Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 juli 2016
gepubliceerd op 02 september 2016

Decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en van diverse decreten wat betreft de uitvoering van het kerntakenplan van het agentschap Onroerend Erfgoed en wat betreft financiële en technische aanpassingen

bron
vlaamse overheid
numac
2016036280
pub.
02/09/2016
prom.
15/07/2016
ELI
eli/decreet/2016/07/15/2016036280/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JULI 2016. - Decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten en van diverse decreten wat betreft de uitvoering van het kerntakenplan van het agentschap Onroerend Erfgoed en wat betreft financiële en technische aanpassingen (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten en van diverse decreten wat betreft de uitvoering van het kerntakenplan van het agentschap Onroerend Erfgoed en wat betreft financiële en technische aanpassingen HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten

Art. 2.Aan artikel 2.1 van het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 31° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "31° /1 kerkenbeleidsplan: een schriftelijk document dat eerst door het representatief orgaan van de betrokken eredienst en vervolgens door de gemeente- of de provincieraad werd goedgekeurd en dat een lokaal gedragen langetermijnvisie biedt voor alle gebouwen die bestemd zijn voor de betrokken eredienst op het grondgebied van de gemeente of provincie.De langetermijnvisie moet minimaal volgende basisgegevens bevatten: a) een beschrijving van de betrokken gebouwen bestemd voor de eredienst, met onder meer hun cultuurhistorische waarde, hun architecturale mogelijkheden, hun bouwfysische toestand; b) de situering van elk gebouw bestemd voor de eredienst in zijn ruimtelijke omgeving; c) een beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie van de betrokken gebouwen bestemd voor de eredienst en d) een onderbouwde visie op het toekomstig gebruik en de toekomstige functie van de betrokken gebouwen, inclusief een plan van aanpak hoe de toekomstige invulling met nevenfuncties of herbestemming ervan zal worden onderzocht;"; 2° in punt 33° wordt de zinsnede "en/" opgeheven; 3° er wordt een punt 38° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "38° /1 monument, bestemd voor een erkende eredienst: de gebouwen vermeld in artikel 4, 81, 117, 153, 189 en 232 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 06/09/2004 numac 2004036380 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten sluiten betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, voor zover ze bestemd zijn voor de eredienst en ook als dusdanig worden gebruikt;"; 4° in punt 45° wordt de zinsnede "en/" opgeheven.

Art. 3.Artikel 4.1.10 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "Als voor de sloop van een onroerend goed opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed of voor de kap van een onroerend goed, opgenomen in de vastgestelde inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde een vergunning vereist is, motiveert de vergunningverlenende overheid haar beslissing en geeft ze in haar beslissing aan hoe ze de erfgoedwaarden in acht heeft genomen.".

Art. 4.In artikel 5.1.3 van hetzelfde decreet worden tussen het woord "agentschap" en de woorden "en zonder melding" de woorden "of in voorkomend geval van de erkende onroerenderfgoedgemeente" ingevoegd.

Art. 5.In artikel 5.1.4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: "De zakelijkrechthouder, de gebruiker en de vinder moeten tot de tiende dag na de aangifte de gevonden goederen, vermeld in het eerste lid, en hun context: 1° in onveranderde toestand bewaren;2° tegen beschadiging of vernieling beschermen; 3° toegankelijk maken voor archeologisch onderzoek door het agentschap."; 2° in het vijfde lid wordt het woord "Na" vervangen door de woorden "In functie van".

Art. 6.In artikel 5.2.1 van hetzelfde decreet wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid, 1°, mogen onderdelen van een archeologisch ensemble gedurende een periode van maximaal vijf jaar uit het archeologisch ensemble worden gelicht voor educatieve, wetenschappelijke of conservatiedoeleinden als daarvoor een schriftelijke overeenkomst is gesloten. De schriftelijke overeenkomst kan meermaals voor een periode van maximaal vijf jaar hernieuwd worden.".

Art. 7.Aan artikel 5.2.2 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De zakelijkrechthouder of de gebruiker van een archeologisch artefact of een archeologisch ensemble wordt vrijgesteld van de melding van de wijziging van bewaarplaats, vermeld in het eerste lid, als de wijziging van bewaarplaats maximaal vijf jaar duurt en gebeurt wegens educatieve, wetenschappelijke of conservatiedoeleinden en als daarvoor een schriftelijke overeenkomst wordt gesloten. De schriftelijke overeenkomst kan meermaals voor een periode van maximaal vijf jaar worden hernieuwd. Bij hernieuwing van de overeenkomst is evenmin een melding nodig.".

Art. 8.Aan artikel 5.2.3 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De zakelijkrechthouder of de gebruiker van een archeologisch artefact of een archeologisch ensemble wordt vrijgesteld van de melding van zijn voornemen om het buiten het Vlaamse Gewest te brengen, vermeld in het eerste lid, als het buiten het Vlaamse Gewest brengen maximaal vijf jaar duurt en gebeurt wegens educatieve, wetenschappelijke of conservatiedoeleinden en als daarvoor een schriftelijke overeenkomst wordt gesloten. De schriftelijke overeenkomst kan meermaals voor een periode van maximaal vijf jaar worden hernieuwd. Bij hernieuwing van de overeenkomst is evenmin een melding nodig.".

Art. 9.In artikel 5.4.1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen de zinsnede "artikel 5.4.8" en de woorden "wordt bij" de zinsnede "en artikel 5.4.12" ingevoegd; 2° in het derde lid, 1°, wordt tussen het woord "aanvraag" en het woord "betrekking" het woord "volledig" ingevoegd.

Art. 10.In artikel 5.4.2, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen de zinsnede "artikel 5.4.8" en het woord "wordt" de zinsnede "en artikel 5.4.12" ingevoegd.

Art. 11.Aan artikel 5.4.4 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Een afschrift van de stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning of van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden waarin het naleven van de bekrachtigde archeologienota als voorwaarde wordt opgenomen, wordt door de vergunningverlener binnen een ordetermijn van tien dagen en per beveiligde zending bezorgd aan het agentschap.".

Art. 12.In artikel 5.4.5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "agentschap" en het woord "in" worden de woorden "of in voorkomend geval bij de erkende onroerenderfgoedgemeente" ingevoegd; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als de archeologienota betrekking heeft op percelen die op het grondgebied van meerdere gemeenten liggen, dient de erkende archeoloog de archeologienota in bij het agentschap.".

Art. 13.In artikel 5.4.6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem betrekking heeft op percelen die op het grondgebied van meerdere gemeenten liggen, meldt de erkende archeoloog het voornemen tot het uitvoeren ervan bij het agentschap."; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.Als het agentschap of in voorkomend geval de erkende onroerenderfgoedgemeente het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem weigert of er voorwaarden aan koppelt, kan de initiatiefnemer, de door de initiatiefnemer aangestelde erkende archeoloog of het agentschap een georganiseerd administratief beroep instellen bij de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering kan over het beroepschrift advies inwinnen bij de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels daarvoor.".

Art. 14.In artikel 5.4.8, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "agentschap" en het woord "per" worden de woorden "of in voorkomend geval aan de erkende onroerenderfgoedgemeente" ingevoegd; 2° tussen het woord "zending" en het woord "Die" wordt de zin "Als de archeologienota betrekking heeft op percelen die op het grondgebied van meerdere gemeenten liggen, dient de erkende archeoloog de archeologienota in bij het agentschap." ingevoegd.

Art. 15.In artikel 5.4.9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "agentschap" telkens vervangen door de woorden "agentschap of in voorkomend geval de erkende onroerenderfgoedgemeente";2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente de archeologienota bekrachtigt, weigert of er voorwaarden aan koppelt, kan de initiatiefnemer, de door de initiatiefnemer aangestelde erkende archeoloog of het agentschap een georganiseerd administratief beroep instellen bij de Vlaamse Regering.De Vlaamse Regering kan over het beroepschrift advies inwinnen bij de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels daarvoor."; 3° in het derde lid wordt het woord "nota" vervangen door het woord "archeologienota".

Art. 16.In artikel 5.4.11 wordt tussen de zinsnede "heeft de opgraving" en de zinsnede "betrekking op de volledige zone", de zinsnede "in voorkomend geval" ingevoegd.

Art. 17.In artikel 5.4.12, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "agentschap" en het woord "per" worden de woorden "of in voorkomend geval aan de erkende onroerenderfgoedgemeente" ingevoegd; 2° tussen het woord "zending" en het woord "Die" wordt de zin "Als de archeologienota betrekking heeft op percelen die op het grondgebied van meerdere gemeenten liggen, dient de erkende archeoloog de archeologienota in bij het agentschap." ingevoegd.

Art. 18.In artikel 5.4.13 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "agentschap" telkens vervangen door de woorden "agentschap of in voorkomend geval de erkende onroerenderfgoedgemeente";2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente de archeologienota bekrachtigt, weigert of er voorwaarden aan koppelt, kan de initiatiefnemer, de door de initiatiefnemer aangestelde erkende archeoloog of het agentschap een georganiseerd administratief beroep instellen bij de Vlaamse Regering.De Vlaamse Regering kan over het beroepschrift advies inwinnen bij de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels daarvoor.".

Art. 19.In artikel 5.4.15 van hetzelfde decreet wordt het woord "agentschap" vervangen door de woorden "agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente".

Art. 20.In artikel 5.4.16, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zin "Na het beëindigen van het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem bezorgt de erkende archeoloog een nota aan het agentschap." vervangen door de zinnen "Na het beëindigen van het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem bezorgt de erkende archeoloog een nota aan het agentschap of in voorkomend geval aan de erkende onroerenderfgoedgemeente. Als de nota betrekking heeft op percelen die op het grondgebied van meerdere gemeenten liggen, dient de erkende archeoloog de nota in bij het agentschap.".

Art. 21.In artikel 5.4.17 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "agentschap" telkens vervangen door de woorden "agentschap of in voorkomend geval de erkende onroerenderfgoedgemeente";2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente de nota bekrachtigt, weigert of er voorwaarden aan koppelt, kan de initiatiefnemer, de door de initiatiefnemer aangestelde erkende archeoloog of het agentschap een georganiseerd administratief beroep instellen bij de Vlaamse Regering.De Vlaamse Regering kan over het beroepschrift advies inwinnen bij de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels daarvoor."; 3° in het derde lid wordt het woord "archeologienota" vervangen door het woord "nota".

Art. 22.Aan artikel 5.4.19 van hetzelfde decreet wordt de volgende zin toegevoegd: "Bij verkavelingsdossiers heeft de opgraving in voorkomend geval betrekking op de volledige zone die voor ontwikkeling in aanmerking komt en op het volledige projectgebied.".

Art. 23.In artikel 5.4.20 van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden "per beveiligde zending" en de woorden "Dat archeologierapport" de zin "Het agentschap stelt het archeologierapport in voorkomend geval ter beschikking van de erkende onroerenderfgoedgemeente." ingevoegd.

Art. 24.Aan hoofdstuk 5, afdeling 4, van hetzelfde decreet wordt een onderafdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 10. - Databank van meldingen archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem, archeologienota's en nota's Art. 5.4.22. Het agentschap stelt een databank van meldingen van vooronderzoek met ingreep in de bodem, archeologienota's en nota's digitaal beschikbaar. Die databank bevat: 1° de meldingen van een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem, vermeld in artikel 5.4.6, § 1, en artikel 5.4.14, en de beslissing die daarover is genomen in eerste administratieve aanleg, vermeld in artikel 5.4.6, § 2; 2° de archeologienota's, vermeld in artikel 5.4.8, eerste lid, en artikel 5.4.12, eerste lid, en de beslissingen die daarover zijn genomen in eerste administratieve aanleg, vermeld in artikel 5.4.9, eerste lid, en artikel 5.4.13, eerste lid; 3° de nota's, vermeld in artikel 5.4.16, eerste lid, en de beslissingen die daarover zijn genomen in eerste administratieve aanleg, vermeld in artikel 5.4.17, eerste lid; 4° de in beroep genomen beslissingen over de meldingen van archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem, vermeld in artikel 5.4.6, § 3; 5° de in beroep genomen beslissingen over de archeologienota's, vermeld in artikel 5.4.9, tweede lid, en artikel 5.4.13, tweede lid; 6° de in beroep genomen beslissingen over de nota's, vermeld in artikel 5.4.17, tweede lid; 7° de adviezen van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed over de in beroep genomen beslissingen over de meldingen van archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem, de archeologienota's en de nota's, vermeld in artikel 5.4.6, § 3, artikel 5.4.9, tweede lid, artikel 5.4.13, tweede lid, en artikel 5.4.17, tweede lid.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels over de vorm van de databank en de toegang ertoe bepalen.".

Art. 25.Aan artikel 5.5.2 van hetzelfde decreet worden de woorden "behalve als het onderzoek in het kader van een toevalsvondst gebeurt" toegevoegd.

Art. 26.In artikel 5.5.3, § 1, tweede lid, 3°, van hetzelfde decreet wordt tussen het woord "vooronderzoek" en het woord "met" de woorden "of de archeologische opgraving" ingevoegd.

Art. 27.In artikel 5.6.1, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "De bevoegde administratie binnen het homogene beleidsdomein waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake onroerend erfgoed worden toevertrouwd," en de zinsnede "de bevoegde administratie binnen het homogene beleidsdomein waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake onroerend erfgoed worden toevertrouwd," worden respectievelijk vervangen door de woorden "Het agentschap" en de woorden "het agentschap"; 2° de bepaling "- een overzicht van het aantal vooronderzoeken en opgravingen alsook de duur ervan;" wordt vervangen door de bepaling "1° een overzicht van het aantal vooronderzoeken en opgravingen, alsook de duur ervan;"; 3° de bepaling "- een overzicht van de resultaten van deze onderzoeken;" wordt vervangen door de bepaling " 2° een overzicht van de resultaten van die onderzoeken;"; 4° de bepaling "- een overzicht van de voorgestelde en goedgekeurde maatregelen uit de archeologienota;" wordt vervangen door de bepaling "3° een overzicht van de voorgestelde en goedgekeurde maatregelen uit de archeologienota;"; 5° de bepaling "- de financiële implicaties van het archeologisch onderzoek en de werking van het archeologisch solidariteitsfonds;" wordt vervangen door de bepaling "4° de financiële implicaties van het archeologisch onderzoek en de werking van het archeologisch solidariteitsfonds.".

Art. 28.In artikel 6.1.6 van hetzelfde decreet wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "De zakelijkrechthouders die, overeenkomstig het eerste lid, van het besluit tot voorlopige bescherming op de hoogte gebracht zijn: 1° brengen de gebruikers van het onroerend goed per beveiligde zending op de hoogte van het besluit tot voorlopige bescherming binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving.Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld; 2° brengen de zakelijkrechthouders van de cultuurgoederen per beveiligde zending op de hoogte van het besluit tot voorlopige bescherming binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving.Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld; 3° brengen het agentschap per beveiligde zending op de hoogte van de eventuele verkoop, overdracht van het eigendomsrecht of overdracht van een ander zakelijk recht, waarbij de nodige stavingsdocumenten gevoegd zijn, binnen een termijn van tien dagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving.Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld.

De nieuwe zakelijkrechthouders worden op hun beurt, overeenkomstig het eerste lid, op de hoogte gebracht van het besluit tot voorlopige bescherming.".

Art. 29.In artikel 6.1.9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Vanaf de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, vermeld in artikel 6.1.5, zijn op de onroerende goederen, vermeld in het besluit tot voorlopige bescherming van een cultuurhistorisch landschap, gedurende een termijn van maximaal negen maanden de rechtsgevolgen van een bescherming voorlopig van toepassing."; 2° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het besluit tot verlenging van de voorlopige bescherming van een cultuurhistorisch landschap wordt bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.".

Art. 30.In artikel 6.1.14, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "goed" en het woord "nauwkeurig" de woorden "en in voorkomend geval de overgangszone" ingevoegd.

Art. 31.In artikel 6.1.16 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De zakelijkrechthouders die, overeenkomstig het eerste lid, van het besluit tot definitieve bescherming op de hoogte gebracht zijn: 3° brengen de gebruikers van het onroerend goed per beveiligde zending op de hoogte van het besluit tot definitieve bescherming binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving.De beveiligde zending vermeldt die verplichting; 4° brengen de zakelijkrechthouders van de cultuurgoederen per beveiligde zending op de hoogte van het besluit tot definitieve bescherming binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving.Die verplichting wordt in de beveiligde zending vermeld; 5° brengen het agentschap per beveiligde zending op de hoogte van de eventuele verkoop, overdracht van het eigendomsrecht of overdracht van een ander zakelijk recht, waarbij de nodige stavingsdocumenten gevoegd zijn, binnen een termijn van tien dagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving.Die verplichting wordt in de kennisgeving vermeld. De nieuwe zakelijkrechthouders worden op hun beurt, overeenkomstig het eerste lid, op de hoogte gebracht van het besluit.".

Art. 32.Aan artikel 6.2.1 van hetzelfde decreet wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: "5° de toevoeging als bijlage van een lijst van cultuurgoederen die integrerend deel uitmaken van een beschermd goed als vermeld in artikel 6.1.4, § 2, tweede lid, 3°, of de aanpassing van een lijst van cultuurgoederen is noodzakelijk.".

Art. 33.In artikel 6.2.3, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de zinsnede "artikel 6.2.1, 4°, " en de zinsnede ", kan" wordt de zinsnede "of 5°, " ingevoegd; 2° tussen de woorden "gebeurt de wijziging" en "onder voorwaarden" worden de woorden "zoals vermeld in artikel 6.2.1, 4°, " ingevoegd; 3° er wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt: "Indien de eigenaar geen schriftelijke toestemming geeft, dan gebeurt de wijziging in het geval zoals vermeld in artikel 6.2.1, 5°, onder de voorwaarden en in de vorm vastgesteld voor de bescherming in artikel 6.1.2, 6.1.5, 6.1.6, 6.1.13, 6.1.15, 6.1.16, 6.1.17 en 6.1.18.''.

Art. 34.In artikel 6.2.5, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "goed" en het woord "na" de woorden "en in voorkomend geval de overgangszone" ingevoegd.

Art. 35.In artikel 6.2.6, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "goed" en het woord "na" de woorden "en in voorkomend geval de overgangszone" ingevoegd.

Art. 36.In artikel 6.4.4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "1995" vervangen door de zinsnede "1985";2° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede "1995" telkens vervangen door de zinsnede "1985";3° in paragraaf 3, derde lid, wordt tussen het woord "beschermingsbesluit" en het woord "van" de zinsnede "en in voorkomend geval aan de beheersdoelstellingen, opgenomen in het goedgekeurde beheersplan" ingevoegd.

Art. 37.In artikel 6.4.6, tweede en derde lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "1995" vervangen door de zinsnede "1985".

Art. 38.In artikel 6.5.3, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "bepaald" en het woord "in" de woorden "in de vastgestelde landschapsatlas of" ingevoegd.

Art. 39.In artikel 9.1.1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "onroerend erfgoed" vervangen door de woorden "beschermd onroerend erfgoed of erfgoedlandschappen".

Art. 40.In artikel 10.2.1, eerste lid, 3°, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "8.8.1" vervangen door de zinsnede "8.1.1".

Art. 41.In hetzelfde decreet wordt een artikel 10.2.3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 10.2.3. De premies toegekend in het kader van meerjarenpremieovereenkomsten zoals vermeld in artikel 10.2.1, eerste lid, 2°, worden vastgelegd op jaarbasis.".

Art. 42.Aan hoofdstuk 10 van hetzelfde decreet wordt een afdeling 4, die bestaat uit artikel 10.4.1, toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 4. - Bijkomende voorwaarden voor financiering Art. 10.4.1. Er worden geen premies, subsidies of toelagen verleend aan ondernemingen die op de indieningsdatum: 1° achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;2° in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, 18, van de Verordening (EU) nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 3° een procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij toegekende steun wordt teruggevorderd.".

Art. 43.In artikel 11.2.1 van hetzelfde decreet wordt tussen de zinsnede "artikel 11.2.2," en de zinsnede "1° tot" de zinsnede "eerste lid" ingevoegd.

Art. 44.In artikel 11.2.4, § 1, van hetzelfde decreet wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° het niet naleven van de plicht tot kennisgeving aan de gebruikers van het onroerend goed en aan de zakelijkrechthouders van de cultuurgoederen, vermeld in artikel 6.1.6, derde lid, 1° en 2°, en artikel 6.1.16, tweede lid, 1° en 2° ;".

Art. 45.Aan artikel 12.3.12 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "De aanvragen van een premie overeenkomstig het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg en het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium die bij het agentschap per beveiligde zending ter kennis werden gebracht voor de inwerkingtreding van hoofdstuk 10, afdeling 2, worden afgehandeld overeenkomstig de regels die golden voorafgaand aan die datum met uitzondering van de kwaliteitseisen voor de uitvoering van de beheersmaatregelen, werkzaamheden en diensten.De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de kwaliteitseisen."; 2° er worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Voor de in het eerste lid vermelde aanvragen voor een premie voor beschermde monumenten die bestemd zijn voor een erkende eredienst kan geen premie worden toegekend zolang er geen actueel kerkenbeleidsplan aan het agentschap is bezorgd.Als het agentschap op 1 oktober 2017 geen kennis heeft genomen van een actueel kerkenbeleidsplan, moet een nieuwe premieaanvraag overeenkomstig artikel 10.2.1 worden ingediend.

Voor de berekening van de restauratiepremie op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten wordt de aanvaarde kostenraming niet vermeerderd met de btw.".

Art. 46.Aan artikel 12.3.15, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de volgende zin toegevoegd: "Voor die ankerplaatsen geldt de motiverings- en zorgplicht, vermeld in artikel 4.1.9 van dit decreet.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang

Art. 47.In artikel 3, § 2, van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, vervangen bij het decreet van 25 april 2014 en gewijzigd bij het decreet van 9 mei 2014 worden de woorden "het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten" vervangen door de woorden "de monumentenwetgeving". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van 30 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/03/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007035750 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de Brownfieldconvenanten sluiten betreffende de Brownfieldconvenanten

Art. 48.In artikel 13 van het decreet van 30 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/03/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007035750 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de Brownfieldconvenanten sluiten betreffende de Brownfieldconvenanten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt tussen de zinsnede "machtigingen," en het woord "vergunningen" de zinsnede "toelatingen," ingevoegd; 2° in paragraaf 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten wat betreft monumenten en stads- en dorpsgezichten;"; 3° in paragraaf 2 wordt tussen de zinsnede "machtigingen," en het woord "vergunningen" de zinsnede "toelatingen," ingevoegd;4° in paragraaf 2 wordt tussen de zinsnede "machtiging," en het woord "vergunning" de zinsnede "toelating," ingevoegd. HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het decreet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2007 pub. 02/07/2007 numac 2007035858 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie sluiten houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Art. 49.In artikel 3, § 3, eerste lid, van het decreet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2007 pub. 02/07/2007 numac 2007035858 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie sluiten houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie, gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "meer bepaald de Vlaamse Heraldische Raad," wordt opgeheven;2° de zinsnede ", meer bepaald de afdeling Heraldiek van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen," wordt opgeheven. HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen

Art. 50.In artikel 16, eerste lid, 2°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035809 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XIX sluiten houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen wordt tussen de woorden "dorpsgezicht of" en het woord "landschap" het woord "cultuurhistorisch" ingevoegd. HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

Art. 51.Aan artikel 2.2.8, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt de volgende zin toegevoegd: "De Vlaamse Regering stuurt een afschrift van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en van het vaststellingsbesluit naar het agentschap van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed dat belast is met de uitvoering van het beleid inzake onroerend erfgoed, voor zover in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een erfgoedlandschap afgebakend of gewijzigd wordt.".

Art. 52.Aan artikel 2.2.12, derde lid, van dezelfde codex wordt de volgende zin toegevoegd: "De deputatie stuurt een afschrift van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan en van het vaststellingsbesluit naar het agentschap van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed dat belast is met de uitvoering van het beleid inzake onroerend erfgoed, voor zover in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan een erfgoedlandschap afgebakend of gewijzigd wordt.".

Art. 53.Aan artikel 2.2.18 van dezelfde codex wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het college van burgemeester en schepenen stuurt een afschrift van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en van het vaststellingsbesluit naar het agentschap van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed dat belast is met de uitvoering van het beleid inzake onroerend erfgoed, voor zover in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een erfgoedlandschap afgebakend of gewijzigd wordt.". HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling

Art. 54.Artikel 1, 2, 2° en 4°, artikel 3 tot en met 44, artikel 45, 1°, artikel 46 tot en met 53, treden in werking op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.

Artikel 2, 1° en 3°, en artikel 45, 2°, treden in werking op 1 januari 2017.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 15 juli 2016.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, S. GATZ _______ Nota (1) Zitting 2015-2016. Stukken. - Ontwerp van decreet, 771 - Nr. 1. - Amendement, 771 - Nr. 2. - Verslag, 771 - Nr.3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 771 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 6 juli 2016.

^