14 MAART 2019. - Decreet tot versteviging van de schoolherinschakeling van leerlingen van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 4 die niet meer beantwoorden aan de definitie van regelmatige leerling, en houdende diverse maatregelen inzake laattijdige inschrijving, melding, schoolbezoek en vrijstelling van bepaalde cursussen

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Bepaling betreffende de melding van leerlingen die gedurende negen halve dagen onverantwoord in het basisonderwijs afwezig blijven

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 20 augustus 1957 houdende coördinatie van de wetten op het lager onderwijs, in artikel 10, wordt het eerste lid vervangen als volgt: « Wanneer een leerling gedurende negen halve dagen zonder reden afwezig blijft, informeert de inrichtende macht of haar afgevaardigde, in het gesubsidieerd onderwijs, of de directeur, in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, uiterlijk de vijfde werkdag die daarop volgt, de Diensten van de Regering die belast zijn met de controle van de schoolplicht. Elke halve dag onverantwoorde afwezigheid van dezelfde leerling wordt hen op het einde van elke maand meegedeeld.

Wanneer een leerling niet overeenkomstig het vorige lid vóór 15 januari gemeld wordt, wordt deze niet beschouwd als regelmatig ingeschreven leerling te zijn en wordt bijgevolg niet meegeteld voor de berekening van het lestijdenpakket en van de dotaties of subsidies voor de werking van de inrichting voor het daaropvolgende schooljaar. ». HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de bekrachtiging van studies van leerlingen die meer dan twintig halve dagen onverantwoord in het gewoon en gespecialiseerd onderwijs van vorm 4 afwezig blijven. Afdeling I. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van

29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs.

Art. 2.In het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, in artikel 1, § 1, eerste lid, worden de woorden « en regelmatig ingeschreven » ingevoegd tussen de woorden « regelmatige leerlingen » en « gedurende veertig weken ».

Art. 3.In hetzelfde koninklijk besluit, in artikel 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 11° worden de woorden « bovenvermelde punten 9° of 10° » vervangen door de woorden « punten 9°, 10° of 11bis° » ;2° er wordt een 11bis° ingevoegd, luidend als volgt: « 11bis° Regelmatig ingeschreven leerling : verwijst naar de leerling die aan de toelatingsvoorwaarden beantwoordt en die ingeschreven is voor het geheel van de cursussen van een bepaalde onderwijsvorm, afdeling en studierichting ;».

Art. 4.In hetzelfde koninklijk besluit, in artikel 21bis, § 1, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidend als volgt: « Tussen 15 en 31 mei neemt de klassenraad de beslissing om de regelmatig ingeschreven leerling bedoeld in artikel 26 van het decreet van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2013 pub. 03/04/2014 numac 2014029203 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie type decreet prom. 21/11/2013 pub. 03/04/2014 numac 2014029205 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van een gemeenschappelijk beleid inzake leerplichtonderwijs en hulpverlening aan de jeugd ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van de studieoriëntatie sluiten tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie, al dan niet toe te laten tot het afleggen van eindejaarexamens op basis van de naleving van de doelstellingen die hem/haar door het opvoedingsteam werden toegewezen. ». Afdeling II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 21

november 2013 tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie

Art. 5.In het decreet van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2013 pub. 03/04/2014 numac 2014029203 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie type decreet prom. 21/11/2013 pub. 03/04/2014 numac 2014029205 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van een gemeenschappelijk beleid inzake leerplichtonderwijs en hulpverlening aan de jeugd ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van de studieoriëntatie sluiten tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie, wordt artikel 26 vervangen als volgt : «

Art. 26.Vanaf de tweede graad van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 4, voldoet de leerling die tijdens eenzelfde schooljaar meer dan 20 halve dagen onverantwoord afwezig was, niet meer aan de verplichting om er werkelijk en regelmatig de cursussen te volgen, zoals bedoeld in artikel 2, 9° en 10°, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, en kan dus niet meer in aanmerking komen voor de bekrachtiging van studies op het einde van het schooljaar, behoudens gunstige beslissing van de klassenraad zoals bedoeld in artikel 21bis, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs.

Wanneer een leerling meer dan 20 halve dagen onverantwoord afwezig is gebleven, informeert de directeur schriftelijk de ouders of de wettelijke verantwoordelijken, of de leerling zelf indien hij meerderjarig is, over de gevolgen ervan op de bekrachtiging van de studies. De directeur bepaalt ook dat doelstellingen aan de leerling zullen worden toegewezen zodra hij in de schoolinrichting terugkomt zodat hij de toelating krijgt om de eindejaarsexamens af te leggen.

Bij de terugkomst van de leerling bepaalt het opvoedingsteam, in overleg met het psycho-medisch-sociaal centrum, collegiaal, de doelstellingen ter bevordering van de schoolherinschakeling van de leerling, in verband met het sturingsplan bedoeld in artikel 67, § 2, van het « Takendecreet ». Deze doelstellingen worden naargelang het geval bepaald en beantwoorden aan de behoefte(n) van de leerling.

Het document met het geheel van de doelstellingen wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de ouders of de wettelijke verantwoordelijken van de leerling of aan de leerling zelf indien hij meerderjarig is.

Tussen 15 mei en 31 mei behoort het tot de Klassenraad om de toelating al dan niet te geven aan de leerling om de eindejaarsexamens af te leggen op basis van de naleving van de doelstellingen die hem werden toegewezen. De beslissing om de studies van de leerling al dan niet te bekrachtigen leidt niet tot een oriëntatieattest C, zoals bedoeld in artikel 23, § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs.

De doelstellingen die aan de leerling worden toegewezen, maken deel uit van zijn dossier. Bijgevolg, ingeval van een schoolverandering nadat de leerling meer dan 20 halve dagen onverantwoord afwezig is gebleven, stuurt de oorspronkelijke inrichting het document met de lijst van de doelstellingen aan de nieuwe inrichting, die ze in de huidige staat kan behouden of aanpassen, in welk geval dit document opnieuw zal moeten worden goedgekeurd door de ouders of wettelijke verantwoordelijken van de leerling indien hij minderjarig is, of door hemzelf indien hij meerderjarig is.

De leerling die na 31 mei het aantal van 20 halve dagen onverantwoorde afwezigheid overschrijdt, kan aanspraak maken op de bekrachtiging van studies zonder voorafgaande beslissing van de klassenraad.

De directeur bezorgt de Regering, voor 30 juni van elk schooljaar, de lijst van de leerlingen die meer dan 20 halve dagen zonder reden afwezig zijn gebleven tijdens dat schooljaar door een onderscheiding te maken tussen : 1° de leerlingen die in de inrichting niet meer zijn verschenen sinds ze meer 20 halve dagen onverantwoord afwezig waren;2° de leerlingen die opnieuw naar de inrichting komen maar waarvan de ouders, de wettelijke verantwoordelijke of zijzelf de doelstellingen niet hebben goedgekeurd die hen werden toegewezen ;3° de leerlingen van wie de ouders, de wettelijke verantwoordelijke of zijzelf de toegewezen doelstellingen hebben goedgekeurd en waarvoor de klassenraad van mening was dat ze deze doelstellingen hebben bereikt;4° de leerlingen van wie de ouders, de wettelijke verantwoordelijken of zijzelf de vastgestelde doelstellingen hebben goedgekeurd maar waarvoor de klassenraad van mening was dat ze deze doelstellingen niet hebben bereikt en hen bijgevolg niet de toelating heeft gegeven om de eindejaarsexamens af te leggen.». HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de berekening van het NTPP (totaal aantal lestijden-leerkracht), de dotaties/subsidies voor de werking, en de organieke personeelsformatie van de personeelsleden die niet met cursussen worden belast in het secundair onderwijs Afdeling I. - Bepaling tot wijziging van de wet van 29 mei 1959 tot

wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

Art. 6.In de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, in artikel 32, § 2, eerste lid, worden de woorden « onder regelmatige leerling » vervangen door de woorden « onder regelmatig ingeschreven leerling ». Afdeling II. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van

15 april 1977 tot vaststelling van de regelen en de voorwaarden voor de berekening van het aantal betrekkingen in sommige ambten van het opvoedend hulppersoneel en van het administratief personeel van de inrichtingen voor secundair onderwijs.

Art. 7.In het koninklijk besluit van 15 april 1977 tot vaststelling van de regelen en de voorwaarden voor de berekening van het aantal betrekkingen in sommige ambten van het opvoedend hulppersoneel en van het administratief personeel van de inrichtingen voor secundair onderwijs, in artikel 2, wordt het woord « regelmatige » telkens vervangen door de woorden « regelmatig ingeschreven ». Afdeling III. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 29 juli

1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan

Art. 8.In het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, in de artikelen 5, tweede lid, 16, § 1, tweede lid, en § 2, derde lid, 16ter, eerste lid, 19, § 2, tweede lid, 22, § 1, eerste lid, en § 5, en 23bis, § 5, vierde lid, a), wordt het woord « regelmatige » telkens vervangen door de woorden « regelmatig ingeschreven ».

Art. 9.In hetzelfde decreet, in artikel 16sexies, tweede lid, 2de streepje, wordt het woord « regelmatige » vervangen door het woord « regelmatig ».

Art. 10.In hetzelfde decreet, in artikel 22, § 1, tweede lid, wordt het woord « regelmatige » vervangen door de woorden « regelmatig ingeschreven ». Afdeling IV. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 24 juli

1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren

Art. 11.In het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, in artikel 79bis, § 4, worden de woorden « regelmatige leerling » vervangen door de woorden « regelmatig ingeschreven leerling ». HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de vrijstelling van cursussen van de gemeenschappelijke opleiding voor de leerlingen die al titularis zijn van een onderwijsgetuigschrift

Art. 12.In het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, in artikel 15, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° wordt een punt e) toegevoegd, luidend als volgt: « e) de titularissen van een Getuigschrift voor hoger secundair onderwijs.» ; 2° in 2° worden de punten f) en g) toegevoegd, luidend als volgt: « f) de titularissen van een Getuigschrift voor hoger secundair onderwijs ;g) de titularissen van een Studiegetuigschrift en een Kwalificatiegetuigschrift van het zesde studiejaar van het beroepssecundair onderwijs.».

Art. 13.In hetzelfde koninklijk besluit, in artikel 19, worden paragrafen 4 en 5 toegevoegd, luidend als volgt : « § 4. Slechts voor het behalen van het kwalificatiegetuigschrift kan de Toelatingscommissie: 1° de houders van het getuigschrift voor hoger secundair onderwijs of van een getuigschrift dat als gelijkwaardig wordt erkend overeenkomstig de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften, van het geheel of een gedeelte van de cursussen van gemeenschappelijke opleiding vrijstellen ;2° de houders van het studiegetuigschrift en van het kwalificatiegetuigschrift van het zesde studiejaar van het beroepssecundair onderwijs of van een getuigschrift dat als gelijkwaardig wordt erkend overeenkomstig de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften, van het geheel of een gedeelte van de cursussen van de gemeenschappelijke opleiding vrijstellen. Deze beslissing, alsook de lijst van de cursussen waarvan de houders worden vrijgesteld, worden bij het dossier van de leerling gevoegd. § 5. Indien, overeenkomstig de bepalingen van § 4, er vrijstellingen van cursussen toegekend worden, kan de duur van de studies beperkt worden tot een enkel schooljaar en wordt betrokkene beschouwd als regelmatige leerling van het zesde studiejaar.

De beperking van de duur van de studies kan niet als gevolg hebben dat de leerling minder dan 28 wekelijkse lestijden volgt. ».

Art. 14.In het bovenvermelde koninklijk besluit van 29 juni 1984, in artikel 58, worden de paragrafen 1 en 2 opgeheven. HOOFDSTUK V. - Bepaling betreffende de afwijking van de verplichting om werkelijk en regelmatig cursussen te volgen.

Art. 15.In het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, in artikel 56, eerste lid, wordt punt 2° opgeheven. HOOFDSTUK VI. - Bepalingen betreffende de afwijking voor laattijdige inschrijving Afdeling I. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 24 juli

1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren

Art. 16.In het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, in artikel 79, worden het eerste lid en het tweede lid van paragraaf 1 vervangen als volgt : « § 1. De inschrijving gebeurt tijdens het hele jaar voor de leerlingen van het gewoon kleuteronderwijs, van het alternerend onderwijs, van het gespecialiseerd onderwijs en voor de leerlingen die zich tijdens het schooljaar in België vestigen.

Het inschrijven in een inrichting voor gewoon lager of secundair onderwijs gebeurt ten laatste op de eerste schoolwerkdag van de maand september. Omwille van uitzonderlijke en gemotiveerde redenen waar de directeur over oordeelt, kan de inschrijving na deze datum gebeuren. ».

Art. 17.In hetzelfde decreet, in artikel 80, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « ten laatste op 30 september van het lopend schooljaar » vervangen door de woorden « , voor zover de inschrijving ten laatste op de eerste schoolwerkdag van september aangevraagd wordt en » ;2° in § 2 wordt het eerste lid geschrapt ;3° in § 2 worden de woorden « na 30 september » vervangen door de woorden « na de eerste schoolwerkdag van september, ».

Art. 18.In hetzelfde decreet, in artikel 87, worden de woorden « ten laatste op 30 september van het lopende schooljaar » vervangen door de woorden « ten laatste op de eerste schoolwerkdag van september ».

Art. 19.In hetzelfde decreet, in artikel 88, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « , voor zover de inschrijving ten laatste op de eerste schoolwerkdag van september aangevraagd wordt, » ingevoegd tussen de woorden « is eveneens verplicht tot inschrijving » en « van elke meerderjarige leerling » ;2° paragraaf 2 wordt geschrapt. Afdeling II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 21

november 2013 tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie

Art. 20.In het decreet van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2013 pub. 03/04/2014 numac 2014029203 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie type decreet prom. 21/11/2013 pub. 03/04/2014 numac 2014029205 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van een gemeenschappelijk beleid inzake leerplichtonderwijs en hulpverlening aan de jeugd ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van de studieoriëntatie sluiten tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie, in artikel 27, eerste lid, wordt 3° opgeheven. HOOFDSTUK VII. - Slotbepaling

Art. 21.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 mars 2019.

De Minister-President, belast met Gelijke kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT _______ Nota Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 764-1. - Commissieverslag nr. 764-2. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 764-3.

Integraal verslag.- Bespreking en aanneming.- Vergadering van 13 maart 2019.