Etaamb.openjustice.be
Decreet van 09 januari 2014
gepubliceerd op 28 januari 2014

Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de raden van bestuur van de door het Waalse Gewest erkende privé-instellingen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014200520
pub.
28/01/2014
prom.
09/01/2014
ELI
eli/decreet/2014/01/09/2014200520/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JANUARI 2014. - Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de raden van bestuur van de door het Waalse Gewest erkende privé-instellingen


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving

Artikel 1.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "privé-instellingen" : elke vereniging zonder winstoogmerk in de zin de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten op de verenigingen zonder winstgevend doel, de internationale verenigingen en de stichtingen, met uitzondering van degene opgericht of beheerd door minstens een privaatrechtelijke rechtspersoon;2° "erkende privé-instellingen" : elke in 1° bedoelde privé-instelling die door het Waalse Gewest erkend is, met uitzondering van de inrichtingen voor bejaarden bedoeld in artikel 334, 2°, van het decreetgevend deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;3° "privé-instellingen die kandidaat zijn voor de erkenning" : elke in 1° bedoelde privé-instelling die erom verzoekt door het Waalse Gewest erkend te worden, met uitzondering van de inrichtingen voor bejaarden bedoeld in artikel 334, 2°, van het decreetgevend deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid; HOOFDSTUK II. - Erkende privé-instellingen Afdeling 1. - Algemeen

Art. 2.§ 1. De raad van bestuur van de erkende privé-instellingen bestaat uit maximum twee derden van leden van hetzelfde geslacht.

Wanneer het overeenkomstig het eerste lid berekende maximum aantal bestuurders van hetzelfde geslacht, geen geheel getal is, wordt het afgerond naar het dichtstbije gehele getal. § 2. Om het maximum aantal bestuurders van hetzelfde getal binnen de raden van bestuur van de erkende privé-instellingen te bepalen, worden alleen de natuurlijke personen en de privaatrechtelijke rechtspersonen vertegenwoordigd door een mandataris of een derde die als vertegenwoordiger ervan handelt, in aanmerking genomen. Afdeling 2. - Afwijkingen

Art. 3.§ 1. Elke erkende privé-instelling kan bij de voogdijminister een aanvraag tot afwijking van de in artikel 2 bedoelde regel indienen.

De afwijkingsaanvraag wordt bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst of bij op elke wijze waarop een vaststaande datum aan de zending wordt verleend, gericht.

Deze afwijkingsaanvraag schorst elke procedure tot intrekking van de erkenning wegens miskenning van de in artikel 2 bedoelde regel die strijdig zou zijn met de erkende privé-instelling. § 2. De voogdijminister kan een afwijking van de in artikel 2 bedoelde regel toekennen indien de erkende privé-instelling bewijst dat de uitoefening van haar maatschappelijk doel de niet-gemengdheid inhoudt of als doel heeft.

Hij kan een tijdelijke afwijking, die één keer verlengbaar is, van de in artikel 2 bedoelde regel toekennen indien de erkende privé-instelling de onmogelijkheid om zich daaraan aan te passen bewijst op grond van objectieve gegevens en van de bepalingen genomen om de evenwichtige deelname van vrouwen en mannen in haar raad van bestuur te verhogen.

Art. 4.De erkende privé-instelling die de in artikel 2 bedoelde regelt naleeft en die wegens een plotseling evenement dat haar interne organisatie aantast, zoals het overlijden van een bestuurder, zijn ontslag of zijn afzetting, zich daaraan niet meer kan aanpassen, licht de Regering daarover bij aangetekend schrijven of bij op elke wijze waarop een vaststaande datum aan de zending wordt verleend, in binnen twee maanden na het plaatshebben van het evenement.

De in het eerste lid bedoelde erkende privé-instelling beschikt vanaf het plaatshebben van het evenement over een termijn van twaalf maanden om zich aan de in artikel 2 bedoelde regel aan te passen. Zo niet is artikel 5 van toepassing. Afdeling 3. - Sanctie

Art. 5.§ 1. De erkenning van een erkende privé-instelling wordt ingetrokken indien : 1° ze de in artikel 2 bedoelde regel niet naleeft;2° ze de in de artikelen 3, 4 of 8 bedoelde afwijking niet geniet. § 2. Wanneer de Regering het voornemen heeft de erkenning van een erkende privé-instelling in te trekken, licht ze haar daarover bij aangetekend schrijven of bij op elke wijze waarop een vaststaande datum aan de zending wordt verleend, in.

Het in het eerste lid bedoelde schrijven vermeldt minstens : 1° dat de erkende privé-instelling over een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van het schrijven beschikt om haar schriftelijke opmerkingen mee te delen aan de Regering;2° een oproeping tot een verhoor;3° dat het voor de erkende privé-instelling mogelijk is om zich door een raadsman te laten bijstaan. § 3. De Regering neemt haar beslissing op grond van het dossier dat minstens de volgende elementen omvat : 1° het in § 2 bedoelde schrijven;2° de eventuele schriftelijke opmerkingen van de erkende privé-instelling;3° het proces-verbaal van het in § 2, tweede lid, 2°, bedoelde verhoor of, in voorkomend geval, het proces-verbaal van niet-verschijning;4° elke nuttige inlichting of document. De Regering betekent onverwijld haar beslissing aan de erkende privé-instelling bij aangetekend schrijven of bij op elke wijze waarop een vaststaande datum aan de zending wordt verleend. Afdeling 4. - Overgangsbepaling

Art. 6.§ 1. De op de inwerkingtreding van dit decreet erkende privé-instellingen alsmede de instellingen bedoeld in artikel 9, tweede lid, beschikken over een termijn van drie jaar vanaf de inwerkingtreding van die decreet om zich aan de regel bedoeld in artikel 2 aan te passen. § 2. Indien ze zich niet aan de regel bedoeld in artikel 2 binnen de in § 1 bedoelde termijn hebben aangepast : 1° zien de voor een onbepaalde termijn erkende privé-instellingen van ambtswege hun erkenning beperkt tot een bepaalde duur van drie jaar, die begint te lopen vanaf het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn;2° zien de voor een bepaalde termijn erkende privé-instellingen waarvan de vervaldatum volgt op de vervaldatum van een termijn van drie die begint te lopen vanaf het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn, van ambtswege hun erkenning beperkt tot een bepaalde duur van drie jaar, die begint te lopen vanaf het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn;3° zien de voor een bepaalde termijn erkende privé-instellingen waarvan de vervaldatum van vóór de vervaldatum van een termijn van drie die begint te lopen vanaf het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn dateert, van ambtswege hun erkenning eindigen tot het verstrijken van haar bepaalde duur. De in de eerste tot derde leden bedoelde privé-instellingen kunnen aan het bestuur erom verzoeken om begeleidingsmaatregelen te genieten tijdens de periode waarin ze erkend blijven om te voldoen aan de in artikel 3 bedoelde regel. § 3. Indien de in § 2, eerste lid, 1°, bedoelde privé-instellingen zich aan de in artikel 2 bedoelde regel aanpassen vóór het verstrijken van hun erkenning waarvan de duur van ambtswege beperkt is, lichten ze de Regering daarover in, die hun een nieuwe erkenning voor onbepaalde duur toekent.

Indien de in § 2, eerste lid, 1°, bedoelde privé-instellingen zich aan de in artikel 2 bedoelde regel aanpassen vóór het verstrijken van hun erkenning waarvan de duur van ambtswege beperkt is, lichten ze de Regering daarover in, die hun een erkenning tot hun oorspronkelijke vervaldatum verlengt. HOOFDSTUK III. - Privé-instellingen die kandidaat zijn voor de erkenning Afdeling 1. - Algemeen

Art. 7.§ 1. Om door het Waalse Gewest erkend te worden, worden de privé-instellingen beheerd door een raad van bestuur die uit maximum twee derden van leden van hetzelfde geslacht bestaat.

Het maximum aantal bestuurders van hetzelfde geslacht wordt overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 2 berekend. § 2. Op grond van dit artikel kan de Regering weigeren om de erkenning toe te kennen aan een privé-erkenning slechts na laatstgenoemde te hebben gehoord. § 3. De in de §§ 1 en 2 vermelde principes zijn van toepassing op de verlenging van de erkenning. Afdeling 2. - Afwijking

Art. 8.§ 1. Elke privé-instelling die kandidaat is voor de erkenning kan een afwijking van de in artikel 7 bedoelde erkenningsvoorwaarde aan de voogdijminister vragen.

De afwijkingsaanvraag wordt bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst of bij op elke wijze waarop een vaststaande datum aan de zending wordt verleend, gericht. § 2. De toezichthoudend minister kan een afwijking van de in artikel 7, § 1, bedoelde erkenningsvoorwaarde toekennen indien de privé-instelling die kandidaat is voor de erkenning bewijst dat de uitoefening van haar maatschappelijk doel de niet-gemengdheid inhoudt of als doel heeft.

Hij kan een tijdelijke afwijking van de in artikel 7 bedoelde erkenningsvoorwaarde toekennen indien de privé-instelling die kandidaat is voor de erkenning, de onmogelijkheid om zich daaraan aan te passen bewijst op grond van objectieve gegevens en van de bepalingen genomen om de evenwichtige deelname van vrouwen en mannen in haar raad van bestuur te verhogen. § 3. De privé-instelling die kandidaat is voor de erkenning en die een tijdelijke afwijking geniet, kan aan het bestuur erom verzoeken om tijdens de afwijkingsperiode begeleidingsmaatregelen te genieten om te voldoen aan de in artikel 2 bedoelde regel. Afdeling 3. - Overgangsbepaling

Art. 9.De in artikel 7 bedoelde erkenningsvoorwaarde is niet van toepassing op de privé-instellingen die een erkenningsaanvraag vóór de inwerkingtreding van dit decreet hebben ingediend.

De in het eerste lid bedoelde privé-instellingen die een erkenning van het Waalse Gewest verkrijgen, worden beschouwd als privé-instellingen in de zin van artikel 1, 2°.

De bepalingen van hoofdstuk II zijn erop van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Evaluatiemaatregelen

Art. 10.Om de twee jaar maakt het bestuur volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten een niet-nominatieve lijst bekend die de volgende elementen vermeldt : 1° het aantal erkende privé-instellingen die de in artikel 2 bedoelde eis naleven;2° het aantal erkende privé-instellingen die de in artikel 3 bedoelde afwijking genieten;3° het aantal erkende privé-instellingen die de in artikel 4 bedoelde afwijking genieten;4° het aantal erkende privé-instellingen waarvan de erkenning op grond van artikel 5 is ingetrokken;5° het aantal erkende privé-instellingen die de in artikel 6 bedoelde overgangsbepaling genieten;1° het aantal erkende privé-instellingen die kandidaat zijn voor de erkenning en waarvan de erkenning op grond van artikel 7, § 2 is geweigerd;1° het aantal erkende privé-instellingen die de in artikel 8 bedoelde afwijking genieten. De Regering evalueert de effecten van de in artikel 2 bedoelde regel en de noodzaak van haar handhaving op grond van de in het eerste lid bedoeld lijst. HOOFDSTUK V. - Slot- of opheffingsbepalingen

Art. 11.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12.De wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen die van vóór de inwerkingtreding van dit decreet dateren, die in het Waalse Gewest de procedures voor de toekenning van een erkenning aan de privé-instellingen regelen, en die de in de hoofdstukken 2 en 3 bedoelde regels niet naleven, worden opgeheven.

De Regering bepaalt de lijst van de in het eerste lid bedoelde bepalingen.

Art. 13.De Regering is belast met de uitvoering van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 9 januari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement, 904 (2013-2014) Nrs. 1 tot 4.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 8 januari 2014.

Bespreking.

Stemming.

^