Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 juli 2000
gepubliceerd op 01 september 2000

Decreet houdende de oprichting van een Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035848
pub.
01/09/2000
prom.
17/07/2000
ELI
eli/decreet/2000/07/17/2000035848/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2000. - Decreet houdende de oprichting van een Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling en oprichting

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder wetenschappelijk en technologisch aspectenonderzoek (WTA) : het geheel van activiteiten en alle daarbij gebruikte methoden om zo vroeg mogelijk de verschillende aspecten en gevolgen van een wetenschappelijke en technologische ontwikkeling, liefst in hun onderlinge samenhang, te bestuderen in het licht van de maatschappelijke inpasbaarheid ervan.

Art. 3.Er bestaat bij het Vlaams Parlement een Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek, hierna het Instituut te noemen. Het Instituut bestaat uit een Raad van Bestuur en een Wetenschappelijk Secretariaat. HOOFDSTUK II. - Opdrachten

Art. 4.De Raad van Bestuur heeft volgende algemene opdrachten : 1° korte voorbereidende evaluaties laten uitvoeren door het Wetenschappelijk Secretariaat;2° langere, meer omvattende evaluaties en/of aanvragen tot advies uitbesteden aan nationale of internationale experts.Over elke uitbesteding of aanvraag tot advies wordt beslist op basis van een aanbesteding met uitsluiting van belangenvermenging; 3° aan de hand van deze evaluaties, op gepaste wijze en schaal, een maatschappelijk debat organiseren;4° aanbevelingen ten behoeve van het Vlaams Parlement formuleren op basis van bovengenoemde evaluaties en het eventueel hierbij aansluitende maatschappelijke debat;5° contacten onderhouden met regionale, nationale en internationale organisaties, betrokken bij wetenschappelijke en technologische keuzes;6° jaarlijks een analyse van de behoeften aan onderzoek en ontwikkeling opstellen.

Art. 5.§ 1. Binnen zijn algemene opdrachten kan het Instituut, op eigen initiatief of in opdracht van het Vlaams Parlement, specifieke opdrachten vervullen. § 2. De specifieke opdrachten vanwege het Vlaams Parlement worden geformuleerd op de door het Reglement van het Vlaams Parlement bepaalde wijze.

Voor de specifieke opdrachten op eigen initiatief stelt het Wetenschappelijk Secretariaat een jaarlijks werkplan op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur. HOOFDSTUK III. - Samenstelling

Art. 6.De Raad van Bestuur bestaat uit 16 leden, de helft Vlaamse volksvertegenwoordigers en de andere helft personaliteiten uit de Vlaamse wetenschappelijke en technologische wereld.

Art. 7.Het Vlaams Parlement wijst de Vlaamse volksvertegenwoordigers aan die deel uitmaken van de Raad van Bestuur, derwijze dat elke erkende politieke fractie is vertegenwoordigd.

Het mandaat van de aangeduide Vlaamse volksvertegenwoordigers verstrijkt bij de installatie van het Parlement na vernieuwing.

Art. 8.§ 1. Het Vlaams Parlement benoemt de personaliteiten uit de wetenschappelijke en technologische wereld op basis van een dubbele lijst.

De lijst wordt zodanig opgesteld dat de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, de Milieu- en Natuurraad voor Vlaanderen en de Vlaamse Gezondheidsraad elk een kwart van de leden voordragen. § 2. De groep van personaliteiten uit de wetenschappelijke en technologische wereld wordt multidisciplinair samengesteld. Hun mandaat loopt voor een periode van vijf jaar en is éénmaal hernieuwbaar. HOOFDSTUK IV. - Organisatie

Art. 9.De Raad van Bestuur benoemt een voorzitter onder de leden, vermeld in artikel 7, en twee ondervoorzitters, de ene onder de leden, vermeld in artikel 7, de andere onder de leden, vermeld in artikel 8.

Art. 10.De mandaten van de leden, vermeld in artikel 7, zijn onbezoldigd. Er wordt voorzien in een onkostenvergoeding voor de leden, vermeld in artikel 8. HOOFDSTUK V. - De directeur en het Wetenschappelijk Secretariaat

Art. 11.§ 1. De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door het Wetenschappelijk Secretariaat, dat multidisciplinair is samengesteld en onder leiding staat van een directeur.

De directeur is belast met het dagelijks beheer en regelt de samenwerking tussen de Raad van Bestuur en het Wetenschappelijk Secretariaat, voorzover dat niet in het huishoudelijk reglement bepaald is. § 2. De directeur wordt na een openbare oproep tot kandidaatstelling benoemd door het Vlaams Parlement voor een periode van 5 jaar. Het mandaat kan éénmaal voor eenzelfde periode verlengd worden. § 3. Om tot directeur te kunnen worden benoemd, moet de kandidaat aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° van onberispelijk gedrag zijn en de burgerlijke en politieke rechten genieten;2° houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot een ambt van niveau A bij de diensten van het Vlaams Parlement;3° ten minste vijf jaar nuttige beroepservaring hebben;4° slagen voor de vergelijkende selectieproeven die door of in opdracht van het Vlaams Parlement worden georganiseerd.

Art. 12.De personeelsleden van het Wetenschappelijk Secretariaat vervullen hun opdracht onder leiding van de directeur. De personeelsformatie van het Wetenschappelijk Secretariaat wordt door het Vlaams Parlement vastgesteld op voorstel van de Raad van Bestuur.

De Raad van Bestuur bepaalt de aanwervingsvoorwaarden van het personeel van het Wetenschappelijk Secretariaat, legt de onverenigbaarheden vast en werft het personeel contractueel aan.

Art. 13.Om zijn opdrachten uit te oefenen heeft het Instituut het recht om officiële documenten en rapporten op te vragen met betrekking tot zijn opdrachten.

Het Instituut kan een beroep doen op ad-hoccommissies van experts.

Art. 14.De directeur brengt ten minste éénmaal per jaar vóór 30 juni schriftelijk verslag uit bij het Vlaams Parlement over de werkzaamheden van het Instituut. Dat verslag bevat de aanbevelingen die het Instituut nuttig acht.

Het verslag van het Instituut wordt door het Vlaams Parlement openbaar gemaakt.

Art. 15.De directeur kan al dan niet op eigen verzoek te allen tijde door het Vlaams Parlement worden gehoord. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen

Art. 16.Het Vlaams Parlement stelt jaarlijks op voorstel van het Instituut de kredieten vast die nodig zijn voor de werking van de Raad van Bestuur en het Wetenschappelijk Secretariaat.

Art. 17.De Raad van Bestuur stelt een huishoudelijk reglement op voor zijn werking en voor de werking van het Wetenschappelijk Secretariaat en voor de samenwerking tussen beiden.

Dat reglement wordt aan het Vlaams Parlement ter goedkeuring voorgelegd. Het goedgekeurde reglement wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 18.Vijf jaar na de eerste volledige samenstelling van de Raad van Bestuur, wordt de werking ervan door het Vlaams Parlement geëvalueerd.

Art. 19.Dit decreet treedt in werking drie maanden na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 juli 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN _______ Nota (1) Zitting 1999-2000. Stukken. - Voorstel van decreet, 109 - Nr. 1 + Erratum. - Amendementen, 109 - Nr. 2. - Verslag, 109 - Nr. 3. - Amendementen, 109 - Nrs. 4 en 5. - Tekst aangenomen door de Plenaire Vergadering, 109 - Nr. 6.

Handelingen - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 juli 2000.

^