Etaamb.openjustice.be
Decreet van 10 maart 2017
gepubliceerd op 13 april 2017

Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water en van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de invoering van een regulerend kader voor warmte- of koudenetten

bron
vlaamse overheid
numac
2017020336
pub.
13/04/2017
prom.
10/03/2017
ELI
eli/decreet/2017/03/10/2017020336/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 MAART 2017. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water en van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de invoering van een regulerend kader voor warmte- of koudenetten (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water en van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de invoering van een regulerend kader voor warmte- of koudenetten HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water

Art. 2.Aan het opschrift van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water, vervangen bij het decreet van 19 juli 2013, worden de woorden "en de levering van thermische energie" toegevoegd.

Art. 3.Aan artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 mei 2007, 8 mei 2009 en 19 juli 2013, worden een punt 6° en een punt 7° toegevoegd, die luiden als volgt: "6° huishoudelijke afnemer van thermische energie: afnemer als vermeld in artikel 1.1.3, 67° /1, van het Energiedecreet; 7° warmte- of koudeleverancier: leverancier als vermeld in artikel 1.1.3, 133° /1, van het Energiedecreet.".

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 mei 2007, 8 mei 2009, 20 april 2012 en 19 juli 2013, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/1. Voor de ononderbroken toevoer van thermische energie, vermeld in artikel 6.2.1 van het Energiedecreet, geeft de lokale adviescommissie binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het verzoek en na een contradictoir onderzoek dat een antwoord geeft op de vraag of de huishoudelijke afnemer van thermische energie niet in een situatie verkeert waardoor afsluiting onverantwoord is, een advies over de volgende verzoeken: 1° het verzoek van de warmte- of koudeleverancier om de huishoudelijke afnemer van thermische energie af te sluiten in de gevallen, vermeld in artikel 6.2.2, § 1, eerste lid, 5°, 6° en 7°, van het Energiedecreet; 2° het verzoek tot heraansluiting van de huishoudelijke afnemer van thermische energie, na beëindiging van de gevallen, vermeld in artikel 6.2.2, § 1, eerste lid, van het Energiedecreet.

Bij ontstentenis van een advies binnen de voormelde termijn wordt het advies over het verzoek van de warmte- of koudenetbeheerder, vermeld in het eerste lid, 1°, geacht negatief te zijn.

Bij ontstentenis van een advies binnen de voormelde termijn wordt het advies over het verzoek tot heraansluiting van de huishoudelijke afnemer van thermische energie, vermeld in het eerste lid, 2°, geacht positief te zijn.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009

Art. 5.In artikel 1.1.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het laatst gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 10° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "10° /1 afnamepunt voor thermische energie: punt waar thermische energie van het warmte- of koudenet wordt afgenomen en verbruikt;"; 2° er wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "11° /1 afnemer van thermische energie: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die thermische energie afneemt om te voorzien in zijn eigen behoeftes;"; 3° aan punt 40° /1 wordende volgende wijzigingen aangebracht: a) in litera a) worden na de woorden "uitvoeren op" en voor de woorden "het distributienet", de woorden "een warmte- of koudenet of op" ingevoegd;b) in litera d) worden na het woord "leverancier" en voor het woord "toegangshouder" de woorden "warmte- of koudeleverancier," ingevoegd;c) in litera d) wordt na het woord "netbeheerder" de zinsnede ", de warmte- of koudenetbeheerder" toegevoegd; 4° er wordt een punt 67° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "67° /1 huishoudelijke afnemer van thermische energie: elke natuurlijke persoon die thermische energie afneemt om te voorzien in zijn behoeften of die van de personen die samen met hem in de woning in kwestie gedomicilieerd zijn;"; 5° er wordt een punt 69° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "69° /1 injecteren van thermische energie: het inbrengen van thermische energie in een warmte- of koudenet vanuit een warmte- of koudenet of door een producent van thermische energie;"; 6° er wordt een punt 70° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "70° /1 injectiepunt van thermische energie: punt waar thermische energie in een warmte- of koudenet wordt geïnjecteerd;"; 7° er worden een punt 119° /1 en een punt 119° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "119° /1 technisch reglement - warmte- of koudenetten: de technische en operationele regels die verbonden zijn aan het beheer van een warmte- of koudenet, inclusief de regels voor aansluiting, meting en toegang; 119° /2 thermische energie: energie in de vorm van warmte of koude;"; 8° er wordt een punt 120° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "120° /2 toegang tot het warmte- of koudenet: de mogelijkheid tot injectie of afname van thermische energie op een of meer toegangspunten voor thermische energie, met inbegrip van het gebruik van het warmte- of koudenet en de aansluitingsinstallaties die door de beheerder van het warmte- of koudenet in kwestie worden beheerd, en van zijn ondersteunende diensten;"; 9° er wordt een punt 121° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "121° /1 toegangshouder voor thermische energie: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een contract heeft gesloten met een warmte- of koudenetbeheerder voor de toegang tot zijn warmte- of koudenet op een bepaald toegangspunt voor thermische energie;"; 10° er wordt een punt 122° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "122° /1 toegangspunt voor thermische energie: afnamepunt voor thermische energie of injectiepunt voor thermische energie;"; 11° punt 124°, opgeheven door het decreet van 14 februari 2014, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "124° toegangsregister voor het warmte- of koudenet: register met alle toegangspunten voor thermische energie van een bepaald warmte- of koudenet, dat opgesteld en beheerd wordt door de betrokken warmte- of koudenetbeheerder, waarin onder meer voor ieder toegangspunt voor thermische energie de titularis van het toegangspunt voor thermische energie en de toegangshouder voor thermische energie worden vermeld;"; 12° er worden een punt 133° /1 tot en met 133° /6 ingevoegd, die luiden als volgt: "133° /1 warmte- of koudeleverancier: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan afnemers thermische energie via een warmte- of koudenet verkoopt;133° /2 warmte- of koudenet: geheel van onderling verbonden leidingen en de daarmee verbonden hulpmiddelen die noodzakelijk zijn voor stadsverwarming of -koeling, met uitsluiting van netwerken op een industriële site;133° /3 warmte- of koudenetbeheerder: de beheerder van een warmte- of koudenet;133° /4 warmte- of koudeneteigenaar: de eigenaar van een warmte- of koudenet;133° /5 warmte- of koudenetgebruiker: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die warmte injecteert op of afneemt van een warmte- of koudenet; 133° /6 warmte- of koudeproducent: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die thermische energie opwekt voor een warmte- of koudenet;".

Art. 6.In artikel 2.1.1 van hetzelfde decreet worden de woorden "elektriciteits- en gasmarkt" telkens vervangen door de woorden "elektriciteits- en gasmarkt en de goede werking van warmte- of koudenetten".

Art. 7.In artikel 3.1.2 van hetzelfde decreet worden na het woord "gasmarkt" en voor de woorden "in het Vlaamse Gewest" de woorden ", de levering van warmte en koude en de uitbating van warmte- of koudenetten" ingevoegd.

Art. 8.In artikel 3.1.3 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 november 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 1° worden een punt h) tot en met een punt m) toegevoegd, die luiden als volgt: "h) het toezicht en de controle op de naleving van de bepalingen van titel IV/1 van dit decreet, alsook van de bijbehorende uitvoeringsbepalingen;i) het toezicht en de controle op de naleving van een eventueel technisch reglement voor warmte- of koudenetten;j) het toezicht op de kwaliteit van de dienstverlening van de warmte- of koudeleveranciers, inclusief hun systemen van vooruitbetaling en de klachten van huishoudelijke afnemers van thermische energie;k) het toezicht op de zekerheid en betrouwbaarheid van de warmte- of koudenetten, alsook op de kwaliteit van de dienstverlening van de warmte- of koudenetbeheerders, onder meer bij de uitvoering van herstellingen en onderhoud en op het vlak van de tijd die de warmte- of koudenetbeheerders nodig hebben om aansluitingen en herstellingen uit te voeren;l) het toezicht op de uitvoering van regels voor de taken en verantwoordelijkheden van de koude- of warmtenetbeheerders, de warmte- of koudeleveranciers, de warmte- of koudeafnemers en andere marktpartijen inzake stadsverwarming of -koeling, die actief zijn in het Vlaamse Gewest; m) het toezicht op de vrije toegang voor de warmte- of koudeafnemer tot zijn verbruiksgegevens;"; 2° aan punt 3° worden een punt c) en een punt d) toegevoegd, die luiden als volgt: "c) het bemiddelen in geschillen tegen een warmte- of koudenetbeheerder met betrekking tot zijn verplichtingen, vermeld in titel IV/1 en VI van dit decreet en in de uitvoeringsbepalingen ervan; d) het beslechten van geschillen tegen een warmte- of koudenetbeheerder met betrekking tot zijn verplichtingen, vermeld in titel IV/1 en VI van dit decreet en in de uitvoeringsbepalingen ervan;"; 3° aan punt 4° worden een punt g) tot en met een punt i) toegevoegd, die luiden als volgt: "g) het informeren van de marktactoren en de warmte- of koudeafnemers over de werking van de warmte- of koudenetten;h) het informeren van de warmte- of koudeafnemers over de prijzen en voorwaarden die de warmte- of koudeleveranciers hanteren, met inbegrip van het eventueel aanbieden of laten aanbieden van een objectieve vergelijking van die prijzen en voorwaarden; i) het opstellen en publiceren van statistieken en gegevens over de werking van de warmte- of koudenetten;"; 4° aan punt 5° worden een punt c) en een punt d) toegevoegd, die luiden als volgt: "c) het op verzoek of op eigen initiatief verlenen van adviezen over de werking van de warmte- of koudenetten aan de minister of de Vlaamse Regering; d) het uitvoeren van studies of onderzoeken betreffende de werking van de warmte- of koudenetten, op eigen initiatief of op verzoek van de minister of de Vlaamse Regering.".

Art. 9.In artikel 3.1.4, § 2, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 november 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° wordt de zinsnede "IV, V, VI" vervangen door de zinsnede "IV, IV/1, V en VI,";2° er worden een punt 13° tot en met een punt 15° toegevoegd, die luiden als volgt: "13° het opstellen van een technisch reglement - warmte- of koudenetten indien noodzakelijk;14° het uitvoeren van onderzoeken naar de werking van de warmte- of koudenetten in het Vlaamse Gewest; 15° het opleggen van noodzakelijke en evenredige maatregelen om de goede werking van de Vlaamse warmte- of koudenetten te waarborgen.".

Art. 10.In artikel 3.1.4/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "netbeheerder" en het woord "of" wordt de zinsnede ", warmte- of koudenetbeheerder" ingevoegd;2° de zinsnede "IV, V, VI" wordt vervangen door de zinsnede "IV, IV/1, V, VI".

Art. 11.In artikel 3.1.4/3, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "netbeheerder" en het woord "of" wordt de zinsnede ", warmte- of koudenetbeheerder" ingevoegd;2° de zinsnede "IV, V, VI" wordt vervangen door de zinsnede "IV, IV/1, V, VI".

Art. 12.In artikel 3.1.7, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 1° wordt de zinsnede "of van een warmte- of koudeneteigenaar, een warmte- of koudenetbeheerder, een warmteproducent die geen zelfopwekker is of een warmte- of koudeleverancier" toegevoegd;2° in punt 2° wordt tussen de zinsnede "marktpartij," en de woorden "of het bezit van" de zinsnede "vermeld in punt 1°, " ingevoegd.

Art. 13.In artikel 3.1.12/1, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 1° wordt de zinsnede "of van een warmte- of koudeneteigenaar, een warmte- of koudenetbeheerder, een warmteproducent die geen zelfopwekker is of een warmte- of koudeleverancier" toegevoegd;2° in punt 2° wordt tussen de zinsnede "marktpartij," en de woorden "of het bezit van" de zinsnede "vermeld in punt 1°, " ingevoegd.

Art. 14.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt een titel IV/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Titel IV/1. De organisatie van de uitbating van warmte- en koudenetten in het Vlaamse Gewest Hoofdstuk I. Het beheer van de warmte- en koudenetten in het Vlaamse Gewest Afdeling I. Activiteiten van de warmte- of koudenetbeheerders

Art. 4/1.1.1. Het beheer van een warmte- of koudenet omvat onder meer de volgende taken: 1° het beheer en onderhoud en het ontwikkelen onder economische voorwaarden van een veilig, betrouwbaar en efficiënt warmte- of koudenet, met inachtneming van het milieu en de energie-efficiëntie van het warmte- of koudenet, en het instaan voor de nodige ondersteunende diensten ervoor;2° het aanhouden van voldoende capaciteit om de warmte- of koudebehoefte te dekken van de warmte- of koudeafnemers die aangesloten zijn op zijn warmte- of koudenet;3° de herstelling, het preventieve onderhoud, de vernieuwing en de verbetering van zijn warmte- of koudenet en de bijbehorende installaties;4° het herstellen van onderbrekingen en storingen bij de toevoer van warmte of koude via zijn net;5° het opstellen, het bewaren en ter beschikking stellen van de plannen van zijn warmte- of koudenet;6° het aansluiten, verzegelen, afsluiten en heraansluiten van installaties op zijn warmte- of koudenet en het verzwaren van de aansluitingen op zijn warmte- of koudenet;7° het verlenen van toegang tot zijn warmte- of koudenet;8° het beheren van het toegangsregister van zijn warmte- of koudenet;9° het ter beschikking stellen, de plaatsing, de activering, de desactivering, het onderhoud en het herstellen van meters en tellers op de toegangspunten op zijn warmte- of koudenet;10° het aflezen van de meters en tellers op de toegangspunten op zijn warmte- of koudenet, de bepaling van de injectie en de afname van de warmte- of koudeproducenten en van de warmte- of koudeafnemers die aangesloten zijn op zijn warmte- of koudenet, en de verwerking en de bewaring van die gegevens;11° het verstrekken van de nodige meetgegevens en andere gegevens aan de warmteproducenten, de warmte- of koudeleveranciers, de warmte- of koudeafnemers en de VREG;12° het actief detecteren en vaststellen van alle vormen van energiefraude, en het nemen van maatregelen om energiefraude te vermijden. De Vlaamse Regering kan nadere regels uitvaardigen voor de taken, vermeld in het eerste lid. Die regels kunnen de taken van de warmte- of koudenetbeheerders verder preciseren en concretiseren. Afdeling II. Aansluiting op een warmte- of koudenet

Art. 4/1.1.2. Iedere warmte- of koudenetbeheerder maakt de geldende tarieven en voorwaarden bekend voor de aansluiting op zijn warmte- of koudenet. Afdeling III. Toegang tot een warmte- of koudenet

Art. 4/1.1.3. Als de warmte- of koudenetbeheerder niet optreedt als leverancier van thermische energie, maakt hij de geldende tarieven bekend en de voorwaarden waaronder de toegangshouder voor thermische energie toegang tot het warmte- of koudenet kan verkrijgen. Afdeling IV. Openbaredienstverplichtingen, opgelegd aan de warmte- of

koudenetbeheerder Art. 4/1.1.4. De Vlaamse Regering kan de warmte- of koudenetbeheerders openbaredienstverplichtingen opleggen met betrekking tot hun dienstverlening aan warmte- of koudeafnemers en aanvragers van een aansluiting op hun warmte- of koudenet.

Die openbaredienstverplichtingen kunnen onder meer betrekking hebben op: 1° de informatieverlening en het eventuele voorafgaande overleg bij een onderbreking van de toevoer van thermische energie voor de aanleg, het onderhoud en de herstelling van het net;2° de karakteristieken van de geleverde thermische energie;3° de termijnen waarin aanvragen voor nieuwe aansluitingen en aanpassingen van aansluitingen behandeld en uitgevoerd worden;4° de termijnen waarin klachten en vragen van warmte- of koudeafnemers behandeld worden;5° de facturatie aan warmte- of koudeafnemers;6° de informatieverlening aan warmte- of koudeafnemers en aanvragers van een aansluiting op het warmte- of koudenet;7° de behandeling van klachten van warmte- of koudeafnemers en aanvragers van een aansluiting op het warmte- of koudenet. Art. 4/1.1.5. De Vlaamse Regering kan de warmte- of koudenetbeheerders openbaredienstverplichtingen opleggen met betrekking tot hun dienstverlening aan de warmte- of koudeleveranciers die toegang hebben tot hun warmte- of koudenet, of aan de personen die de warmte- of koudeleveranciers aangesteld hebben.

De openbaredienstverplichtingen kunnen onder meer betrekking hebben op de termijnen waarin de meetgegevens en de aansluitingsgegevens van de klanten van de warmte- of koudeleverancier door de warmte- of koudenetbeheerder worden bezorgd aan de warmte- of koudeleveranciers of aan de personen die de warmte- of koudeleveranciers aangesteld hebben.

Art. 4/1.1.6. De Vlaamse Regering kan de netbeheerders extra openbaredienstverplichtingen opleggen, naast de openbaredienstverplichtingen van dit decreet, met betrekking tot: 1° hun investeringen in het warmte- of koudenet;2° de procedure die de warmte- of koudenetbeheerders moeten volgen bij wanbetaling door de warmte- of koudeafnemer;3° het nemen van maatregelen van sociale aard. De gemeenten en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn verlenen hun medewerking aan de warmte- of koudenetbeheerders bij de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen die hun opgelegd zijn volgens dit decreet of de uitvoeringsbepalingen ervan. De Vlaamse Regering bepaalt de vorm waarin die medewerking zal bestaan. Afdeling V. Prerogatieven van de warmte- of koudenetbeheerders

Onderafdeling I. Erfdienstbaarheden ten voordele van de netbeheerder Art. 4/1.1.7. § 1. De warmte- of koudenetbeheerders hebben als erfdienstbaarheid het recht: 1° boomtakken af te hakken die te dicht bij de bovengrondse leidingen van een warmte- of koudenet komen en die schade aan de leiding kunnen veroorzaken;2° wortels in te korten die te dicht bij ondergrondse leidingen van een warmte- of koudenet komen en die schade aan de leiding kunnen veroorzaken. § 2. In afwijking van paragraaf 1, 1° en 2°, kan de warmte- of koudenetbeheerder ook overgaan tot het rooien van de aanwezige bomen en beplantingen als om veiligheidsredenen het recht, vermeld in paragraaf 1, 1° en 2°, niet volstaat. § 3. De Vlaamse Regering kan voor elk geval afzonderlijk bepalen of het voor de warmte- of koudenetbeheerder van algemeen nut is om leidingen van een warmte- of koudenet aan te leggen boven of onder private onbebouwde gronden en welke voorwaarden daarbij gelden.

De warmte- of koudenetbeheerder heeft in dat geval het recht de leidingen van een warmte- of koudenet aan te leggen boven of onder die gronden, voor het toezicht daarop te zorgen en de noodzakelijke onderhouds- en herstellingswerken uit te voeren. § 4. De aangelegde leidingen en de bijbehorende uitrustingen blijven eigendom van de warmte- of koudenetbeheerder. Hij is ertoe gemachtigd alle nodige instandhoudingswerken daarvoor uit te voeren. § 5. Behalve in hoogdringende gevallen waarbij de veiligheid imminent in het gedrang komt, wordt het recht wortels in te korten of boomtakken af te hakken, vermeld in paragraaf 1, 1° en 2°, en het recht om te rooien, vermeld in paragraaf 2, afhankelijk gesteld van de expliciete weigering van de eigenaar of, in voorkomend geval, van de domeinbeheerder, pachter, huurder of een andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed om zelf binnen een redelijke termijn te kappen, in te korten of te rooien, of van het feit dat hij gedurende een maand het verzoek van de warmte- of koudenetbeheerder zonder gevolg heeft gelaten. In die gevallen kan de warmte- of koudenetbeheerder overgaan tot inkorten, afhakken of rooien op kosten van de eigenaar. Als de warmte- of koudenetbeheerder overgaat tot afhakken, inkorten of rooien wegens hoogdringendheid, is dat voor rekening van de netbeheerder zelf.

Behalve in hoogdringende gevallen waarbij de veiligheid imminent in het gedrang komt, mogen de werken, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, door de warmte- of koudenetbeheerder pas worden aangevangen na de rechtstreekse voorafgaande kennisgeving met een aangetekende brief aan de belanghebbende eigenaars, huurders, pachters, domeinbeheerder en iedere andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed. Die kennisgeving vindt minstens twee maanden voor de geplande start van de werken plaats.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de te volgen procedure bij de uitvoering van die rechten.

Art. 4/1.1.8. § 1. Als de aanwezige bomen en beplantingen gerooid worden, als vermeld in artikel 4/1.1.7, § 2, is de warmte- of koudenetbeheerder een eenmalige vergoeding verschuldigd aan de eigenaar als vergoeding voor de gerooide bomen en beplantingen en voor de eventuele minwaarde van het onroerend goed. § 2. De Vlaamse Regering kan nadere regels vastleggen voor de procedure om de hoogte van de vergoeding te bepalen. § 3. Als partijen niet tot een minnelijke overeenkomst komen, wordt het geschil voorgelegd aan de vrederechter.

Art. 4/1.1.9. De uitoefening door de warmte- of koudenetbeheerder van het recht, vermeld in artikel 4/1.1.7, kan de eigenaar, pachter, domeinbeheerder of de houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed niet hinderen in zijn recht van omheinen, afbreken, verbouwen, herstellen of bouwen.

Als de eigenaar, pachter, domeinbeheerder of houder van een zakelijk recht een dergelijk recht als vermeld in het eerste lid, wil uitoefenen, moet de warmte- of koudenetbeheerder de ondergrondse leidingen en de bovengrondse leidingen die geplaatst zijn op de onbebouwde grond, wegnemen, verplaatsen of aanpassen als ze de uitvoering van de rechten, vermeld in het eerste lid, hinderen. De eigenaar, pachter, domeinbeheerder of de houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed bezorgt de betrokken warmte- of koudenetbeheerder dat verzoek minstens zes maanden voor de geplande start van de werken.

De kosten voor het wegnemen, verplaatsen of aanpassen zijn ten laste van de warmte- of koudenetbeheerder in kwestie.

De betrokken warmte- of koudenetbeheerder kan die kosten terugvorderen van respectievelijk de eigenaar, pachter, domeinbeheerder of van de houder van een zakelijk recht als die nog niet gestart is met de werken binnen een termijn van drie jaar na het verzoek tot wegneming, verplaatsing of aanpassing.

Onderafdeling II. Onteigeningen door de warmte- of koudenetbeheerder Art. 4/1.1.10. § 1. Warmte- of koudenetbeheerders die daartoe gemachtigd zijn door de Vlaamse Regering, kunnen overeenkomstig de reglementering over de onteigening ten algemenen nutte in eigen naam en voor eigen rekening onroerende goederen onteigenen die voor de rechtstreekse verwezenlijking van hun doel nodig zijn, met uitzondering van het gewestelijk openbaar domein.

De onteigeningen, vermeld in het eerste lid, zullen worden gevorderd met toepassing van de gemeenrechtelijke onteigeningsprocedure of van de rechtspleging in urgente omstandigheden. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de Vlaamse Regering aan de warmte- of koudenetbeheerder op het gewestelijk openbaar domein domeintoelatingen, vergunningen voor privatief gebruik of domeinconcessies verlenen via het gelasten van de door haar of bij decreet aangestelde domeinbeheerder.

Onderafdeling III. Recht op toegang van de warmte- of koudenetbeheerder tot alle installaties waarvan hij het eigendoms- of gebruiksrecht heeft en die zich bevinden in de inrichting van de netgebruiker Art. 4/1.1.11. De warmte- of koudenetbeheerder heeft recht op toegang tot de ruimtes waar de warmtewisselaar en de installatie voor de registratie van geleverde thermische energie zijn opgesteld en waarover hij het eigendoms- of gebruiksrecht heeft, voor werken aan de aansluiting, de plaatsing, de inschakeling, de controle of de meteropname van de warmtewisselaar en van de installatie voor de registratie van geleverde thermische energie.

De netgebruiker verschaft de warmte- of koudenetbeheerder onmiddellijk toegang op eenvoudig mondeling verzoek na een behoorlijke legitimatie.

Onderafdeling IV. Gebruik van persoonlijke gegevens door de warmte- of koudenetbeheerder Art. 4/1.1.12. De warmte- of koudenetbeheerders kunnen voor de unieke identificatie van warmte- of koudenetgebruikers het ondernemingsnummer, het rijksregisternummer of het vreemdelingennummer opvragen en gebruiken. Afdeling VI. Gebruik van het openbaar domein door de warmte- of

koudenetbeheerder Art. 4/1.1.13. § 1. De warmte- of koudenetbeheerder heeft het recht het openbaar domein te gebruiken voor de aanleg en het onderhoud van leidingen boven of onder het openbaar domein en de bijbehorende uitrustingen als hij over een voorafgaande domeintoelating van de domeinbeheerder beschikt. Daarbij gelden de voorwaarden die de domeinbeheerder nuttig acht bij de verlening van de domeintoelating. § 2. In afwijking van de procedure, vermeld in paragraaf 1, wordt, als voor de geplande werkzaamheden, vermeld in paragraaf 1, zowel een domeintoelating als een stedenbouwkundige vergunning nodig is, de aanvraag van een domeintoelating samengevoegd met de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning. Beide aanvragen worden samen ingediend bij het vergunningverlenende bestuursorgaan.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan verzoekt binnen tien dagen na de ontvangst van de aanvraag elke domeinbeheerder op het openbaar domein van wie het geplande traject loopt of de werkzaamheden gepland zijn, om een domeintoelating als vermeld in paragraaf 1, te verlenen of af te wijzen. De domeinbeheerders op wie het verzoek betrekking heeft, brengen het vergunningverlenende bestuursorgaan op de hoogte van hun beslissing en ze houden daarbij rekening met de volgende regelingen: 1° als de vergunningsaanvraag onderworpen is aan een openbaar onderzoek als vermeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, wordt het vergunningverlenende bestuursorgaan op de hoogte gebracht van de beslissing binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag nadat het openbaar onderzoek is afgesloten;2° in alle andere gevallen wordt het vergunningverlenende bestuursorgaan op de hoogte gebracht van de beslissing binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van het verzoek.Die termijn kan door de domeinbeheerder eenmalig gemotiveerd worden verlengd met vijftien dagen.

Als de domeinbeheerder binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, geen beslissing neemt, wordt de aanvraag van de domeintoelating geacht te zijn toegestaan.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan brengt de aanvrager op de hoogte van de beslissingen over het verlenen van de domeintoelatingen en de stedenbouwkundige vergunning met een aangetekende brief of met een andere beveiligde zending als vermeld in artikel 1.1.2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009. § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de na te leven voorwaarden, de dossiersamenstelling en de te volgen procedure.

Art. 4/1.1.14. De domeinbeheerder kan om redenen van algemeen belang op elk moment voorwaarden van de domeintoelating toevoegen of aanpassen of de warmte- of koudenetbeheerder verplichten de ondergrondse of bovengrondse leidingen en de steunen die geplaatst zijn op het openbaar domein, weg te nemen, te verplaatsen of aan te passen. De betrokken warmte- of koudenetbeheerder geeft daar uitvoering aan binnen een redelijke termijn na de ontvangst van het verzoek daarom.

De kosten voor het wegnemen, verplaatsen of aanpassen zijn ten laste van de betrokken warmte- of koudenetbeheerder.

Hoofdstuk II. Technische voorschriften voor het beheer van warmte- of koudenetten Afdeling I. Technische reglementen

Art. 4/1.2.1. § 1. De VREG kan, na voorafgaand stakeholdersoverleg, een ontwerp van technisch reglement opstellen voor het beheer van warmte- of koudenetten. Dat ontwerp van reglement wordt ter consultatie aan de marktpartijen voorgelegd. § 2. Het technisch reglement, vermeld in paragraaf 1, kan voor het beheer van, de toegang tot en de aansluiting op het net onder meer de volgende bepalingen bevatten: 1° de technische en operationele regels die verbonden zijn aan de taken die behoren tot het beheer van het warmte- of koudenet, vermeld in artikel 4/1.1.1; 2° de verplichtingen die opgelegd zijn aan warmte- of koudeproducenten, warmte- of koudeleveranciers, warmte- of koudeafnemers, aanvragers van toegang tot het warmte- of koudenet en aanvragers van een aansluiting op het warmte- of koudenet, om de warmte- of koudenetbeheerder in staat te stellen zijn warmte- of koudenet zo kwaliteitsvol mogelijk te beheren, inclusief de vereisten die opgelegd zijn aan iedere warmte- of koudeleverancier in het Vlaamse Gewest;3° de regels voor de uitwisseling van gegevens tussen de warmte- of koudebeheerders, de warmte- of koudeproducenten, de warmte- of koudeleveranciers, en de warmte- of koudeafnemers;4° de regels die opgelegd zijn aan warmte- of koudeleveranciers en warmte- of koudenetbeheerders bij klantenwissels, verhuizing, bewoning naar een nieuwe of verzegelde woning, verzegeling, afsluiting, de beëindiging van een leveringscontract, de opname en rechtzetting van meterstanden en de allocatie en reconciliatie, inclusief de financiële verrekeningen;5° de eventuele technische uitvoeringsregels bij openbaredienstverplichtingen die opgelegd zijn aan warmte- of koudeleveranciers of warmte- of koudenetbeheerders op grond van dit decreet;6° de informatieverplichtingen of de voorafgaande goedkeuring door de VREG van de operationele regels, de algemene voorwaarden, de typeovereenkomsten, de formulieren en de procedures die gebruikt worden door de warmte- of koudenetbeheerder ten aanzien van warmte- of koudeleveranciers en warmte- of koudeafnemers;7° de prioriteit die in voorkomend geval moet worden gegeven aan kwalitatieve warmte-krachtinstallaties en aan productie-installaties van groene warmte;8° de verplichting voor de warmte- of koudenetbeheerders om informatie te verstrekken aan de VREG over de beoordeling die ze uitvoeren van het potentieel voor energie-efficiëntie van hun netinfrastructuur, in het bijzonder wat betreft vervoer van thermische energie, beheer van de belasting van het net en interoperabiliteit, en de aansluiting op installaties voor energieopwekking, inclusief de toegangsmogelijkheden voor micro-energiegeneratoren. § 3. Het technisch reglement, vermeld in paragraaf 1, is onderworpen aan de goedkeuring van de Vlaamse Regering. In voorkomend geval wordt de beslissing tot niet-goedkeuring onverwijld meegedeeld aan de VREG, die, rekening houdend met de opmerkingen van de Vlaamse Regering, de gevraagde aanpassingen verricht. Daarna wordt het technisch reglement opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering.

De technische reglementen treden pas in werking na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Afdeling II. Verwarming en koeling of warmwatervoorziening van een

gebouw door een warmte- of koudenet of door een centrale bron die verschillende gebouwen of verschillende verbruikers binnen één gebouw bedient Art. 4/1.2.2. § 1. Als de verwarming, de koeling of de warmwatervoorziening van een gebouw geleverd wordt door een warmte- of koudenet of door een centrale bron die verschillende gebouwen bedient, wordt een warmtemeter of een warmwatermeter geïnstalleerd bij de warmtewisselaar of het leveringspunt. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden en de nadere regels bepalen voor de verwarming, de koeling of de warmwatervoorziening van een gebouw door een warmte- of koudenet of door een centrale bron die verschillende gebouwen bedient. § 2. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen waaraan de koude- of warmtenetbeheerder of de beheerder van een centrale bron, die verschillende gebouwen of verschillende verbruikers binnen één gebouw bedient, moet voldoen om een dergelijk warmte- of koudenet of een bron te mogen uitbaten. § 3. De warmte- of koudenetbeheerder of de beheerder van een centrale bron die verschillende gebouwen of verschillende verbruikers binnen één gebouw bedient, zorgt ervoor dat in appartementsgebouwen en multifunctionele gebouwen met een centrale verwarmings- of koelingsbron of met levering vanuit zijn warmte- of koudenet of zijn centrale bron individuele verbruiksmeters geïnstalleerd worden om het warmte- of koelingsverbruik of het warmwaterverbruik voor iedere eenheid te meten.

De Vlaamse Regering kan uitzonderingen bepalen voor de gevallen waarin het technisch niet haalbaar of niet kostenefficiënt is om een dergelijke meter te installeren. De Vlaamse Regering bepaalt aan welke voorwaarden de meters moeten voldoen. De partijen die via dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan toegang krijgen tot de gegevens van de meters, zorgen ervoor dat de dataveiligheid op elk moment gegarandeerd wordt en dat voldaan wordt aan de privacywetgeving.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de transparante en accurate berekening van het individuele verbruik en voor de verdeling van de kosten van het thermische of warmwaterverbruik voor: 1° warm water voor huishoudelijk gebruik;2° warmte uit de installatie van het gebouw voor de verwarming van de gemeenschappelijke ruimten;3° de verwarming van de appartementen. Hoofdstuk III. De levering van thermische energie via een warmte- of koudenet Afdeling I. De levering van thermische energie via een warmte- of

koudenet Art. 4/1.3.1. De leverancier van thermische energie via een warmte- of koudenet voert onder meer de volgende taken uit: 1° de levering van thermische energie;2° de facturatie voor de levering van thermische energie en voor het gebruik van het warmte- of koudenet;3° het garanderen van het evenwicht tussen de injectie van thermische energie door de warmteproducenten met wie hij een overeenkomst heeft gesloten, en de warmte- of koudeafname van zijn afnemers van thermische energie;3° informatieverlening;4° de behandeling van de klachten van zijn klanten;5° het nemen van maatregelen van sociale aard, zoals beschermingsmaatregelen bij wanbetaling en opzegging van het leveringscontract. De Vlaamse Regering kan nadere regels uitvaardigen voor de taken, vermeld in het eerste lid. In die regels kunnen de taken van de leveranciers van thermische energie verder worden gepreciseerd en geconcretiseerd. Afdeling II. Openbaredienstverplichtingen, opgelegd aan de warmte- of

koudeleveranciers Art. 4/1.3.2. De Vlaamse Regering kan iedere leverancier die thermische energie levert aan warmte- of koudeafnemers in het Vlaamse Gewest via een warmte- of koudenet, openbaredienstverplichtingen opleggen voor: 1° de facturatie van het verbruik van thermische energie;2° informatieverlening;3° de behandeling van klachten van zijn klanten; 4° het nemen van maatregelen van sociale aard, zoals beschermingsmaatregelen bij wanbetaling en opzegging van het leveringscontract.".

Art. 15.In artikel 5.1.2, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Met behoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 6.2.2 kan de warmte- of koudenetbeheerder de toevoer van thermische energie afsluiten met het oog op een regularisatie van de aansluiting of van de meetinstallatie door de warmte- of koudenetgebruiker als er energiefraude door de warmte- of koudenetgebruiker als vermeld in artikel 1.1.3, 40° /1, a), b), c) en d), wordt vastgesteld."; 2° in het tweede lid, dat het derde lid is geworden, wordt na het woord "netbeheerder" en voor het woord "heeft" de zinsnede "en de warmte- of koudenetbeheerders" ingevoegd;3° in het tweede lid, dat het derde lid is geworden, wordt na het woord "netgebruiker" de zinsnede ", warmte- of koudenetgebruiker" toegevoegd.

Art. 16.Aan artikel 5.1.3 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2. Met behoud van de toepassing van de bepalingen van de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaring te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, kan de warmte- of koudenetbeheerder de uitbetaling van vergoedingen en premies die zijn ingesteld ter uitvoering van titel VII en VIII van dit decreet, opschorten, stopzetten of terugvorderen als er energiefraude als vermeld in artikel 1.1.3, 40° /1, f), wordt vastgesteld.

De kosten die de warmte- of koudenetbeheerder heeft verricht om de energiefraude, vermeld in artikel 1.1.3, 40° /1, f), ongedaan te maken, en de kosten van de opschorting, stopzetting of terugvordering en de interesten zijn ten laste van de betreffende warmte- of koudenetgebruiker. De warmte- of koudenetbeheerder of zijn gemandateerde zal deze kosten rechtstreeks invorderen bij de warmte- of koudenetgebruiker.".

Art. 17.In artikel 5.1.4 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt na het woord "netbeheerders" en voor het woord "mogen" de zinsnede "en de warmte- of koudenetbeheerders" ingevoegd; 2° in het eerste lid wordt de zinsnede "artikel 4.1.6" vervangen door de zinsnede "artikel 4.1.6 of artikel 4/1.1.1"; 3° in het tweede lid wordt na het woord "netbeheerders" en voor de woorden "die gebruik maken" de zinsnede "en de warmte- of koudenetbeheerders" ingevoegd;4° in het derde lid wordt na het woord "netbeheerders" en voor de woorden "zijn verantwoordelijk" de zinsnede "en de warmte- of koudenetbeheerders" ingevoegd;5° in het vierde lid wordt na het woord "netbeheerders" en voor de woorden "inzake dataverwerking" de zinsnede "en de warmte- of koudenetbeheerders" ingevoegd.

Art. 18.In titel VI van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2017, worden artikel 6.1.1 tot en met 6.1.3 gegroepeerd in een hoofdstuk I, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk I. Sociale energiemaatregelen voor huishoudelijke afnemers van elektriciteit of aardgas".

Art. 19.Aan titel VI van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt een hoofdstuk II, dat bestaat uit artikel 6.2.1 tot en met 6.2.3, toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk II. Sociale energiemaatregelen voor huishoudelijke afnemers van thermische energie Art. 6.2.1. Behalve in de gevallen, vermeld in artikel 6.2.2, heeft iedere huishoudelijke afnemer van thermische energie via een warmte- of koudenet recht op een ononderbroken toevoer van thermische energie.

De kosten voor de levering van thermische energie zijn altijd ten laste van de huishoudelijke afnemer van thermische energie.

Art. 6.2.2. § 1. De warmte- of koudenetbeheerder kan de toevoer van thermische energie alleen in de volgende gevallen afsluiten: 1° bij een onmiddellijke bedreiging van de veiligheid, zolang die toestand duurt;2° bij een leegstaande woning, na het volgen van een procedure die door de Vlaamse Regering wordt bepaald;3° bij fraude van de huishoudelijke afnemer van thermische energie, na het volgen van een procedure die door de Vlaamse Regering wordt bepaald;4° als de huishoudelijke afnemer van thermische energie geen wanbetaler is en weigert om een leveringscontract te sluiten, na het volgen van een procedure die door de Vlaamse Regering wordt bepaald;5° als de huishoudelijke afnemer van thermische energie weigert om aan de warmte- of koudenetbeheerder toegang te verlenen tot de ruimte waarin de warmtewisselaar en de installatie voor de registratie van geleverde thermische energie zijn opgesteld, waarover hij het eigendoms- of gebruiksrecht heeft, voor de plaatsing, de inschakeling, de controle of de meteropname van de warmtewisselaar en de installatie voor de registratie van geleverde thermische energie;6° als de huishoudelijke afnemer van thermische energie weigert om een afbetalingsplan te sluiten of als hij het gesloten afbetalingsplan niet naleeft, onder de voorwaarden die door de Vlaamse Regering worden bepaald, en na het volgen van een procedure die door de Vlaamse Regering wordt bepaald;7° als het leveringscontract van de huishoudelijke afnemer van thermische energie is opgezegd om een andere reden dan wanbetaling en als de huishoudelijke afnemer van thermische energie binnen een periode die door de Vlaamse Regering wordt vastgelegd, geen leveringscontract heeft gesloten, tenzij de betreffende afnemer van thermische energie kan aantonen dat hij geen leveringscontract heeft kunnen sluiten. In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 5°, 6° en 7°, is de afsluiting pas mogelijk na een advies van de lokale adviescommissie.

In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 5°, 6° en 7°, kan de Vlaamse Regering de afsluiting van de toevoer van thermische energie in bepaalde periodes beperken of verbieden.

De warmte- of koudenetbeheerder kan alleen in het voordeel van de huishoudelijke afnemer van thermische energie afwijken van het advies van de lokale adviescommissie. § 2. In het geval, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, zijn alle kosten die verbonden zijn aan de afsluiting of heraansluiting van de huishoudelijke afnemer van thermische energie, ten laste van de warmte- of koudenetbeheerder, tenzij de warmte- of koudenetbeheerder kan aantonen dat de oorzaak van de onveiligheid toegeschreven kan worden aan de huishoudelijke afnemer van thermische energie of aan de eigenaar van de woning.

In de gevallen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, zijn alle kosten die verbonden zijn aan de afsluiting en de heraansluiting van de woning, ten laste van de eigenaar van de woning.

In de gevallen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, 4°, 5°, 6° en 7°, zijn alle kosten die verbonden zijn aan de afsluiting en de heraansluiting van de huishoudelijke afnemer van thermische energie, ten laste van die huishoudelijke afnemer.

In afwijking van de vorige leden zijn de kosten die verbonden zijn aan de heraansluiting, altijd ten laste van de warmte- of koudenetbeheerder als blijkt dat de huishoudelijke afnemer van thermische energie ten onrechte is afgesloten. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor een heraansluiting en de termijnen waarin de heraansluiting van de toevoer van thermische energie wordt uitgevoerd.

Art. 6.2.3. Alle kosten die verbonden zijn aan de opzegging van het leveringscontract van een wanbetaler door een warmte- of koudeleverancier, zijn ten laste van de warmte- of koudeleverancier.".

Art. 20.In artikel 7.1.5, § 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 6 mei 2011, 8 juli 2011, 13 juli 2012 en 14 maart 2014, wordt het derde lid opgeheven.

Art. 21.In het opschrift van titel VII, hoofdstuk V, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt tussen het woord "netbeheerders" en het woord "ter" de zinsnede "en de warmte- of koudenetbeheerders" ingevoegd.

Art. 22.Aan titel VII, hoofdstuk V, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2017, wordt een artikel 7.5.2 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 7.5.2. De Vlaamse Regering kan de warmte- of koudenetbeheerders openbaredienstverplichtingen opleggen voor programma's ter bevordering van rationeel energiegebruik en hernieuwbare energiebronnen, minimumnormen voor rationeel energiegebruik bij hun afnemers en investeringen in kwalitatieve warmte-krachtinstallaties of installaties voor de productie van groene warmte.".

Art. 23.In titel VII van hetzelfde decreet wordt hoofdstuk VIII, dat bestaat uit artikel 7.8.1, opgeheven.

Art. 24.In artikel 12.2.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt tussen het woord "elke" en het woord "beheerder" de zinsnede "beheerder van een warmte- of koudenet," ingevoegd; 2° punt 1° wordt vervangen door wat volgt: "1° de afname en het verbruik van energie door objectief omschreven categorieën van afnemers van elektriciteit, aardgas, thermische energie en andere energiebronnen en het verbruiksprofiel van die afnemers;".

Art. 25.In artikel 13.1.2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 14 maart 2014 en 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.De VREG kan aan een marktpartij, warmte- of koudeneteigenaar, warmte- of koudenetbeheerder, warmteproducent die geen zelfopwekker is, of warmte- of koudeleverancier, of aan hun aangestelden, bestuurders, managers en personeelsleden de gegevens en inlichtingen vragen die nodig zijn voor de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden, vermeld in artikel 3.1.3 en 3.1.4."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "titels IV, V, VI" vervangen door de zinsnede "titels IV, IV/1, V, VI";3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt tussen het woord "marktpartij" en de woorden "ter plaatse" de zinsnede "warmte- of koudeneteigenaar, warmte- of koudenetbeheerder, warmteproducent die geen zelfopwekker is, of warmte- of koudeleverancier" ingevoegd;4° in paragraaf 3, eerste lid, wordt tussen het woord "marktpartij" en de woorden "aan wie" de zinsnede ", warmte- of koudeneteigenaar, warmte- of koudenetbeheerder, warmteproducent die geen zelfopwekker is, of warmte- of koudeleverancier" ingevoegd.

Art. 26.In artikel 13.3.1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "titels IV, V, VI" vervangen door de zinsnede "titel IV, IV/1, V, VI";2° in paragraaf 1 worden de woorden "technische reglementen" vervangen door de woorden "technische reglementen en het technisch reglement warmte- of koudenetten".

Art. 27.Artikel 13.3.3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 13.3.3. De VREG legt de netbeheerder of de warmte- of koudenetbeheerder voor een overtreding van de openbaredienstverplichtingen, opgelegd op basis van artikel 4.1.22, 2° tot en met 4°, en artikel 4/1.1.6, een administratieve geldboete op die niet minder bedraagt dan 1000 euro en niet meer dan 1% van de omzet die de betrokken overtreder heeft gerealiseerd op de Vlaamse energiemarkt tijdens het afgelopen jaar.".

Art. 28.Artikel 13.3.4 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "Art. 13.3.4. De VREG legt de netbeheerder of de warmte- of koudenetbeheerder bij het niet-naleven van de termijnen voor de heraansluiting van de elektriciteits- of aardgastoevoer, voor de toevoer van thermische energie en voor de herinschakeling van de stroombegrenzer in de budgetmeter een administratieve geldboete op van 1000 euro per kalenderdag die de termijn, vermeld in artikel 6.1.2, § 3, of artikel 6.2.2, § 3, overschrijdt, tenzij de netbeheerder of de koude- of warmtenetbeheerder kan aantonen dat de oorzaak van de overschrijding van de termijn niet aan hem te wijten is.".

Art. 29.Aan titel XIII, hoofdstuk III, afdeling III, van hetzelfde decreet wordt een artikel 13.3.4/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 13.3.4/1. De VREG legt de leverancier of de warmte- of koudeleverancier voor een overtreding van de openbaredienstverplichtingen, opgelegd op basis van artikel 4.3.2, 4°, of artikel 4/1.3.2, 4°, een administratieve geldboete op die niet minder bedraagt dan 1000 euro en niet meer dan 1% van de omzet die de betrokken overtreder heeft gerealiseerd op de Vlaamse energiemarkt tijdens het afgelopen jaar.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 30.In artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 23° wordt de zinsnede "artikel 4.1.23" vervangen door de zinsnede "artikel 4.1.23 en artikel 4/1.1.7"; 2° in punt 24° wordt de zinsnede "artikel 4.1.24 en artikel 4.1.25" vervangen door de zinsnede "artikel 4.1.24, artikel 4.1.25, artikel 4/1.1.8 en artikel 4/1.1.9". HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling

Art. 31.Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 10 maart 2017 De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, B. TOMMELEIN _______ Nota (1) Zitting 2016-2017 Document - Ontwerp van decreet : 1056 - Nr.1.

Amendementen : 1056 - Nr. 2.

Verslag : 1056 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1056 - Nr. 4.

Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 22 februari 2017.

^