Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 maart 1999
gepubliceerd op 11 november 1999

Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het doorstromingsprogramma

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999021295
pub.
11/11/1999
prom.
15/03/1999
ELI
eli/decreet/1999/03/15/1999021295/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MAART 1999. - Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het doorstromingsprogramma (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het bij dit decreet gevoegde samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het doorstromingsprogramma wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit decreet treedt in werking op 9 augustus 1997.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 15 maart 1999.

De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het onderwijs, de audiovisuele sector, de hulpverlening aan de jeugd, het kinderwelzijn en de gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken van de Raad.- 0ntwerp van decreet nr. 283-1. - Verslag nr. 283-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 9 maart 1999.

Bijlage 3 JULI 1997. - Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's Gelet op de artikelen 1, 39 en 134 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op de artikelen 6 en 92bis, § 1;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap een samenwerkingsakkoord tot stand komt inzake het instellen van doorstromingsprogramma's teneinde voor de werkzoekenden via de tewerkstelling in een doorstromingsprogramma de integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de persoon van de Minister-Voorzitster;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, Komen overeen wat volgt :

Artikel 1.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe, elk binnen hun bevoegdheid, de nodige maatregelen te nemen voor de creatie van doorstromingsprogramma's.

Art. 2.De doorstromingsprogramma's dienen erkend te worden door de Minister die voor Tewerkstelling bevoegd is.

Art. 3.Om erkend te kunnen worden door de in artikel 2 bedoelde Minister, dient het programma tegemoet te komen aan collectieve maatschappelijke noden waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen via het reguliere arbeidscircuit.

De doorstromingsprogramma's zijn niet van toepassing in de sectoren die het voordeel van de "sociale Maribel"-maatregel genieten.

De arbeidsplaatsen in de doorstromingsprogramma's dienen bijkomende arbeidsplaatsen te zijn in verhouding tot het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten tewerkgesteld in de wedertewerkstellingsprogramma's voor dewelke het Gewest trekkingsrechten ontvangt.

Art. 4.De volgende werkgevers kunnen de personen bedoeld in artikel 6 tewerkstellen in een doorstromingsprogramma, op voorwaarde dat zij hun wettelijke verplichtingen inzake tewerkstelling en sociale zekerheid naleven : - de gemeenten, de verenigingen, de agglomeraties en federaties van gemeenten, de aan de gemeenten ondergeschikte instellingen, de instellingen van openbaar nut die van deze verenigingen, agglomeraties en federaties van gemeenten afhangen, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en ook de verenigingen van centra voor maatschappelijk welzijn, de provincies, de verenigingen van provincies en de aan de provincie ondergeschikte instellingen; - de diensten van de Gemeenschappen en van de instellingen van openbaar nut die van voornoemden afhangen en die in het Waalse Gewest gelegen zijn; - de verenigingen zonder winstoogmerk, en de andere niet-commerciële verenigingen.

Art. 5.De werkgevers dienen bij de Minister bedoeld in artikel 2 een project in dat minimum de volgende gegevens bevat : - een beschrijving van het project; - de voorziene duur van het project; - het voorziene aantal werknemers die zullen worden tewerkgesteld in het project en hun arbeidsregime; - het aantal buiten het project reeds tewerkgestelde werknemers en hun arbeidsregime; - de verbintenis om de tewerkstelling te behouden tijdens de duur van het project, zonder rekening te houden met de werknemers tewerkgesteld binnen het project.

Dit project moet goedgekeurd worden door de Minister bedoeld in artikel 2.

Art. 6.De volledig werklozen die wachtuitkeringen genieten en ingeschreven zijn als werkzoekenden sinds ten minste 12 maanden, de volledig werklozen die werkloosheidsuitkeringen genieten sedert ten minste 24 maanden, waaronder de werklozen die effectief prestaties geleverd hebben in het kader van het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap en de werkzoekende die op de dag vóór zijn indiensttreding sedert minstens 12 maanden het bestaansminimum geniet, kunnen aangeworven worden in een doorstromingsprogramma.

Art. 7.Naast de forfaitaire toelage van de Federale overheid en de toepassing van het banenplan ter bevordering van de tewerkstelling van werkzoekenden, bedoeld in artikel 7, § 1, van het op 4 maart 1997 gesloten samenwerkingsakkoord tussen de Federale overheid en de Gewesten betreffende doorstromingsprogramma's, geeft de tewerkstelling in het doorstromingsprogramma aanleiding tot de tenlasteneming van het loon en de sociale premies van de werknemers wanneer hun activiteiten onder de bevoegdheid van één van beide Gemeenschappen vallen : 1° door de toekenning van een forfaitaire subsidie van het Waalse Gewest van : a) 7 000 BEF per maand indien de werknemer minstens halftijds tewerkgesteld is;b) 12 000 BEF per maand indien de werknemer minstens 3/4 tijds tewerkgesteld is;2° door de toekenning van een forfaitaire subsidie van de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap van : a) 7 000 BEF per maand indien de werknemer minstens halftijds tewerkgesteld is;b) 12 000 BEF per maand indien de werknemer minstens 3/4 tijds tewerkgesteld is;3° door de werkgever ten belope van het saldo om het loonbedrag te bereiken dat overeenstemt met de gewone loonschaal die bij hem van kracht is voor hetzelfde ambt of een gelijkwaardig ambt, met inbegrip van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de andere toelagen en voordelen die bij hem van toepassing zijn. § 2. De Minister van Tewerkstelling en de Gemeenschapsminister onder wie de in het kader van het doorstromingsprogramma uitgeoefende activiteiten ressorteren, kunnen andere subsidiebedragen vaststellen dan die bedoeld in § 1, 1° en 2°, wat betreft de aanvragen i.v.m. activiteiten die ten bate van de werkgever aanleiding geven tot een vergoeding door de begunstigden voor diensten die verleend worden door de in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemers.

Art. 8.In het kader van hun opdracht voor arbeidsbemiddeling zullen de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling erover waken rekening te houden met de bekwaamheden van de werknemers, zodanig dat de activiteit in het professioneel doorstromingsprogramma hen helpt om bij het einde van deze activiteit vlotter toegang te krijgen tot het klassieke arbeidscircuit. Ze zullen er ook over waken de in het kader van deze herinschakeling nuttig geachte begeleidingsmaatregelen, waaronder het oriënteren naar opleiding, te ontwikkelen.

Een kopie van de arbeidsovereenkomst wordt overgemaakt aan de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling.

Art. 9.De werknemers worden aangeworven met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, waarvan het arbeidsregime tenminste gelijk is aan een halftijdse betrekking.

Hun tewerkstelling in een doorstromingsprogramma bedraagt maximum één jaar.

Voor de werknemers die vroeger prestaties in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen hebben verricht, kan de tewerkstellingsperiode verlengd worden met maximum één jaar.

Art. 10.De werkgevers dienen aan de RVA het bewijs te leveren dat het voor de werknemers die zij tewerkstellen in een doorstromingsprogramma over bijkomende tewerkstelling gaat.

Indien deze voorwaarde niet is vervuld, dienen de werkgevers aan de RVA een forfaitaire schadevergoeding te betalen, en aan de subsidiërende overheden de ontvangen subsidies terug te storten.

Art. 11.De ondertekenende partijen zullen de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord jaarlijks evalueren.

Gedaan te Namen op 3 juli 1997 in vijf originele exemplaren.

Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, R. COLLIGNON De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling en Opleiding, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, Mevr. L. ONKELINX Voor de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, J. MARAITE Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ

^