Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 maart 1999
gepubliceerd op 18 november 1999

Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het doorstromingsprogramma

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999021296
pub.
18/11/1999
prom.
15/03/1999
ELI
eli/decreet/1999/03/15/1999021296/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MAART 1999. - Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het doorstromingsprogramma (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het bij dit decreet gevoegde samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het doorstromingsprogramma wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit decreet treedt in werking op de datum die in onderlinge overeenstemming vast te stellen is door de Regering van de Franse Gemeenschap, de Regering van het Waalse Gewest en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 15 maart 1999.

De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het onderwijs, de audiovisuele sector, de hulpverlening aan de jeugd, het kinderwelzijn en de gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken van de Raad.- Ontwerp van decreet nr. 270-1. Verslag nr. : 270-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 9 maart 1999.

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's Gelet op de artikelen 1, 39 en 134 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op de artikelen 6 en 92bis, § 1;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's;

Overwegende dat het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's gewijzigd moet worden ten gevolge van de wijzigingen die bij het samenwerkingsakkoord van 15 mei 1998 tussen de Federale Staat en de Gewesten werden aangebracht in het op 4 maart 1997 gesloten samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Gewesten betreffende doorstromingsprogramma's;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de persoon van de Minister-Voorzitster;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, Zijn overeengekomen wat volgt :

Artikel 1.Artikel 3, tweede lid, van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's, wordt vervangen als volgt : « De doorstromingsprogramma's zijn niet van toepassing in de sectoren die het voordeel van de 'sociale Maribel'-maatregel genieten". Dit verbod wordt op 1 juli 1998 opgeheven, na wijziging van artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector opdat een in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemer niet kan worden beschouwd als een werknemer die onlangs in dienst werd genomen op grond van de "sociale Maribel"-maatregel en na de instelling van de procedure voor de controle op de naleving van deze bepaling door de bevoegde besturen. »

Art. 2.Zodra het bij hoofdstuk II van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen ingestelde banenplan ter bevordering van de tewerkstelling van werkzoekenden uitgebreid wordt tot de jongeren van minder dan 25 jaar die geen diploma van het hoger secundair onderwijs hebben en sinds minstens 9 maanden werkloosheids- of wachtuitkeringen (wachttijd ingerekend) genieten, wordt artikel 6 van hetzelfde samenwerkingsakkoord vervangen als volgt : «

Art. 6.De volgende personen kunnen tewerkgesteld worden in het kader van een doorstromingsprogramma : - de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen onder 25 jaar, die niet in het bezit zijn van een diploma, een certificaat of een brevet van het hoger secundair onderwijs, en die de dag vóór hun indienstneming, hetzij wachtuitkeringen ontvangen en sinds ten minste 9 maanden als werkzoekenden ingeschreven staan of sinds ten minste 9 maanden werkloosheidsuitkeringen of het bestaansminimum ontvangen; - uitkeringsgerechtigde volledig werklozen die wachtuitkeringen ontvangen en sinds ten minste 12 maanden als werkzoekenden ingeschreven staan; - uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, met inbegrip van de werklozen die diensten gepresteerd hebben in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen; - de werklozen die sinds ten minste 12 maanden het bestaansminimum ontvangen.

Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord worden de in het bevolkingsregister ingeschreven begunstigden van sociale hulp die wegens hun nationaliteit geen recht hebben op het bestaansminimum, gelijkgesteld met bestaansminimumtrekkers. »

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.§ 1. Naast de forfaitaire toelage van de Federale overheid en de toepassing van het banenplan ter bevordering van de tewerkstelling van werkzoekenden, bedoeld in artikel 7, § 1, van het op 4 maart 1997 gesloten samenwerkingsakkoord tussen de Federale overheid en de Gewesten betreffende doorstromingsprogramma's, geeft tewerkstelling in het doorstromingsprogramma aanleiding tot de tenlasteneming van het loon en de sociale premies van de werknemers wanneer hun activiteiten onder de bevoegdheid van één van beide Gemeenschappen vallen : 1° door de toekenning van een forfaitaire subsidie van het Waalse Gewest van : a) 7 000 BEF per maand indien de werknemer minstens halftijds tewerkgesteld is;b) 12 500 BEF per maand indien de werknemer minstens 4/5 tijds tewerkgesteld is;2° door de toekenning van een forfaitaire subsidie van de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap van : a) 7 000 BEF per maand indien de werknemer minstens halftijds tewerkgesteld is;b) 12 500 BEF per maand indien de werknemer minstens 4/5 tijds tewerkgesteld is;3° door de werkgever, ten belope van het saldo om het loonbedrag te bereiken dat overeenstemt met de gewone loonschaal die bij hem van kracht is voor hetzelfde of een gelijkwaardig ambt, met inbegrip van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de andere toelagen en voordelen die bij hem van toepassing zijn. § 2. De in § 1 bedoelde subsidiebedragen mogen niet als gevolg hebben dat de toelage van de Federale Staat, de toepassing van het banenplan, de subsidies van het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap, en, in voorkomend geval, de vergoedingen die aan de werkgevers betaald worden door de begunstigden van diensten verleend door de in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemers, meer bedragen dan het in § 1, 3°, bedoelde loon en de desbetreffende sociale premies.

In dit geval worden de in § 1 bedoelde subsidiebedragen tot het passende beloop verminderd. § 3. Het bedrag van de in § 1 en § 2 bedoelde subsidies wordt vastgesteld op de eerste dag van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en is verschuldigd gedurende de hele tewerkstellingsperiode, onverminderd de maximale duur bedoeld in artikel 9. »

Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.De werknemers worden aangeworven bij een arbeidsovereenkomst die minstens een halftijdse baan betreft.

Hun tewerkstelling in het kader van een doorstromingsprogramma duurt maximum twee jaar.

De tewerkstelling kan echter maximum drie jaar duren voor : 1° werknemers die vroeger diensten hebben verstrekt in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen;2° werknemers die doorgaans woonachtig zijn in gemeenten waarin het werkloosheidscijfer jaarlijks op 30 juni minstens 20% hoger is dan het gemiddelde werkloosheidscijfer van het Waalse Gewest.De lijst van de betrokken gemeenten wordt voor de eerste keer op 30 juni 1997 opgemaakt. »

Art. 5.De maandelijkse subsidie van 12 000 BEF, bedoeld in artikel 7, § 1, 1°, b, en 2°, b, van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's voordat het bij dit samenwerkingsakkoord werd gewijzigd, wordt verder uitbetaald als de werknemer minstens 4/5 tijds tewerkgesteld is bij een arbeidsovereenkomst die begint te lopen vóór 1 januari 1999, en zolang die arbeidsovereenkomst loopt. »

Art. 6.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op 15 mei 1998.

Gedaan te Namen, op 3 juni 1998 in 5 originele exemplaren.

Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenland Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling en Opleiding, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, Mevr. L. ONKELINX Voor de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, J. MARAITE De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ

^