het aantal personen dat op 1 januari van het beschouwde jaar gedomicilieerd is op een adres in het betrokken gebouw).

De titularis van de aansluiting of zijn afgevaardigde, ongeacht of deze een huishoudelijke afnemer is of niet, zorgt ervoor dat de financiële voordelen van de gratis hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in § 1, verdeeld worden over de verschillende personen die gedomicilieerd zijn op een adres in het betrokken gebouw. § 5. De hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in § 1, wordt geleverd tijdens de normale daguren. Zij kan niet meer bedragen dan het jaarlijkse verbruik tijdens die uren op de desbetreffende aansluiting op het distributienet.

De VREG bepaalt welke uren van de dag als normale daguren moeten worden beschouwd. § 6. De gemeenten geven uiterlijk op 15 januari van elk jaar aan de netbeheerders die op hun grondgebied werkzaam zijn, de toestemming om bij het Rijksregister gegevens te vragen met betrekking tot het aantal personen dat op 1 januari van het beschouwde jaar gedomicilieerd was op elk van de verschillende domicilies die zich op het grondgebied van de gemeente bevinden. § 7. De Vlaamse regering kan nadere regels vastleggen betreffende de manier waarop de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in § 1, wordt toegekend en verrekend. »

Art. 6.In artikel 19, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet worden de woorden « de netbeheerders openbaredienstverplichtingen opleggen » vervangen door de woorden « de netbeheerders supplementaire openbaredienstverplichtingen opleggen ».

Art. 7.Dit decreet treedt in werking op 1 juli 2003, met uitzondering van artikel 4 dat in werking treedt op de dag van de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad .

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 4 juli 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Zitting 2002-2003 : Stukken : Voorstel van decreet : 1585, nr.1 Verslag : 1585, nr. 2 Amendement : 1585, nr. 3 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1585, nr. 4 Handelingen : Bespreking en aanneming : vergaderingen van 25 juni 2003.

^