Etaamb.openjustice.be
Decreet van 11 april 2014
gepubliceerd op 07 augustus 2014

Decreet tot wijziging van de werking van de instanties voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029362
pub.
07/08/2014
prom.
11/04/2014
ELI
eli/decreet/2014/04/11/2014029362/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 APRIL 2014. - Decreet tot wijziging van de werking van de instanties voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan

Artikel 1.Artikel 5 quinquies van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "De afwijking wordt automatisch toegekend aan de inrichtingen die deelnemen aan het herverdelingsplan van een instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs door de sluiting van een optie, met toepassing van artikel 5 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 15/07/2009 numac 2009029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van subregionale sturingsinstanties en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen sluiten betreffende de oprichting van instanties voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificatieonderwijs en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen.".

Art. 2.Artikel 19, paragraaf 2, van het voormelde decreet van 29 juli 1992, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "De afwijking wordt, met inachtneming van de in het tweede lid bepaalde beperking, automatisch toegekend aan de inrichtingen die deelnemen aan het herverderlingsplan van een instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs door een optie te sluiten, met toepassing van artikel 5 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 15/07/2009 numac 2009029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van subregionale sturingsinstanties en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen sluiten betreffende de oprichting van instanties voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificatieonderwijs en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen.". HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 15/07/2009 numac 2009029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van subregionale sturingsinstanties en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen sluiten betreffende de oprichting van instanties voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificatieonderwijs en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen

Art. 3.Artikel 2 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 15/07/2009 numac 2009029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van subregionale sturingsinstanties en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen sluiten betreffende de oprichting van instanties voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificatieonderwijs en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen wordt vervangen door : "In het kader van dit decreet dient verstaan te worden onder : 1° "Onderwijszone" : een zone zoals bepaald bij artikel 24 van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan;de aldus bepaalde zone betreft de inrichtingen voor gewoon secundair onderwijs met volledig leerplan en voor gewoon alternerend onderwijs georganiseerd overeenkomstig artikel 49 van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren; 2° "Zoneraad" : de zoneraden zoals bepaald bij artikel 2 van het besluit van de Executieve van 15 maart 1993 tot vaststelling van de verplichtingen tot overleg tussen gelijkaardige inrichtingen in het secundair onderwijs met volledig leerplan;3° "Overlegcomité" : de overlegcomités zoals bedoeld bij artikel 6 van het besluit van de Executieve van 15 maart 1993 tot vaststelling van de verplichtingen tot overleg tussen gelijkaardige inrichtingen in het secundair onderwijs met volledig leerplan;4° "Zonen kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling" en "synergiepolen" : de zonen kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling en de synergiepolen, opgericht bij het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 20/03/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014203286 bron waalse overheidsdienst Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende het bestuur in de uitvoering van de openbare mandaten in de overheidsinstellingen en in de van de overheid afgeleide entiteiten sluiten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de ontwikkeling van zones "Kwalificerend Onderwijs - Opleiding - Arbeidsbemiddeling";5° "Gemeenschappelijke thema's" : de gemeenschappelijke thema's van een zone "kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling", zoals bepaald in artikel 11 van het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 20/03/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014203286 bron waalse overheidsdienst Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende het bestuur in de uitvoering van de openbare mandaten in de overheidsinstellingen en in de van de overheid afgeleide entiteiten sluiten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de ontwikkeling van zones "Kwalificerend Onderwijs - Opleiding - Arbeidsbemiddeling";6° "Subregionaal comité voor arbeidsbemiddeling en opleiding" : het Subregionaal comité voor arbeidsbemiddeling en opleiding zoals bedoeld bij artikel 6, § 2, van het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 20/03/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014203286 bron waalse overheidsdienst Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende het bestuur in de uitvoering van de openbare mandaten in de overheidsinstellingen en in de van de overheid afgeleide entiteiten sluiten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de ontwikkeling van zones "Kwalificerend Onderwijs - Opleiding - Arbeidsbemiddeling";7° "Adviescommissie Opleiding - Arbeidsbemiddeling - Onderwijs" : de Adviescommissie voor opleiding, arbeidsbemiddeling en onderwijs zoals ingesteld bij het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van "Bruxelles Formation";8° "onderwijsnetten" : - het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs; - het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde officieel onderwijs; - het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde confessioneel vrij onderwijs; - het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde niet-confessioneel vrij onderwijs; 9° "het socio-economische indexcijfer van een zone" : de verhouding tussen, enerzijds, de som van de producten, voor iedere schoolinrichting van de zone, van haar socio-economische indexcijfer vermenigvuldigd met zijn aantal leerlingen op 15 januari van het vorige schooljaar en, anderzijds, het totaal aantal leerlingen van de zone op dezelfde datum;10° "herverdelingsplan" : een door een instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs opgemaakt plan, dat projecten voor de sluiting en/of de oprichting en/of het behoud van gegroepeerde basisopties bepaalt.

Art. 4.Artikel 4, paragraaf 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door : "

Artikel 4.§ 1. Er wordt in iedere onderwijszone een instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs, hierna " Sturingsinstantie " genoemd, ingesteld.

De Sturingsinstantie bestaat uit : a) vier vertegenwoordigers van elk van de betrokken zoneraden die door deze laatste worden gemandateerd en die alle bij de Zoneraad vertegenwoordigde onderwijsnetten bepaald bij punt 8 van artikel 2, vertegenwoordigen, voor zover deze laatste een inrichting voor technisch en beroepsonderwijs in de betrokken zone organiseren;b) een vertegenwoordiger van elk overlegcomité, gemandateerd door dit laatste;c) vijf leden, naargelang het geval, van het betrokken Subregionaal comité voor arbeidsbemiddeling en vorming of van de Adviescommissie voor opleiding, tewerkstelling en onderwijs -, waaronder de Voorzitter en twee vertegenwoordigers van de werkgevers en twee vertegenwoordigers van de werknemers;d) een vertegenwoordiger van FOREm, voor de zonen gelegen in het Waalse Gewest, of Actiris, in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;e) een vertegenwoordiger van de Algemene directie Leerplichtonderwijs.f) vijf vertegenwoordigers van de vakbonden van het onderwijs. De Sturingsinstantie stelt haar voorzitter alsook haar twee ondervoorzitters onder de leden van de categorieën a), b) of c) van het tweede lid aan. De voorzitter wordt aangesteld onder de leden van de categorieën a) en b). De ondervoorzitters worden aangesteld, voor een van ze, in de categorieën a) en b), en voor de andere, in categorie c). De duur van het mandaat bedraagt één jaar. De voorzitter en de eerste ondervoorzitter worden benoemd met inachtneming van een afwisseling van de aarden waarbij elk onderwijsnet aan de beurt komt.

De Sturingsinstantie vraagt de bijstand van een (of meer) vertegenwoordiger(s) van het gespecialiseerd onderwijs, het onderwijs voor sociale promotie, de Zoneraad voor de afwisseling, de Zoneraad voor de PMS-centra, het Instituut voor alternerende opleiding voor de kleine en middelgrote ondernemingen en van de Dienst opleiding voor de kleine en middelgrote ondernemingen, naargelang het Gewest, en "Bruxelles-Formation", voor de zone gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

De Sturingsinstantie vraagt de bijstand van de vertegenwoordiger van een vestiging gelegen in de betrokken zone maar waarvan het onderwijsnet niet vertegenwoordigd zou worden in de Zoneraad alsook van elke persoon van wie zij meent dat zijn deskundigheid nuttig is voor de beraadslaging.

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt vervangen door : "

Artikel 5.§ 1. De Instantie is een plaats voor de informatie en de beraadslaging tussen de onderwijsnetten, de vakbonden van het onderwijs en de vertegenwoordigers van de socio-economische kringen van een zone inzake onderwijsaanbod. De uitwisselingen van die Instantie worden belicht door de bijdragen van de betrokken zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling, inzonderheid door de lijst van de gemeenschappelijke thema's van de zone, en de huidige structuur van het aanbod in de zone. § 2. Elke instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs maakt om de vier jaar een herverdelingsplan op voor het aanbod van technisch kwalificatie- en beroepsonderwijs. Het plan begint op 1 september van een schooljaar en eindigt op 30 juni van het derde schooljaar volgend op het schooljaar waarin het plan start. Het plan heeft betrekking op één of meer sectoren. De sectoren "nijverheid" en "bouw" kunnen worden beschouwd als één enkele sector door de instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs.

Het herverdelingsplan bepaalt, voor elke in aanmerking komende sector : 1° een lijst van de gegroepeerde basisopties, waarvoor sluitings- en/of oprichtings- en/of behoudprojecten worden ontwikkeld in de loop van de volgende vier jaar;het plan bepaalt het aantal sluitingen en oprichtingen voor elke gegroepeerde basisoptie en een tijdschema voor de uitvoering ervan; 2° een lijst van de inrichtingen die met het plan instemmen en zich ertoe verbinden het collectief toe te passen;3° eventueel collectieve acties tot ondersteuning van de in punt 1 ontwikkelde projecten;4° kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren om de verwezenlijking en de gevolgen te meten;de indicatoren moeten kunnen worden geëvalueerd; 5° de samenstelling van een begeleidingscomité voor elke sector, dat minstens 4 keer per jaar vergadert en dat, naast de betrokken inrichtende machten en directies, open staat voor de externe wereld door toedoen van vertegenwoordigers van de Inspectie en van de socio-economische kringen. Er wordt overigens een evaluatie van de wijze waarop de stimuli voor de volgende vier schooljaren worden verdeeld met toepassing van het herverdelingsplan, voorgelegd voor het geheel van de sectoren waarop het plan betrekking heeft.

Om dat plan op te maken, vraagt de instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs alle inrichtingen van de zone die minstens één gegroepeerde basisoptie van het technisch kwalificatieonderwijs en/of beroepsonderwijs organiseren, met het herverdelingsplan in te stemmen, elk afzonderlijk. Elke deelnemende inrichting vermeldt het project (de projecten) waaraan ze wenst deel te nemen. Een inrichting kan weigeren met het geheel of een deel van het herverdelingsplan in te stemmen : in dat geval kan ze geen aanspraak maken op de stimuli die in de paragrafen 4 tot 7 vermeld zijn. Elke inrichting die wenst een gegroepeerde basisoptie die in het herverdelingsplan wordt vermeld, op te richten, moet met het herverdelingsplan instemmen en er de gegevens van in acht nemen.

Om het herverdelingsplan op te maken, bepaalt de instantie de volgende criteria : 1° de briefwisseling met de gemeenschappelijke thema's van de zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling;2° de samenhang en de relevantie van het projet ten opzichte van het aanbod van globale opleiding over de betrokken zone;3° het gebruik van bestaande pedagogische opleidingsinstrumenten, zoals de centra voor geavanceerde technologie, de competentiecentra en de beroepsreferentiecentra. Het herverdelingsplan van elke instantie moet voldoen aan elk van de drie in deze paragraaf bedoelde criteria. § 3. Het herverdelingsplan van elke instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs wordt de Regering ter goedkeuring voorgelegd volgens de in artikel 6, paragraaf 2 vermelde procedure. De instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs wordt belast met het toepassen, opvolgen en evalueren van het herverdelingsplan, zoals dit door de Regering wordt goedgekeurd. § 4. De instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs verdeelt elk jaar de stimuli die volgens de bepalingen van artikel 7, paragraaf 1, worden toegekend.

Ze bestemt minstens 50 % van de stimuli voor de projecten inzake sluiting en oprichting van opties en hoogstens 30 % van de stimuli voor de projecten inzake behoud van opties.

De instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs kan collectieve bevorderingsacties ontwikkelen die tot doel hebben de nieuw opgerichte opties te laten kennen. Ze kan daartoe hoogstens 10 % van haar begroting aanwenden.

Ze kan ook hoogstens 20 % van dezelfde begroting besteden aan projecten die worden ontwikkeld door één of meer synergiepolen die worden gecreëerd in de zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling", om de actiemiddelen arbeidsbemiddeling - opleiding - onderwijs te optimaliseren. Er moet vooraf een opportuniteitsadvies worden gevraagd aan de administratie van de Federatie Wallonië-Brussel (Afdeling die zich bezighoudt met de verhouding tussen de scholen en het arbeidsproces), om de transversale relevantie van de projecten na te kijken en dubbel gebruik te voorkomen.

De begrotingen voor de acties en projecten bedoeld bij het derde lid en het vierde lid kunnen niet hoger zijn dan 20 % van de begroting van de instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs. § 5. In het kader van het herverdelingsplan en binnen de in paragraaf 4 bepaalde perken, wijst de instantie de inrichtingen aan die in aanmerking kunnen komen voor een stimulus in verband met het behoud van een optie die weinig wordt gevolgd, dit is een optie waarvan de bevolking op 1 oktober van het lopende jaar niet groter is dan anderhalve keer het bevolkingsminimum zoals bepaald in artikel 12, § 1, van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 31 augustus 1992 tot uitvoering van het voormelde decreet van 29 juli 1992, wanneer die optie voldoet aan de criteria bedoeld bij § 2 van artikel 6 van dit decreet. Die stimulus bestaat in het toekennen van lestijden die de lestijden/leerkracht aanvullen die bepaald zijn overeenkomstig het decreet van 2 juli 1990 betreffende de berekening en de aanwending van het totaal aantal lestijden-leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van type I en type II, om leraars, opvoeders of pedagogische coördinatoren te kunnen aanwerven die uitsluitend voor het bedoelde project bestemd zijn. Die aanvullende lestijden dekken het geheel of een deel van het tekort van lestijden die door de organisatie van de behouden opties worden voortgebracht, met toepassing van dit artikel. Het aantal aanvullende lestijden die worden toegekend voor het behoud van een optie bedraagt minstens 3 lestijden en hoogstens 26 lestijden.

Aan elke inrichting die een stimulus geniet voor het behoud van een weinig gevolgde optie, kan ook de instantie voorrang verlenen voor het project dat wordt voorgelegd bij het uitrustingsfonds zoals bepaald bij het decreet van 11 april 2014 waarbij de pedagogische uitrusting van het kwalificerend onderwijs wordt gewaarborgd en tot organisatie van de centra voor geavanceerde technologie, wanneer dat project betrekking heeft op de uitrustingen die noodzakelijk zijn voor de organisatie van het bedoelde project.

Deze maatregel is voor een periode van één jaar toepasselijk. Hij kan echter door de instantie worden hernieuwd in het kader van het door de Regering goedgekeurde herverdelingsplan. § 6. In het kader van het herverdelingsplan en binnen de in paragraaf 4 vastgestelde perken, wijst de instantie de inrichtingen aan die een stimulus kunnen genieten voor de sluiting van een gegroepeerde basisoptie waarin leerlingen in het voorafgaande schooljaar nog ingeschreven waren. Die stimulus bestaat in het toekennen van lestijden die de lestijden/leerkracht aanvullen die bepaald zijn overeenkomstig het voormelde decreet van 2 juli 1990. Die aanvullende lestijden dekken het geheel of een deel van het tekort van lestijden die door de organisatie van de behouden opties worden voortgebracht, met toepassing van dit artikel. Het aantal aanvullende lestijden die worden toegekend, bedraagt minstens 3 lestijden en hoogstens 26 lestijden.

Deze maatregel wordt gewaarborgd gedurende de periode van het herverdelingsplan.

De inrichtingen die aan het herverdelingsplan deelnemen door de sluiting van een gegroepeerde basisoptie, genieten de maatregelen bepaald in de artikelen 5quinquies, laatste lid, en 19, paragraaf 2, laatste lid, van het voormelde decreet van 29 juli, gedurende een periode die begint bij de sluiting van de optie en eindigt op het einde van het geldende herverdelingsplan. Een zelfde inrichting kan die maatregel niet meer genieten gedurende de periode die overeenstemt met het volgende herverdelingsplan. § 7. In het kader van het herverdelingsplan en binnen de in paragraaf 4 bepaalde perken, wijst de instantie de inrichtingen aan die in aanmerking kunnen komen voor een stimulus in verband met de oprichting van een gegroepeerde basisoptie. Die opties zullen open kunnen zijn in verhouding tot 60 % van de oprichtingsnorm. Iedere betrokken inrichting krijgt lestijden toegekend die de lestijden/leerkracht aanvullen die bepaald zijn overeenkomstig het voormelde decreet van 29 juli 1992, om leraars, opvoeders of pedagogische coördinatoren te kunnen aanwerven die uitsluitend voor het bedoelde project bestemd zijn. Het aantal aanvullende lestijden die worden toegekend voor een project bedraagt minstens 3 lestijden en hoogstens 26 lestijden.

Deze maatregel is voor een periode van één jaar toepasselijk. Hij kan echter door de instantie worden hernieuwd in het kader van het door de Regering goedgekeurde herverdelingsplan.

Voor de inrichtingen die een optie oprichten in het kader van een herverdelingsplan en die het uitrustingsfonds genieten volgens de bepalingen van artikel 4, paragraaf 1 van het decreet van 11 april 2014 waarbij de pedagogische uitrusting van het kwalificerend onderwijs wordt gewaarborgd en tot organisatie van de centra voor geavanceerde technologie, bedraagt de tegemoetkoming van de Regering 90 %.

Aan elke inrichting kan ook de instantie voorrang verlenen voor het project dat wordt voorgelegd bij het uitrustingsfonds zoals bepaald bij het decreet van 11 april 2014 waarbij de pedagogische uitrusting van het kwalificerend onderwijs wordt gewaarborgd en tot organisatie van de centra voor geavanceerde technologie, wanneer dat project betrekking heeft op de uitrustingen die noodzakelijk zijn voor de organisatie van het bedoelde project. § 8. Binnen de perken die de sturingsinstanties met toepassing van artikel 7, paragraaf 2 worden toegekend, kunnen ze projecten ondernemen of deelnemen aan projecten die, netoverschrijdend, het technisch en beroepsonderwijs bevorderen in verband met de algemene doelstellingen van het secundair onderwijs, zoals bepaald in het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren (takendecreet).

Die projecten kunnen gezamenlijk door verschillende sturingsinstanties worden verwezenlijkt.".

Art. 6.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen door : "

Artikel 6.§ 1. Alle beslissingen betreffende het herverdelingsplan en de toekenning van stimuli zoals bepaald in artikel 5 van dit decreet worden genomen bij consensus van de aanwezige leden van alle in § 1, tweede lid, van artikel 4 bedoelde categorieën.

Indien de consensus niet kan worden bereikt, worden de beslissingen betreffende het herverdelingsplan en de toekenning van stimuli worden genomen met volstrekte meerderheid van de aanwezige leden van de categorieën a), b), c) en f); een volstrekte meerderheid is ook vereist in de categorieën a) en b), die als een enige categorie, c) en f) worden beschouwd. § 2. Het nieuwe herverdelingsplan van elke instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs wordt vóór 15 januari van het schooljaar waarin het geldende plan eindigt, wordt de Regering ter goedkeuring voorgelegd; deze zal daartoe de adviezen van de betrokken zone kwalificerend onderwijs - opleiding - tewerkstelling vragen en van de algemene overlegraad voor het secundair onderwijs. Die instanties beschikken over twee maanden om hun adviezen uit te spreken vanaf de datum waarop ze worden geraadpleegd. Als een instantie haar advies niet binnen de gestelde termijn heeft uitgebracht, neemt de Regering er geen rekening mee.

De Regering analyseert de herverdelingsplannen volgens de volgende criteria : overeenstemming met het plan voor herverdeling van het onderwijsaanbod met de gemeenschappelijke thema's van de zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling, meerwaarde die door het plan wordt gegeven aan het plaatselijke opleidingsaanbod, leefbaarheid op termijn van de inrichtingen of geplande herstructureringsmaatregelen, relevantie van de indicatoren die de verwezenlijking en de gevolgen meten.

Indien het herverdelingsplan niet door de Regering wordt goedgekeurd, wordt het naar de instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs verwezen voor amendementen en verbeteringen.

Het moet vervolgens opnieuw worden voorgelegd aan de Regering, die opnieuw het advies van de betrokken zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling en van de algemene overlegraad binnen dezelfde termijn zal aanvragen.

De instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs kan een plan wijzigen voordat het eindigt : het moet vervolgens opnieuw worden voorgelegd aan de Regering, die het advies van de zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling en van de algemene overlegraad volgens de nadere regels van het eerste tot derde lid zal aanvragen. § 3. Buiten het jaarlijkse activiteitsverslag zoals bepaald in paragraaf 5, evalueert elke instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs de toepassing van haar herverdelingsplan. De evaluatie van het plan door de instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs moet beëindigd zijn vóór 1 januari van het vierde schooljaar waarin de toepassing plaatsvindt. § 4. De jaarlijkse lijst van de stimuli die door de instantie worden voorgesteld, wordt de Regering ter goedkeuring voorgelegd en meegedeeld aan de voorzitters van de zoneraden en de betrokken overlegraden van de verschillende onderwijsnetten en aan de algemene overlegraad voor het secundair onderwijs uiterlijk op 15 januari vóór het betrokken schooljaar.

In afwijking van het vorige lid, worden de ontwerpen van programma's bedoeld in artikel 5, § 4, uiterlijk op 15 januari vóór het betrokken schooljaar meegedeeld aan de voorzitters van de zoneraden en de overlegraden van de betrokken zonen van de verschillende onderwijsnetten, om in voorkomend geval aan de algemene raad te worden voorgelegd en om te worden onderworpen aan de beslissing van de Regering volgens de procedures bedoeld bij het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan.

De beslissingen van de instantie die worden onderworpen aan de toestemming van de Regering of aan de programmeringsprocedures bedoeld in het tweede lid beschrijven de betrokken opties, de motivering van de beslissing ten opzichte van het herverdelingsplan en de gedetailleerde lijst van de voorgestelde stimuli. De instantie stelt eveneens nadere regels voor de herverdeling van de stimuli aan de Regering ter goedkeuring voor, voor de gevallen waarin projecten niet konden worden verwezenlijkt. Die herverdeling kan alleen ontwerpen van oprichting, behoud of sluiting van opties, zoals bepaald in artikel 5, tot doel hebben. De diensten van de Regering voeren de nodige herverdelingen uit. § 5. De sturingsinstantie legt, in de maand oktober van elk jaar, de Regering een activiteitsverslag van het afgelopen jaar voor.".

Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen door : "

Artikel 7.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, verdeelt de Regering over de sturingsinstanties de middelen die noodzakelijk zijn voor de toekenning van stimuli zoals beschreven in artikel 5.

Elke zone geniet een zonebegroting, gelijk aan de totale begroting die wordt bestemd voor de stimuli, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan het gewogen aantal leerlingen van het kwalificerend onderwijs in de betrokken zone en waarvan de noemer het gewogen totale aantal leerlingen van het kwalificerend onderwijs in het geheel van de zonen is.

Het gewogen aantal leerlingen van het kwalificerend onderwijs in een bepaalde zone is gelijk aan het aantal leerlingen van het kwalificerend onderwijs van de betrokken zone, vermenigvuldigd met de zonefactor.

De zonefactor wordt bepaald op 0,5 voor de zone waarvan het indexcijfer het grootste is en 1,5 voor de zone waarvan het indexcijfer het kleinste is. De zonefactoren van de andere zonen worden bekomen door aan 0,5 de uitslag afgerond tot de tweede decimaal van de breuk bij te tellen waarvan de teller gelijk is aan het verschil tussen het grootste indexcijfer en het indexcijfer van de betrokken zone en waarvan de noemer gelijk is aan het verschil tussen het indexcijfer van de meest begunstigde zone en het indexcijfer van de minst begunstigde zone. § 2. Binnen de perken van de beschikbare middelen, stelt de Regering jaarlijks de middelen vast die worden toegekend aan elk van de sturingsinstanties, bij voorrang om de werkingskosten te dekken, en, in ondergeschikte orde, om de projecten bedoeld in artikel 5, § 8, uit te voeren. Die middelen worden op gelijke wijze over de instanties verdeeld.".

Art. 8.Artikel 7/1 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen

Art. 9.In afwijking van de in artikel 6 bepaalde regel, moet het eerste herverdelingsplan van de instanties voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs uiterlijk op 31 januari 2015 aan de Regering worden voorgelegd. Als de gemeenschappelijke thema's van de betrokken zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling niet op uiterlijk 1 november 2014 beschikbaar zijn, zal het eerste herverdelingsplan steunen op de volgende criteria : 1° de overeenstemming met de behoeften van de zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling inzake arbeidskrachten, arbeidsaanbiedingen, beroepen waarvoor een vraag bestaat of opkomende beroepen;2° de samenhang en de relevantie van het project ten opzichte van het globale opleidingsaanbod in de betrokken zone;3° het gebruik van bestaande pedagogische opleidingsinstrumenten zoals de centra voor geavanceerde technologie, de competentiecentra en de beroepsreferentiecentra. Zodra een zone kwalificerend onderwijs - opleiding - arbeidsbemiddeling de gemeenschappelijke thema's goedkeurt, past de instantie voor de netoverschrijdende sturing van het kwalificerend onderwijs haar herverdelingsplan aan volgens die en stelt het de Regering voor. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 10.Dit decreet treedt op 1 september 2014 in werking.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 11 april 2014.

De Minister-president van de Regering van de Franse Gemeenschap, R. DEMOTTE De Vicepresident en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vicepresident en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 648-1. - Verslag, nr. 648-2. - Vergaderingsamendement, nr. 648-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 10 april 2014.

^