Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 november 2008
gepubliceerd op 19 december 2008

Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet

bron
waalse overheidsdienst
numac
2008204572
pub.
19/12/2008
prom.
06/11/2008
ELI
eli/decreet/2008/11/06/2008204572/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2008. - Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127, § 1 en 128, § 1, ervan. HOOFDSTUK I. - Overkoepelende maatregelen van toepassing op advies-, erkennings- of gelijkgestelde instellingen

Art. 2.§ 1. De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op : 1° de instellingen bedoeld in de opschriften van de volgende afdelingen van hoofdstuk II : - Commissie "EFT-OISP" in het kader van het decreet van 1 april 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en van de bedrijven voor vorming door arbeid; - Commissie "chèques" in het kader van het decreet van 10 maart 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn; - Commissie "P.M.T.I.C" in het kader van het decreet van 3 februari 2005 betreffende het sensibiliseringsplan inzake de informatie- en communicatietechnologieën; - Commissie landbouwopleiding in het kader van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw; - Adviescommissie in het kader van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse Dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling); - Beroepscommissie in het kader van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling; - "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" (Waalse raad voor sociale actie en gezondheid); - "Commission wallonne de la santé" (Waalse commissie voor gezondheid); - "Commission wallonne de la famille" (Waalse commissie voor het gezin) - "Commission wallonne de l'action sociale" (Waalse commissie voor sociale actie); - "Commission wallonne de l'intégration des personnes étrangères ou d'origine étrangère" (Waalse commissie voor de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst); - "Commission wallonne des personnes handicapées" (Waalse commissie voor gehandicapte personen); - "Commission wallonne des aînés" (Waalse commissie voor ouderen); - "Commission d'avis sur les recours en matière d'action sociale et de la santé" (Commissie van advies voor de beroepen inzake sociale actie en gezondheid); 2° de volgende adviesinstellingen : - "Commission consultative d'agrément en matière de placement" (Adviescommissie voor erkenning in arbeidsbemiddelingszaken); - "Commission consultative formation en alternance" (Adviescommissie alternerende opleiding); - "Conseil wallon de l'égalité entre les hommes et les femmes" (Waalse raad voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen).

Art. 3.§ 1. De volgende regels zijn van toepassing op de instellingen bedoeld in artikel 2 : 1° voor elk gewoon lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.Als het lid krachtens de bepalingen die de werking en de organisatie van de instelling regelen aangewezen wordt wegens een specifieke functie die hij uitoefent of een titel die hij draagt, kan van deze regel worden afgeweken; 2° een plaatsvervangend lid kan slechts zitting hebben indien het gewoon lid dat hij vervangt afwezig is;3° de plaatsvervangende leden beschikken over dezelfde documenten betreffende de vergaderingen van de instelling als de gewone leden. Deze documenten worden gelijktijdig aan de plaatsvervangende en aan de gewone leden overgemaakt; 4° een lid mag als vertegenwoordiger van de Regering niet met stemrecht zitting hebben;5° de leden van de Regering of hun gemachtigden kunnen de vergaderingen met raadgevende stem bijwonen als een vraagstuk waarvoor ze bevoegd zijn voor advies aan de instellingen wordt overgelegd;6° als het mandaat van een lid verstrijkt vóór de vastgelegde datum verstrijkt, wordt het door een vervanger voleindigd.7° de mandaten van de leden binnen de instelling worden integraal hernieuwd;8° het mandaat van de leden loopt vijf jaar;9° een lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het Europees Parlement of van één van de gewestelijke en gemeenschappelijke parlementen mag niet als lid worden aangewezen; Deze regel is niet van toepassing op de personen die binnen de instelling wegens hun hoedanigheid van verkozene of vertegenwoordiger van de plaatselijke besturen worden aangewezen indien de bepalingen die de werking en de organisatie van de instelling regelen uitdrukkelijk voorzien in die hoedanigheid; 10° de instelling geeft advies binnen vijfendertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het volledige dossier betreffende de adviesaanvraag.Die termijn kan evenwel tot tien dagen herleid worden of door de Regering verlengd worden als de aanvraag van bijzonder belang of ingewikkeld is. Bij gebrek aan advies binnen de voorgeschreven termijn wordt aan de adviesvereiste voorbijgegaan; 11° het is ieder lid verboden te beraadslagen over vraagstukken waarbij hij een rechtstreeks of onrechtstreeks, patrimoniaal of persoonlijk belang heeft.Een lid dat belangen vertegenwoordigt van de entiteit waardoor het binnen de instelling is voorgedragen of aangewezen, wordt niet als persoonlijk of onrechtstreeks belang beschouwd; 12° niemand kan als lid aangewezen worden als hij veroordeeld is of als hij lid is van een instelling of een vereniging die krachtens een in kracht van gewijsde getreden rechterlijke beslissing veroordeeld is voor niet-naleving van de democratische principes zoals vermeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de Grondwet, in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd. Dit verbod houdt op tien jaar na de beslissing van bovenvermelde rechterlijke beslissing indien vastgesteld kan worden dat de persoon of de vereniging publiekelijk afgezien heeft van zijn/haar vijandige houding tegen de democratische principes vermeld in de bepalingen bedoeld in het vorige lid.

Het houdt op één jaar na bovenvermelde rechterlijke beslissing indien de persoon de vereniging heeft verlaten wegens en onmiddellijk na haar veroordeling voor niet-naleving van de democratische principes vermeld in de bepalingen bedoeld in het vorige lid; 13° behalve de bepalingen die de werking en de organisatie van de instelling regelen wordt op beslissing van de instelling als ontslagnemend beschouwd het lid : - dat zonder rechtvaardiging meer dan 3 opeenvolgende vergaderingen niet heeft bijgewoond waarvoor het regelmatig is opgeroepen; - dat zonder medische reden meer dan de helft van de tijdens de twaalf laatste maanden georganiseerde vergaderingen niet heeft bijgewoond waarvoor hij regelmatig is opgeroepen; - dat zich niet houdt aan de vertrouwelijke aard van de beraadslagingen of van de documenten wanneer ze erkend is overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen, met inbegrip van de bepalingen van het huishoudelijk reglement; - dat zich vijandig opstelt of deel uitmaakt van een instelling of een vereniging die zich vijandig opstelt t.o.v. de democratische principes zoals vermeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de Grondwet, in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd; 14° bij gebrek aan andere regels waarin de bepalingen tot regeling van de werking en de organisatie van de instelling uitdrukkelijk voorzien, wordt : - het aanwezigheidsquorum vastgelegd op de helft van de leden; - het stemmingsquorum vastgelegd op de meerderheid van de aanwezige leden; 15° als het aanwezigheidsquorum niet bereikt kan worden, kan op korte termijn en minstens 24 uur na de vergadering waarop de quorum niet werd bereikt, een nieuwe vergadering bijeengeroepen worden om over dezelfde agenda te beraadslagen.In geval van gemotiveerde dringende noodzakelijkheid kan deze termijn worden ingekort. Tijdens een nieuwe bijeenroeping kan, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze worden beraadslaagd; 16° de verplaatsingskosten van de leden worden vergoed zoals die van de personeelsleden van de diensten van de Waalse Regering krachtens de Waalse Ambtenarencode;17° in geval van dringende noodzakelijkheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden kan het advies van de instelling uitgebracht worden volgens een schriftelijke procedure onder de leden;18° per instelling of voor een geheel van instellingen wordt een jaarlijks activiteitenverslag opgemaakt dat op een website ingekeken kan worden.Dat verslag wordt gelijktijdig aan de Regering en aan het Waals Parlement overgemaakt uiterlijk tegen het einde van de maand september van het jaar dat volgt op het jaar waarop het betrekking heeft; 19° elke instelling stelt een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring aan de Regering voor, samen met de wijzigingen die er eventueel in aangebracht worden.Het huishoudelijk reglement slaat o.a. op de volgende punten, behalve als ze het voorwerp uitmaken van specifieke wettelijke of reglementaire bepalingen : - het minimumaantal jaarlijkse vergaderingen; - de verplichting om notulen op te stellen van de debatten die tijdens elke vergadering gevoerd worden; - de wijze waarop de documenten aan de gewone en plaatsvervangende leden worden overgemaakt; - de procedure voor de bijeenroeping van de vergaderingen; - de beroepsvoorwaarden en de modaliteiten tot uitvoering van de schriftelijke procedure inzake het uitbrengen van advies in geval van hoogdringendheid of in bijzonder gemotiveerde omstandigheden; - desgevallend, de in acht te nemen regels in het kader van de opmaak van de begroting van de instelling; - de voorwaarden en situaties waarvoor de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen of de documenten kan worden toegepast; - desgevallend, de zetel en de plaats van de vergaderingen van de instelling; - de modaliteiten voor het raadplegen van het jaarverslag; - het al dan niet openbaar karakter van de vergaderingen van de instelling; 20° voor de uitoefening van hun opdrachten kunnen de instellingen beroep doen op externe deskundigen. § 2. De wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen van kracht vóór de inwerkingtreding van dit decreet die de werking en de organisatie van de in artikel 1 bedoelde instellingen regelen en die niet stroken met de regels bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel worden opgeheven. HOOFDSTUK II. - Diverse decretale bepalingen voor de omzetting van de overkoepelende maatregelen bedoeld in hoofdstuk 1 en voor een rationalisatie van de adviesverlenende functie ONDERHOOFDSTUK I. - Instellingen voor tewerkstelling en opleiding Afdeling 1. - Bepalingen gemeen aan de instellingen bedoeld in de

opschriften van de afdelingen 2 tot 8

Art. 4.Behalve de regels in artikel 3 gebeurt de benoeming van de leden van de verschillende instellingen bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 8 met inachtneming van de volgende voorwaarden : 1° de leden worden door de Regering benoemd;2° de Regering wijst, onder de leden, de voorzitter en de ondervoorzitter(s) van elk overlegorgaan aan;3° de benoeming van de plaatsvervangende leden gebeurt op dezelfde wijze als die voorzien voor de gewone leden.

Art. 5.De instellingen bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 8 worden door hun respectievelijke voorzitters bijeengeroepen of als ze verhinderd zijn, door de ondervoorzitter.

Art. 6.Op verzoek van één derde van de leden of telkens als de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest) zulks nodig acht, worden de instellingen bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 6 door hun voorzitter bijeengeroepen.

Art. 7.Ter aanvulling van wat er in artikel 3, § 1, 20°, is voorzien, bepaalt het huishoudelijk reglement minstens : 1° de werkmethodologie die de instelling in acht wil nemen;2° het minimum aantal jaarlijkse vergaderingen, minstens één vergadering per kwartaal, behalve voor de instellingen die zich niet moeten uitspreken over subsidie-aanvragen;3° de verplichting om het besprokene van elke vergadering te notuleren;4° het feit dat het advies wordt uitgesproken namens de instelling en zonder vermeldingen op naam; 5° deontologische regels die bepalingen bevatten i.v.m. de belangenconflicten.

Art. 8.Het secretariaat van de instellingen bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 6 wordt waargenomen door de "Conseil économique et social de la Région wallonne", waarmee de Administratie samenwerkt.

Art. 9.§ 1. Als de instellingen bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 8 een advies moeten verlenen, wordt laatstgenoemde door de voorzitter van het betrokken orgaan of zijn vervanger ter kennisgeving aan de Regering en aan de "Conseil économique et social de la Région wallonne" overgemaakt. § 2. Elke instelling bedoeld in paragraaf 1 kan, in het kader van haar opdrachten, initiatiefadviezen geven die zij aan de "Conseil économique et social de la Région wallonne" overmaakt.

Art. 10.§ 1. Een overlegorgaan bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 8 kan alleen geldig beraadslagen wanneer minstens de meerderheid van zijn leden aanwezig is.

Als het aanwezigheidsquorum niet bereikt wordt, wordt het overlegorgaan opnieuw bijeengeroepen binnen een termijn van hoogstens tien dagen, behalve voor de met redenen omklede noodprocedures waarbij de termijn hoogstens vijf dagen mag bedragen.

Op deze nieuwe vergadering kan het overlegorgaan geldig beraadslagen over de agendapunten van de eerste vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden. § 2. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemmen.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend, behalve als hij raadgevende stem heeft.

Art. 11.Elke instelling bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 8 is verplicht om haar advies te motiveren.

Het uittreksel van het advies van het overlegorgaan betreffende de aanvrager van een programmacontract, overeenkomst, bijzondere of meerjarige subsidie, beurs, erkenning, indeling of erkenning wordt gevoegd bij de beslissing die de Regering aan de aanvrager betekent.

Art. 12.De Regering bepaalt de aard en het bedrag van de bezoldigingen van de leden.

Art. 13.Elke instelling bedoeld in de opschriften van de afdelingen 2 tot 6 maakt haar jaarlijks activiteitenverslag aan de "Conseil économique et social de la Région wallonne" over.

Dit activiteitenverslag bevat minstens : 1° de vermelding van het aantal dossiers die haar werden overgemaakt;2° het aantal uitgebrachte adviezen. Afdeling 2. - Wijziging in het decreet van 1 april 2004 betreffende de

erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en van de bedrijven voor vorming door arbeid betreffende de Commissie "E.F.T. - O.I.S.P."

Art. 14.In het decreet van 1 april 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en van de bedrijven voor vorming door arbeid wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 1bis.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder "Administratie", de Directie Beroepsopleiding van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst.".

Art. 15.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde decreet vervallen de woorden "mits de voorafgaandelijke instemming van de Commissie bedoeld in artikel 13".

Art. 16.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, tweede lid, 2°, worden de woorden "de raadgevend geneesheer van de Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering" vervangen door "elke instantie bevoegd om dit soort attest te verlenen".2° in § 1, derde lid, vervallen de woorden "Na voorafgaandelijk advies van de Commissie bedoeld in artikel 13".3° in § 2, eerste lid, vervallen de woorden "Na voorafgaandelijk advies van de Commissie bedoeld in artikel 13".

Art. 17.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, eerste lid, eerste zin, worden de woorden "Na advies van de Commissie bedoeld in artikel 13" vervangen door de woorden "Na advies van het voor het grondgebied bevoegde subregionale comité voor arbeidsbemiddeling en vorming";2° in § 1, eerste lid, 7°, worden de woorden "of gelijkstelbare uren" tussen de woorden "vormingsuren" en "te produceren" ingevoegd.3° in § 1, eerste lid, vervalt punt 13°.

Art. 18.In artikel 9, eerste lid, eerste zin, van hetzelfde decreet, vervallen de woorden "Na advies van de Commissie bedoeld in artikel 13" en worden ze vervangen door de woorden "Na advies van het voor het grondgebied bevoegde subregionale comité voor arbeidsbemiddeling en vorming".

Art. 19.In het eerste en het derde lid van artikel 10 van hetzelfde decreet vervallen de woorden "na advies van de commissie bedoeld in artikel 13".

In het tweede lid van artikel 10 van hetzelfde decreet worden de woorden "de Commissie bedoeld in artikel 13" vervangen door de woorden "de Administratie".

Art. 20.In artikel 12 van hetzelfde decreet vervallen de woorden "na advies van de commissie bedoeld in artikel 13".

Art. 21.Het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt vervangen door volgend opschrift : "HOOFDSTUK III. - Commissie EFT-OISP" Art.22. Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 13.§ 1. Er wordt een Commissie "EFT-OISP" opgericht hierna "de Commissie" genoemd, die belast is met : 1° op aanvraag van de Administratie een voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning als zij vindt dat één of meerdere erkenningscriteria vastgelegd bij of krachtens dit decreet niet zijn vervuld;2° een advies overmaken aan de Regering over de verlenging van de stages;3° een vergadering houden op verzoek van één van haar leden die kennis zou genomen hebben van feiten die betrekking hebben op overtredingen of tekortkomingen inzake de bepalingen van het decreet, de situatie analyseren en de Regering en de Administratie op de hoogte houden van de feiten van de zaak. § 2. De Administratie is belast met : 1° de opdrachten vervullen betreffende de functie van dossierbeheer;2° een gemotiveerd voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning met inachtneming, zonder ze te kunnen interpreteren, van de juist daartoe vastgelegde criteria : 3° telkens als de vastgelegde criteria voor de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning niet ingevuld zijn, aan de Commissie een voorstel vragen binnen de door de Regering vastgelegde termijn vóór het overmaken van het dossier aan de Regering;4° jaarlijks de Regering een verslag over de uitvoering van dit decreet overmaken;5° de opdrachten vervullen inzake de functie van controle en toezicht. § 3. De "Conseil économique et social de la Région wallonne" is belast met : 1° het secretariaat van de Commissie waarnemen; 2°. op eigen initiatief of op verzoek van de Regering, gemotiveerde adviezen uitbrengen over de uitvoering van het decreet en over elk vraagstuk betreffende de "OISP of EFT". § 4. binnen de Commissie worden aangewezen : 1° twee gewone vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties;2° twee gewone vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;3° twee gewone vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de "FOREm";4° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor de integratie van de gehandicapte personen); 5° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de "Union des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Vereniging van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest), Federatie van de O.C.M.W.'s; 6° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van het "Agence Fonds social européen" (het Agentschap voor het Europees Sociaal Fonds);7° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de vereniging bedoeld in artikel 19 van dit decreet;8° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de Administratie. bovendien worden aangewezen om de Commissie met raadgevende stem bij te wonen : 1° twee gewone leden en twee plaatsvervangende leden ter vertegenwoordigen van de "EFT" alsook twee gewone leden en twee plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de "OISP";2° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor vorming;3° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor sociale aangelegenheden;4° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor tewerkstelling. De Commissie vergadert minstens vier keer per jaar na oproeping door haar voorzitter.".

Art. 23.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de woorden "en stelt een faseringssysteem voor, voor de toekenning en uitbetaling van de subsidies om de gevolgen van de bepalingen van dit decreet op de schatkist van de "EFT" en "OISP" te dempen, vanaf de inwerkingtreding van dit decreet" ingevoegd na de woorden "dit decreet vast". Afdeling 3. - Wijzigingen in het decreet van 10 april 2003 betreffende

de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn betreffende de Commissie "chèques"

Art. 24.Artikel 2 van het decreet van 10 april 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn wordt aangevuld als volgt : 11° "Administratie" : de Directie Beroepsopleiding van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst."

Art. 25.In hetzelfde decreet wordt een artikel 24bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 24bis.§ 1. Er wordt een Commissie "chèques" ingesteld, hierna "de Commissie" genoemd, die belast is met : 1° in het kader van het stelsel "vormingscheque", op aanvraag van de Administratie een voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing, of de weigering van de erkenning als zij vindt dat één of meerdere erkenningscriteria vastgelegd door of krachtens dit decreet niet zijn vervuld;2° een vergadering houden op verzoek van één van haar leden die kennis genomen zou hebben van feiten die betrekking hebben op overtredingen of tekortkomingen inzake de bepalingen van het decreet, de situatie analyseren en de Regering en de Administratie op de hoogte houden van de feiten van de zaak;3° in het kader van de afstandsvorming, aan de Regering voor elk gebied van de vorming die het voorwerp uitmaakt van een erkenningsaanvraag een aantal forfaitaire uren voorstellen die door de vormingscheque gefinancierd zou kunnen worden;4° een advies uitbrengen inzake de vormingscheques over de toekenning, hernieuwing, opschorting of intrekking van de erkenning van elke vormingsoperator, volgens de volgende criteria : a) het professionalisme en de kwaliteit van de verleende diensten;b) het vermogen om de relevantie van de projecten te analyseren;c) het vermogen om de projectdrager te heroriënteren;d) de begeleiding;e) de inachtneming van de voorwaarden voor de controle op het systeem;f) de verhouding, rekening houdend met het doelpubliek en de aard van de projecten, tussen het aantal cheques gebruikt door alle projectdragers die zijn opgeleid door de erkende opleidingsverstrekker en het aantal arbeidsplaatsen die zij hebben gecreëerd tijdens de vijf jaar volgend op het opstarten van de bedrijvigheid;g) het aantal faillissementen die voorgekomen zijn bij de projectdragers die door de erkende opleidingsverstrekker gevormd zijn, rekening houdend met het doelpubliek en de aard van de projecten, tijdens de vijf jaar volgend op het opstarten van de bedrijvigheid. De criteria bedoeld in de punten e) tot g) gelden enkel voor het advies met betrekking tot de hernieuwing, de opschorting en de intrekking van de erkenning.

De criteria bedoeld in het eerste lid kunnen door de Regering nader bepaald worden op voorstel van de Commissie. § 2. De Administratie is belast met : 1° in het kader van het stelsel "vormingscheque", een gemotiveerd voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing, of de weigering van de erkenning overeenkomstig de criteria van dit decreet;2° telkens als de vastgelegde criteria voor de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning niet ingevuld zijn, aan de Commissie een voorstel vragen binnen de door de Regering vastgelegde termijn vóór het overmaken van het dossier aan de Regering;3° zorgen voor de opvolging van het proces betreffende de aanwijzing van de certificeerders en voor de goede uitvoering van hun opdracht en minstens in een halfjaarlijkse vergadering met hen voorzien, zodat ze de audit op uniforme en billijke wijze leiden door, desgevallend, het advies van de Commissie te vragen;4° de opdrachten vervullen inzake de functie van controle en toezicht. § 3. De "Conseil économique et social de la Région wallonne" is belast met : 1° het secretariaat van de Commissie waarnemen;2° op eigen initiatief of op verzoek van de Regering, gemotiveerde adviezen uitbrengen over elk vraagstuk betreffende de cheques. § 4. In het kader van het stelsel "vormingscheque" is de "FOREm" ermee belast om de opdrachten i.v.m. de functie dossierbeheer van de bedrijven en operatoren te vervullen.

In het kader van het stelsel "vormingscheques" voor de oprichting van ondernemingen is het Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst belast met het vervullen van de opdrachten betreffende het dossierbeheer van de operatoren en begunstigden. § 5. binnen de Commissie worden aangewezen : 1° twee gewone vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;2° twee gewone vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties;3° een gewone vertegenwoordigers en een plaatsvervangende vertegenwoordigers van de "FOREm";4° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van het " Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique " (Waals instituut voor evaluatie, toekomstverwachting en statistiek) 5° een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de Administratie;6° een deskundige, geroemd om zijn kennis inzake de beroepsopleiding, met name in de bedrijven. bovendien worden aangewezen om de Commissie met raadgevende stem bij te wonen, een gewone vertegenwoordiger en een plaatsvervangende vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor vorming.

De leden bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden aangewezen op grond van een dubbellijst van kandidaten voorgedragen door de "Conseil économique et social de la Région wallonne. » Afdeling 4. - Wijzigingen in het decreet van 19 december 2002

betreffende de cheques voor het volgen van een opleiding met het oog op het opstarten van een onderneming

Art. 26.Artikel 8 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de cheques voor het volgen van een opleiding met het oog op het opstarten van een onderneming, wordt opgeheven.

Art. 27.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Na advies van de commissie bedoeld in artikel 8" vervangen door de woorden "na advies van de commissie bedoeld in artikel 24bis van het decreet van 10 april 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn". Afdeling 5. - Wijzigingen in het decreet van 3 februari 2005

betreffende het sensibiliseringsplan inzake de informatie- en communicatietechnologieën betreffende de Commissie "P.M.T.I.C."

Art. 28.Artikel 2 van het decreet van 3 februari 2005 betreffende het sensibiliseringsplan inzake de informatie- en communicatietechnologieën wordt aangevuld als volgt : "3° "Administratie" : de Directie Beroepsopleiding van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst."

Art. 29.In artikel 5, 1, van hetzelfde decreet vervallen de woorden "na advies van het opvolgingscomité".

Art. 30.Het opschrift van afdeling 3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door volgend opschrift : " Afdeling 3. Commissie "P.M.T.I.C."".

Art.31. Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 7.§ 1. De Regering richt een Commissie "P.M.T.I.C." op dat belast wordt met de volgende opdrachten : 1° de door de vormingsoperatoren ondernomen acties superviseren;2° jaarlijks zorgen voor de verdeling van de opleidingsuren onder de operatoren, de toegekende uurquota's kunnen in de loop van het jaar worden toegekend;3° de Regering voorstellen de erkenning in te trekken of te schorsen als de voorwaarden niet meer vervuld zijn;4° op aanvraag van de Administratie een voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning als zij vindt dat één of meerdere erkenningscriteria vastgelegd bij of krachtens dit decreet niet zijn vervuld;5° een vergadering houden op verzoek van één van haar leden die kennis genomen zou hebben van feiten die betrekking hebben op overtredingen of tekortkomingen inzake de bepalingen van het decreet, de situatie analyseren en de Regering en de Administratie op de hoogte houden van de feiten van de zaak;6° de weerslag van de vormingsmodules jaarlijks evalueren op grond van een activiteitenrapport dat jaarlijks uiterlijk 1 november door elke erkende operator opgesteld wordt. § 2. De "Conseil économique et social de la Région wallonne" is belast met : 1° het secretariaat van de Commissie P.M.T.I.C. waarnemen; 2° op eigen initiatief of op verzoek van de Regering, gemotiveerde adviezen uitbrengen over de uitvoering van het decreet en over vraagstukken betreffende de P.M.T.I.C. » § 3. De Administratie is belast met : 1° de opdrachten vervullen inzake de functie van dossierbeheer;2° een gemotiveerd voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning met inachtneming, zonder ze te kunnen interpreteren, van de door of krachtens dit decreet vastgelegde criteria; 3° telkens als de vastgelegde criteria voor de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning niet ingevuld zijn, aan de Commissie P.M.T.I.C. een voorstel vragen binnen de door de Regering vastgelegde termijn vóór het overmaken van het dossier aan de Regering; 4° de opdrachten vervullen inzake de functie van controle en toezicht."

Art. 32.In artikel 11, 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "het in artikel 7 bedoelde opvolgingscomité" vervangen door de woorden "de in artikel 7 bedoelde Commissie P.M.T.I.C." Afdeling 6. - Wijzigingen in het decreet van 12 juli 2001 betreffende

de beroepsopleiding in de landbouw betreffende de Commissie landbouwopleiding

Art. 33.§ 1. In het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 1bis.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder "Administratie", de Directie Beroepsopleiding van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst." § 2. Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 8.§ 1. Er wordt een commissie ingesteld die Commissie voor de Landbouwopleiding genoemd wordt en die belast is met : 1° op aanvraag van de Administratie een voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning als zij vindt dat één of meerdere erkenningscriteria vastgelegd bij of krachtens dit decreet niet zijn vervuld;2° een vergadering houden op verzoek van één van haar leden die kennis zou genomen hebben van feiten die betrekking hebben op overtredingen of tekortkomingen inzake de bepalingen van het decreet, de situatie analyseren en de Regering en de Administratie op de hoogte houden van de feiten van de zaak;3° richtsnoeren inzake landbouwersopleiding opstellen voor de regering. § 2. De Administratie is belast met : 1° de opdrachten vervullen inzake de functie van dossierbeheer;2° een gemotiveerd voorstel aan de Regering overmaken betreffende de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning met inachtneming, zonder ze te kunnen interpreteren, van de bij of krachtens dit decreet vastgelegde criteria;3° telkens als de vastgelegde criteria voor de toekenning, de hernieuwing of de weigering van de erkenning niet ingevuld zijn, aan de Commissie een voorstel vragen binnen de door de Regering vastgelegde termijn vóór het overmaken van het dossier aan de Regering;4° de samenwerking en het partnerschap met de operatoren van de aanvankelijke en voortgezette opleiding ontwikkelen, namelijk inzake de geldigheidsverklaring van de bevoegdheden en de pedagogische begeleiding;5° een jaarlijks evaluatieverslag over vormingsprogramma's en -stages aan de regering overhandigen.6° de opdrachten vervullen inzake de functie van controle en toezicht;7° het geheel van de beroepsopleiding in de landbouw bevorderen. § 3. De "Conseil économique et social de la Région wallonne" is belast met : 1° het secretariaat van de Commissie waarnemen;2° op eigen initiatief of op verzoek van de Regering, gemotiveerde adviezen uitbrengen over decreetprojecten of -voorstellen en over besluitontwerpen betreffende de beroepsopleiding in de landbouw. § 4. binnen de Commissie worden aangewezen : 1° vier leden en evenveel plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de landbouwersverenigingen, onder wie één vertegenwoordiger van de jeugdbewegingen en één vertegenwoordigster van de boerinnenbonden;2° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi " (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling);3° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van het "Institut de Formation permanente pour les classes moyennes et les petites et moyennes entreprises " (Instituut voor Permanente Vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen);4° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de diensten van de Waalse administratie die bevoegd zijn voor tewerkstelling en beroepsopleiding;5° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de diensten van de Waalse administratie die bevoegd zijn voor landbouw;6° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de amateurverenigingen;7° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de verschillende actoren die actief zijn op het gebied van landbouw, wetenschappelijk onderzoek en specifieke landbouw en die aangewezen zijn door de Waalse Regering; bovendien worden aangewezen om de Commissie met raadgevende stem bij te wonen : 1° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de Minister bevoegd voor Vorming;2° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de Minister bevoegd voor Landbouw;3° één gewoon lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de Ministers bevoegd voor Economie en Leefmilieu;de werkelijke zetel wordt toegekend aan de vertegenwoordiger van de Minister onder wiens bevoegdheid één of ander agendapunt van de commissie valt; 4° één lid en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de Minister bevoegd voor Gezondheid.» Afdeling 7. - Wijzigingen in het decreet van 6 mei 1999 betreffende de

"Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling) betreffende de Adviescommissie

Art. 34.Artikel 34, eerste lid, 1°, van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" wordt gewijzigd als volgt : "1° Onverminderd artikel 3, § 1, 4°, van het decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, een voorzitter en een ondervoorzitter die respectievelijk de Minister bevoegd voor tewerkstelling en de Minister bevoegd voor beroepsopleiding vertegenwoordigen". Afdeling 8. - Wijzigingen in het decreet van 1 april 2004 betreffende

het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling betreffende Beroepscommissie

Art. 35.In artikel 12 van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling worden de paragrafen 2, 3 en 4 vervangen door de volgende paragrafen : "§ 2. De Commissie bestaat uit : 1° onverminderd artikel 3, § 1er, 4°, van het decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, een voorzitter en een ondervoorzitter die respectievelijk de Minister bevoegd voor Tewerkstelling en de Minister bevoegd voor Beroepsopleiding vertegenwoordigen;2° vier leden ter vertegenwoordiging van de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties;3° twee leden die de Dienst in zijn functie van "regisseur-ensemblier" vertegenwoordigen;4° twee leden ter vertegenwoordiging van de diensten van de Waalse administratie die belast zijn met economie en tewerkstelling. De Regering benoemt de gewone leden van de Commissie alsmede hun plaatsvervangers voor een periode van vijf jaar.

De leden bedoeld in 1° en 4°, eerste lid, van deze paragraaf worden rechtstreeks door de Regering aangewezen.

De leden bedoeld in 2° en 3°, van hetzelfde lid worden door de Regering aangewezen op voorstel van het beheerscomité van de Dienst en na overlegging van een dubbeltal door de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest). § 3. De aanvrager of zijn plaatsvervanger, eventueel door een adviseur bijgestaan, kan door de Commissie gehoord worden. De Commissie kan verzoeken om de overlegging van aanvullende stukken, inlichtingen, documenten en gegevens die ze nuttig acht".

ONDERHOOFDSTUK II. - Adviesorganen die actief zijn inzake sociale actie en gezondheid, beroepen en klachten inzake sociale actie en gezondheid Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 36.In de zin van dit onderhoofdstuk wordt verstaan onder : 1° "Administratie" : de diensten van het Waalse Gewest bevoegd voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, I, 1° en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;2° "Openbare instelling" : de instellingen van openbaar nut bevoegd voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, I, 1° en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; 3 "Bijzonder advies" : advies uitgebracht door een vaste commissie in het kader van haar expertiseopdracht zoals bedoeld bij of krachtens dit decreet; 4° "Algemeen advies" : advies uitgebracht door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" en advies uitgebracht door de vaste commissies in het kader van hun algemene opdracht;5° "Vaste commissie" : de vaste commissies georganiseerd door afdeling 3.

Art. 37.§ 1. Er wordt een "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" opgericht. § 2. De "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" telt zes vaste commissies : - de "Commission wallonne de la santé"; - de "Commission wallonne de la famille"; - de "Commission wallonne de l'action sociale"; - de "Commission wallonne de l'intégration des personnes étrangères ou d'origine étrangère"; - de "Commission wallonne des personnes handicapées"; - de "Commission wallonne des aînés". Afdeling 2. - "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé"

Onderafdeling 1. - Opdrachten

Art. 38.De adviesverlenende functie betreffende de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1er, I, 1°, en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" uitgeoefend volgens de modaliteiten bepaald bij of krachtens dit onderhoofdstuk.

In het kader van deze functie heeft de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" als opdracht : 1° de huidige toestand en de ontwikkelingen van het beleid inzake sociale actie en gezondheid van de Regering op te volgen en te toetsen aan de noden van onze maatschappij op dat vlak;2° het aanbod van voorzieningen voor het beleid inzake sociale actie en gezondheid, kwalitatief en kwantitatief en in het teken van het vervullen van de behoeften van de begunstigden te evalueren en voorstellen te formuleren voor de verdere ontwikkeling ervan; 3° de regering advies te verstrekken omtrent vraagstukken i.v.m. het beleid inzake sociale actie en gezondheid; 4° een globaal verslag van de klachten over te maken met betrekking tot het beleid inzake sociale actie en gezondheid en dit onverminderd de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt en, desgevallend, aanbevelingen te formuleren;5° de werkzaamheden van de commissies bedoeld in afdeling 3 van dit onderhoofdstuk te organiseren. De "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" voert zijn opdrachten uit in samenwerking met de vaste commissies.

De Regering specificeert, desgevallend, de opdrachten die in het tweede lid worden vermeld.

Art. 39.§ 1. De "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" kan om een advies verzocht worden wat betreft de ontwerpen van decreet of besluit van de Regering betreffende de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, I, 1°, en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. § 2. De "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" kan, in het kader van zijn opdrachten, initiatiefadviezen uitbrengen.

De "Conseil" informeert de Regering over zijn voornemen om een initiatiefadvies uit te brengen.

Onderafdeling 2. - Samenstelling

Art. 40.§ 1. De "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" bestaat uit dertig gewone leden en dertig plaatsvervangende leden, onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters. De gewone leden zijn afkomstig van de vaste commissies, met name : - vijf leden van de "Commission wallonne de la Santé" uit haar midden gekozen, onder wie de voorzitter; - vijf leden van de "Commission wallonne de la Famille" uit haar midden gekozen, onder wie de voorzitter; - vijf leden van de "Commission wallonne de l'Action sociale" uit haar midden gekozen, onder wie de voorzitter; - vijf leden van de "Commission wallonne de l'Intégration des Personnes étrangères ou d'origine étrangère" uit haar midden gekozen, onder wie de voorzitter; - vijf leden van de "Commission wallonne des Personnes handicapées" uit haar midden gekozen, onder wie de voorzitter; - vijf leden van de "Commission wallonne des Ainés" uit haar midden gekozen, onder wie de voorzitter.

Het plaatsvervangend lid van een gewoon lid is afkomstig van dezelfde vaste commissie als laatstgenoemde.

Een minimumvertegenwoordiging van minstens zes leden, van de begunstigden van de diensten en instellingen alsook van de representatieve werknemersorganisaties van de sectoren wordt gewaarborgd binnen de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé". § 2. vier leden aangewezen door de "Conseil économique et social de la Région wallonne" nemen ook deel aan de vergaderingen van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", met raadgevende stem,.

Art. 41.§ 1. De Regering wijst de leden van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" aan binnen drie maanden na de installatie van de vaste commissies, op de voordracht van de commissies wat betreft de leden van de "Conseil" die geen voorzitters van de vaste commissies zijn. De leden van de "Conseil" worden voor dezelfde termijn aangewezen als voor de termijn waarvoor ze als lid van de vaste commissie waarvan ze deel uitmaken, worden aangewezen.

De Regering wijst onder de leden die niet voorzitters van de vaste commissies zijn, de voorzitter en ondervoorzitters van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" aan. § 2. De aanwijzing van de gewone leden en de plaatsvervangende leden gebeurt op dezelfde wijze. § 3. Een gewoon lid wordt geacht ontslagnemend te zijn wanneer hij geen lid meer is van de vaste commissie die hem heeft voorgedragen.

Onderafdeling 3. - Werking

Art. 42.§ 1. De "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" wordt door de voorzitter bijeengeroepen of, bij verhindering, door één van de ondervoorzitters.

Wanneer een derde van de leden het vraagt, wordt de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" ook door de voorzitter bijeengeroepen. § 2. De agenda en de nodige stukken worden aan de gewone leden en aan de plaatsvervangende leden overgemaakt.

Art. 43.§ 1. De "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" stelt binnen zes maanden na zijn effectieve samenstelling een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring aan de Regering wordt voorgelegd. § 2. Ambtenaren van de Administratie of van de openbare instellingen alsook een vertegenwoordiger van het secretariaat van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" kunnen als waarnemer deelnemen aan de vergaderingen van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé".

Art. 44.Naast de vergoedingen voor verplaatsingskosten bedoeld in artikel 3, § 1, 17°, bepaalt de Regering de aard en het bedrag van de bezoldigingen die aan de leden worden toegekend.

Onderafdeling 4. - Bureau

Art. 45.§ 1. Binnen de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" wordt een bureau opgericht dat bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitters van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", de voorzitters van de vaste commissies en één of meerdere leden van het secretariaat. § 2. Elk verzoek om advies van de Regering wordt aan het secretariaat gericht.

Wat de verzoeken om algemeen advies betreft is het bureau ermee belast om de werkzaamheden te organiseren en voor te bereiden en om de beslissingen van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" en de vaste commissies uit te voeren.

De verzoeken om bijzonder advies worden rechtstreeks door het secretariaat gericht aan de voorzitter van de Vaste commissie die bevoegd is om het dossier te behandelen. § 3. De werking van het bureau wordt door het huishoudelijk reglement geregeld. Afdeling 3. - Vaste commissies

Onderafdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de vaste commissies

Art. 46.§ 1. De benoeming van de leden van de verschillende vaste commissies gebeurt met inachtneming van de volgende voorwaarden : 1° de leden van de vaste commissies hebben minstens vijf jaar ervaring in minstens één van de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de vaste commissie valt waarin zij benoemd zijn of actief zijn met name in federaties, verenigingen, instellingen of diensten die werkzaam zijn in het kader van de onderwerpen toegekend aan de vaste commissie waarin zij benoemd zijn;2° om het evenwicht van de sectoren vertegenwoordigd in een commissie te vrijwaren, worden de leden verdeeld in functie van de verschillende onderwerpen die binnen elke vaste commissie worden behandeld;3° een specifieke vertegenwoordiging van de begunstigden van de diensten en instellingen alsook van de representatieve werknemersorganisaties van de sectoren wordt verzekerd binnen elke commissie in functie van de bevoegdheden die haar worden toegekend. De Regering kan voor elke vaste commissie de toepassing van de criteria bepalen die in het vorig lid worden vermeld. § 2. De leden worden door de Regering aangewezen voor een termijn van vijf jaar op basis van een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De Regering wijst onder deze leden de voorzitter en de ondervoorzitters van elke vaste commissie aan.

De aanwijzing van de gewone leden en de plaatsvervangende leden gebeurt op dezelfde wijze.

Onverminderd de regels bedoeld in artikel 3, § 1, 14°, wordt volgens een procedure voorzien in het huishoudelijk reglement van elke vaste commissie het mandaat van een lid van een vaste commissie ambtshalve beëindigd wanneer betrokkene de overheid of vereniging die hem heeft voorgedragen, niet meer vertegenwoordigt of de hoedanigheid verliest krachtens welke hij werd aangewezen.

Art. 47.De vaste commissies worden door hun respectievelijke voorzitters bijeengeroepen of, bij verhindering, door één van de ondervoorzitters.

Op aanvraag van een derde van de leden worden de vaste commissies door hun respectievelijke voorzitter bijeengeroepen.

Art. 48.Het bedoeld huishoudelijk reglement opgesteld krachtens dit decreet wordt ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd, na advies van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé".

Art. 49.Ambtenaren van de Administratie of van de openbare instellingen kunnen als waarnemer deelnemen aan de vergaderingen van de vaste commissies.

Art. 50.De vaste commissies kunnen werkgroepen oprichten voor de voorbereiding van een bepaald advies.

Deze werkgroepen hebben een beperkte opdracht die door de vaste commissie wordt bepaald.

Na het vervullen van zijn opdracht wordt de werkgroep door de vaste commissie ontbonden.

Art. 51.§ 1. De algemene adviezen van de vaste commissies worden door de voorzitter van de vaste commissie aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" overgemaakt, of, als de voorzitter verhinderd is, door één van de ondervoorzitters. § 2. De bijzondere adviezen van de vaste commissies worden door de voorzitter van de vaste commissie aan de Regering en, ter informatie, aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" overgemaakt, of, als de voorzitter verhinderd is, door één van de ondervoorzitters, binnen de in artikel 3, § 1, 10°, gestelde termijnen. § 3. Elke vaste commissie kan, in het kader van haar opdrachten, initiatiefadviezen uitbrengen die ze aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" overmaakt.

Laatstgenoemde is ertoe gehouden de initiatiefadviezen, eventueel aangevuld met zijn eigen advies, aan de Regering te rapporteren.

Art. 52.Naast de vergoedingen voor verplaatsingskosten bedoeld in artikel 3, § 1, 17°, bepaalt de Regering de aard en het bedrag van de bezoldigingen die aan de leden worden toegekend.

Onderafdeling 2. - "Commission wallonne de la santé" A. Opdrachten

Art. 53.De "Commission wallonne de la santé" heeft, wat betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, I, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° een algemene opdracht die erin bestaat adviezen en/of verslagen aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" uit te brengen over de opdrachten van laatstgenoemde bedoeld in artikel 38, 1° tot 4°, om discussiepunten te leveren in het kader van de uitoefening van zijn opdrachten;2° een expertiseopdracht die erin bestaat, in samenhang met de algemene oriëntaties omschreven door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", een technisch advies uit te brengen aan de Regering over de aangelegenheden die zij bepaalt. Onverminderd het vorige lid, gaat het hier eigenlijk om een technisch advies uit te brengen over de toepassing van het decreet van 13 juni 2002 betreffende de organisatie van de verzorgingsinstellingen : a) over de geplande aanvullende normen bedoeld in artikel 3 van het decreet;b) over iedere aanvraag om inschrijving op de programmatie van de verzorgingsinstellingen;c) over de voorgestelde erkenning of bijzondere erkenning, verlenging van erkenning of bijzondere erkenning van een verzorgingsinstelling, alsook vóór iedere beslissing tot intrekking of tot weigering van een erkenning of bijzondere erkenning van een verzorgingsinstelling, met uitzondering van de erkenningen van de instellingen en diensten betreffende bejaarde personen op grond van artikel 5, 1, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging;d) over iedere aanvraag om erkenning van een groepering, een vereniging of fusie van ziekenhuizen;e) vóór iedere beslissing tot toelating van medische apparatuur;f) op verzoek van de Regering een advies uitbrengen over de subsidiëring van infrastructuren;g) op verzoek van de Regering een advies uitbrengen over de voorgestelde voorlopige erkenning of voorlopige bijzondere erkenning. B. Samenstelling

Art. 54.§ 1. De "Commission wallonne de la santé" bestaat uit vijfentwintig gewone leden, onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters die allemaal deskundigen zijn in minstens één van de onderwerpen die door de commissie worden behandeld. § 2. Ad hoc werkgroepen kunnen binnen de "Commission wallonne de la santé" worden opgericht om het werk van deze commissie voor te bereiden met betrekking tot haar expertiseopdracht.

Het huishoudelijk reglement van de "Commission wallonne de la santé" omschrijft de opgerichte werkgroepen en hun werkwijze.

De "Commission wallonne de la santé" richt in elk geval een werkgroep "verzorgingsinstellingen" op.

Onderafdeling 3. - "Commission wallonne de la famille" A. Opdrachten

Art. 55.De "Commission wallonne de la famille" heeft, wat betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° een algemene opdracht die erin bestaat adviezen en/of verslagen aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" uit te brengen over de opdrachten van laatstgenoemde bedoeld in artikel 38, 1° tot 4°, om discussiepunten te leveren in het kader van de uitoefening van zijn opdrachten;2° een expertiseopdracht die erin bestaat, in samenhang met de algemene oriëntaties omschreven door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", een technisch advies uit te brengen aan de Regering over de aangelegenheden die zij bepaalt. B. Samenstelling

Art. 56.De "Commission wallonne de la famille" bestaat uit vijftien gewone leden onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters die allemaal deskundigen zijn in minstens één van de onderwerpen die door de commissie worden behandeld.

Onderafdeling 4. - "Commission wallonne de l'action sociale" A. Opdrachten

Art. 57.De "Commission wallonne de l'action sociale" heeft, wat betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, II, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° een algemene opdracht die erin bestaat adviezen en/of verslagen aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" uit te brengen over de opdrachten van laatstgenoemde bedoeld in artikel 38, 1° tot 4°, om discussiepunten te leveren in het kader van de uitoefening van zijn opdrachten;2° een expertiseopdracht die erin bestaat, in samenhang met de algemene oriëntaties omschreven door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", een technisch advies uit te brengen aan de Regering over de aangelegenheden die zij bepaalt. B. Samenstelling

Art. 58.De "Commission wallonne de l'action sociale" bestaat uit vijftien gewone leden onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters die allemaal deskundigen zijn in minstens één van de onderwerpen die door de commissie worden behandeld.

Onderafdeling 5. - "Commission wallonne de l'intégration des personnes étrangères ou d'origine étrangère" A. Opdrachten

Art. 59.De "Commission wallonne de l'intégration des personnes étrangères ou d'origine étrangère" heeft, wat betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, II, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° een algemene opdracht die erin bestaat adviezen en/of verslagen aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" uit te brengen over de opdrachten van laatstgenoemde bedoeld in artikel 38, 1° tot 4°, om discussiepunten te leveren in het kader van de uitoefening van zijn opdrachten;2° een expertiseopdracht die erin bestaat, in samenhang met de algemene oriëntaties omschreven door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", een technisch advies uit te brengen aan de Regering over de aangelegenheden die zij bepaalt. B. Samenstelling

Art. 60.De "Commission wallonne de l'intégration des personnes étrangères ou d'origine étrangère" bestaat uit vijftien gewone leden onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters die allemaal deskundigen zijn in minstens één van de onderwerpen die door de commissie worden behandeld.

Onderafdeling 6. - "Commission wallonne des personnes handicapées" A. Opdrachten

Art. 61.De "Commission wallonne des personnes handicapées" heeft, wat betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, II, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° een algemene opdracht die erin bestaat adviezen en/of verslagen aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" uit te brengen over de opdrachten van laatstgenoemde bedoeld in artikel 38, 1° tot 4°, om discussiepunten te leveren in het kader van de uitoefening van zijn opdrachten;2° een expertiseopdracht die erin bestaat, in samenhang met de algemene oriëntaties omschreven door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", een technisch advies uit te brengen aan de Regering over de aangelegenheden die zij bepaalt. B. Samenstelling

Art. 62.De "Commission wallonne des personnes handicapées" bestaat uit vijftien gewone leden onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters die allemaal deskundigen zijn in minstens één van de onderwerpen die door de commissie worden behandeld.

Onderafdeling 7. - "Commission wallonne des aînés" A. Opdrachten.

Art. 63.De "Commission wallonne des aînés" heeft, wat betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, II, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen : 1° een algemene opdracht die erin bestaat adviezen en/of verslagen aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" uit te brengen over de opdrachten van laatstgenoemde bedoeld in artikel 38, 1° tot 4°, om discussiepunten te leveren in het kader van de uitoefening van zijn opdrachten;2° een expertiseopdracht die erin bestaat, in samenhang met de algemene oriëntaties omschreven door de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", een technisch advies uit te brengen aan de Regering over de aangelegenheden die zij bepaalt. Onverminderd het vorige lid, gaat het hier eigenlijk om technisch advies uit te brengen over de toepassing van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse Raad voor de derde leeftijd), met betrekking tot : 1° het in artikel 4 van dit decreet bedoelde programma van de rustoorden, serviceflats, dagcentra en van de nieuwe infrastructuren ten gunste van de bejaarden en de aanpassing ervan;2° de in artikel 4 van dit decreet bedoelde principiële akkoorden en de erkenningen van de instellingen en diensten betreffende bejaarde personen op grond van artikel 5, § 1, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging;3° elke beslissing tot weigering, intrekking of schorsing van een erkenning, vóór deze beslissingen. B. Samenstelling

Art. 64.De "Commission wallonne des aînés" bestaat uit vijftien gewone leden onder wie een voorzitter en twee ondervoorzitters die allemaal deskundigen zijn in minstens één van de onderwerpen die door de commissie worden behandeld. Afdeling 4. - Beroepen en Adviescommissie voor de beroepen

Onderafdeling 1. - Beroepen en opdrachten van de Adviescommissie voor de beroepen

Art. 65.§ 1. Onverminderd de wetgeving op de ziekenhuizen kan een beroep bij de Regering worden ingediend tegen een beslissing inzake sociale actie of gezondheid die genomen is en door de Regering of een andere bevoegde instantie formeel betekend is.

Het beroep is opschortend, behalve : 1° als de Regering beslist voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 5°, § 1, I, 1°, en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, om een instelling of een dienst dringend te sluiten als : - een overtreding van de bij of krachtens dit decreet bepaalde regels de rechten, de veiligheid of de gezondheid van de bewoners ernstig in het gedrang brengt; - dringende volksgezondheids- of veiligheidsredenen zulks rechtvaardigen; 2° als de beslissing wordt gerechtvaardigd door de toepassing van een programmatie. § 2. Er wordt een Adviescommissie voor de beroepen opgericht voor de vraagstukken inzake sociale actie en gezondheid.

De Adviescommissie voor de beroepen heeft als opdracht de Regering adviezen te verlenen wat betreft de beroepen bedoeld in § 1.

Onderafdeling 2. - Samenstelling

Art. 66.De Adviescommissie voor de beroepen bestaat uit zeven leden onder wie een voorzitter en een ondervoorzitter.

De Regering benoemt voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar en op basis van een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Adviescommissie voor de beroepen.

Art. 67.§ 1. De voorzitter en de ondervoorzitter zijn houders van een diploma van licentiaat, master of doctor in de rechten en hebben een nuttige juridische ervaring van minstens vijf jaar. § 2. De andere leden en hun plaatsvervangers zijn bevoegd inzake sociale actie en gezondheid en hebben een nuttige ervaring van minstens vijf jaar wat betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, I, 1°, en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. § 3. De regels vastgelegd in het decreet van 15 mei 2003 tot bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen binnen de adviesorganen voor de aangelegenheden waarin het Gewest de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap uitoefent, worden nageleefd als de Adviescommissie voor de beroepen wordt samengesteld.

Art. 68.De hoedanigheid van lid van de Adviescommissie voor de beroepen is onverenigbaar met : 1° de hoedanigheid van lid van de vaste commissies;2° de hoedanigheid van personeelslid van de Administratie;3° de hoedanigheid van personeelslid van een openbare instelling van het Waalse Gewest;4° de hoedanigheid van voorzitter, lid van de raad van bestuur, beheerder of personeelslid van een federatie of een samenwerkingsverband voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 5°, § 1, I, 10, en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; Onderafdeling 3. - Werking

Art. 69.§ 1. Het beroep tegen een beslissing wordt binnen de maand van de kennisgeving van de omstreden beslissing aan het secretariaat van de Adviescommissie voor de beroepen gericht bij aangetekend schrijven of via elk ander middel waarbij de zending wordt bewezen.

Het beroep vermeldt : 1° de naam, voornaam, woonplaats of zetel van de aanvrager;2° zijn voorwerp en een uiteenzetting van de feiten en verweermiddelen. Het beroep wordt aangevuld met een afschrift van de omstreden beslissing.

Het secretariaat bevestigt ontvangst van het beroep en legt het voor samen met het administratief dossier aan de Adviescommissie voor de beroepen binnen vijftien dagen die volgen op de ontvangst. § 2. Zowel de bevoegde administratie of openbare instelling als de aanvrager worden opgeroepen om gehoord te worden tijdens de vergadering van de Adviescommissie voor de beroepen die het beroep zal onderzoeken.

De oproeping vermeldt de mogelijkheid om zich door een raadsman te laten bijstaan. De weigering te verschijnen of zijn verweermiddelen aan te voeren wordt in het proces-verbaal van verhoor geacteerd. § 3. De regering kan pas een beslissing nemen op het beroep na ontvangst van het advies van de Adviescommissie voor de beroepen tenzij de termijn waarbinnen het advies moest worden gegeven, is verstreken. In dit geval wordt aan de adviesvereiste binnen de voorgeschreven termijn voorbijgegaan.

De Adviescommissie voor de beroepen brengt haar gemotiveerd advies uit aan de bevoegde Administratie of openbare instelling.

Het gemotiveerd advies van de Adviescommissie voor de beroepen wordt ter kennis gebracht van de verzoekende partij binnen vijftien dagen na het uitbrengen van het advies.

De bevoegde Administratie of openbare instelling bezorgt de Regering een beslissingsvoorstel binnen dertig dagen na de overhandiging van het advies van de Adviescommissie voor de beroepen of, bij gebrek aan advies, binnen vijfenveertig dagen na het verstrijken van de termijn.

Art. 70.Enkel de voorzitter, de ondervoorzitter, de overige leden of hun plaatsvervangers zijn stemgerechtigd.

De commissie kan alleen geldig beraadslagen en stemmen als ten minste de voorzitter of de ondervoorzitter en drie leden, of hun plaatsvervangers, aanwezig zijn.

Bij de stemming worden onthoudingen niet in aanmerking genomen voor het bereiken van de vereiste meerderheid. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 71.De adviescommissie voor de beroepen kan, desgevallend, bij dringendheid, het advies van de vaste commissies vragen om haar te helpen haar eigen advies voor te bereiden.

Art. 72.De Adviescommissie voor de beroepen krijgt van de administratie of openbare instellingen alle informatie die ze meent nodig te hebben voor het uitbrengen van haar advies.

Art. 73.Naast de vergoedingen voor verplaatsingskosten bedoel in artikel 3, 1, 17°, bepaalt de Regering de aard en het bedrag van de bezoldigingen die aan de leden worden toegekend. Afdeling 5. - Secretariaat

Art 74. Het secretariaat van de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé", de Vaste commissies en de Adviescommissie voor de beroepen wordt door de diensten van de Regering waargenomen. Afdeling 6. - Activiteitenverslag

Art. 75.§ 1. Elke vaste commissie bezorgt de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" jaarlijks een activiteitenverslag op 30 april. § 2. Op grond van de verslagen bedoeld in 1 en de adviezen die hij heeft uitgebracht, bezorgt de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" gelijktijdig de Waalse Regering en het Parlement een globaal activiteitenverslag over de adviesverlenende functie betreffende de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, § 1, I, 1°, en II, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

Het globaal activiteitenverslag wordt door de Regering aan de "Conseil économique et social de la Région wallonne" overgemaakt. Afdeling 7. - Klachten

Art. 76.§ 1. Elke belanghebbende kan aan de Regering, de Administratie, de openbare instelling of de burgemeester een klacht richten met betrekking tot de werking van een dienst of een instelling inzake sociale actie of gezondheid.

Elke klacht is het voorwerp van een bericht van ontvangst dat binnen de acht dagen wordt verstuurd. § 2. De burgemeester, Administratie of openbare instelling die een klacht ontvangen, brengen onverwijld de volgende instanties op de hoogte : 1° de Regering;2° de dienst of instelling waarop die klacht betrekking heeft. § 3. Indien bemiddeling mogelijk is, kan de burgemeester als verzoenende partij optreden en aanbevelingen uiten die hem van die aard lijken dat ze een oplossing kunnen inhouden voor de werkingsmoeilijkheden. § 4. De burgemeester, de Administratie of de openbare instelling richten een verslag over de inlichtingen die ze hebben kunnen inwinnen aan de regering.

De betrokken dienst of instelling licht de burgemeester, de Administratie of de openbare instelling onverwijld in over het gevolg dat aan de klacht gegeven is.

De regering, de Administratie of de openbare instelling licht de klager en de dienst of instelling in over het gevolg dat aan de klacht gegeven is § 5. Jaarlijks, voor 30 april, maakt de Regering aan de "Conseil wallon de l'action sociale et de la santé" de dossiers over betreffende de klachten van het vorige kalenderjaar volgens de modaliteiten die zij bepaalt. Afdeling 8 - Wijzigingsbepalingen van diverse decreten inzake sociale

actie en gezondheid Onderafdeling 1. - Wijzigingsbepalingen inzake gezondheid § 1. Decreet van 19 juni 1989 houdende organisatie van de erkenning en de toekenning van toelagen aan de centra voor coördinatie van thuisverzorging en thuisdiensten.

Art. 77.Artikel 9 van het decreet van 19 juni 1989 houdende organisatie van de erkenning en de toekenning van toelagen aan de centra voor coördinatie van thuisverzorging en thuisdiensten, wordt opgeheven.

Art. 78.Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 10.De centra voor coördinatie die voldoen aan de bepalingen van dit decreet worden door de Regering erkend overeenkomstig de door de Regering vastgelegde modaliteiten.

De Regering kan de erkenning intrekken nadat het coördinatiecentrum werd gehoord of behoorlijk opgeroepen."

Art. 79.In artikel 11, derde lid, van hetzelfde decreet vervallen de woorden "op grond van het advies van de erkenningscommissie".

Art. 80.Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. § 2. Decreet van 4 april 1996 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg

Art. 81.In artikel 31, derde lid, van het decreet van 4 april 1996 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, vervallen de woorden "na advies van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg".

Art. 82.Hoofdstuk IX van het decreet van 4 april 1996 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, samengesteld uit de artikelen 33 tot 35, wordt opgeheven. § 3. Decreet van 13 juni 2002 betreffende de organisatie van de verzorgingsinstellingen.

Art. 83.§ 3 van artikel 5 van het decreet van 13 juni 2002 betreffende de organisatie van de verzorgingsinstellingen, wordt opgeheven.

Art. 84.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 85.§ 1. Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet, samengesteld uit de artikelen 11 tot 21, wordt opgeheven. § 2. Een nieuw hoofdstuk IV, samengesteld uit de volgende bepaling, wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : "HOOFDSTUK IV. - Deelname aan de "Conseil national des établissements de soins" (Nationale raad van de verzorgingsinstellingen).

Art. 11.De Regering wijst onder de leden van de "Commission wallonne de la Santé ingesteld bij het decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, de personen aan die deel zullen uitmaken van de "Conseil national des Etablissements hospitaliers." § 4. Decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen

Art. 86.Punt 9°, van artikel 2, van het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen, wordt opgeheven.

Art. 87.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 8.§ 1. De erkenning wordt voor hoogstens vijf jaar door de Regering toegekend. Ze is hernieuwbaar op verzoek van het zorgverleningsnetwerk inzake verslavingen.

Na ontvangst van de aanvraag om erkenning informeert de Regering de bevolking van bedoeld zorgverleningsgebied inzake verslavingen hoe dan ook dmv een bericht in het Belgisch Staatsblad en in twee dagbladen die in bedoeld gebied verspreid worden.

Een tijdelijke erkenning van één jaar kan afgegeven worden aan het netwerk dat de gezamenlijke opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, niet vervult. De tijdelijke erkenning kan één keer hernieuwd worden.

De erkenning en de tijdelijke erkenning kunnen opgeschort of ingetrokken worden wegens niet inachtneming van de voorwaarden opgelegd bij dit decreet of van de bepalingen vastgelegd krachtens dit decreet.

De opschorting en de intrekking worden doorgevoerd na verhoor van de verantwoordelijken van het netwerk.

De Regering bepaalt de procedure voor de toekenning, de hernieuwing, de opschorting of de intrekking van de erkenning en de tijdelijke erkenning."

Art. 88.Hoofdstuk VIII van hetzelfde decreet, samengesteld uit de artikelen 19 tot 21, wordt opgeheven. § 5. Decreet van 29 maart 1993 van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan geïntegreerde gezondheidsverenigingen.

Art. 89.In artikel 2 van het decreet van 29 maart 1993 van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan geïntegreerde gezondheidsverenigingen vervallen de woorden ", na inwinning van het met redenen omkleed advies van de erkenningscommissie bedoeld in artikel 3 van dit decreet,".

Art. 90.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. § 6. Decreet van 29 april 2004 betreffende de organisatie van het medisch-sanitair vervoer

Art. 91.Paragraaf 5, van artikel 3, van het decreet van 29 april 2004 betreffende de organisatie van het medisch-sanitair vervoer, wordt opgeheven.

Art. 92.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Onderafdeling 2. - Wijzigingsbepalingen inzake het gezin § 1. Decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten "Espaces-Rencontres" (Ontmoetingsruimten)

Art. 93.Punt 3° van artikel 2 van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten "Espaces-Rencontres" (Ontmoetingsruimten), wordt opgeheven.

Art. 94.In artikel 5, tweede lid van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten "Espaces-Rencontres" (Ontmoetingsruimten), vervallen de woorden "na advies van de Commissie".

Art. 95.Artikel 8 van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten "Espaces-Rencontres" (Ontmoetingsruimten), wordt vervangen als volgt : "

Art. 8.§ 1. De Regering verleent de erkenning voor vijf jaar. De erkenning kan op verzoek van de dienst "Espaces-Rencontres" verlengd worden.

In het geval van een aanvraag om erkenning van een nieuwe dienst wordt de erkenning tijdelijk verleend voor de duur van één jaar. Na afloop van die termijn wordt de erkenning verlengd voor vier jaar, behoudens andersluidende beslissing van de overheid.

De erkenning kan opgeschort of ingetrokken worden wegens niet inachtneming van de bepalingen van dit decreet of van de krachtens dit decreet vastgelegde bepalingen.

De Regering bepaalt de procedures voor de toekenning, verlenging, opschorting en intrekking van de erkenning."

Art. 96.Hoofdstuk VII van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten "Espaces-Rencontres" (Ontmoetingsruimten), samengesteld uit de artikelen 16 tot 18, wordt opgeheven. § 2. Decreet van 18 juli 1997 betreffende de centra voor levens- en gezinsvragen.

Art. 97.In artikel 24, vierde lid, van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de centra voor levens- en gezinsvragen, vervallen de woorden "alsook de wijze waarop een beroep ingesteld kan worden".

Art. 98.De federaties van de centra worden volgens de door de Regering vastgestelde regels erkend. § 3. Decreet van 6 december 2007 betreffende de hulpdiensten voor gezinnen en bejaarde personen

Art. 99.De paragrafen 1 tot 7, van artikel 22, van het decreet van 6 december 2007 betreffende de hulpdiensten voor gezinnen en bejaarde personen, worden opgeheven.

Art. 100.Artikel 5 van artikel 27 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 101.Artikel 43 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Onderafdeling 3. - Wijzigingsbepalingen inzake sociale actie § 1. Decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen

Art. 102.Punt 16° van artikel 2 van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen, wordt opgeheven.

Art. 103.Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 13.§ 1. De erkenning wordt verleend door de regering voor een termijn van maximum vier jaar.

De erkenning bepaalt de huisvestingscapaciteit van in sociale moeilijkheden verkerende personen in een opvangtehuis, een gemeenschapshuis, een nachtasiel en een opvangtehuis van het gezinstype.

De erkenning is hernieuwbaar op aanvraag van het opvangtehuis, het gemeenschapshuis, het nachtasiel of het opvangtehuis van het gezinstype. § 2. De erkenning kan opgeschort, beperkt of ingetrokken worden wegens niet-inachtneming van verschillende bepalingen van dit decreet of van de bepalingen genomen krachtens dit decreet.

De opschorting heeft als gevolg dat het verschaffen van een onderkomen aan nieuwe in sociale moeilijkheden verkerende personen verboden wordt. De beperking heeft tot gevolg dat de huisvestingscapaciteit verminderd wordt. § 3. De regering stelt de procedures vast voor de verlenging, de hernieuwing, de opschorting, de beperking en de intrekking van de erkenning."

Art. 104.Artikel 14 van hetzelfde decreet, wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1 vervallen de woorden "na advies van de Commissie";2° het tweede lid van § 3 vervalt;3° het laatste lid van § 4 vervalt.

Art. 105.In artikel 15 van hetzelfde decreet vervallen de woorden "en na advies van de Commissie".

Art. 106.In artikel 17 van hetzelfde decreet vervallen de woorden "en na advies van de Commissie".

Art. 107.Artikel 36 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 108.Het vierde en het vijfde lid van § 1, van artikel 38, van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Art. 109.Hoofdstuk IX van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen, samengesteld uit de artike- jlen 40 tot 42, wordt opgeheven.

Art. 110.Artikel 46 van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen, wordt opgeheven. § 2. Decreet van 17 juli 2003 betreffende de sociale insluiting

Art. 111.Artikel 9, tweede lid van het decreet van 17 juli 2003 betreffende de sociale insluiting, wordt opgeheven.

Art. 112.Het laatste lid van artikel 13 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 113.Hoofdstuk VIII van het decreet van 17 juli 2003 betreffende de sociale insluiting, samengesteld uit de artikelen 20 tot 22, wordt opgeheven.

Art. 114.Hoofdstuk IX van het decreet van 17 juli 2003 betreffende de sociale insluiting, samengesteld uit de artikelen 23 tot 26, wordt opgeheven. § 3. Decreet van 18 juli 2001 betreffende de hulpverlening aan rechtsonderhorigen

Art. 115.Punt 8°, van artikel 2, van het decreet van 18 juli 2001 betreffende de hulpverlening aan rechtsonderhorigen, wordt opgeheven.

Art. 116.Artikel 10 van het decreet van 18 juli 2001 betreffende de hulpverlening aan rechtsonderhorigen, wordt vervangen als volgt : "

Art. 10.De erkenning wordt door de Regering verleend voor een maximumtermijn van vijf jaar. De erkenning kan worden verlengd op aanvraag van het centrum voor forensisch welzijnswerk.

Indien de aanvraag de erkenning van een nieuw centrum betreft, wordt ze verleend voor een eenjarige proefperiode. Na afloop van die periode wordt de erkenning behalve andersluidende beslissing van de overheid met vier jaar verlengd.

De erkenning kan worden ingetrokken wegens niet-naleving van de bepalingen van dit decreet of van de bepalingen die krachtens dit decreet worden vastgesteld.

De Regering bepaalt de procedures voor de toekenning, verlenging en intrekking van de erkenning."

Art. 117.Hoofdstuk VI van het decreet van 18 juli 2001 betreffende de hulpverlening aan rechtsonderhorigen, samengesteld uit de artikelen 15 tot 17, wordt opgeheven.

Art. 118.Artikel 20 van het decreet van 18 juli 2001 betreffende de hulpverlening aan rechtsonderhorigen, wordt opgeheven. § 4. Decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling

Art. 119.Artikel 2, tweede lid, van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, wordt opgeheven.

Onderafdeling 4. - Wijzigingsbepalingen inzake de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst

Art. 120.Het laatste lid van artikel 10 van het decreet van 4 juli 1996 betreffende de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst, wordt opgeheven.

Art. 121.Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 122.Hoofdstuk VI van het decreet van 4 juli 1996 betreffende de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst, zoals ingevoegd bij het programmadecreet van 18 december 2003, samengesteld uit de artikelen 18 tot 21, wordt opgeheven.

Onderafdeling 5. - Wijzigingsbepalingen inzake gehandicapte personen

Art. 123.Het tweede lid van artikel 30 van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen, wordt opgeheven.

Art. 124.Titel III van hetzelfde decreet, wordt gewijzigd als volgt : 1° in het opschrift van Titel III worden de woorden "en Waalse adviesraad voor gehandicapte personen" geschrapt;2° hoofdstuk II van Titel III, samengesteld uit de artikelen 65 tot 69, wordt opgeheven.

Art. 125.Paragraaf 1, van artikel 6, van het decreet van 23 november 2006 betreffende de toegankelijkheid van de voor het publiek bestemde inrichtingen en installaties voor gehandicapte personen met een geleidehond, wordt opgeheven.

Onderafdeling 6. - Wijzigingsbepalingen inzake de derde leeftijd § 1. Decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse Raad voor de derde leeftijd)

Art. 126.In het opschrift en in artikel 2, 2°, vierde lid, b), van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse Raad voor de derde leeftijd) vervallen de woorden "en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge".

Art. 127.Paragraaf 2, laatste lid, van artikel 4 van hetzelfde decreet, zoals ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2003, wordt opgeheven.

Art. 128.Lid 6, van artikel 6, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 6 februari 2003, wordt opgeheven.

Art. 129.Het tweede lid, van artikel 13bis, van hetzelfde decreet, zoals ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2003, wordt opgeheven.

Art. 130.Artikel 19 van hetzelfde decreet, zoals ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2003, wordt opgeheven.

Art. 131.Het vierde en het vijfde lid van § 1 van artikel 22 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 6 februari 2003, worden opgeheven.

At. 132. Hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 6 februari 2003, samengesteld uit de artikelen 24 tot 28, wordt opgeheven. § 2. Decreet van 3 juli 2008 betreffende de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen

Art. 133.Punt 3°, van artikel 2, van het decreet van 3 juli 2008 betreffende de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen, wordt opgeheven.

Art. 134.Het vierde en het vijfde lid van artikel 6 van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Art. 135.In artikel 8 van hetzelfde decreet wordt het woord "Raad" vervangen door de woorden "Commission wallonne du troisième âge ingesteld bij het decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet".

Art. 136.Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 137.De Regering bepaalt voor elke advies-, erkennings- of daarmee gelijkgestelde instellingen bedoeld in dit decreet de data van inwerkingtreding van de artikelen van dit decreet.

De artikelen die betrekking hebben op elke advies-, erkennings- of daarmee gelijkgestelde instelling bedoeld in dit decreet treden in werking uiterlijk op de datum van de integrale hernieuwing van de mandaten van de leden van die instellingen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 6 november 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke-Kansen, D. DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2007-2008. Stukken van het Waals Parlement, 821 (2007-2008). Nrs. 1 tot 23bis.

Volledig verslag, openbare vergadering van 5 november 2008.

Bespreking - Stemmingen.

^