Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 juli 2013
gepubliceerd op 21 augustus 2013

Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2013029484
pub.
21/08/2013
prom.
17/07/2013
ELI
eli/decreet/2013/07/17/2013029484/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2013. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2011 pub. 09/12/2011 numac 2011029587 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie sluiten betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In artikel 1 van het decreet van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2011 pub. 09/12/2011 numac 2011029587 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie sluiten betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie wordt het punt 6° aangevuld met hetgeen volgt : « Wat betreft de subsidies bedoeld bij afdeling II van hoofdstuk II van titel VI, wordt gelijkgesteld met een lange film het audiovisueel werk bestemd voor de kinderen van minder dan tien jaar bij voorrang bestemd voor de verspreiding in bioscoopzalen en waarvan de duur minimum dertig minuten bedraagt ».

Art. 2.Het eerste lid van artikel 5 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : « Het Centre du Cinéma et de l'Audiovisuel is een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie in de zin van artikel 2, 5° van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. ».

Art. 3.In het tweede lid van artikel 8 van hetzelfde decreet wordt het vierde streepje aangevuld met hetgeen volgt : « en waarvan de beeldopnames afgelopen zijn ».

Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « in het kader ofwel van de Europese overeenkomst inzake de coproductie op het gebied van de film, ofwel » vervangen door de woorden « overeenkomstig de regels van de Europese overeenkomst inzake de coproductie op het gebied van de film, of »;2° in het tweede lid worden de woorden « in het kader ofwel van de Europese overeenkomst inzake de coproductie op het gebied van de film, ofwel » vervangen door de woorden « in het kader van de Europese overeenkomst inzake de coproductie op het gebied van de film, of ».

Art. 5.In hoofdstuk I van Titel IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 14/1 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 14/1.De steun wordt aan een natuurlijk of rechtspersoon toegekend die deze aanvraagt.

In afwijking van het eerste lid kan de begunstigde van de steun, na advies van de Filmselectiecommissie en mits de voorafgaande instemming van de Minister bevoegd voor de Audiovisuele Sector, de volledigheid of een deel van het bedrag afstaan van de toegekende steun aan een andere natuurlijk of rechtspersoon die aan de voorwaarden vereist om een aanvraag om hulp in te kunnen dienen, voldoet. ».

Art. 6.In de artikelen 15 en 18 van hetzelfde decreet worden de woorden « het bedrag » telkens vervangen door de woorden « de minimum- en maximumbedragen ».

Art. 7.In de eerste zin van de eerste en tweede streepjes van artikel 16 van hetzelfde decreet, worden de woorden « of onderdaan van een lidstaat van de Europese economische ruimte. » telkens vervangen door de woorden « of onderdaan van een lidstaat van de Europese economische ruimte die aan de voorwaarden bepaald door de Regering voldoet. ».

Art. 8.In artikel 22 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid aangevuld met de woorden « in functie van de culturele, artistieke en technische criteria van het audiovisuele werk bepaald door de Regering ».

Art. 9.In artikel 24 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° wordt vervangen door hetgeen volgt : « 1° de aanvraag om productiesteun moet worden ingediend door een producent van audiovisuele werken die samengesteld wordt in de vorm van een handelsvennootschap opgenomen in de opsomming bij artikel 2, § 2 van het wetboek van vennootschappen voor de aanvragen betreffende langspeelfilms, televisiereeksen en unitaire televisiefictiewerken.In afwijking van het vorige lid kan de aanvraag om steun aan de experimentele werken ook worden ingediend door een producent van audiovisuele werken of door een natuurlijk persoon van Belgische nationaliteit of een onderdaan van een lidstaat van de Europese economische ruimte. De onderdanen van een Staat die geen lid zijn van de Europese economische ruimte en de staatlozen die de hoedanigheid van resident in België hebben, worden gelijkgesteld met de onderdanen van een lidstaat van de Europese economische ruimte; »; 2° het punt 3° a) wordt vervangen door hetgeen volgt : « 3° a) voor de productiesteun die vóór het begin van de beeldopnames wordt verleend en voor de productiesteun die na het begin van de beeldopnames wordt verleend aan de korte fictiefilms, moet een financieringsdrempel worden vastgesteld voordat de steunaanvraag wordt ingediend.De Regering stelt die drempel vast naar gelang van het type audiovisueel werk en naar gelang van de culturele, artistieke en technische criteria van het project dat door de aanvrager wordt voorgelegd; ».

Art. 10.In artikel 25 van hetzelfde decreet wordt het punt 1° vervangen door hetgeen volgt : « 1° de culturele, artistieke en technische criteria van het project; ».

Art. 11.Artikel 27 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 27.Het bedrag van de steun tot de ontwikkeling wordt afgetrokken van het bedrag van de productiesteun vòòr het begin van de beeldopnames voor hetzelfde audiovisuele werk op basis van dit decreet. ».

Art. 12.In hetzelfde decreet wordt het opschrift van Titel V vervangen door hetgeen volgt : « Titel V - Steun voor de promotie ».

Art. 13.In artikel 28 van hetzelfde decreet, worden de woorden « en de verspreiding » afgeschaft.

Art. 14.Artikel 29 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 29.Om in aanmerking te komen voor de steun verleend overeenkomstig deze titel, moet het audiovisuele werk aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° ofwel een productiesteun gekregen hebben zoals bedoeld in hoofdstuk IV van titel IV;2° ofwel moet de originele versie in het Frans opgesteld zijn, behalve als de Regering een afwijking toestaat op grond van de volgende criteria : a) het culturele belang van het project voor de Franse Gemeenschap;b) de specifieke kenmerken van het scenario.».

Art. 15.Artikel 30 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 30.De Regering bepaalt : 1° het maximumbedrag (de maximumbedragen) dat kan/die kunnen worden toegekend voor elke promotiesteun naar gelang van het type audiovisueel werk;2° de vermeldingen van de Franse Gemeenschap op elk document voor de promotie van de ondersteunde audiovisuele werken.».

Art. 16.In hoofdstuk I van Titel V van hetzelfde decreet wordt een artikel 30/1 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 30/1.Voor eenzelfde audiovisueel werk kunnen de steunverleningen bedoeld bij de hoofdstukken II en III niet gecumuleerd worden.

Met uitzondering van de steun voor de promotie bedoeld bij artikel 39, § 2, moet het type audiovisueel werk waarvoor een aanvraag om steun voor promotie ingediend wordt overeenkomstig deze titel identiek zijn met dat waarvoor het audiovisueel werk een steun voor de productie heeft gekregen zoals bedoeld bij hoofdstuk IV van titel IV. ».

Art. 17.In artikel 36 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door hetgeen volgt : « Het bedrag van de steun voor de promotie wordt bepaald, naargelang het type audiovisueel werk, in functie van de culturele, artistieke en technische criteria van het project bepaald door de Regering.»; 2° er wordt een lid, luidend als volgt, ingevoegd tussen het tweede en het derde lid : « De Regering bepaalt de voorwaarden voor de toekenning van een voorschot op de steun voor de promotie en het bedrag van dit voorschot.».

Art. 18.Artikel 39 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 39.§ 1. Er bestaan drie types steun tot de promotie : de steun voor de promotie « naar de professionelen toe », de steun voor de promotie « naar het grote publiek toe » en de steun voor de promotie « via de raadpleging van specialisten ».

De steun voor de promotie naar het grote publiek toe wordt onderverdeeld in twee categorieën : de steun voor de promotie « naar het grote publiek toe voor audiovisuele werken met hoog potentieel »; de steun voor de promotie « naar het grote publiek toe voor audiovisuele werken met klassiek potentieel ». § 2. Om de steun voor de promotie « naar het grote publiek toe » te kunnen genieten, moet het audiovisuele werk, tijdens de eerste week van exploitatie, - een minimaal aantal keren vertoond worden in bioscoopzalen op het Franse taalgebied en op het tweetalig gebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, met een minimaal aantal vertoningen. De Regering bepaalt genoemd aantal. § 3. De steun voor de promotie « via de raadpleging van specialisten » wordt voor de dekking van de raadgevende diensten door specialisten in de promotie, het op het markt brengen en de marketing van de audiovisuele werken, bestemd. § 4. Eenzelfde audiovisueel werk kan deze drie types steun genieten. ».

Art. 19.Artikel 40 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 40.§ 1. De aanvraag om steun voor de promotie bevat de volgende elementen : 1° het plan voor de promotie van het audiovisuele werk;2° de begroting voor de promotie van het audiovisuele werk;3° een kopie van het audiovisuele werk, als het bereid is, op DVD. § 2. Naast de elementen opgesomd bij § 1, bevat de aanvraag om steun voor de promotie « naar het grote publiek toe » het vertoningsplan van het audiovisuele werk dat verplicht de volgende elementen omvat : 1° het geplande tijdsschema van de bioscoopvertoningen van het audiovisuele werk;2° het aantal vertoningen tijdens de eerste exploitatieweek;3° de eerste publieke vertoning van het audiovisuele werk. § 3. Naast de elementen opgesomd bij § 1, bevat de aanvraag om hulp « via de raadpleging van specialisten » de naam van de gekozen persoon en de verantwoording van deze keuze. ».

Art. 20.In artikel 43 van hetzelfde decreet, wordt het eerste lid vervangen door hetgeen volgt : De Regering bepaalt het bedrag van de steun voor de promotie volgens de culturele, artistieke en technische criteria van het audiovisuele werk. ».

Art. 21.In hetzelfde decreet wordt een titel V/I ingevoegd, die de artikelen 44/1 tot 60 omvat en die het opschrift heeft « Titel V/I - Premies voor de herinvestering van audiovisuele werken ».

Art. 22.In titel V/I van hetzelfde decreet, ingevoegd bij artikel 21, wordt een hoofdstuk I ingevoegd dat de artikelen 44/1 tot 44/3 bevat en dat het opschrift heeft « Hoofdstuk I - Algemene bepalingen. ».

Art. 23.In Titel V/I, hoofdstuk I van hetzelfde decreet, ingevoegd bij artikel 21, wordt een artikel 44/1 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 44/1.De Regering kan premies voor de herinvestering toekennen aan de producenten, regisseurs, scenaristen en verdelers van audiovisuele werken. ».

Art. 24.In Titel V/I, hoofdstuk I van hetzelfde decreet, ingevoegd bij artikel 21, wordt een artikel 44/2 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 44/2.Om de steun toegekend overeenkomstig deze titel te kunnen genieten, moet het audiovisuele werk gecumuleerd aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° de originele versie moet in het Frans zijn, behoudens mogelijke afwijking verleend door de Regering, op basis van de volgende criteria : a) het culturele belang van het project voor de Franse Gemeenschap;b) de specifieke kenmerken van het scenario.2° a) ofwel gecoproduceerd zijn overeenkomstig de regels van de Europese Overeenkomst inzake filmcoproductie of een bilateraal internationaal akkoord voor de coproductie van audiovisuele werken dat de Franse Gemeenschap verbindt;b) ofwel, als het audiovisuele werk niet gecoproduceerd werd overeenkomstig de regels van de Europese Overeenkomst inzake filmcoproductie of van een bilateraal internationaal akkoord voor de coproductie van audiovisuele werken dat de Franse Gemeenschap verbindt, moet het minstens aan drie van de criteria opgenomen bij artikel 9, tweede lid, voldoen. In afwijking van het vorige lid wordt geacht aan de voorwarden bedoeld bij het eerste lid te voldoen het audiovisuele werk dat een steun voor de promotie zoals bedoeld bij hoofdstuk IV van titel IV toegekend kreeg. ».

Art. 25.In Titel V/I, hoofdstuk I van hetzelfde decreet, ingevoegd bij artikel 21, wordt een artikel 44/3 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 44/3.De Regering bepaalt : 1° het maximumbedrag (de maximumbedragen) die voor iedere premie voor de herinvestering toegekend kan (kunnen) worden in functie van het type audiovisueel werk;2° de exploitatiedrager van de audiovisuele werken die een premie voor de herinvestering genieten, in functie van het type audiovisueel werk;3° het formuliermodel dat ingediend dient te worden voor het nazicht van de inachtneming van de voorwaarden bedoeld bij artikel 44/2 en de termijn voor de indiening van dit formulier.».

Art. 26.In Titel V/I van hetzelfde decreet, ingevoegd bij artikel 21, wordt het hoofdstuk IV vervangen door een hoofdstuk II, dat de artikelen 45 tot 52 bevat, met het opschrift « Hoofdstuk II - Premies voor de herinvestering van lange films. ».

Art. 27.Artikel 47, eerste lid, 2° van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : « 2° een verklaring hebben ingediend dat het audiovisuele werk waarvoor de premie wordt aangevraagd, in de maak is, ten laatste dertig dagen na het begin van de beeldopnames.

Deze verklaring vermeldt het genre van de lange film, zijn vermoedelijke lengte, zijn scenario, zijn bestek alsook de datum van het begin van de beeldopnames. Die verklaring is niet vereist voor de audiovisuele werken die in het kader van hoofdstuk IV van titel IV worden ondersteund; ».

Art. 28.Artikel 51 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 51.De herinvesteringspremie voor lange films wordt toegekend : 1° aan de producent van audiovisuele werken, in de vorm van een trekkingsrecht dat wordt uitgeoefend als herinvestering op de creatie van een nieuw audiovisueel kunst- en essaywerk zoals bedoeld bij artikel 1, 8° dat aan de voorwaarden voldoet bedoeld bij artikel 44/2 en dat de door de Regering vastgestelde artistieke en technische kenmerken in acht neemt.Die herinvestering moet geschieden binnen drie jaar na de toekenning van de steun; 2° aan de verdeler van audiovisuele werken, in de vorm van een trekkingsrecht dat wordt uitgeoefend als herinvestering op de verdeling van een nieuw audiovisueel kunst- en essaywerk zoals bedoeld bij artikel 1, 8° dat aan de voorwaarden voldoet bedoeld bij artikel 44/2 en dat de door de Regering vastgestelde artistieke en technische kenmerken in acht neemt, en op voorwaarde dat het ontvangen bedrag met vijftig procent wordt vermeerderd door een eigen bijdrage van de verdeler.Die herinvestering moet worden verricht binnen drie jaar volgend op de toekenning van de steun. ».

Art. 29.In Titel V/I van hetzelfde decreet, ingevoegd door artikel 21, wordt het hoofdstuk V vervangen door een hoofdstuk III dat de artikelen 53 tot 60 omvat, met het opschrift « Hoofdstuk III - Premies voor de herinvestering van korte films. ».

Art. 30.In artikel 55 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste paragraaf, het punt 2° wordt vervangen door hetgeen volgt : « 2°.een verklaring hebben ingediend dat het audiovisuele werk waarvoor de premie wordt aangevraagd, in de maak is, ten laatste dertig dagen na het begin van de beeldopnames.

Deze verklaring vermeldt het genre van de korte film, zijn vermoedelijke lengte, zijn scenario, zijn bestek alsook de datum van het begin van de beeldopnames. Die verklaring is niet vereist voor de audiovisuele werken die in het kader van hoofdstuk IV van titel IV worden ondersteund; ». 2° bij paragraaf één, 3°, c), worden de woorden « geselecteerd zijn in een minimumaantal festivals waarvan de lijst door de Regering wordt vastgesteld » vervangen door de woorden « geselecteerd zijn in een minimumaantal festivals volgens de regels bepaald door de Regering ».

Art. 31.In artikel 59 van hetzelfde decreet worden de woorden « een nieuw audiovisueel werk dat wordt erkend overeenkomstig artikel 29 » vervangen door de woorden « een nieuw audiovisueel kunst- en essaywerk zoals bedoeld bij artikel 1, 8° dat aan de voorwaarden voldoet bepaald bij artikel 44/2 ».

Art. 32.In artikel 62 van hetzelfde decreet, wordt het tweede lid, 3° aangevuld met de volgende woorden : « of technisch onderwijs van het beeld ».

Art. 33.In de artikelen 65 en 89 van hetzelfde decreet worden de woorden « twee jaar » vervangen door de woorden « de twee jaren vòòr de indiening van de aanvraag ».

Art. 34.De artikelen 66, § 1, 3°, 69, 2°, 81, 3°, 84, 2°, 90, 3°, 93, 2°, 98, 3° en 101, 2° van hetzelfde decreet worden telkens aangevuld met dezelfde zin : « . Indien de operator meerdere activiteitenpolen ontwikkelt, moet hij ook de lijst indienen van de ontvangsten en de uitgaven met betrekking tot de activiteiten bedoeld bij dit hoofdstuk ».

Art. 35.In artikel 68, § 2, 1° van hetzelfde decreet wordt de volgende zin afgeschaft : « b)b het totale deel van de middelen bestemd voor de werking van het atelier en van deze die bestemd zijn voor de productie van werken; ».

Art. 36.Artikel 75 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 75.De aanvraag om steun bevat de volgende gegevens : 1° de lijst van alle nieuwe audiovisuele werken die gedurende het voorafgaande jaar werden verdeeld;2° voor elk audiovisueel werk : a) de titel;b) de naam van de regisseur;c) het maximumaantal copies die in België worden geëxploiteerd;d) de zalen waarin het audiovisuele werk werd geëxploiteerd;e) het aantal toegangskaarten die in België werden verkocht tot 1 maart van het jaar volgend op de eerste vertoning van het audiovisuele werk;f) de box-Office;g) de taal (talen) van de ondertitels en/of dubbing;h) de lijst van de uitgaven in verband met de eerste vertoning, opgesteld na deze;3° de statuten van de maatschappij;4° de lijst van de aanverwante activiteiten;5° de balansen en rekeningen van het verlopen begrotingsjaar, opgesteld overeenkomstig de boekhoudkundige wetten en reglementen die gelden.Indien de operator meerdere activiteitenpolen ontwikkelt, moet hij ook de lijst indienen van de ontvangsten en de uitgaven met betrekking tot de activiteiten bedoeld bij dit hoofdstuk; 6° een presentatie van de operator;7° de verantwoording van de aanvraag om subsidie.».

Art. 37.In artikel 76 van hetzelfde decreet wordt het punt 7° vervangen door hetgeen volgt : « 7° de taal (talen) van de ondertiteling en/of dubbing ».

Art. 38.In artikel 80 van hetzelfde decreet worden de woorden « drie jaar » vervangen door de woorden « de drie jaren vóór de indiening van de aanvraag ».

Art. 39.In de artikelen 75, 81, 90 en 98 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de vermelding « § 1 » wordt telkens geschrapt;2° de paragraaf 2 wordt telkens opgeheven.

Art. 40.In de artikelen 83, § 2, 1° en 92, § 2, 1° van hetzelfde decreet wordt de volgende zin telkens vervangen : « b) het totale deel van de lasten bestemd voor de werkingskosten en het deel bestemd voor de activiteiten; ».

Art. 41.In artikel 100, 5° van hetzelfde decreet wordt de volgende zin afgeschaft : « c) het totale deel van de lasten bestemd voor de werkingskosten en het deel bestemd voor de activiteiten; ».

Art. 42.Artikel 105 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een lid luidend als volgt : « 3° de aanvraag om steun moet betrekking hebben tot het deel van het inschrijvingsgeld dat niet ten laste wordt genomen door een ander organisme. ».

Art. 43.In artikel 108 van hetzelfde decreet worden de woorden « legt de begunstigde een verslag voor » vervangen door de woorden « legt de begunstigde, ten laatste drie maanden na het einde van de opleiding, een verslag voor ».

Art. 44.In artikel 2 van het Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006 tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector, gewijzigd bij het decreet van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2011 pub. 09/12/2011 numac 2011029587 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie sluiten betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie, wordt het tweede lid vervangen door hetgeen volgt : « Bij wijze van afwijking worden de leden van de Filmselectiecommissie voor een mandaat van drie jaar benoemd. Het mandaat van deze leden kan verlengd worden voor een maximale duur van drie jaar. Een termijn drie jaar is onontbeerlijk tussen twee mandaten. ».

Art. 45.In artikel 68quater, § 5, achtste streepje van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het decreet van 10 november 2001 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie, wordt de zin « een deskundige of een professionele die het bewijs levert van bekwaamheid of ervaring op het gebied van de technische vakken van de audiovisuele sector » vervangen door de zin « twee deskundigen of professionelen die het bewijs leveren van bekwaamheid of ervaring op het gebied van de technische vakken van de audiovisuele sector; ».

Art. 46.Artikel 68octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het decreet van 10 november 2001 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie, wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 68octies.De steuncommissie voor de audiovisuele dienstenaanbieders is samengesteld uit achttien stemgerechtigde werkende leden die door de Regering worden benoemd en die verdeeld worden als volgt : 1° vier professionelen die het bewijs leveren van bekwaamheid of ervaring op het gebied van de filmsector en de audiovisuele sector; - een professionele die het bewijs van ervaring levert op het gebied van productie; - een professionele die het bewijs levert van ervaring op het gebied van regisseren; - een professionele die het bewijs levert van ervaring op het gebied van de opvoeding tot de media; - een professionele die het bewijs levert van ervaring op het gebied van de sociaal-culturele animatie en de permanente opvoeding; 2° één deskundige die het bewijs levert van bekwaamheid of ervaring op het gebied van de filmpers;3° twee deskundigen die het bewijs leveren van bekwaamheid of ervaring van minstens drie jaar op het gebied van de filmsector en de audiovisuele sector;4° zeven vertegenwoordigers van erkende gebruikersorganisaties;5° vier vertegenwoordigers van ideologische en filosofische strekkingen.».

Art. 47.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 juli 2013.

De Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.- M. SCHYNS _______ Nota (1) Zitting 2012-2013 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 518-1. - Verslag, nr. 518-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 17 juli 2013.

^