Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 juli 2012
gepubliceerd op 17 augustus 2012

Decreet houdende subsidiëring van hostels, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme

bron
vlaamse overheid
numac
2012204476
pub.
17/08/2012
prom.
06/07/2012
ELI
eli/decreet/2012/07/06/2012204476/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2012. - Decreet houdende subsidiëring van hostels, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET houdende subsidiëring van hostels, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme. HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° ADJ : de vereniging zonder winstoogmerk Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme;2° administratie : de administratieve entiteit binnen de Vlaamse administratie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het jeugdbeleid, zoals bedoeld in artikel 4, 7°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;3° gezondheidsindex : het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen;4° jeugd : kinderen en jongeren tot en met dertig jaar;5° jeugdvereniging : een privaatrechtelijke of feitelijke organisatie die zoals blijkt uit haar doelstellingen en handelingen aan jeugdwerk doet;6° jeugdwerk : groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven met jeugd in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en georganiseerd door hetzij particuliere jeugdverenigingen, hetzij lokale openbare besturen. HOOFDSTUK 2. - Algemene subsidiëringvoorwaarden

Art. 3.Om gesubsidieerd te worden en te blijven, moeten de hostels, jeugdverblijfcentra, de ondersteuningsstructuren en ADJ : 1° in de werking de principes en de regels van de democratie aanvaarden en tevens het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag betreffende de Rechten van het Kind onderschrijven en naleven;2° hun secretariaat en uitbating hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° ervoor zorgen dat alle gegevens die verband houden met de uitbating en subsidiëringvoorwaarden in het Nederlands op het secretariaat voorhanden zijn en die ter beschikking stellen voor onderzoek door de administratie;4° op zelfstandige wijze de financiën beheren en het eigen beleid bepalen, wat inzonderheid moet blijken uit het feit dat ze : a) hun werking zelf bepalen en uitvoeren;b) over een eigen post- of bankrekening beschikken;c) diensten verlenen in eigen naam;d) de bevoegdheden die wettelijk toekomen aan de algemene vergadering of aan de raad van bestuur, niet overdragen aan een derde;5° de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de uitbaters, de eventuele vereniging met haar leden, medewerkers en deelnemers aan de door haar georganiseerde activiteiten, zoals bedoeld in artikel 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek, door een verzekering laten dekken;6° de rechtspersoonlijkheid hebben van een vereniging zonder winstoogmerk of een gemeentelijk intern verzelfstandigd agentschap zoals omschreven in titel VII, hoofdstuk I, van het Gemeente decreet van 15 juli 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/2005 pub. 31/08/2005 numac 2005036063 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Gemeentedecreet sluiten.In dit geval dient het oprichtingsbesluit van het intern verzelfstandigde agentschap de taak te omvatten van beheer van een jeugdverblijfcentrum.

Vanaf het ogenblik van subsidiëring, moeten de beheerders van hostels, jeugdverblijfcentra, de ondersteuningsstructuren en ADJ : 1° meewerken aan onderzoeken die door of namens de Vlaamse overheid worden ingesteld;2° op alle informatiebronnen het logo van de Vlaamse Gemeenschap opnemen en de woorden "met de steun van de Vlaamse Gemeenschap" vermelden;3° een boekhouding voeren en die zo organiseren dat de aanwending van de subsidies op elk ogenblik financieel kan worden gecontroleerd;4° toestaan dat de administratie en het Rekenhof de werking en de boekhouding, zo nodig ter plaatse, onderzoeken. HOOFDSTUK 3. - Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme en de ondersteuningsstructuren Afdeling 1. - ADJ

Art. 4.Om een zo groot mogelijk aanbod van capaciteit en diversiteit mogelijk te maken voor jeugdtoeristische- en vormingsactiviteiten, subsidieert de Vlaamse Regering ADJ. Deze vereniging heeft tot doel de volgende centra te beheren : 1° de Hoge Rielen in Kasterlee (Lichtaart);2° het jeugdvormingscentrum Destelheide in Beersel (Dworp). De Vlaamse Regering sluit met ADJ een beheersovereenkomst die de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van bovenvermelde centra regelt.

Art. 5.Om gesubsidieerd te worden, moet ADJ aan volgende specifieke voorwaarden voldoen : 1° in de bestuursorganen op een evenwichtige wijze, representatieve partners en specialisten opnemen uit het jeugdwerk die een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de werking van ADJ.De Vlaamse Regering legt de nadere voorwaarden daarvoor vast; 2° om de vier jaar een door de algemene vergadering goedgekeurde beleidsnota aan de administratie voorleggen.De Vlaamse Regering bepaalt de verdere procedure en indiendatum. De eerstvolgende vierjaarlijkse beleidsperiode voor ADJ loopt van 1 januari 2014.

Deze vierjaarlijkse beleidsnota bevat minstens volgende aspecten : 1° de missie, waarin de vereniging haar kernopdracht weergeeft;2° de strategische doelstellingen die de vereniging wenst te realiseren binnen de beleidsperiode.Bij deze strategische doelstellingen dienen ook de beoogde effecten op middellange termijn omschreven te worden; 3° de operationele doelstellingen, die geformuleerd worden in termen van resultaten op korte termijn.De kostprijs van iedere operationele doelstelling dient duidelijk weergegeven te worden; 4° de financiële middelen die zullen worden ingezet voor de werking, het personeel en de infrastructuur van de vereniging;5° de ontwikkeling van het bereik van de vereniging, opgedeeld per centrum;6° een duidelijk overzicht van het personeelsbeleid en de financiële weerslag hiervan voor de vereniging en per centrum;3° de jeugdverblijfcentra en hostels die door ADJ worden beheerd, dienen te voldoen aan de subsidiëringvoorwaarden van de jeugdverblijfcentra en/of hostels zoals vastgelegd in artikel 12. Afdeling 2. - Ondersteuningsstructuren

Art. 6.Met het oog op de praktijkontwikkeling, de praktijkondersteuning en het informeren van en over de sector, subsidieert de Vlaamse Regering een vereniging als ondersteuningsstructuur voor jeugdverblijfcentra en een vereniging als ondersteuningsstructuur voor hostels.

De verenigingen, vermeld in het eerste lid, hebben als doel een bijdrage te leveren tot het optimaal functioneren van de sector van de jeugdverblijfcentra en hostels. Ze moeten waken over de jeugd- en jeugdwerkvriendelijkheid van deze centra door : 1° gratis ondersteuning te bieden aan alle centra;2° vorming te organiseren voor eigenaars, uitbaters en personeel van alle centra;3° op een efficiënte wijze te communiceren met alle uitbaters en eigenaars van de centra. Die verenigingen worden gesubsidieerd voor hun gehele werking en : 1° voor de ondersteuningsstructuur voor jeugdverblijfcentra, in de uitbating van maximaal 15 eigen centra die voldoen aan de toepasselijke subsidiëringvoorwaarden van artikel 12;2° voor de ondersteuningsstructuur voor hostels, in de uitbating van maximaal 25 eigen centra die voldoen aan de toepasselijke subsidiëringvoorwaarden van artikel 12 en aangesloten zijn bij de International Youth Hostelling Federation.

Art. 7.Om gesubsidieerd te worden, moeten deze ondersteuningsstructuren om de vier jaar een vierjaarlijkse beleidsnota indienen waarin aangetoond wordt hoe de opdrachten vervat in artikel 6, tweede lid, uitgevoerd zullen worden.

Deze vierjaarlijkse beleidsnota bevat minstens volgende aspecten : 1° de missie, waarin de vereniging haar kernopdracht weergeeft;2° de strategische doelstellingen die de vereniging wenst te realiseren binnen de beleidsperiode.Bij deze strategische doelstellingen dienen ook de beoogde effecten op middellange termijn omschreven te worden; 3° de operationele doelstellingen, die geformuleerd worden in termen van resultaten op korte termijn.De kostprijs van iedere operationele doelstelling dient duidelijk weergegeven te worden; 4° de financiële middelen die zullen worden ingezet voor de werking, het personeel en de infrastructuur van de vereniging;5° de wijze van ondersteuning van de jeugdverblijfcentra of de hostelssector;6° een duidelijk overzicht van het personeelsbeleid en de financiële weerslag hiervan voor de vereniging. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot de procedure van deze beleidsnota.

De eerstvolgende vierjaarlijkse beleidsperiode voor de ondersteuningsstructuren loopt van 1 januari 2014. Afdeling 3. - Subsidiëringprocedure voor ADJ en de

ondersteuningsstructuren

Art. 8.De Vlaamse Regering legt binnen de kredieten die het Vlaams Parlement heeft goedgekeurd, de bedragen vast die kunnen worden besteed aan de subsidiëring van ADJ en van de ondersteuningsstructuren.

De subsidies, bedoeld in het eerste lid, worden toegekend in de vorm van een vierjaarlijks financieringsbudget.

Binnen de kredieten die het Vlaams Parlement heeft goedgekeurd, kan de Vlaamse Regering bij aanvang van elk werkingsjaar de grootte van het toe te kennen subsidiebedrag aanpassen aan de evolutie van de gezondheidsindex of aan de verplichtingen voor de werkgevers, opgenomen in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten die tussentijds worden gesloten tussen de erkende vakbonden en werkgeversfederaties en geregistreerd werden op de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, of verminderen indien de naleving van de budgettaire beperking, vermeld in het eerste lid, het noodzakelijk maakt.

Art. 9.§ 1. De ondersteuningsstructuren en ADJ kunnen gedurende de periode waarbinnen hun beleidsnota uitgevoerd wordt, onbeperkt fondsen aanleggen met eigen inkomsten. Die fondsen moeten voldoen aan de geldende boekhoudkundige regels en moeten worden aangewend voor het doel van de vereniging. § 2. Maximaal twintig procent van het toegekende jaarlijkse subsidiebedrag mag gebruikt worden voor de aanleg of aangroei van fondsen. § 3. Aan het einde van de beleidsperiode mogen de gecumuleerde fondsen op basis van de jaarlijkse subsidiebedragen maximaal vijftig procent bedragen van het gecumuleerde subsidiebedrag. Indien dit bedrag hoger ligt, dan moet het teveel ingehouden worden op het nog uit te keren saldo van de subsidie, toegekend aan de vereniging, en moet het eventueel daarna nog resterende bedrag door de vereniging teruggestort worden aan de Vlaamse Gemeenschap tot maximaal de door de Vlaamse Gemeenschap toegekende subsidies in het laatste jaar van de beleidsperiode.

De Vlaamse Regering kan een afwijking toestaan van het in het eerste lid bepaalde percentage op voorwaarde dat de vereniging daartoe een gemotiveerd bestedingsplan voorlegt.

Art. 10.De Vlaamse Regering sluit met de verenigingen en ADJ een subsidieovereenkomst voor vier jaar. Deze subsidieovereenkomst heeft betrekking op de samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap en de verenigingen en ADJ en het toezicht op de aanwending van de ter beschikking gestelde middelen.

In deze subsidieovereenkomst worden ten minste de strategische en operationele doelstellingen en bijbehorende resultaats- en inspanningsindicatoren bepaald, alsook het subsidiebedrag.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot de totstandkoming, de inhoud en de naleving van deze subsidieovereenkomst. HOOFDSTUK 4. - Hostels en jeugdverblijfcentra

Art. 11.Afhankelijk van de voorwaarden waaraan de hostels en jeugdverblijfcentra op infrastructureel vlak voldoen, worden ze ingedeeld in type A, B of C of hostel. De Vlaamse Regering bepaalt deze nadere voorwaarden.

Art. 12.Om gesubsidieerd te worden en blijven als jeugdverblijfcentrum of hostel moet elk centrum : 1° erkend zijn in het kader van het decreet Toerisme voor Allen en beschikken over een minimale erkende overnachtingscapaciteit voor ten minste veertig personen;2° jeugdverblijfcentra dienen jaarlijks minstens 70 % overnachtingen jeugd te realiseren, hostels jaarlijks 50 % overnachtingen jeugd;3° voor jeugdverenigingen een substantieel lagere prijscategorie vastleggen;4° voor jeugdverenigingen in een voorrangsboekingsperiode voor elke vakantieperiode voorzien van ten minste zes maanden;5° ten minste toegankelijk zijn gedurende minstens vijftig dagen in de maanden juli en augustus en per jaar ten minste duizend overnachtingen voor jeugd realiseren. Centra van het type C of hostels moeten bovendien : 1° ten minste tweehonderd dagen per jaar open zijn, waarvan tachtig vakantiedagen;2° ten minste tweeduizend overnachtingen voor jeugd realiseren per jaar, waarvan duizend buiten de maanden juli en augustus;3° als het om een jeugdverblijfcentrum gaat, per jaar ten minste tien jeugdverenigingen ontvangen.

Art. 13.§ 1. De jaarlijks door het Vlaams Parlement goedgekeurde kredieten bepalen het maximale bedrag aan subsidies dat jaarlijks kan worden toegekend aan de in dit decreet gesubsidieerde jeugdverblijfcentra en hostels. § 2. Aan de jeugdverblijfcentra type A, B, C en hostels die voldoen aan de toepasselijke voorwaarden opgesomd in dit decreet, kunnen werkings- en personeelssubsidies toegekend worden.

De werkingssubsidie voor de jeugdverblijfcentra type A en B wordt berekend op basis van het aantal gerealiseerde overnachtingen jeugd, de werkingssubsidie voor jeugdverblijfcentra type C wordt bepaald door het aantal overnachtingen van het jeugdwerk in elk centrum, de werkingssubsidie voor de hostels wordt berekend op basis van 50 % van het totaal aantal gerealiseerde overnachtingen jeugd in elk hostel.

De toekenning van personeelssubsidies gebeurt op basis van een ingediende vierjaarlijkse beleidsnota.

Deze vierjaarlijkse beleidsnota omvat minimaal een korte voorstelling van het jeugdverblijfcentrum of hostel, een kleine historiek met de overnachtingscijfers van de voorgaande jaren, het aantal erkende bedden, de aard van het gebruik, het prijsbeleid, de personeelsinzet, een kort financieel overzicht, de beheersaspecten, de gevraagde personeelssubsidie, inclusief het barema en een korte toekomstvisie voor het jeugdverblijfcentrum of hostel.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden, bedragen en de te volgen procedure voor deze subsidiëringen.

HOOFDTUK 5 - Slotbepalingen

Art. 14.Het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 02/04/2004 numac 2004035458 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende erkenning en subsidiëring van jeugdherbergen, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en de v.z.w. Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme sluiten houdende subsidiëring van hostels, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme, zoals gewijzigd, wordt opgeheven op 1 januari 2013.

Art. 15.De lopende subsidieovereenkomsten met de ondersteuningsstructuren en ADJ blijven gelden tot en met 31 december 2013.

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 juli 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET _______ Nota Zitting 2011-2012.

Stukken - Ontwerp van decreet : 1594 - Nr. 1. - Verslag : 1594 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1594 - Nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 27 juni 2012.

^