Etaamb.openjustice.be
Decreet van 08 maart 2013
gepubliceerd op 11 april 2013

Decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

bron
vlaamse overheid
numac
2013035311
pub.
11/04/2013
prom.
08/03/2013
ELI
eli/decreet/2013/03/08/2013035311/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 MAART 2013. - Decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° actoren : organisaties die in het kader van de uitvoering van dit decreet hulp- en dienstverlening aanbieden in de gevangenissen;2° beleidscoördinator : een personeelslid van de Vlaamse Gemeenschap belast met de beleidscoördinatie van de hulp- en dienstverlening in een gevangenis zoals bepaald in punt 5° ;3° beleidsdomein : een homogeen beleidsdomein als vermeld in artikel 2 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, of een onderdeel ervan;4° gedetineerde : een verdachte, veroordeelde of geïnterneerde die zich voltijds of deeltijds in een gevangenis bevindt;5° gevangenis : een door de Federale Staat aangewezen inrichting die bestemd is voor de tenuitvoerlegging van veroordelingen tot een vrijheidsstraf en van vrijheidsbenemende maatregelen, als de inrichting in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad ligt, of als de inrichting elders ligt en het voorwerp is van een overeenkomst met de bevoegde overheid;6° gevangenisdirectie : de personeelsleden van de Federale Staat, die belast zijn met het lokaal bestuur van een gevangenis;7° hulp- en dienstverlening : alle hulp- en dienstverlening die door de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest wordt georganiseerd of verstrekt en die relevant is voor de gedetineerden. Een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, als vermeld in artikel 606 van het Wetboek van Strafvordering, wordt gelijkgesteld met een gevangenis, als het centrum in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad ligt, of als het centrum elders ligt en het voorwerp is van een overeenkomst met de bevoegde overheid.

Een jongere die verblijft in een centrum als vermeld in het tweede lid, wordt gelijkgesteld met een gedetineerde. HOOFDSTUK 2. - Missie, doelstellingen en opdrachten

Art. 3.Dit decreet beoogt, binnen de beschikbare budgetten, het recht van alle gedetineerden en hun directe sociale omgeving op een integrale en kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening die gericht is op de realisatie van de doelstellingen, vermeld in artikel 4, te waarborgen, zodat ze zich kunnen ontplooien in de samenleving.

Daartoe neemt de Vlaamse Regering initiatieven om een kwaliteitsvol hulp- en dienstverleningsaanbod uit te bouwen, op basis van de behoeften van de gedetineerden en hun directe sociale omgeving, en dit door sectoroverschrijdende samenwerking tussen hulp- en dienstverleners en door intersectorale afstemming van het aanbod.

Art. 4.De doelstellingen van de hulp- en dienstverlening zijn : 1° de zelfontplooiing van de gedetineerde stimuleren;2° het sociale, relationele en psychische evenwicht van de gedetineerde herstellen;3° de negatieve gevolgen voor de gedetineerde en zijn directe sociale omgeving, veroorzaakt door en tijdens de detentie, beperken;4° de integratie en participatie in de samenleving na de detentieperiode bevorderen;5° een proces van herstel tussen dader, slachtoffer en samenleving stimuleren;6° de kans op herval beperken.

Art. 5.Om de doelstellingen, vermeld in artikel 4, te realiseren, vervult de Vlaamse Regering minstens de volgende opdrachten of neemt ze initiatieven met het oog op de realisatie ervan : 1° ze bouwt een kwaliteitsvol en integraal hulp- en dienstverleningsaanbod uit voor gedetineerden en hun directe sociale omgeving;2° ze maakt het aanbod bekend en motiveert gedetineerden om eraan te participeren;3° ze ontwikkelt en implementeert samenwerkingsmodellen en organisatievormen om tot een optimale inbedding en integratie van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest in de gevangenissen te komen met het oog op de grootst mogelijke efficiëntie en effectiviteit van een integraal aanbod hulp- en dienstverlening;4° ze creëert een draagvlak om hulp- en dienstverlening aan gedetineerden te organiseren bij de betrokken actoren, de belanghebbenden en de samenleving;5° ze implementeert, in samenwerking met de betrokken actoren, een personeels- en organisatieontwikkelingsbeleid ter ondersteuning van de hulp- en dienstverlenende actoren.

Art. 6.Het beleid voor de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden is een inclusief, een gecoördineerd en een samenhangend beleid. De Vlaamse Regering ontwikkelt en realiseert binnen de verschillende beleidsdomeinen een hulp- en dienstverleningsbeleid vanuit een partnerschap tussen alle betrokken actoren.

Per beleidsdomein bepaalt de Vlaamse Regering de initiatieven in het kader van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden.

Art. 7.De Vlaamse Regering bouwt de hulp- en dienstverlening uit in overleg met de Federale Staat waarmee een samenwerkingsakkoord kan worden afgesloten, en met eventuele andere betrokken overheden. HOOFDSTUK 3. - Organisatie van de Vlaamse hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Art. 8.De Vlaamse Regering keurt binnen een jaar na haar eedaflegging een strategisch plan goed, waarmee in de diverse beleidsdomeinen invulling zal gegeven worden aan de doelstellingen, vermeld in artikel 4.

Het strategisch plan omvat minstens : 1° een analyse van de context waarin de hulp- en dienstverlening kan worden gerealiseerd;2° een beschrijving van de algemene en de beleidsdomeinspecifieke strategische doelstellingen;3° een tijdpad voor de realisatie van de doelstellingen;4° de indicatoren voor de meting van de voortgang;5° de ingezette middelen en instrumenten. Uiterlijk drie jaar na de goedkeuring van het strategisch plan evalueert de Vlaamse Regering de uitvoering van het plan en stuurt ze zo nodig het plan bij.

Het strategisch plan, en elke bijsturing ervan, wordt meegedeeld aan het Vlaams Parlement.

Art. 9.Er wordt een gemengde commissie opgericht die als opdracht heeft : 1° advies te verlenen aan de Vlaamse Regering over de opmaak van het strategisch plan;2° de voortgang in de uitvoering van het strategisch plan te volgen;3° advies uit te brengen over bijsturing van het strategisch plan;4° ondersteuning en vorming te bieden voor de hulp- en dienstverleners. De gemengde commissie baseert zich daarvoor ondermeer op de adviezen van de beleidsteams, vermeld in artikel 10.

De gemengde commissie bestaat uit vertegenwoordigers van departementen of agentschappen van de betrokken beleidsdomeinen en uit vertegenwoordigers van organisaties van hulp- en dienstverleners uit die beleidsdomeinen.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de samenstelling, de werking en de opdrachten van de gemengde commissie.

Art. 10.In elke gevangenis wordt een beleidsteam samengesteld, dat bestaat uit de beleidscoördinator, die personeelslid is van de Vlaamse Gemeenschap en vertegenwoordigers van de actoren. De gevangenisdirectie wordt uitgenodigd om deel uit te maken van het beleidsteam. Het beleidsteam wordt voorgezeten door de beleidscoördinator, en stelt een actieplan op, dat uitvoering geeft aan het strategisch plan van de Vlaamse Regering. Dat actieplan omvat : 1° een analyse van de context waarin de hulp- en dienstverlening kan worden gerealiseerd;2° een beschrijving van de algemene en de beleidsdomeinspecifieke strategische en operationele doelstellingen;3° de organisatiestructuur, waaronder het overlegmodel met de verschillende actoren;4° de concrete acties;5° een tijdpad voor de realisatie van de doelstellingen;6° de indicatoren voor de meting van de voortgang;7° een overzicht van de in te zetten middelen. Het beleidsteam is ook verantwoordelijk voor de evaluatie en bijsturing van het actieplan. Het beleidsteam baseert zich daarvoor op de adviezen van het coördinatieteam, vermeld in artikel 11, en op eventuele bijsturingen van het strategisch plan, vermeld in artikel 8.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inhoud, de vorm en de geldingsduur van het actieplan.

Art. 11.Voor de opvolging van de uitvoering van het actieplan, vermeld in artikel 10, wordt in elke gevangenis een coördinatieteam opgericht. Het coördinatieteam staat onder leiding van de beleidscoördinator. De samenstelling en de werking van het coördinatieteam worden bepaald door het beleidsteam met inachtneming van de regels die de Vlaamse Regering vaststelt.

Art. 12.Per beleidsdomein voorziet de Vlaamse Regering binnen de beschikbare budgetten in de nodige instrumenten, middelen en personeel om de doelstellingen van dit decreet, en de strategische en operationele doelstellingen die ter uitvoering van dit decreet zijn bepaald, op het niveau van de gevangenis uit te voeren.

Voor de coördinatie en ondersteuning van de hulp- en dienstverlening wordt in elke gevangenis voorzien in volgende opdrachten : 1° beleidscoördinatie : de coördinatie van het beleid, de organisatie, de ondersteuning en de opvolging van de hulp- en dienstverlening in de gevangenis, en dit in overleg met de gevangenisdirectie en met de actoren;2° trajectbegeleiding : voor de realisatie van het onthaal en de vraagverheldering bij gedetineerden, voor het verwijzen van de gedetineerde naar de hulp- en dienstverlening, voor het opstellen van een individueel hulp- en dienstverleningsplan op maat van de gedetineerde, voor de coördinatie, opvolging en afstemming van dat plan met het oog op continuïteit in de hulp- en dienstverlening tijdens en na de detentie;3° ondersteuning : voor het faciliteren van de praktische organisatie van de hulp- en dienstverlening.

Art. 13.De Vlaamse Regering wijst een coördinerend minister aan voor de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden.

Ze wijst binnen de Vlaamse administratie een entiteit aan die verantwoordelijk is voor de coördinatie en de ondersteuning van de organisatie van die hulp- en dienstverlening. HOOFDSTUK 4. - Gegevensverwerking en informatie-uitwisseling

Art. 14.Met het oog op de organisatie en de opvolging van de hulp- en dienstverlening, geregeld bij of krachtens dit decreet, en om die hulp- en dienstverlening op maat van elke gedetineerde te verstrekken, verwerken de beleidscoördinatoren, de personen die belast zijn met de trajectbegeleiding of de ondersteuning, en de actoren de persoonsgegevens van de gedetineerden, met inachtneming van de bepalingen van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Voor de realisatie van de doelstellingen, vermeld in het eerste lid, kunnen de beleidscoördinatoren, de personen die belast zijn met de trajectbegeleiding of de ondersteuning, en de actoren onder elkaar persoonsgegevens van een gedetineerde uitwisselen, met behoud van de verplichtingen en beperkingen die voortvloeien uit de voornoemde wet van 8 december 1992 of uit de regelgeving van de sectoren waartoe de actoren behoren.

Onverminderd de vereiste machtiging zoals voorzien in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 29/08/2008 numac 2008202941 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening type decreet prom. 18/07/2008 pub. 29/10/2008 numac 2008036273 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer sluiten betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer, bepaalt de Vlaamse Regering de nadere regels voor de verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens, vermeld in het eerste en tweede lid.

Art. 15.De personen die belast zijn met de coördinatie, de trajectbegeleiding of de ondersteuning, en de actoren bezorgen aan de Vlaamse Regering anonieme en globale gegevens over de hulp- en dienstverlening met het oog op de evaluatie en de bijsturing van het hulp- en dienstverleningsaanbod.

Art. 16.De Vlaamse Regering stelt aan de personen die belast zijn met de beleidscoördinatie, de trajectbegeleiding of de ondersteuning, en de actoren een digitaal systeem ter beschikking ter ondersteuning van de gegevensverwerking en -uitwisseling, vermeld in artikelen 14 en 15.

De entiteit die verantwoordelijk is voor de coördinatie en ondersteuning van de organisatie van de hulp- en dienstverlening is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in het digitaal systeem vermeld in het eerste lid. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 17.In afwijking van artikel 8 keurt de Vlaamse Regering uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit decreet een eerste strategisch plan goed.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 8 maart 2013.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN _______ Nota (1) Zitting 2012-2013. Stukken. - Ontwerp van decreet, 1846 - Nr. 1. - Amendementen, 1846 - Nr. 2. - Verslag, 1846 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 1846 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 27 februari 2013.

^