Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 april 1997
gepubliceerd op 07 juni 1997

Decreet betreffende de uitbetaling van de organieke toelagen

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1997031182
pub.
07/06/1997
prom.
17/04/1997
ELI
eli/decreet/1997/04/17/1997031182/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 APRIL 1997. Decreet betreffende de uitbetaling van de organieke toelagen (1)


De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, College, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt de aangelegenheden bedoeld in artikelen 127 en 128 van Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Dit decreet is van toepassing op de uitbetaling van de organieke toelagen, met uitzondering van de toelagen voor infrastructuurwerken of investeringen.

Art. 3.Tenzij het decreet bij of krachtens welk de toelage wordt uitgekeerd anders bepaalt, wordt elke toelage bedoeld in artikel 2 uitbetaald onder de voorwaarden en volgens de nadere regelen die zijn vastgesteld door het College van de Franse Gemeenschapscommissie overeenkomstig dit decreet.

Art. 4.§ 1. De toelagen worden voor een deel verstrekt onder de vorm van voorschotten die worden uitbetaald in de loop van de termijn waarop ze betrekking hebben. Ze mogen evenwel niet leiden tot vervroegde uitbetaling op het begrotingsjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het desbetreffende krediet is ingeschreven. § 2. Het College van de Franse Gemeenschapscommissie stelt bij besluit het deel van de toelage vast dat uitbetaald wordt onder de vorm van een voorschot, waarbij dit deel niet minder mag zijn dan de helft van het totale toelagebedrag. § 3. Het College van de Franse Gemeenschapscommissie stelt bij besluit de datum van de uitbetaling van de voorschotten vast.

Deze uitbetaling gebeurt uiterlijk in het derde deel van de desbetreffende termijn, deze termijn mag niet meer dan drie maanden zijn. Het College kan evenwel een langere termijn vaststellen op voorwaarde dat dit geen negatieve gevolgen heeft voor de gesubsidieerde activiteit.

Art. 5.De uitbetaling van de toelagen als saldo gebeurt uiterlijk de veertigste dag die volgt op de dag waarop het volledige dossier aan het bestuur werd bezorgd.

Het dossier wordt verondersteld volledig te zijn op de dag dat het naar het bestuur wordt verzonden inzoverre dit laatste niet gereageerd heeft binnen de twintig dagen na de indiening ervan.

Art. 6.Na het verstrijken van een termijn van dertig dagen bovenop de dagen die zijn voorzien bij of krachtens dit decreet voor de uitbetaling van de voorschotten, en van een termijn van zestig dagen bovenop de dagen die zijn voorzien bij of krachtens dit decreet voor de uitbetaling van het saldo van de toelage is op de verschuldige restbedragen een verwijlinterest van toepassing aan het hoger tegemoetkomingspercentage van de Nationale Bank van de vervaldag, en dit van rechtswege en zonder ingebrekestelling.

Er is evenwel geen verwijlinterest verschuldigd wanneer de Franse Gemeenschapscommissie verantwoordelijk is voor de vertraging in de uitbetaling van de toelage.

Art. 7.De bepalingen van dit decreet zijn slechts van toepassing wanneer de rechthebbende op de toelage zich gehouden heeft aan de voorwaarden die zijn voorzien in het decreet of in het besluit dat uitgevaardigd is in uitvoering van het decreet en dat betrekking heeft op de voorlegging van de schuldvordering van toelage en de inhoud van het betrokken dossier.

Art. 8.Dit decreet treedt in werking op de datum die is vastgesteld door het College van de Franse Gemeenschapscommissie, en uiterlijk op 1 juli 1997.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 17 april 1997.

H. HASQUIN, Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, belast met Begroting, Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest alsook met Internationale Betrekkingen Ch. PICQUE, Lid van het College belast met Bijstand aan Personen D. GOSUIN, Lid van het College belast met Cultuur, Sport en Toerisme E. ANDRE, Lid van het College belast met de Beroepsopleiding en de Permanente Vorming van de Middenklasse E. TOMAS, Lid van het College belast met Gezondheid, Beroepsomscholing en Bijscholing, Onderwijs, Sociale Promotie, Leerlingenvervoer en Openbaar Ambt Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^