Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 juli 2005
gepubliceerd op 16 september 2005

Decreet tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005036060
pub.
16/09/2005
prom.
15/07/2005
ELI
eli/decreet/2005/07/15/2005036060/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JULI 2005. - Decreet tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Dit decreet is van toepassing op de interlandelijke adoptie van een kind, zijnde een persoon van minder dan achttien jaar.

Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° interlandelijke adoptie : de adoptie zoals omschreven in artikel 360-2 van het Burgerlijk Wetboek;2° adoptant : een persoon of personen zoals vermeld in artikel 343, § 1, van het Burgerlijk Wetboek;3° afstandsouder : een ouder die voor zichzelf heeft uitgemaakt een kind af te staan;4° adoptiebemiddeling : elke activiteit van een tussenpersoon die ertoe strekt een adoptie van een kind te realiseren;5° adoptiedienst : een door de Vlaamse Regering erkende instelling die aan adoptiebemiddeling doet en de eerste nazorg verstrekt;6° buitenlands kanaal : een instantie, instelling of persoon in het herkomstland van het kind die bij interlandelijke adoptie bemiddelt;7° zelfstandige adoptie : de adoptie waarbij de adoptant geen beroep doet op een adoptiedienst en de adoptie zelfstandig tot stand brengt;8° Vlaamse Centrale Autoriteit : de dienst aangewezen binnen Kind en Gezin, die belast is met de nakoming van de door het Haagse Verdrag opgelegde verplichtingen en opdrachten, vermeld in dit decreet;9° Vlaamse adoptieambtenaar : de ambtenaar, benoemd binnen de Vlaamse Centrale Autoriteit, die de taken vervult die hem door dit decreet toegewezen worden;10° Haags Verdrag : het verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, ondertekend in Den Haag op 29 mei 1993. HOOFDSTUK II. - De voorbereidingscentra Afdeling I. - De voorbereiding

Art. 4.De voorbereiding, vermeld in artikel 346-2, eerste lid, en artikel 361-1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek wordt gevolgd in een door de Vlaamse Regering erkend voorbereidingscentrum.

Na zijn aanmelding verwijst de Vlaamse Centrale Autoriteit de adoptant naar het voorbereidingscentrum van zijn keuze. De voorbereiding wordt gegeven binnen een redelijke termijn nadat de adoptant zich bij het voorbereidingscentrum aangeboden heeft. Aan het einde van de voorbereiding geeft het voorbereidingscentrum aan de adoptant een attest waaruit blijkt dat hij de voorbereiding heeft gevolgd.

Art. 5.De Vlaamse Regering bepaalt de algemene inhoud en de minimumduur van de voorbereiding.

De Vlaamse Centrale Autoriteit keurt de voorbereidingsprogramma's goed en bepaalt de momenten waarop de voorbereiding wordt gegeven.

De Vlaamse Centrale Autoriteit kan nadere richtlijnen vastleggen met betrekking tot het voorbereidingsprogramma en het volgen ervan door kandidaat-adoptanten. Afdeling II. - Erkenning van de voorbereidingscentra

Art. 6.§ 1. De Vlaamse Regering erkent de voorbereidingscentra op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 2. Om erkend te worden moet het voorbereidingscentrum aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° uitsluitend doelstellingen zonder winstoogmerk nastreven;2° een goedgekeurd voorbereidingsprogramma kwaliteitsvol aanbieden;3° beschikken over een team dat is samengesteld zoals bepaald door de Vlaamse Regering;4° elke adoptant aanvaarden die zich meldt voor het volgen van een voorbereidingsprogramma;5° de persoonlijke levenssfeer van de adoptant eerbiedigen en, zonder enige vorm van discriminatie, zijn ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging respecteren. § 3. De erkenning wordt verleend voor minimaal twee jaar en maximaal vijf jaar en kan voor dezelfde termijnen worden verlengd. Het erkende voorbereidingscentrum moet, om erkend te blijven of opnieuw erkend te worden, de volgende verplichtingen naleven : 1° de discretie en het beroepsgeheim in acht nemen ten aanzien van de informatie die over de adoptanten wordt verkregen;2° regelmatig in het overleg tussen de verschillende actoren interlandelijke adoptie participeren;3° iedereen die zich voor de voorbereiding aanbiedt, registreren;4° een jaarverslag opmaken en het in de loop van het eerste trimester dat volgt op het einde van elk boekjaar toesturen aan de Vlaamse Centrale Autoriteit.De inhoud van het jaarverslag wordt door de Vlaamse Regering bepaald. § 4. De Vlaamse Regering kan de in § 2 en § 3 bedoelde voorwaarden nader omschrijven. § 5. De Vlaamse Regering stelt de procedure vast voor de aanvraag en de hernieuwing van de erkenning van de voorbereidingscentra. Tevens voorziet ze in een beroepsprocedure. § 6. De Vlaamse Regering stelt een programmering van de voorbereidingscentra op.

Art. 7.De erkenning van een voorbereidingscentrum kan door de Vlaamse Regering worden ingetrokken of geschorst voor de termijn die ze bepaalt als de bepalingen van dit decreet niet worden nageleefd. Bij stopzetting van de activiteiten wordt de erkenning ambtshalve geschrapt.

De Vlaamse Regering bepaalt de procedure inzake intrekking en schorsing van de erkenning. Afdeling III. - Kosten van de voorbereiding en subsidiëring van de

voorbereidingscentra

Art. 8.Een deel van de kostprijs van de voorbereiding is ten laste van de adoptant. De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag dat de adoptant bijdraagt aan de voorbereiding.

De erkende voorbereidingscentra ontvangen de volgende subsidies : 1° een jaarlijkse subsidie voor personeels- en werkingskosten;2° een jaarlijkse subsidie op basis van het aantal gerealiseerde voorbereidingssessies. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen voor de subsidiëring van het voorbereidingscentrum. HOOFDSTUK III. - Maatschappelijk onderzoek Afdeling I. - Het maatschappelijk onderzoek

Art. 9.Het maatschappelijk onderzoek dat krachtens artikel 346-2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 1231-29, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek door de jeugdrechtbank wordt bevolen, wordt gevoerd door een door de Vlaamse Regering erkende dienst voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie.

Nadat de jeugdrechtbank de adoptant heeft doorverwezen naar een dienst voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie, neemt die dienst onverwijld contact op met de adoptant. De dienst meldt elke nieuwe aanvraag aan de Vlaamse Centrale Autoriteit.

De Vlaamse Centrale Autoriteit kan nadere richtlijnen bepalen inzake de wijze waarop het maatschappelijk onderzoek gevoerd wordt conform artikel 1231-29 van het Gerechtelijk Wetboek en de bepalingen van een samenwerkingsakkoord met de federale overheid. Afdeling II. - De erkenning van de diensten voor maatschappelijk

onderzoek inzake interlandelijke adoptie

Art. 10.§ 1. De Vlaamse Regering erkent de diensten voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 2. Om erkend te worden moet de dienst voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° beschikken over een team dat is samengesteld zoals bepaald door de Vlaamse Regering;2° de persoonlijke levenssfeer van de adoptant eerbiedigen en, zonder enige vorm van discriminatie, zijn ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging respecteren. § 3. De erkenning wordt verleend voor minimaal twee jaar en maximaal vijf jaar en kan voor dezelfde termijnen worden verlengd. De erkende dienst voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie moet, om erkend te blijven of opnieuw erkend te worden, de volgende verplichtingen naleven : 1° de discretie en het beroepsgeheim in acht nemen ten aanzien van de informatie die over de adoptanten wordt verkregen;2° regelmatig in het overleg tussen de verschillende actoren van interlandelijke adoptie participeren;3° iedereen die zich voor het maatschappelijk onderzoek aanbiedt, registreren en aanmelden bij de Vlaamse Centrale Autoriteit;4° een jaarverslag opmaken en het in de loop van het eerste trimester dat volgt op het einde van elk boekjaar toesturen aan de Vlaamse Centrale Autoriteit.De inhoud van het jaarverslag wordt door de Vlaamse Regering bepaald; 5° de taken, vermeld in artikel 9, kwaliteitsvol uitvoeren. § 4. De Vlaamse Regering stelt de procedure vast voor de aanvraag en de hernieuwing van de erkenning van de diensten voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie. Tevens voorziet ze in een beroepsprocedure. § 5. De Vlaamse Regering stelt een programmering van de diensten voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie op.

Art. 11.De erkenning van een dienst voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie kan door de Vlaamse Regering worden ingetrokken of geschorst voor de termijn die ze bepaalt als de bepalingen van dit decreet niet worden nageleefd. Bij stopzetting van de activiteiten wordt de erkenning ambtshalve geschrapt.

De Vlaamse Regering bepaalt de procedure inzake intrekking en schorsing van de erkenning. Afdeling III. - De subsidiëring van de diensten voor maatschappelijk

onderzoek inzake interlandelijke adoptie

Art. 12.De erkende diensten voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie ontvangen de volgende subsidies : 1° een jaarlijkse subsidie voor personeels- en werkingskosten;2° een jaarlijkse subsidie op basis van het aantal gerealiseerde onderzoeken. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen voor de subsidiëring van de dienst voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie. HOOFDSTUK IV. - Adoptiebemiddeling Afdeling I. - Keuze van de adoptant

Art. 13.De adoptant van wie in het kader van een interlandelijke adoptie overeenkomstig artikel 1231-31 van het Gerechtelijk Wetboek de bekwaamheid en de geschiktheid om te adopteren is vastgesteld, kan voor adoptiebemiddeling een beroep doen op een erkende adoptiedienst of kan de adoptie zelfstandig tot stand brengen. De adoptant deelt zijn keuze mee aan de Vlaamse Centrale Autoriteit. Afdeling II. - Taken van de adoptiediensten

Art. 14.§ 1. Een adoptiedienst treedt op als tussenpersoon inzake adoptie met als taak te bemiddelen en de eerste nazorg te verstrekken. § 2. De taken inzake adoptiebemiddeling zijn : 1° mede op grond van de kindstudie, de juridische en sociaal-psychologische adopteerbaarheid van het kind nagaan;2° de adoptanten voorbereiden op de komst van het kind;3° de voortgang van de individuele adoptiedossiers begeleiden;4° een adoptiesamenwerking aangaan met de buitenlandse kanalen die goedgekeurd zijn door de Vlaamse Centrale Autoriteit;5° de adoptie opvolgen zoals bepaald is in de voorschriften en wettelijke bepalingen van de staat van herkomst;6° de aankomst van het kind in België melden bij de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 3. De taken inzake de eerste nazorg zijn : 1° de adoptant en het geadopteerde kind bijstaan na de komst van de geadopteerde in het gezin en nazorg verlenen gedurende de eerste fase van hechting en integratie;2° de adoptant op de hoogte stellen van de bestaande nazorg voor adopties. § 4. De adoptiedienst stelt een schriftelijke overeenkomst op met elke adoptant waarvoor hij bemiddelt. In die overeenkomst wordt zo exact mogelijk de procedure, de kostprijs, de duur en de gewaarborgde dienstverlening omschreven. § 5. Van ieder adoptiedossier moet de adoptiedienst, binnen vier maanden na de totstandkoming van de adoptie, een kopie bezorgen aan de Vlaamse adoptieambtenaar. De adoptiediensten die bestaan voor de inwerkingtreding van dit decreet moeten, binnen vier maanden na inwerkingtreding, een kopie van alle dossiers van de gerealiseerde adopties die in hun bezit zijn aan de Vlaamse adoptieambtenaar toesturen. § 6. De Vlaamse Regering kan de taken, bepaald in § 2 tot § 5, nader bepalen. Afdeling III. - Erkenning van de adoptiediensten

Art. 15.§ 1. De Vlaamse Regering erkent de adoptiediensten op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 2. Om erkend te worden moet de adoptiedienst aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° optreden als een vereniging zonder winstoogmerk of als een publiekrechtelijke rechtspersoon;2° adoptiebemiddeling en het verstrekken van de eerste nazorg als voornaamste taak hebben;3° beschikken over of een beroep kunnen doen op een interdisciplinair team dat is samengesteld zoals bepaald door de Vlaamse Regering;4° geleid worden door een persoon die beschikt over de kwalificaties zoals bepaald door de Vlaamse Regering;5° beschikken over voldoende infrastructuur om de opgelegde verplichtingen uit te voeren en de continuïteit van de dienst te verzekeren;6° de persoonlijke levenssfeer van de adoptant eerbiedigen en, zonder enige vorm van discriminatie, zijn ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging respecteren. § 3. De erkenning wordt verleend voor een periode van minimaal twee jaar en maximaal vijf jaar en kan voor dezelfde termijnen worden verlengd. De erkende adoptiedienst moet, om erkend te blijven of opnieuw erkend te worden, de volgende verplichtingen naleven : 1° elke aanvraag van een adoptant die aan de voorwaarden, vermeld in artikel 13, voldoet, aanvaarden;2° de taken vermeld in artikel 14 van dit decreet kwaliteitsvol uitvoeren;3° een jaarverslag opmaken en het in de loop van het eerste trimester dat volgt op het einde van elk boekjaar toesturen aan de Vlaamse Centrale Autoriteit.De inhoud van het jaarverslag wordt door de Vlaamse Regering bepaald; 4° regelmatig participeren in het overleg tussen de verschillende actoren in interlandelijke adoptie. § 4. De Vlaamse Regering stelt de procedure vast voor de aanvraag en de hernieuwing van de erkenning van de adoptiediensten.Tevens voorziet ze in een beroepsprocedure. § 5. De Vlaamse Regering stelt een programmering van de adoptiediensten op.

Art. 16.§ 1. De erkenning van de adoptiedienst kan door de Vlaamse Regering worden ingetrokken of geschorst voor de termijn die ze bepaalt als de bepalingen van dit decreet niet worden nageleefd of als een ernstig vermoeden bestaat dat de adoptiebemiddeling niet gebeurt in het belang van het kind. Bij intrekking of schorsing van de erkenning of wanneer een adoptiedienst zijn activiteit stopzet, treft de Vlaamse Centrale Autoriteit maatregelen in verband met afwerking en overdracht van dossiers. § 2. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure inzake intrekking en schorsing van de erkenning. Afdeling IV. - Kosten van adoptiebemiddeling en subsidiëring van de

adoptiediensten

Art. 17.§ 1. De adoptant die voor adoptiebemiddeling een beroep doet op een erkende adoptiedienst betaalt aan de adoptiedienst een forfaitaire bijdrage als bijdrage in de dossierkosten in België, de dossierkosten in het herkomstland en de kosten voor nazorg. Deze forfaitaire bijdrage houdt rekening met het belastbaar inkomen en de gezinssamenstelling van de adoptant.

De Vlaamse Regering bepaalt welke kosten als dossierkosten in België, dossierkosten in het herkomstland en kosten voor nazorg beschouwd worden en stelt de barema's vast. Behalve de reisen verblijfkosten mogen geen andere kosten door de adoptiedienst aangerekend worden aan de adoptant. § 2. De Vlaamse Regering bepaalt de verdere regels en voorwaarden voor de aanrekening van de bijdragen in de kosten van een adoptie.

Art. 18.De erkende adoptiediensten ontvangen de volgende subsidies : 1° een jaarlijkse subsidie voor personeels- en werkingskosten;2° een jaarlijkse subsidie voor de dossierkosten.De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen voor de subsidiëring van de adoptiedienst. HOOFDSTUK V. - De Vlaamse Centrale Autoriteit en de adoptieambtenaar

Art. 19.§ 1. De Vlaamse Centrale Autoriteit is de binnen Kind en Gezin aangewezen dienst. § 2. De Vlaamse Centrale Autoriteit is belast met de volgende opdrachten : 1° de opdrachten, bepaald in dit decreet;2° informatie verstrekken over alle aspecten van adoptie aan de adoptant;3° de registratie van de adoptanten die zich aanmelden voor adoptie, de doorverwijzing van de adoptant naar een voorbereidingscentrum en de inning van de bijdrage van de adoptant in de kosten van de voorbereiding;4° de registratie van de keuze van de adoptant voor adoptiebemiddeling of zelfstandige adoptie en, bij adoptie via adoptiebemiddeling, het doorsturen van het verslag bedoeld in artikel 1231-32 van het Gerechtelijk Wetboek aan de adoptiedienst die de adoptant gekozen heeft;5° bij zelfstandige adoptie : a) de adoptant op de hoogte brengen van de bestaande nazorg in Vlaanderen;b) onderzoek en goedkeuring van het aangebrachte kanaal en het onverwijld doorsturen van het vonnis betreffende de bekwaamheid en de geschiktheid van de adoptant en het verslag, vermeld in artikel 1231-32 van het Gerechtelijk Wetboek, aan de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst;6° de opdrachten, vermeld in artikel 361-3 van het Burgerlijk Wetboek;7° de voortgangsrapportage van de adoptie organiseren en bewaken;8° eventueel aan binnenlandse en buitenlandse overheden informatie verstrekken over de regelgeving inzake adoptie alsook over andere relevante gegevens;9° de samenwerking met de buitenlandse overheden bewerkstelligen zodat bij interlandelijke adopties het belang van het kind en zijn fundamentele rechten worden gewaarborgd en de rechtsregels van de gemeenschappen, federale en internationale overheden worden gerespecteerd;10° erkende adoptiediensten begeleiden bij het tot stand brengen van een samenwerkingsverband in het buitenland, concrete bemiddelingsprocedures ontwikkelen en de concrete adoptiebemiddeling evalueren en verbeteren;11° bemiddelen tussen de bevoegde buitenlandse overheden en de erkende Vlaamse diensten;12° buitenlandse kanalen goedkeuren;13° op verzoek van de Vlaamse Regering of op eigen initiatief advies uitbrengen met betrekking tot de intrekking of schorsing van de erkenning van een voorbereidingscentrum, een dienst voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie of een adoptiedienst;14° ter uitvoering van de opdrachten, vastgelegd in punt 6° tot 9°, werkafspraken maken met de federale overheid en de andere gemeenschappen;15° jaarlijks een activiteitenverslag uitbrengen dat wordt bezorgd aan de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement;16° ontwikkelen of ondersteunen van programma's in binnen- en buitenland die de doelstellingen ondersteunen van het Haags Verdrag en van het Internationaal Verdrag van 20 november 1989 inzake de Rechten van het Kind, door België geratificeerd en goedgekeurd bij de wet van 25 november 1991;17° structureel overleg organiseren tussen alle betrokken partners uit het adoptiewerkveld, namelijk de voorbereidingscentra, de diensten voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie, de adoptiediensten, het Steunpunt Nazorg Adoptie en erkende trefgroepen. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen met betrekking tot de werking van de Vlaamse Centrale Autoriteit.

Art. 20.§ 1. Binnen de Vlaamse Centrale Autoriteit wordt een Vlaamse adoptieambtenaar benoemd. § 2. De Vlaamse adoptieambtenaar heeft de volgende taken : 1° alle dossiers over adoptie bewaren;2° inzage verlenen in de adoptiedossiers volgens de regels bepaald in dit decreet;3° bijstand verlenen aan geadopteerden die op zoek zijn naar gegevens over hun adoptiedossier en eventueel terzake zelf actie ondernemen. § 3. De Vlaamse adoptieambtenaar gaat na of een adoptiedossier dat werd overgedragen door een erkende adoptiedienst of een zelfstandige adoptant volledig is en vraagt, in voorkomend geval, elke nadere informatie op. HOOFDSTUK VI. - Nazorg

Art. 21.§ 1. De Vlaamse Regering erkent één vereniging zonder winstoogmerk als Steunpunt Nazorg Adoptie wanneer in de raad van bestuur van deze rechtspersoon een vertegenwoordiger zetelt van respectievelijk de adoptiediensten, de voorbereidingscentra, de trefgroepen en de diensten voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie. § 2. Om erkend te kunnen worden en blijven, moet de vereniging zonder winstoogmerk, bedoeld in § l, volgende opdrachten vervullen : 1° netwerken opzetten tussen bestaande diensten en projecten die een rol spelen in de nazorg bij adoptie, waartoe zeker gerekend worden : adoptiediensten, voorbereidingscentra, diensten die deel uitmaken van de preventieve en gespecialiseerde zorg, trefgroepen van adoptanten en geadopteerden;2° samen met de diensten en projecten, vermeld in punt 1°, een overkoepelende visie op nazorg uitwerken;3° expertise rond adoptie bevorderen bij het bestaande hulpverleningsaanbod;4° de professionalisering van de nazorg ondersteunen;5° fungeren als aanspreek- en oriëntatiepunt voor geadopteerden, adoptanten en afstandsouders;6° fungeren als expertisecentrum;7° een documentatie- en informatiecentrum uitbouwen;8° advies verlenen op eigen initiatief of op verzoek van de Vlaamse Centrale Autoriteit of de Vlaamse Regering met betrekking tot specifieke nazorginitiatieven en -projecten;9° de trefgroepen inzake adoptie ondersteunen.

Art. 22.§ 1. De Vlaamse Regering kan, na advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit, een vereniging met als leden adoptanten of geadopteerden of een combinatie van deze personen, als trefgroep erkennen. Om als trefgroep te worden erkend, moet zij voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de vorm aannemen van een vereniging zonder winstoogmerk;2° in haar beheersorganen respectievelijk adoptanten of geadopteerden de meerderheid laten uitmaken;3° als doelstelling hebben respectievelijk adoptanten of geadopteerden te ondersteunen en hun belangen te onderkennen en te behartigen.

Art. 23.§ 1. De Vlaamse Regering stelt de procedure vast voor de aanvraag en de verlenging van de erkenning van de trefgroepen. Tevens voorziet zij in een beroepsprocedure. De Vlaamse Regering kan bijkomende erkenningsvoorwaarden opleggen. § 2. De erkenning kan door de Vlaamse Regering worden ingetrokken of geschorst voor de termijn die zij bepaalt indien de bepalingen van dit decreet niet worden nageleefd. Bij stopzetting van de activiteiten wordt de erkenning ambtshalve geschrapt. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure inzake intrekking en schorsing van de erkenning. HOOFDSTUK VII. - De zelfstandige adoptie

Art. 24.§ 1. Na het vonnis waaruit blijkt dat hij bekwaam en geschikt is om een interlandelijke adoptie aan te gaan, meldt de zelfstandige adoptant zich aan bij de Vlaamse Centrale Autoriteit. Hierbij doet hij, met het oog op de goedkeuring ervan, aangifte van het buitenlandse kanaal dat bij de adoptie bemiddelt. § 2. De adoptant draagt de verantwoordelijkheid voor het goede verloop van de procedure. Binnen vier maanden na de adoptie bezorgt de adoptant een kopie van het adoptiedossier met de gegevens over de afkomst van het kind, namelijk de gegevens over de identiteit van de ouders, de gegevens over het medische verleden van het kind en zijn familie, aan de Vlaamse adoptieambtenaar. § 3. De kosten van de vertaling en de verzending van het dossier vallen ten laste van de adoptant. § 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen inzake de zelfstandige adoptie, met inbegrip van het bepalen van de bijdrage in de kosten van de Vlaamse Centrale Autoriteit. HOOFDSTUK VIII. - Dossiers uit het verleden

Art. 25.Iedereen die in het bezit is van een adoptiedossier van een derde is verplicht een kopie van dat dossier te bezorgen aan de Vlaamse adoptieambtenaar binnen vier maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. HOOFDSTUK IX. - Inzagerecht

Art. 26.§ 1.Vanaf de leeftijd van twaalf jaar heeft de geadopteerde recht op inzage van zijn adoptiedossier. De adoptieambtenaar kan inzage weigeren in stukken die de rechten of belangen van derden schaden. Elke weigering wordt gemotiveerd. Over het verzoek tot inzage van een geadopteerde die de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt, wordt door de adoptieambtenaar beslist, rekening houdend met de maturiteit van de verzoeker. § 2. Elke inzage moet schriftelijk aan de adoptieambtenaar worden gevraagd.

Binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag verleent de adoptieambtenaar inzage van het adoptiedossier of geeft hij aan de verzoeker kennis van zijn gemotiveerde weigering. Een kind kan zijn adoptiedossier alleen inzien onder begeleiding. § 3. Elke geadopteerde kan de Vlaamse adoptieambtenaar verzoeken om verdere informatie over zichzelf op te vragen. § 4. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de uitoefening van het Inzagerecht. HOOFDSTUK X. - Het toezicht

Art. 27.§ 1. De Vlaamse Centrale Autoriteit oefent het toezicht uit op de naleving van de bepalingen van dit decreet. De voorbereidingscentra, de diensten voor maatschappelijk onderzoek inzake interlandelijke adoptie, de adoptiediensten en het Steunpunt Nazorg Adoptie verlenen hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht. § 2. Het toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden, bepaald in hoofdstukken II, III en IV, wordt op stukken of ter plaatse uitgeoefend. De inspectiedienst heeft ter plaatse toegang tot de individuele adoptiedossiers. § 3. De Vlaamse Regering kan boekhoudkundige regels vastleggen. § 4. De Vlaamse Regering kan de regels voor het toezicht en de bevoegdheid van de Vlaamse Centrale Autoriteit nader bepalen. HOOFDSTUK Xl. - Strafbepalingen

Art. 28.§ 1. Elke persoon die bij adoptie bemiddelt in de zin van dit decreet, zonder in het bezit te zijn van de vereiste erkenning wordt gestraft met een gevangenisstraf van één tot vijf jaar en met een geldboete van 12,50 euro tot 620 euro. § 2. Elke persoon die enig ongeoorloofd materieel voordeel haalt uit een tussenkomst in een adoptie of die met kennis van zaken een persoon heeft geholpen of bijgestaan om de overtreding te plegen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot één jaar en met een geldboete van 2,5 euro tot 25 euro of met één van beide straffen. § 3. De adoptant die in het kader van een zelfstandige adoptie niet binnen vier maanden na de totstandkoming van de adoptie een kopie van de gegevens over de afkomst van het kind, namelijk gegevens over de identiteit van de ouders, gegevens over het medische verleden van het kind en zijn familie, aan de Vlaamse adoptieambtenaar bezorgt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van één maand of met een geldboete van 2,5 euro tot 25 euro. § 4. Iedereen die in het bezit is van een adoptiedossier van een derde en dit dossier niet heeft bezorgd binnen vier maanden na de inwerkingtreding van dit decreet, wordt gestraft met een gevangenisstraf van één maand of met een geldboete van 2,5 tot 25 euro. HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen

Art. 29.Het decreet van 15 juli 1997 inzake interlandelijke adoptie en het decreet van 30 april 2004 tot regeling van de binnenlandse en interlandelijke adoptie van kinderen wordt opgeheven.

Art. 30.De Vlaamse Regering bepaalt de maatregelen die nodig zijn om de overgang van het in artikel 29 vermelde decreet naar dit decreet op een coherente manier te laten verlopen.

Art. 31.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 15 juli 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME. De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE _______ Nota's (1) Zitting 2004-2005. Stukken. - Ontwerp van decreet, 371 - Nr. 1. - Amendementen, 371 - Nr. 2. - Verslag, 371 - Nr.3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 371 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 7 juli 2005.

^