Etaamb.openjustice.be
Decreet van 14 november 2018
gepubliceerd op 11 december 2018

Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2018015207
pub.
11/12/2018
prom.
14/11/2018
ELI
eli/decreet/2018/11/14/2018015207/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 NOVEMBER 2018. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 26/08/2003 numac 2003029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding sluiten met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Het opschrift van het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 26/08/2003 numac 2003029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding sluiten met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding, wordt vervangen door het volgende opschrift: "Decreet betreffende de ontwikkeling van de actie inzake permanente opvoeding in het kader van het verenigingsleven".

Art. 2.Artikel 1, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling: " § 1. Dit decreet heeft tot voorwerp de ontwikkeling van de actie inzake permanente opvoeding in het kader van het verenigingsleven met het oog op de kritische analyse van de maatschappij, de stimulatie van democratische en collectieve initiatieven, de ontwikkeling van het actieve burgerschap en de uitoefening van de burgerlijke en politieke, sociale, culturele, milieu- en economische rechten in het licht van individuele en collectieve emancipatie van de bevolking door de actieve deelname van dit doelpubliek en haar culturele uitdrukking te bevoordelen.".

Art. 3.In artikel 2, van hetzelfde decreet, wordt, na het vierde streepje, een streepje toegevoegd, luidend als volgt: "- Representatieve Federatie: de vereniging zonder winstoogmerk als vermeld in de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen, en die aan de voorwaarden bepaald bij artikel 5/1 voldoet;".

Art. 4.Artikel 3, van hetzelfde decreet, wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Artikel 3.- § 1. De verenigingen die het voorwerp kunnen uitmaken van een erkenning door de Franse Gemeenschap in het kader van dit decreet dienen acties uit te werken die aansluiten bij de doelstelling bepaald in artikel 1 en minstens één van de assen bepaald bij de paragrafen 2 tot 5.

Een vereniging kan maximum voor twee assen erkend worden zoals bedoeld bij de paragrafen 2 tot 5. § 2. As 1, met als opschrift "Deelname aan de burgerlijke opvoeding en opleiding", omvat de acties die ondernomen worden en opvoedings- en/of opleidingsprogramma's, ontworpen en georganiseerd door de vereniging, uitgewerkt met de leden van de vereniging en de deelnemers, teneinde de uitoefening van het actieve en participatieve burgerschap mogelijk te maken in het licht van emancipatie, gelijkheid van rechten, sociale vooruitgang, evolutie van de gedragingen en mentaliteiten, integratie en verantwoordelijkheid.

De verenigingen die tot deze as behoren, verwezenlijken hun activiteiten meer bepaald met het publiek afkomstig uit volksmiddens in de zin van artikel 2.

De ontwerpen, acties en programma's die geleid worden in het kader van deze as maken het voorwerp uit van een uitgebreide voorlichting bij het doelpubliek.

De acties die voldoen aan de bepalingen van deze as worden uitgewerkt: 1° hetzij over het geheel van het Franse taalgebied en het gebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;2° hetzij minstens over het geheel van het grondgebied van een provincie of over een gebied dat een aantal inwoners telt gelijkwaardig met het aantal vastgesteld door de Regering na advies van de Raad;3° hetzij minstens over het geheel van het grondgebied van een gemeente, een dorp of een wijk. De Regering stelt, na advies van de Raad, de voorwaarden vast die de vereniging moet naleven om haar acties te laten erkennen binnen het kader van deze as. Deze voorwaarden hebben betrekking op een minimum aantal thema's die door de vereniging worden uitgewerkt, evenals een minimum aantal uren activiteit. § 3. As 2, met het opschrift "Vorming van animatoren, opleiders en verenigingsverantwoordelijken en -actoren", betreft: 1° opleidingsprogramma's voor animatoren, opleiders en verenigingsverantwoordelijken en -actoren, die voortkomen uit de non-profit sector;deze programma's zijn eenmalig of terugkerend, kunnen cyclussen of stages zijn; ze worden uitgewerkt en georganiseerd of verwezenlijkt hetzij op eigen initiatief hetzij op aanvraag van de verenigingswereld, al dan niet erkend in het kader van dit decreet; 2° opleidingsprogramma's betreffende culturele belangen, belangen inzake kritische burgerzin bestemd voor een specifiek publiek of een uitgebreider publiek. De opleidingen die ontworpen en georganiseerd of verwezenlijkt worden op aanvraag van de verenigingswereld maken het voorwerp uit van overeenkomsten tussen de verenigingen.

De opleidingen die ontworpen en georganiseerd of verwezenlijkt worden op eigen initiatief, worden onderworpen aan een uitgebreide doorlichting van hun voorwaarden inzake toegankelijkheid.

De acties die beantwoorden aan de bepalingen van deze as worden uitgevoerd, minstens, over het geheel van het grondgebied van een provincie.

De Regering stelt, na advies van de Raad, de voorwaarden vast die de vereniging in acht moet nemen om haar acties te doen erkennen in het kader van deze as. Deze voorwaarden hebben betrekking op de kwaliteit van het publiek en/of de programma's en het volume opleidingsuren. § 4. As 3, met als opschrift "Diensten, instrumenten en onderzoek" omvat de centralisatie en de terbeschikkingstelling van documentatie, de verwezenlijking van diensten, instrumenten, met inbegrip van pedagogische en/of culturele instrumenten, analyses, studies of deelnemingsonderzoek.

De analyses, de studies of het deelnemingsonderzoek over maatschappelijke thema's worden vanuit een kritisch standpunt uitgevoerd.

De producties worden ontworpen en verwezenlijkt hetzij op eigen initiatief, hetzij op aanvraag van de verenigingswereld, al dan niet erkend krachtens dit decreet.

De producties ontworpen en verwezenlijkt op vraag van de verenigingswereld maken het voorwerp uit van overeenkomsten tussen verenigingen.

De producties ontworpen en verwezenlijkt op eigen initiatief maken het voorwerp uit van een uitgebreide voorlichting bij het betrokken publiek, de verenigingen, en indien relevant, de media en/of het grote publiek.

De acties die beantwoorden aan de bepalingen van deze as dienen te worden uitgevoerd minstens op het grondgebied van het geheel van een provincie.

De Regering stelt, na advies van de Raad, de voorwaarden vast die de vereniging in acht moet nemen om haar acties te doen erkennen in het kader van deze as. Deze voorwaarden hebben betrekking op het minimum aantal verwezenlijkt door de Regering. § 5. As 4, met als opschrift "Bewustmaking en Inlichting", omvat de organisatie van informatie- en communicatiecampagnes ertoe strekkend het grote publiek bewust te maken, met als doel de gedragingen en de mentaliteit voor de culturele belangen, burgerzin en de democratie of ook het naleven, de promotie of de ontwikkeling van de rechten bepaald bij artikel 2, te doen evolueren.

De vereniging zorgt voor de opvolging van de campagnes die zij openbaar maakt, en brengt deze onder andere over aan de wereld van verenigingen, opvoeding en politiek.

De acties die voldoen aan de bepalingen van deze as vinden plaats over het geheel van het Franse taalgebied en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

De Regering stelt, na advies van de Raad, de voorwaarden vast die de vereniging moet naleven om haar acties te laten erkennen in het kader van deze as. Deze voorwaarden hebben betrekking op het minimum aantal bewustmakings- en inlichtingcampagnes verwezenlijkt door de vereniging en eenmalige publieke optredens buiten de campagnes.".

Art. 5.Artikel 4 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "Artikel 4 - § 1. Een vereniging kan worden erkend in een van de assen bedoeld bij artikel 3 of in twee assen bedoeld in deze bepaling.

Erkende verenigingen, met uitzondering van de bewegingen in de zin van artikel 5, kunnen een deel van de acties laten gelden die steunen op een of andere as(sen) dan de as(sen) waarvoor ze een erkenning krijgt als het doel is rekening te houden met de transversaliteit van de acties. § 2. De valorisatie van acties van een andere as dan de as(sen) waarvoor ze erkend worden, moet aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° de actie moet binnen de assen 1, 2 of 3 vallen;2° de activiteiten gevaloriseerd in het kader van de transversaliteit moeten aan alle voorwaarden gesteld voor de gevraagde as voldoen. De Regering bepaalt het percentage van acties die gevaloriseerd kunnen worden en het systeem van de gelijkwaardigheid tussen de assen in overeenstemming met de volgende regels: 1° de transversaliteit tussen de assen en de valorisatie van acties die tot een andere as behoren, komen enkel in aanmerking, voor as 1 zoals omschreven in artikel 3 § 2, voor de verenigingen die op gemeenschaps- of regionaal niveau optreden in de zin van lid 4, 1° en 2° ; 2 ° het percentage verwezenlijkingen die kunnen gelden en die bij een andere as behoren, bedraagt maximaal 20 %; 3° het gelijkwaardigheidsstelsel is gebaseerd op de erkenning van prestaties in termen van eenheden of punten.De Regering bepaalt de combinaties van de verschillende assen, rekening houdend met de verschillende forfaitaire categorieën in de vorm van matrices. "

Art. 6.In hetzelfde decreet, wordt, op het einde van Afdeling 1 van Hoofdstuk II, een artikel 5/1 ingevoegd, luidend als volgt: "Artikel 5/1: De Regering kan als representatieve federatie een of meer verenigingen zonder winstoogmerk erkennen die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° haar maatschappelijke zetel hebben in het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° haar acties organiseren met als doelstelling hetgeen gedefinieerd is in afdeling 1; 3 ° ten minste drieëndertig procent van de erkende verenigingen voor permanente opvoeding verenigen; 4° voor zover van toepassing op de behoeften van de verenigingen, die a priori als voor evolutie vatbaar worden beschouwd, de volgende opdrachten ontwikkelen in het kader van de permanente opvoeding, in het voordeel van alle verenigingen erkend uit hoofde van dit decreet, of die al dan niet aangesloten zijn: a) de informatie van de verenigingen;b) de coördinatie en netwerkaansluiting van de verenigingen;c) de adviesverlening, methodologische ondersteuning en de organisatie van fora voor uitwisselingen en dialoog;d) de coördinatie van een opleidingsaanbod en, eventueel, de uitvoering van eigen programma's;e) de sectorvertegenwoordiging; 5 ° haar federatieve actie ontwikkelen op het hele grondgebied van het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. ".

Art. 7.Er wordt, in hetzelfde decreet, als inleiding tot Afdeling 2 van Hoofdstuk II, een artikel 5/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Artikel 5/2.- § 1. Met uitzondering van de representatieve federatie waarnaar wordt verwezen in artikel 5/1, dient een vereniging die van plan is erkenning aan te vragen een beginselverzoek in met betrekking tot de manier waarop haar actie overeenkomt met hetgeen voorgeschreven is in artikel 1. § 2. De procedure en nadere regels voor de indiening en het onderzoek van het beginselverzoek worden door de Regering vastgesteld op basis van de volgende beginselen: 1 ° de vereniging voert een beginselverzoek in volgens de voorwaarden en binnen de door de Regering bepaalde termijn; 2 ° de Regering vraagt het advies aan van de Regeringsdiensten en het advies van de Raad voor het onderzoek van dat verzoek en bepaalt de termijn waarbinnen deze adviezen worden uitgebracht; 3 ° de Regering beslist om het beginselverzoek te aanvaarden of te weigeren; 4 ° een beroep tegen de beslissing bedoeld in 3° bij de Regering is georganiseerd.

Wanneer het advies van de Raad niet binnen de voorgeschreven termijn verleend wordt, wordt enkel rekening gehouden met het advies van de Regeringsdiensten.

De Regering aanvaardt of weigert voor de vereniging de mogelijkheid om erkenning te verzoeken.

De Regering bepaalt de beroepsprocedure tegen een negatieve beginselbeslissing. § 3. Iedere vereniging die een gunstige beginselbeslissing heeft gekregen, kan een aanvraag tot erkenning indienen.

Een gunstige principebeslissing is geldig voor de twee kalenderjaren volgend op de indiening van de aanvraag."

Art. 8.Aan artikel 6, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij § 2, wordt punt 2 vervangen door de volgende bepaling: "2° De Regering vraagt het advies van de Regeringsdiensten en het advies van de Raad voor het onderzoek van deze aanvraag aan en bepaalt de termijn waarbinnen deze adviezen moeten worden verleend.Wanneer het advies van de Raad niet binnen de voorgeschreven termijn verleend wordt, wordt enkel rekening gehouden met het advies van de Regeringsdiensten; " 2° bij § 2, wordt punt 2 vervangen door de volgende bepaling: "3° de Regering besluit de vereniging hetzij een tijdelijke erkenning voor een bepaalde duur van 3 jaar te verlenen, die niet verlengd mag worden, hetzij de erkenning te weigeren;" 3° bij § 2, 4°, worden de woorden "een voorlopige erkenning van twee jaar" vervangen door de woorden "een erkenning voor een bepaalde duur van drie jaar";4° bij § 2, wordt punt 5° vervangen door de volgende bepaling: "5 ° Op het einde van deze evaluatie besluit de regering om de vereniging erkenning te verlenen voor onbepaalde tijd, of om de erkenning te weigeren;"; 5° bij § 2, worden de punten 6° en 7° afgeschaft; 6° in paragraaf 3, wordt punt 2° vervangen door de volgende bepaling: "2° de adviesbevoegdheid van de Regeringsdiensten en de Raad inzake beroep;".

Art. 9.In artikel 7, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij punt 3°, worden de woorden "over twee jaar" vervangen door de woorden "over drie jaar";2° er wordt, in fine, een punt 8°, ingevoegd, luidend als volgt: "8° voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1 van het decreet van 5 april 1993 betreffende de depolitisering van de structuren van de culturele instellingen, met uitzondering van verenigingen waarvan het bedrag aan subsidies lager is dan het in artikel 2 van dit decreet bedoelde plafond."

Art. 10.In artikel 8, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij het eerste lid worden de woorden "voorlopig of voor onbepaalde duur" geschrapt;2° tussen het eerste lid en het tweede lid, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt: "Echter, voor de representatieve federatie wordt de erkenning door de Regering verleend volgens de voorwaarden bedoeld in artikel 5/1."

Art. 11.In hetzelfde decreet, wordt artikel 9 vervangen door de volgende bepaling: "Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen wijst de Regering alle erkende vennootschappen toe: 1 ° een jaarlijkse forfaitaire subsidie voor activiteiten in verband met de presentatie, door de vereniging, van een meerjarenproject met een looptijd van vijf jaar dat overeenkomt met de actie-as of actie-assen van de vereniging of een meerjarenproject van vijf jaar in het geval van de representatieve federatie bedoeld in artikel 5/1; 2 ° een jaarlijkse forfaitaire werkingssubsidie; 3 ° indien de vereniging een actiegebied heeft dat ten minste één provincie bestrijkt, of op een grondgebied dat een aantal inwoners telt dat equivalent is aan het aantal dat door de Regering na advies van de Raad is vastgesteld, een jaarlijkse forfaitaire subsidie voor werkgelegenheid.

Het bedrag van de subsidies aan verenigingen wordt berekend overeenkomstig de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15.

Het bedrag van de jaarlijkse forfaitaire subsidie voor activiteiten, als bedoeld in lid 1, 1 °, stemt voor de in artikel 5/1 bedoelde representatieve federaties overeen met een vast cijfer van 40 punten.

Dit aantal punten wordt bepaald op basis van de verwezenlijking van de opdrachten bedoeld in artikel 5/1, 5 °, a), b), onder c) en e) door activiteiten die minstens 320 uur per jaar bestrijken en de opdracht bedoeld in artikel 5/1, 5 °, d) door opleidingsactiviteiten van ten minste 500 uur per jaar. 20 % van de activiteiten- of opleidingsuren kan echter worden omgezet in een aantal gelijkwaardige verwezenlijkingen in de zin van artikel 4, lid 2.

De jaarlijkse forfaitaire werkingssubsidie van de in artikel 5/1 bedoelde representatieve federaties wordt berekend overeenkomstig artikel 11, 2°.

De jaarlijkse forfaitaire subsidie voor werkgelegenheid van de in artikel 5/1 bedoelde representatieve federaties wordt berekend overeenkomstig lid 3 en artikel 12. "

Art. 12.Aan artikel 10, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij § 1, vierde lid, 2°, met als opschrift "Voor de verenigingen erkend krachtens artikel 5 in het kader van as 1": a) in het inleidende tekst, worden de woorden "drie categorieën" vervangen door de woorden "vier categorieën";b) op het einde van punt 3°, wordt een punt d) ingevoegd, luidend als volgt: "d) 295 activiteitenpunten";2° § 3 wordt afgeschaft.

Art. 13.Aan artikel 12, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij § 1, op het einde van het vijfde lid, worden drie streepjes toegevoegd, luidend als volgt: - "voor 370 en 375 activiteitenpunten: 20,5 permanente voltijdse equivalenten; - voor 380 en 385 activiteitenpunten: 21 permanente voltijdse equivalenten; - voor 390 activiteitenpunten: 21,5 permanente voltijdse equivalenten." 2° bij § 2, derde lid, worden de woorden "het eerste jaar van de programmaovereenkomst bedoeld bij artikel 10, § 3" worden vervangen door de woorden "het eerste jaar van de vijfjarenperiode".S

Art. 14.Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "

Artikel 14.- § 1. Vanaf 1 januari van elk jaar, en op voorwaarde dat de algemene uitgavenbegroting eerder is aangenomen, heeft de Regering ten hoogste zes maanden om de in artikel 9, leden 1 en 2, bedoelde subsidies te vereffenen.

Deze subsidies worden voor één kalenderjaar toegekend. § 2. De Regering bepaalt de nadere regels voor de verantwoording van de in lid 1 bedoelde subsidies met inachtneming van de volgende beginselen: 1 ° de bewijsstukken worden uiterlijk op 30 juni van elk kalenderjaar meegedeeld aan de Dienst aangewezen door de Regering; 2° de bewijsstukken bestaan minstens uit: (a) een jaarlijks activiteitenverslag;b) het moreel verslag van de vzw zoals voorgesteld aan de Algemene Vergadering;(c) een balans en winst- en verliesrekeningen van het voorgaande kalenderjaar volgens het gestandaardiseerde boekhoudplan van de gesubsidieerde culturele operatoren, tenzij de Regering een afwijking toestaat ingeval de vereniging andere subsidies geniet dan die toegekend met toepassing van dit decreet;(d) een budgetraming voor het lopende boekjaar. § 3. In geval van niet-naleving van de indelingsvoorwaarden in de assen en categorieën van forfaitaire cijfers of van de bepalingen van het decreet en het besluit, kunnen de Regeringsdiensten een wijziging van rangschikking in een as voorstellen, in een forfaitaire categorie of een intrekking van de erkenning, overeenkomstig de nadere regels bedoeld in de artikelen 25 en 26. "

Art. 15.Het opschrift van Afdeling 2 van Hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt door het volgende opschrift vervangen: "Afdeling 2 - Subsidies voor verenigingen die voor bepaalde duur erkend worden".

Art. 16.Artikel 15, § 1, van hetzelfde decreet, wordt door de volgende bepaling vervangen: " § 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, kent de Regering aan de verenigingen die voor een bepaalde periode van drie jaar zijn erkend, in overeenstemming met artikel 6, de subsidies toe als bedoeld in artikel 9 van dit decreet. " In hetzelfde artikel, worden de paragrafen 2 tot 4 opgeheven.

Art. 17.Het opschrift van Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "Hoofdstuk IV. - Toezicht en evaluatie".

Art. 18.Artikel 18 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "

Artikel 18.- De uitvoering van de verbintenissen aangegaan door de verenigingen erkend onder dit decreet wordt gecontroleerd door de Regeringsdiensten. Dit toezicht wordt uitgevoerd op basis van het jaarlijkse activiteitenverslag en de financiële balans zoals bedoeld in artikel 14, lid 2, met betrekking tot de inachtneming van artikel 1, in het kader van de gedefinieerde assen evenals de kwantitatieve en kwalitatieve criteria vastgesteld door de Regering.

Overeenkomstig artikel 14, § 2, bepaalt de Regering de vorm en inhoud van de in lid 1 bedoelde documenten, waarbij het activiteitenverslag rekening houdt met de assen waarnaar in artikel 3 wordt verwezen en de kwantitatieve en kwalitatieve criteria die door de Regering zijn vastgesteld krachtens artikel 10. "

Art. 19.Artikel 19 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "Artikel 19.- § 1. Voor de evaluatie van een periode van vijf jaar dienen de erkende organisaties tijdens het vierde jaar van de periode van vijf jaar een algemeen evaluatieverslag in. Dit verslag heeft betrekking op de eerste drie jaar van de lopende periode van vijf jaar en bevat kwantitatieve en kwalitatieve gegevens voor de laatste twee jaar van de vorige periode van vijf jaar.

Dit algemene evaluatieverslag bevat het resultaat van de zelfevaluatie van haar actie uitgevoerd door de vereniging. Deze zelfevaluatie richt zich op de implementatie van artikel 1 en mobiliseert een groot aantal actoren die bij de actie betrokken zijn. Ze heeft tevens betrekking op de articulatie van het actieplan met de erkenningsas (sen) en het inachtnemen van de kwantitatieve en kwalitatieve criteria in verband met de categorie (categorieën) van vast(e) cijfer (s) waarin de vereniging is gerangschikt.

De kwantitatieve en kwalitatieve criteria die moeten worden gerespecteerd volgens de verschillende actieassen, moeten in de laatste 5 kalenderjaren voorafgaand aan de indiening van het algemene evaluatieverslag globaal worden vervuld.

De Regering bepaalt de vorm en inhoud van het algemeen verslag, dat rekening houdt met de in artikel 3 bedoelde assen en de door de Regering op grond van artikel 10 bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve criteria, alsook de termijn waarin het algemeen verslag aan haar diensten moet worden toegezonden. § 2. Om de evaluatie te organiseren van de driejarenperiode, van toepassing van op de verenigingen erkend voor een bepaalde duur krachtens artikel 15, is het in § algemene evaluatieverslag van toepassing op deze verenigingen en moet het worden ingediend zes maanden vóór het einde van het derde jaar van subsidiëring. Dit verslag heeft betrekking op de eerste twee jaar van de lopende driejarenperiode en bevat kwantitatieve en kwalitatieve gegevens voor het kalenderjaar voorafgaand aan het begin van de driejarenperiode.

De bepalingen van § 1, lid 2 en 4, zijn van toepassing.

De kwantitatieve en kwalitatieve criteria waaraan moet worden voldaan voor de verschillende actielassen dienen globaal te worden vervuld in de afgelopen 3 kalenderjaren voorafgaand aan de indiening van het algemene evaluatieverslag. "

Art. 20.Artikel 20 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 21.Artikel 21 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "

Artikel 21.- De Regering stelt de evaluatieprocedure vast, zoals bepaald in artikel 19, in overeenstemming met de volgende beginselen: 1° de evaluatie wordt uitgevoerd door de Regeringsdienst die belast is met de inspectie in overleg met de vereniging;2° de Regeringsdienst die belast is met de inspectie verzendt de evaluatie om advies aan de door de Regering aangewezen administratieve dienst;3° in geval van negatieve beoordeling of negatief oordeel, stellen de Regeringsdiensten de wijziging voor van de categorie van vast cijfer en / of as of de intrekking van de erkenning van de vereniging;4° de Regeringsdiensten stellen de verlenging voor van de periode van vijf jaar met, desgevallend, een of meer voorwaarden waaraan de vereniging binnen een bepaalde termijn moet voldoen;5° dossiers waarvoor de Regeringsdiensten een wijziging van categorie van vast cijfer en / of as of de intrekking van de erkenning en de dossiers waarvoor een verlenging van de periode van vijf jaar samen gaat met één of meer voorwaarden worden aan de Raad om advies voorgelegd. In het kader van het toezicht bedoeld bij artikel 18, in geval van een vaststelling van niet-naleving van de rangschikkingsvoorwaarden met betrekking tot de assen en / of de categorieën van vast cijfer of van de bepalingen van het besluit of het decreet, kunnen de Regeringsdiensten een wijziging van indeling in een as en / of categorie van vast cijfer of een intrekking van de erkenning voorstellen overeenkomstig artikel 14, § 3.

De Regering beslist over de wijziging (of niet) van de categorie van vast cijfer en / of as of de intrekking (of niet) van de erkenning volgens de in de artikelen 25 en 26 vastgelegde procedures.

Ze beslist ook over de afschaffing van subsidies als de vereniging niet langer aan de voorwaarden van het decreet voldoet.

De evaluaties en adviezen worden bij de kennisgeving van de beslissing gevoegd."

Art. 22.Artikel 22, eerste lid, van hetzelfde decreet, wordt door de volgende bepaling vervangen: "Artikel 22 - § 1. De Regering evalueert dit decreet binnen zes jaar na de inwerkingtreding ervan en daarna ten minste om de tien jaar." Lid 2 van hetzelfde artikel wordt op het eind aangevuld met de woorden "en de Regeringsdiensten." In het derde lid, worden de woorden "van de termijn van vijf jaar" vervangen door de woorden "van de termijn".

Art. 23.Het opschrift van Hoofdstuk V van hetzelfde decreet wordt door het volgende opschrift vervangen: "Hoofdstuk V. - Intrekking van de erkenning en/of subsidiëring en wijziging van as en/of forfaitaire categorie".

Art. 24.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "

Artikel 23.- § 1. De vereniging heeft tot doel voor de financiële levensvatbaarheid te zorgen die haar in staat stelt de acties uit te voeren waarvoor zij wordt erkend.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de begeleiding door de Regeringsdiensten wanneer de analyse van de rekeningen en de balans van een vereniging aantoont dat er een verstoring van het financieel evenwicht bestaat dat risico's inhoudt voor de duurzaamheid van de vereniging en de goede bestemming van de subsidies. § 2. De erkenning en alle subsidies worden onmiddellijk ingetrokken, met uitzondering van de in artikel 9, 3 bedoelde subsidies, en dat, op de voorwaarden bepaald bij het decreet van 24 oktober 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/10/2008 pub. 12/11/2008 numac 2008029570 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren van de Franse Gemeenschap sluiten tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socio-culturele sectoren van de Franse Gemeenschap, wanneer een vereniging erkend onder dit besluit zich in een van de volgende hypothesen bevindt: 1 ° liquidatie; 2 ° de beëindiging van haar activiteiten voor permanente educatie; 3 ° het verlies van het voldoen aan de voorwaarden uiteengezet in artikel 7 om het voordeel van de erkenning te behouden; 4° het verzoek van de vereniging om haar vijfjarenplan niet te vernieuwen of af te zien van haar erkenning; 5 ° faillissement.

In de in § 1, 1°, 2° en 4°, en 5° genoemde gevallen, neemt de door de Regering vastgestelde procedure voor intrekking van de erkenning de beginselen van artikel 25 in acht, met uitzondering van het advies van de Raad bedoeld in de punten 4° en 5 °.

In het geval bedoeld in § 1, 3 °, neemt de door de Regering vastgestelde procedure voor intrekking van de erkenning alle beginselen van artikel 25 in acht. § 3. Indien een erkende vereniging aan de voorwaarden voor de erkenning van haar acties in één of meer actieassen en / of de voorwaarden inzake forfaitaire categorieën niet voldoet, kan de Regering beslissen tot de intrekking van de subsidie, de verandering van as en / of forfaitaire categorie of de intrekking van de erkenning, in overeenstemming met de evaluatieprocedures bedoeld bij artikel 21. ".

Art. 25.Artikel 24 wordt afgeschaft.

Art. 26.Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "

Artikel 25.- De Regering bepaalt de procedure voor de intrekking van de erkenning in overeenstemming met de volgende beginsels: 1° de dienst van de Regering, door de Regering aangewezen, geeft de vereniging per aangetekend schrijven kennis van de adviezen van de Regeringsdiensten en de redenen die leiden tot het voorstel van intrekking van de erkenning;2° de vereniging heeft 30 dagen om, bij aangetekend schrijven, de dienst aangewezen door de Regering, een nota met de opmerkingen toe te sturen en kunnen vragen door de Regeringsdiensten te worden gehoord;3° zodra de nota met de opmerkingen ontvangen is of, bij het ontbreken van nota, op vervallen termijn, wordt het dossier om advies aan de Raad voorgelegd;4° de Raad geeft een advies binnen de 60 dagen na de ontvangst van de nota met de opmerkingen of, bij gebreke daaraan, na het verstrijken van de onder 2° vermelde termijn;5° binnen de 10 dagen na ontvangst van het bedoelde advies van de Raad of bij het verstrijken van de termijn bedoeld bij punt 4°, zenden de Regeringsdiensten een voorstel aan de Regering, samen met de adviezen van de Regeringsdiensten en desgevallend het advies van de Raad; 6 ° bij gebrek aan advies binnen de termijn bedoeld in 4 °, baseert de Regering zich uitsluitend op het advies van de Regeringsdiensten; 7° binnen 30 dagen na ontvangst van het voorstel, kan de Regering beslissen om de erkenning van de vereniging in te trekken;8° binnen 10 dagen na ontvangst van de beslissingen van de Regering, geeft, bij aangetekend schrijven, de door de Regering aangewezen dienst kennis van de beslissing aan de vereniging. De intrekking van de erkenning gaat in op de datum van de beslissing van de Minister. "

Art. 27.Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen: "

Artikel 26.- § 1. De Regering bepaalt de procedure voor de wijziging van as en / of forfaitaire categorie die van toepassing is wanneer de in artikel 18 bedoelde contrôle negatief is of in het geval van een negatieve evaluatie van een periode van vijf jaar overeenkomstig de volgende beginselen: 1° de door de Regering aangewezen Regeringsdienst geeft de vereniging per aangetekend schrijven kennis van de adviezen van de Regeringsdiensten en de redenen die leiden tot een voorstel tot wijziging van as en / of forfaitaire categorie overeenkomstig artikel 21 lid 1, 3 ° ;2° de vereniging heeft 30 dagen om de dienst die door de Regering aangewezen is een nota met de opmerkingen mee te delen en kan vragen door de Regeringsdiensten om te worden gehoord;3° na ontvangst van de nota met de opmerkingen of, bij gebrek aan een nota, na het verstrijken van de termijn, wordt het dossier om advies voorgelegd aan de Raad met toepassing van artikel 21, lid 1, 5° ;4° de Raad geeft een advies te geven binnen de 60 dagen na de ontvangst van de nota met opmerkingen of, bij gebreke daarvan, na het verstrijken van de onder 2° genoemde termijn;5° binnen 10 dagen na ontvangst van het advies van de Raad of na het verstrijken van de in punt 4° bedoelde termijn, zenden de Regeringsdiensten een voorstel aan de Regering, samen met de adviezen van de Regeringsdiensten en het advies van de Raad;6° bij gebrek aan advies binnen de termijn bedoeld in 4 °, baseert de Regering zich uitsluitend op het advies van de Regeringsdiensten;7° de Regering beslist binnen 30 dagen na ontvangst van het voorstel of de as en / of de forfaitaire categorie gewijzigd moet worden;8° binnen 10 dagen na ontvangst van de beslissingen van de Regering, geeft de door de Regering aangewezen dienst kennis aan de vereniging van de beslissing bij aangetekend schrijven.9° de beslissing heeft uitwerking met ingang van: a) 1 januari van de nieuwe periode van vijf jaar wanneer deze plaatsvindt na een negatieve evaluatie van een vijfjarenperiode;b) de datum van de beslissing van de minister wanneer zij genomen wordt als gevolg van een controle als bedoeld in artikel 18. § 2. Gedurende de periode van vijf jaar kan de vereniging een vermindering van de forfaitaire categorie aanvragen.

Bij het indienen van het algemene evaluatieverslag bedoeld bij artikel 19, kan de vereniging om wijziging van de as en / of de forfaitaire categorie verzoeken.

De Regering bepaalt de procedure voor de wijziging van as en / of forfaitaire categorie bedoeld in de leden 1 en 2, met inachtneming van de volgende beginselen: 1° tegelijk met het algemene evaluatieverslag bedoeld in artikel 19 of het jaarlijkse verantwoordingsdossier bedoeld in artikel 14, § 2, kan de vereniging een aanvraag om wijziging van as en / of forfaitaire categorie aan de door de Regering aangewezen dienst bij aangetekend schrijven toezenden;2° de dienst van de Regering die belast is met de inspectie zendt zijn verslag ter advies aan de dienst van de door de Regering aangewezen administratie;3° het dossier wordt om advies aan de Raad voorgelegd;4° de Raad bezorgt een advies binnen 60 dagen na de datum van ontvangst van het dossier;5° binnen 10 dagen na ontvangst van het advies van de Raad of na het verstrijken van de in punt 4° bedoelde termijn, zenden de Regeringsdiensten een voorstel aan de Regering over, samen met de adviezen van de Regeringsdiensten en het advies van de Raad;6° bij gebrek aan advies binnen de termijn bedoeld in 4°, baseert zich de Regering uitsluitend op het advies van de Regeringsdiensten;7° de Regering beslist binnen de 30 dagen na ontvangst van het voorstel of de as en / of de forfaitaire categorie al dan niet gewijzigd moet worden;8° binnen 10 dagen na ontvangst van de beslissingen van de Regering, geeft de door de Regering aangewezen dienst kennis van de beslissing aan de vereniging bij aangetekend schrijven.9° de beslissing heeft uitwerking met ingang van: (a) 1 januari van de nieuwe periode van vijf jaar indien de aanvraag werd ingediend samen met het algemene uitvoeringsverslag bedoeld in artikel 19;(b) de datum van de beslissing van de Regering indien de aanvraag ingediend werd op het moment van de indiening van het jaarlijkse bewijsdossier bedoeld in artikel 14, § 2."

Art. 28.Er wordt een Hoofdstuk V/1 ingevoegd in hetzelfde decreet met het volgende opschrift: "Hoofdstuk V / 1. - Dialoogprocedure tussen de verenigingen, de Regeringsdiensten en de Raad ».

Art. 29.Er wordt een artikel 26/1 in Hoofdstuk V/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Artikel 26/1.- Een erkende vereniging kan om een dialoog met de Regeringsdiensten en de Raad verzoeken als zij van mening is dat de verbintenissen van de overheid jegens haar niet zijn nagekomen. Deze dialoog wordt niet gelijkgesteld met een beroepsprocedure.

De Regering definieert de nadere regels voor het toepassen van deze procedure. ".

Art. 30.In artikel 28, eerste lid, van hetzelfde decreet, bij het tweede streepje, worden de woorden "de voorlopig erkende verenigingen" vervangen door de woorden "de voor bepaalde duur erkende verenigingen".

Art. 31.In artikel 29, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij lid 1, worden de woorden "voor onbepaalde duur of voorlopig," geschrapt.2° bij lid 3, worden de woorden "voorlopig" vervangen door de woorden "voor onbepaalde tijd".

Art. 32.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 november 2018.

De minister-president, R. DEMOTTE De Vicepresident en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vicepresident en Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet nr. 691-1. - Commissieamendementen, nr. 691-2 - Commissieverslag, nr. 691-3. - Tekst aangenomen in de commissie, nr. 691-4 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 691-5 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 14 november 2018.

^