Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 december 2020
gepubliceerd op 06 januari 2021

Decreet tot wijziging van het decreet van 28 april 2016 Lening "Coup de Pouce"

bron
waalse overheidsdienst
numac
2020205721
pub.
06/01/2021
prom.
17/12/2020
ELI
eli/decreet/2020/12/17/2020205721/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2020. - Decreet tot wijziging van het decreet van 28 april 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016202432 bron waalse overheidsdienst Decreet. - Lening "Coup de Pouce" sluiten Lening "Coup de Pouce" (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In artikel 2 van het decreet van 28 april 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016202432 bron waalse overheidsdienst Decreet. - Lening "Coup de Pouce" sluiten Lening "Coup de Pouce" worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 5° worden de woorden "van Bijlage" ingevoegd tussen de woorden "artikel 1" en de woorden "van Aanbeveling 2003/361/EG van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen alsook de natuurlijke personen die dezelfde voorwaarden vervullen"; b) punt 12° wordt opgeheven.

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : " § 2. Op de datum waarop de lening wordt gesloten, moet de kredietnemer aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° hij is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of bij een organisme voor de sociale zekerheid van de zelfstandigen als een inschrijving bij de Kruispuntbank van Ondernemingen niet verplicht is;2° hij heeft een maatschappelijke zetel in het Waalse Gewest;3° hij oefent geen activiteit uit of heeft geen doel dat uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat : a) in investering;b) in het verrichten van geldbeleggingen;c) in financiering in de zin van artikel 2, § 1, 5°, d), e) en f) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;4° hij bestaat niet uit een vennootschap die houder is van zakelijke rechten op een onroerende goederen, waarvan natuurlijke personen die een mandaat of een functie uitoefenen als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, hun echtgenoot of wettelijk samenwonende partner of hun kinderen, het genot of het gebruik voor privé-doeleinden hebben. Bovendien, indien de kredietnemer een rechtspersoon is, vervult hij de volgende voorwaarden : 1° hij is een vennootschap of een vereniging of stichting in de zin van de artikelen 1: 1, 1 : 2 en 1: 3 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met rechtspersoonlijkheid;2° hij is geen vennootschap die is opgericht met het oog op het afsluiten van een management- of bestuurdersovereenkomst of die haar voornaamste bron van inkomsten haalt uit management- of bestuurdersovereenkomsten;3° hij is een niet-beursgenoteerde vennootschap. Lid 2, 2°, is niet van toepassing op leningen die aan vennootschappen worden toegekend met het oog op de overname van alle of een deel van de aandelen van een onderneming.

De voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 2° tot 4°, en in het tweede lid, 1° en 2°, worden tijdens de duur van de lening vervuld."; 2° in paragraaf 3, wordt 3° vervangen door wat volgt : "3° als de kredietnemer een rechtspersoon is, mag de kredietgever alsook zijn echtgenoot/ote of wettelijk samenwonende partner, niet rechtstreeks of onrechtstreek via een andere rechtspersoon die hij controleert in de zin van artikel 1: 14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, oprichter, lid, medewerker of aandeelhouder van die rechtspersoon, of aandeelhouder zijn van die rechtspersoon, noch benoemd zijn of optreden als orgaan of lid van het orgaan belast met het dagelijks bestuur of beheer, als vereffenaar, of als houder van een vergelijkbaar mandaat binnen die rechtspersoon;hij mag ook niet optreden als vaste vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon die wordt benoemd of zelf handelt als orgaan of lid van het orgaan belast met het dagelijks bestuur of het beheer van vereffenaar of een gelijkaardige functie;

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 4.§ 1. De lening is achtergesteld zowel ten aanzien van de bestaande als van de toekomstige schulden van de kredietnemer.

De lening heeft een looptijd van vier, zes, acht of tien jaar. Ze kan in één keer worden terugbetaald aan het einde van de looptijd van de lening of volgens een afschrijvingsschema dat door de kredietgever en de kredietnemer wordt ondertekend en als bijlage bij de leningovereenkomst wordt gevoegd.

In de voorwaarden van de lening kan ook worden bepaald dat de kredietnemer het recht heeft de lening vervroegd terug te betalen door middel van één enkele, volledige aflossing van het verschuldigde saldo in hoofdsom en interesten.

Het totale bedrag, in hoofdsom, dat in het kader van een of meerdere leningen uitgeleend wordt, bedraagt ten hoogste 125.000 euro per kredietgever.

Het totale bedrag, in hoofdsom, dat in het kader van een of meerdere leningen aan een kredietnemer uitgeleend wordt, bedraagt ten hoogste 250.000 euro per kredietnemer.

De interesten die de kredietnemer verschuldigd is, worden betaald op de overeengekomen vervaldagen in voorkomend geval volgens het afschrijvingsschema. Die rentevoet mag niet hoger zijn dan de wettelijke rentevoet die van kracht is op de datum waarop de lening gesloten wordt, en mag niet lager zijn dan de helft van dezelfde wettelijke rentevoet. § 2. Overeenkomstig de door de Regering vastgestelde modaliteiten kan de kredietgever op eerste verzoek de lening vervroegd opeisbaar stellen in de volgende gevallen : 1° in geval van inleiding van de faillissementsprocedure, gerechtelijke reorganisatie, kennelijk onvermogen, of vrijwillige of gedwongen ontbinding of vereffening van de kredietnemer;2° als de kredietnemer een zelfstandige is, in geval hij zijn activiteit vrijwillig stopzet of overdraagt, tenzij het gaat om de overdracht van deze activiteit ten gunste van een bestaande of op te richten vennootschap waarvan de kredietnemer, alleen of samen met zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner of hun kinderen, de controle heeft in de zin van artikel 1: 14, § 2, 1°, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;3° als de kredietnemer een rechtspersoon is, ingeval die rechtspersoon onder voorlopig bewindvoerder geplaatst wordt;4° in geval van gehele of gedeeltelijke niet-betaling van een verschuldigde aflossing van de hoofdsom of van de interesten, gedurende meer dan drie maanden na de genoemde vervaldag;5° in geval van automatische beëindiging van de overeenkomst als gevolg van het niet naleven door de kredietnemer van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Als de kredietnemer een zelfstandige is, kan de kredietgever, in geval van overlijden van de kredietnemer, de lening op eerste verzoek vervroegd opeisbaar stellen bij de wettelijke erfgenamen van de kredietnemer.".

Art. 4.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt: 1° in paragraaf 2, vierde lid, worden de woorden "en het directoraat-generaal" opgeheven; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : " § 3. Wanneer één van de voorwaarden bepaald in de artikelen 3 en 4, § 1, van dit decreet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, niet meer vervuld wordt of wanneer de lening vervroegd is afgelost overeenkomstig artikel 4, § 1, derde lid, stelt de kredietgever de in § 2, eerste lid, bedoelde instantie in kennis daarvan volgens modaliteiten bepaald door de Regering binnen drie maanden na het voorkomen van het evenement dat aan de basis ligt van de niet-naleving van de voorwaarde of van de vervroegde terugbetaling door de kredietnemer."; 3° in paragraaf 4 wordt het tweede lid opgeheven;4° in paragraaf 5 worden de woorden "en automatische beëindiging" ingevoegd tussen de woorden "de procedure voor de registratie" en de woorden "van de lening".

Art. 5.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 6.De kredietnemer gebruikt de in het kader van de lening geleende of ter beschikking gestelde geldmiddelen uitsluitend voor ondernemingsdoeleinden.

De kredietnemer zal de geleende geldmiddelen niet inbrengen of uitlenen aan een bestaande of op te richten rechtspersoon waarvan hijzelf, zijn echtgenoot/ote of wettelijk samenwonende partner, rechtstreeks of onrechtstreeks, via een andere rechtspersoon die hij controleert in de zin van artikel 1 : 14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, oprichter, lid, vennoot of aandeelhouder is.

De kredietnemer mag niet benoemd zijn of optreden als orgaan of lid van het orgaan belast met het dagelijks bestuur of beheer, als vereffenaar, of als houder van een vergelijkbaar mandaat binnen die rechtspersoon en mag ook niet optreden als vaste vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon die wordt benoemd of zelf handelt als orgaan of lid van het orgaan belast met het dagelijks bestuur of het beheer van vereffenaar of een gelijkaardige functie.

De leden 2 en 3 zijn niet van toepassing op de zelfstandige kredietnemer indien de inbreng of de lening wordt gedaan ter gelegenheid van de overdracht van zijn hoofdactiviteit ten gunste van een bestaande of op te richten vennootschap waarvan de kredietnemer, alleen of samen met zijn echtgenoot/ote of wettelijk samenwonende partner of hun kinderen, de controle heeft in de zin van artikel 1: 14, § 2, 1°, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

De kredietnemer gebruikt niet de geleende geldmiddelen voor een verdeling van dividenden of voor de aankoop van acties of aandelen, noch voor het toestaan van een lening.".

Art. 6.In artikel 7, § 1, van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De toekenning en de handhaving van het belastingkrediet zoals bedoeld in Hoofdstuk VI is ondergeschikt aan de voorwaarde dat de kredietgever de bewijsstukken waaruit blijkt dat hij één of meerdere lopende leningen had, ter beschikking houdt van de federale belastingadministratie voor elke periode waarvoor hij het voordeel van het belastingkrediet wil eisen.

Art. 7.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 8.§ 1. Een belastingkrediet wordt toegekend aan de kredietgever onderworpen aan de personenbelasting of aan de belasting van de niet-inwoners, zoals gelokaliseerd in het Waalse Gewest overeenkomstig artikel 5/1, § 2, en 54/2 van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en artikel 248/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. § 2. Het belastingkrediet wordt berekend op basis van de uitgeleende bedragen die verschuldigd zijn in het kader van één of meerdere geregistreerde leningen. § 3. Het rekenkundig gemiddelde van alle bedragen, in hoofdsom, die in het kader van één of meerder geregistreerde leningen op 1 januari en 31 december van het belastbare tijdperk zijn uitgeleend, wordt als berekeningsgrondslag van het in § 1 bedoelde belastingkrediet genomen.

De berekeningsgrondslag bedraagt maximum 125.000 euro per kredietnemer met dien verstande dat de som van de leningen, voor het betrokken belastbare tijdperk niet hoger is dan 125.000 euro. § 4. Het in § 1 bedoelde belastingkrediet is vier procent van de in § 3 bedoelde grondslag in de loop van de vier eerste belastbare tijdperken vanaf het tijdperk waarin de lening is gesloten.

Het belastingkrediet is 2,5 % tijdens de eventuele volgende belastbare tijdperken. § 5. Het in § 1 bedoelde belastingkrediet wordt toegestaan voor de looptijd van de geregistreerde lening, te beginnen met het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de lening werd gesloten.

Het fiscale voordeel wordt ontzegd voor het belastbare tijdperk waarin de in de artikelen 3, 4 en 6 bedoelde voorwaarden niet meer vervuld worden of waarvoor de in artikel 7 bedoelde bewijzen ontbreken, niet conform zijn, of onvolledig zijn. Er is geen mogelijkheid tot overdracht van het geweigerde fiscale voordeel, dat gederfd wordt, naar volgende aanslagjaren.

Het fiscale voordeel vervalt vanaf het volgende aanslagjaar dat verbonden is met het belastbare tijdperk : 1° waarin de kredietgever overleden is;2° waarin de lening vervroegd is terugbetaald overeenkomstig artikel 4, § 1, derde lid; 3° waarin de lening vervroegd opeisbaar is gesteld overeenkomstig artikel 4, § 2.".

Art. 8.In hoofdstuk VI van hetzelfde decreet wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 8/1.§ 1. Onverminderd artikel 8 komt de kredietgever onder de volgende cumulatieve voorwaarden in aanmerking voor één belastingkrediet : 1° uiterlijk zes maanden na de contractuele vervaldag van de lening bevindt de kredietnemer zich in een van de situaties bedoeld in artikel 4, § 2, 1°;2° de kredietnemer kan de lening in hoofdsom niet volledig of gedeeltelijk terugbetalen;3° de kredietgever is onderworpen aan de personenbelasting of aan de belasting van de niet-inwoners, zoals gelokaliseerd in het Waalse Gewest overeenkomstig artikel 5/1, § 2, en 54/2 van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en artikel 248/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;4° de kredietgever heeft de lening opeisbaar gesteld overeenkomstig artikel 4, § 2. § 2. Het eenmalige belastingkrediet wordt toegekend voor het aanslagjaar waarin het definitieve karakter van de niet-terugbetaling van de gehele of een deel van de hoofdsom van de lening wordt vastgesteld. Deze hoofdsom van de lening, waarvoor het definitieve karakter van de niet-terugbetaling is vastgesteld, wordt als basis genomen als berekeningsgrondslag van het eenmalige belastingkrediet.

De Regering bepaalt de wijze waarop het definitieve karakter van de niet-terugbetaling van de hoofdsom van de lening of een deel daarvan in de in artikel 4, § 2, eerste lid, bedoelde gevallen kan worden aangetoond. § 3. De in § 2 bedoelde berekeningsgrondslag bedraagt maximum 125.000 euro. § 4. Het belastingkrediet is dertig procent van de in § 2 bedoelde grondslag. § 5. In geval van overlijden van de kredietgever vóór de in artikel 1, § 1°, bedoelde vervaldag, wordt het voordeel van het eenmalige belastingkrediet overgedragen aan zijn rechthebbenden en rechtsopvolgers. In dat geval zijn de bepalingen van dit artikel op hen van toepassing, zo nodig in verhouding tot de rechten die zij uit hoofde van de lening ontvangen.".

Art. 9.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2021. De Regering kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.

Art. 10.Dit besluit is van toepassing op leningen waarvan de datum van afsluiting samenvalt met of volgt op de in artikel 9 vastgestelde datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Opgemaakt te Namen op 17 december 2020.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, J.-L. CRUCKE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2020-2021. Stukken van het Waals Parlement, 364 (2020-2021) Nrs. 1 tot 5.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 16 december 2020.

Bespreking.

Stemming.

^