Etaamb.openjustice.be
Decreet van 10 juli 2008
gepubliceerd op 16 oktober 2008

Decreet houdende enkele dringende maatregelen voor het deeltijds kunstonderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2008203657
pub.
16/10/2008
prom.
10/07/2008
ELI
eli/decreet/2008/07/10/2008203657/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JULI 2008. - Decreet houdende enkele dringende maatregelen voor het deeltijds kunstonderwijs


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet houdende enkele dringende maatregelen voor het deeltijds kunstonderwijs. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Dit decreet is van toepassing op de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs die gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Verlenging tijdelijke projecten

Art. 3.§ 1. De volgende tijdelijke projecten deeltijds kunstonderwijs worden verlengd tot en met 31 augustus 2010 : 1° ortho-agogische muzikale vorming in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van Beringen, de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord van Grimbergen en de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van Lokeren;2° aangepaste beeldende vorming in de Academie Noord van Brasschaat, de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten van Eeklo, de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Kortrijk, de Gemeentelijke Academie voor Beeldende Kunst van Mol, de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten van Turnhout;3° therapeutische beeldende vorming in de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunst 'Kunstacademie De Lei' van Leuven en de Stedelijke academie voor Schone Kunsten van Hasselt.De naam van dit tijdelijke project wordt gewijzigd in "Aangepaste beeldende vorming". § 2. De instellingen bedoeld in § 1 nemen deel aan een werkgroep die in samenspraak met externe deskundigen de aanpassingen van de leeromgeving ten behoeve van leerlingen met speciale behoeften in een kunstopleiding systematisch zal inventariseren. Aanpassingen zijn afhankelijk van de onderwijsbehoeften van de doelgroep en hebben betrekking op : 1° het pedagogisch handelen van de leerkracht;2° de ontwikkeling van het leertraject;3° het inrichten van de leeromgeving. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling van de werkgroep en de termijn voor het indienen van het eindrapport. § 4. De aanvullende voorwaarde vermeld in § 2 wordt ook opgelegd aan het tijdelijke project inclusief muziekonderricht in de Gemeentelijke Muziek- en Woordacademie van Wijnegem, zoals goedgekeurd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 betreffende de goedkeuring van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008 en decretaal bekrachtigd bij het decreet van 13 juli 2007 tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007 betreffende de goedkeuring van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008.

Art. 4.§ 1. De tijdelijke projecten deeltijds kunstonderwijs inzake muzische vorming worden verlengd tot en met 31 augustus 2010 in de volgende instellingen : 1° de Stedelijke Academie voor Podiumkunsten van Aalst;2° de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woordkunst en Dans van Hamme;3° de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord van Hemiksem;4° de Stedelijke Muziekacademie van Izegem;5° het Stedelijk Conservatorium van Kortrijk;6° de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Kortrijk;7° de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van Lier;8° de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord van Schoten;9° de Gemeentelijke Muziekacademie van Sint-Agatha-Berchem;10° de Haspengouwse Academie voor Muziek, Woord en Dans van Sint-Truiden;11° de Haspengouwse Academie voor Beeldende Kunsten van Sint-Truiden;12° de Academie Regio Tienen Muziek, Woord en Dans;13° de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunst 'Armand Knaepen' van Tienen. § 2. De voorwaarden zoals bekrachtigd in artikel 19 van het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het onderwijs, blijven van toepassing.

De instellingen bedoeld in § 1 nemen, samen met instellingen deeltijds kunstonderwijs en basisscholen die een tijdelijk project kunstinitiatie organiseren, deel aan een werkgroep die zal onderzoeken hoe de twee projecten via een complementaire werking een structureel netwerk kunnen vormen. Dat netwerk beoogt de expertise-uitwisseling met betrekking tot kunst- en cultuureducatie tussen instellingen voor deeltijds kunstonderwijs, basisscholen en andere partners. De expertise-uitwisseling kan als volgt geoperationaliseerd worden : 1° de vorming van individuele leerkrachten;2° de visieontwikkeling in de school in haar geheel. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de werkwijze en de termijn voor het indienen van het eindrapport.

Art. 5.§ 1. De tijdelijke projecten inzake kunstinitiatie voor kansarme en/of allochtone minderjarigen die de onderwijsinspectie in haar eindevaluatie gunstig beoordeelt, worden verlengd tot en met 31 augustus 2010. § 2. De bepalingen, vermeld in hoofdstuk VIII van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen en in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende tijdelijke projecten inzake kunstinitiatie voor kansarme en/of allochtone minderjarigen, blijven van toepassing.

Bovendien nemen de betrokken instellingen voor deeltijds kunstonderwijs en basisscholen samen met instellingen voor deeltijds kunstonderwijs die een tijdelijk project muzische vorming organiseren, deel aan een werkgroep die zal onderzoeken hoe de twee projecten via een complementaire werking een structureel netwerk kunnen vormen. Dat netwerk beoogt de expertise-uitwisseling met betrekking tot kunst- en cultuureducatie tussen instellingen voor deeltijds kunstonderwijs, basisscholen en andere partners. De expertise-uitwisseling kan als volgt geoperationaliseerd worden : 1° de vorming van individuele leerkrachten;2° de visieontwikkeling in de school in haar geheel. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de werkwijze en de termijn voor het indienen van het eindrapport.

Art. 6.De volgende tijdelijke projecten deeltijds kunstonderwijs worden met ongewijzigde voorwaarden verlengd tot en met 31 augustus 2010 : 1° beeldverhaal in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Kortrijk en de Stedelijke Kunstacademie van Tielt;2° conceptuele kunst in de Academie Beeldende Kunst van de Vlaamse Gemeenschap te Etterbeek en de Gemeentelijke Academie voor Schone Kunsten van Kontich;3° geïntegreerde lesmethodiek in de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord van Lanaken; 4° indimalimexchi.co in de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten van Hoboken; 5° integratiekunst mozaïek in de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten van Wilrijk;6° leerstofintegratie in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord van Ieper;7° modulair systeem in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Kortrijk.De naam van dit tijdelijke project wordt gewijzigd in "projectonderwijs"; 8° muziektheater in de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van Buggenhout en de Kunstacademie van Knokke-Heist;9° saz in de Stedelijke Academie voor Muziek-Woord-Dans van Sint-Niklaas;10° schoenontwerpen in de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Sint-Niklaas;11° ud in de Academie voor Muziek en Woordkunst van Berchem en de Gemeentelijke Muziekacademie van Sint-Agatha-Berchem.

Art. 7.De volgende tijdelijke projecten worden met ongewijzigde voorwaarden verlengd tot en met 31 augustus 2009 : 1° animatiefilm in de Stedelijke Academie van Brugge, de Academie voor Beeldende Kunst van Gent, de Academie Beeldende Kunst van de Vlaamse Gemeenschap te Etterbeek en de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten van Merksem;2° digitale vormgeving in de Academie Beeldende Kunsten van het Gemeenschapsonderwijs van Anderlecht, de Gemeentelijke Kunstschool 'Academia' van Borsbeek, de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten 'De Meiboom' van Halle, de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunst van Menen en de Stedelijke Kunstacademie van Oostende;3° experimentele muziek in de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord Oud-Heverlee;4° hafabradirigentenopleiding in de Academie Genk-Muziek, Woord en Dans van Genk, de Stedelijke Academie Muziek-Woord-Dans 'Emiel Hullebroeck' van Gentbrugge en de Stedelijke Servaisacademie voor Muziek, Woord en Dans van Halle;5° koordirigentenopleiding in het Stedelijk Conservatorium van Hasselt, de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van Lier en de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van Waregem;6° scenografie in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Deeltijds Kunstonderwijs te Antwerpen;7° volksmuziek in de Gemeentelijke Muziekacademie van Gooik en de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord van Ieper;8° aanhechting studierichting beeldende kunst in de Kunstacademie van Knokke-Heist en de Stedelijke Academie voor Artistieke Vorming van Ronse.

Art. 8.§ 1. De volgende projecten deeltijds kunstonderwijs worden met gewijzigde voorwaarden verlengd tot en met 31 augustus 2010 : 1° intergemeentelijke samenwerking Haspengouwse academie;2° intergemeentelijke samenwerking Hagelandse academie;3° intergemeentelijke samenwerking Noord-Limburg;4° intergemeentelijke samenwerking Noorderkempen;5° intergemeentelijke samenwerking Noord-Antwerpen. § 2. Aan de oorspronkelijke voorwaarden zoals bekrachtigd in artikel 19 van het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het onderwijs en bevestigd in artikel X.4 van het decreet van 22 juni 2007 betreffende het onderwijs XVII worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de tijdelijke projecten voldoen tegen 30 juni 2009 aan de volgende voorwaarden : a) het samenwerkingsverband strekt zich uit over een geheel van minimaal 4 en maximaal 9 aaneensluitende gemeenten;b) het samenwerkingsverband organiseert zowel de studierichting beeldende kunst als muziek als een of meer andere studierichtingen;c) alle filialen en hoofdinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen beeldende kunst, muziek, woordkunst en/of dans, die zich op het grondgebied van die gemeenten bevinden, maken deel uit van het samenwerkingsverband;d) het tijdelijk project intergemeentelijke samenwerking Noord-Antwerpen en het tijdelijk project verdeling graden beeldende kunst over de gemeenten Kapellen en Kalmthout maken afspraken met het oog op samenwerking en formuleren daaromtrent een gezamenlijk voorstel;2° tijdens de duur van de verlenging kunnen de tijdelijke projecten enkel de oprichting van extra filialen met lagere graden voor jongeren tot gevolg hebben;3° de tijdens de verlenging opgerichte filialen zijn onderworpen aan de rationalisatienormen voor de lagere graad in filialen zoals respectievelijk bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting beeldende kunst en in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen muziek, woordkunst en dans. § 3. De andere voorwaarden zoals bekrachtigd in artikel 19 van het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het onderwijs en bevestigd in artikel X.4 van het decreet van 22 juni 2007 betreffende het onderwijs XVII, blijven van toepassing. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II

Art. 9.Aan artikel 93 van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006, wordt een § 4 toegevoegd die luidt als volgt : « § 4. Wegens uitzonderlijke redenen van tijdelijke aard kan de Vlaamse Regering toelating geven om leerlingen tijdelijk onder te brengen in gebouwen in gemeenten waar de instelling geen vestigingsplaatsen of filialen heeft. De programmatie- en rationalisatienormen zijn hier niet van toepassing voor de duur van de tijdelijke onderbrenging. » HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 10.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2008.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 10 juli 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE _______ Nota Zitting 2007-2008 Stukken. - Ontwerp van decreet : 1740, nr. 1. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1740, nr. 2.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 8 juli 2008.

^