Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 december 2001
gepubliceerd op 04 april 2002

Decreet betreffende de scolarisatie van nieuwkomers

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2002033009
pub.
04/04/2002
prom.
17/12/2001
ELI
eli/decreet/2001/12/17/2002033009/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2001. - Decreet betreffende de scolarisatie van nieuwkomers


De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Toepassingsgebied Dit decreet is van toepassing op de inrichtingen van het gewoon basis- en secundair onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de Duitstalige Gemeenschap.

In dit decreet gelden de hoedanigheden voor beide geslachten.

Art. 2.Definities Voor de toepassing van dit decreet, verstaat men onder : 1° nieuwkomers : de leerlingen die aan de volgende voorwaarden voldoen : a) ze zijn tussen 3 en 18 jaar, beheersen de onderwijstaal niet en hebben hun woonplaats of gewone verblijfplaats in één van de negen gemeenten van het Duitse taalgebied of de school resp.de afdeling waar ze wensen zich te laten inschrijven, is de dichtstbij gelegen onderwijsinrichting; b) ze hebben een aanvraag ingediend om te worden erkend als vluchteling of zijn erkend als vluchteling overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen of zijn vergezeld van een persoon die een aanvraag heeft ingediend om te worden erkend als vluchteling of die als vluchteling erkend is overeenkomstig de wet van 15 december 1980 of hebben een aanvraag ingediend om te worden erkend als statenloze of zijn als statenloze erkend of zijn onderdanen van een land dat als ontwikkelingsland wordt beschouwd zoals bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking of van een overgangsland dat officieel steun krijgt van het Comité voor Ontwikkelingshulp van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;c) ze zijn ten vroegste sinds 1 februari van het voorafgaande jaar in een school van de Duitstalige Gemeenschap ingeschreven. De Regering kan andere landen toevoegen aan de in het eerste lid, 1°, b), bedoelde lijst van ontwikkelingslanden, wanneer deze landen in een diepe crisis verkeren. 2° overgangsklas : onderwijsstructuur voor de opvang, oriëntatie en optimale integratie van de nieuwkomers in het gewoon basis- of secundair onderwijs.

Art. 3.Doel In de gewone scholen wordt aan de nieuwkomers een onderwijs aangeboden dat zoveel mogelijk op de praktijk wordt gericht. Deze leerlingen moeten eerst de onderwijstaal aanleren en in het dagelijks leven worden geïntegreerd. HOOFDSTUK II. - De overgangsklas

Art. 4.Inrichting van een overgangsklas In het lager onderwijs wordt een overgangsklas voor nieuwkomers ingericht of gesubsidieerd in iedere gemeente waar een opvangcentrum voor kandidaat-vluchtelingen ofwel door het Rode Kruis ofwel door of in naam van de Staat wordt ingericht of wanneer de inrichting van een opvangcentrum voor kandidaat-vluchtelingen is gepland.

In het secundair onderwijs wordt een overgangsklas voor nieuwkomers ingericht of gesubsidieerd in het gebied van de gemeenten Eupen, Kelmis, Lontzen, Raeren enerzijds, en in het gebied van de gemeenten Amel, Büllingen, Burg Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith anderzijds.

Art. 5.Inschrijving en verblijf De nieuwkomers worden ingeschreven in een overgangsklas, hetzij op verzoek of met instemming van de personen belast met hun opvoeding.

Indien zij niet vergezeld zijn van de personen belast met hun opvoeding, kunnen ze zelf een inschrijving aanvragen of ermee instemmen.

De duur van het verblijf in de overgangsklas varieert tussen een week en hoogstens één jaar. De leerlingen die in een overgangsklas zijn ingeschreven, aan de voorwaarden bedoeld in artikel 2 echter niet langer voldoen, mogen het voordeel van de overgangsklas behouden.

De in een overgangsklas ingeschreven leerlingen kunnen hun volledig lessenrooster of een deel ervan volgen met de leerlingen uit de andere klassen van de school of van andere scholen.

Art. 6.Berekening van het aantal betrekkingen Voor een school die een overgangsklas organiseert, krijgt de inrichtende macht als aanvulling tot het lestijden- of betrekkingenpakket 1,5 betrekking in het basisonderwijs of 30 lestijden in het secundair onderwijs. Zij mag deze bijkomende betrekking(en) of lestijden vrij gebruiken.

In het basisonderwijs kunnen de betrekkingen zowel in de kleurafdeling als in de lagere afdeling of in beide worden gebruikt.

Er mag geen vaste benoeming of aanstelling geschieden voor het lestijden- of betrekkingenpakket bedoeld in het eerste lid.

De inrichtende macht informeert het Ministerie over de aanwending van het zo bekomen lestijden- of betrekkingenpakket. Op het einde van ieder schooljaar wordt de aanwending geëvalueerd.

Op gemotiveerde aanvraag van de bevoegde inrichtende macht en op advies van de pedagogische inspectie kan de Regering, voor een bepaalde periode, een bijkomende betrekking in het basisonderwijs en 30 bijkomende lestijden in het secundair onderwijs toekennen.

Art. 7.Opvang van de leerlingen Onverminderd de bepalingen van de artikelen 25 à 27 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs is iedere schoolinrichting die een overgangsklas organiseert, verplicht iedere leerling op te vangen die voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 2.

Art. 8.Inrichting en duur van een overgangsklas In ieder geval wordt de overgangsklas tot het einde van het schooljaar ingericht, ongeacht het aantal leerlingen die daar tijdens een schooljaar wordt opgevangen, met uitzondering van het bijkomend betrekkingen- of lestijdenpakket toegekend overeenkomstig artikel 6, laatste lid, dat niet verder ter beschikking wordt gesteld, indien tijdens meer dan één maand aan de voorwaarden m.b.t. de terbeschikkingstelling niet meer wordt voldaan. HOOFDSTUK III. - De integratieraad

Art. 9.Oprichting en opdrachten § 1 - In basisscholen die een overgangsklas organiseren, wordt een integratieraad opgericht die erin staat voor de begeleiding van de nieuwkomers naar een optimale integratie in het onderwijs.

De integratieraad wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de inrichtende macht. De raad bestaat uit ten minste het schoolhoofd en één of meerdere leraren van de basisschool, één of meerdere vertegenwoordigers van de ouderraad en de leraren die voor de pedagogische begeleiding van de nieuwkomers zorgen. Daarnaast kunnen een lid van het bevoegde PMS-centrum, een lid van de pedagogische inspectie en een lid van het Ministerie tot de zittingen van de integratieraad worden uitgenodigd. § 2 - In de secundaire scholen die een overgangsklas organiseren, wordt een integratieraad opgericht die erin staat voor de begeleiding van de nieuwkomers naar een optimale integratie in het ondewijs.

In het secundair onderwijs bestaat de integratieraad ten minste uit alle leerkrachten van de overgangsklas, de schoolhoofden - of hun plaatsvervangers - van de secundaire scholen gevestigd in het gebied van de gemeenten Eupen, Kelmis, Lontzen, Raeren enerzijds en het gebied van de gemeenten Amel, Büllingen, Burg Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith anderzijds. Daarnaast kan een lid van het bevoegde PMS-centrum bij de zittingen van de integratieraad worden betrokken.

De integratieraad wordt voorgezeten door een lid van het Ministerie of van de pedagogische inspectie.

De integratieraad staat in voor de begeleiding van de nieuwkomers naar een optimale integratie in de secundaire scholen die door de Duitstalige Gemeenschap ingericht of gesubsidieerd worden. § 3 - De integratieraden leggen hun werkwijze vast.

Art. 10.Toelating naar bepaalde studiejaren § 1 - Voor de nieuwkomers die niet kunnen bewijzen dat ze een bepaald schooljaar hebben gevolgd of met vrucht hebben beëindigd, reikt de integratieraad voor het secundair onderwijs, tijdens hun verblijf in de overgangsklas, een attest uit dat toegang verleent tot eender welk studiejaar, met uitzondering van het zesde en zevende leerjaar, in eender welke onderwijsvorm van het secundair onderwijs.

Om aan een leerling van het secundair onderwijs een toelatingsattest te kunnen uitreiken, moet de integratieraad verplicht tot een ambtenaar van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap uitgebreid worden die bevoegd is voor de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's. Er mag geen toelatingsattest worden uitgereikt zonder het advies van deze ambtenaar. § 2 - De Regering legt het model van het toelatingsattest vast. HOOFDSTUK IV. - Wijzigings- en slotbepalingen

Art. 11.Wijziging van het programmadecreet van 20 mei 1997 In artikel 3, § 2, van het programmadecreet van 20 mei 1997, gewijzigd bij de decreten van 29 juni 1998 en 25 mei 1999, wordt een nr. 15 ingevoegd luidend als volgt : « 15. het aantal nieuwkomers, zoals bepaald in het decreet van 17 december 2001 betreffende de scolarisatie van de nieuwkomers en die in een overgangsklas niet ingeschreven zijn, wordt met een coëfficiënt 3,5 vermenigvuldigd. Als teldag voor de berekening van de nieuwkomers geldt de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar. Het lestijdenpakket wordt van 1 oktober tot 30 juni toegekend. Ligt het aantal leerlingen op de laatste schooldag van de maand januari van het lopende schooljaar hoger dan hetgeen op de laatste schooldag van de maand september, dan wordt het betrekkingenpakket opnieuw berekend. Dit betrekkingenpakket wordt van 1 februari tot 30 juni toegekend. ».

Art. 12.Wijziging van het decreet van 26 april 1999 In het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs, gewijzigd bij het decreet van 23 oktober 2000, wordt een artikel 57bis ingevoegd luidend als volgt : « Artikel 57bis - Nieuwkomers Voor de nieuwkomers, zoals bepaald in het decreet van 17 december 2001 betreffende de scolarisatie van de nieuwkomers, verkrijgt de inrichtende macht het volgende aantal betrekkingen, op voorwaarde dat de betrokken basisschool geen overgangsklas organiseert : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld en bijkomend 1/4 betrekking voor elke begonnen groep van 3 leerlingen.

Als teldag voor de berekening van de nieuwkomers geldt de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar. Het betrekkingenpakket wordt van 1 oktober tot 30 september van het daaropvolgende schooljaar toegekend. Naar aanleiding van elke nieuwe inschrijving van nieuwkomers tot 1 april wordt het betrekkingenpakket opnieuw berekend overeenkomstig het eerste lid. »

Art. 13.Wijziging van het decreet van 26 april 1999 In hetzelfde decreet van 26 april 1999, gewijzigd bij het decreet van 23 oktober 2000, wordt een artikel 61bis ingevoegd luidend als volgt : « Artikel 61bis - Nieuwkomers Voor de nieuwkomers, zoals bepaald in het decreet van 17 december 2001 betreffende de scolarisatie van de nieuwkomers, verkrijgt de inrichtende macht het volgende aantal betrekkingen, op voorwaarde dat de betrokken basisschool geen overgangsklas organiseert : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld en bijkomend 1/4 betrekking voor elke begonnen groep van 3 leerlingen.

Als teldag voor de berekening van de nieuwkomers geldt de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar. Het betrekkingenpakket wordt van 1 oktober tot 30 september van het daaropvolgende schooljaar toegekend. Naar aanleiding van elke nieuwe inschrijving van nieuwkomers tot 1 april wordt het betrekkingenpakket opnieuw berekend overeenkomstig het eerste lid. ».

Art. 14.Inwerkingtreding Dit decreet heeft uitwerking op 1 september 2001.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Gegeven te Eupen op 17 december 2001.

De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. NIESSEN _______ Nota Zitting 2001-2002 : Bescheiden van de Raad : 74 (2000-2001) nr. 1, voorstel van decreet. - 74 (2001-2002) nr. 2, voorstel tot wijziging. - 74 (2001-2002) nr. 3, verslag.

Integraal verslag. - Discussie en aanneming. - Zitting van 17 december 2001.

^