Etaamb.openjustice.be
Decreet van 18 mei 2001
gepubliceerd op 19 juni 2001

Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, wat de sanering van sites betreft

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035646
pub.
19/06/2001
prom.
18/05/2001
ELI
eli/decreet/2001/05/18/2001035646/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 MEI 2001. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, wat de sanering van sites betreft (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, wat de sanering van sites betreft

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 2 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 1998, wordt een 7°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 7°bis Site : een verzameling van verontreinigde gronden en/of potentieel verontreinigde gronden, vastgesteld krachtens dit decreet. ».

Art. 3.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1995, van 20 december 1996 en 26 mei 1998, wordt een hoofdstuk VIIter, bestaande uit de artikelen 47ter tot 47septies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK VIIter. - Sites Afdeling 1. - Vaststelling. Identificatie. Register

Artikel 47ter.OVAM kan een site vaststellen op basis van bodemverontreiniging en/of potentiële bedemverontreiniging. Deze vaststelling wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Alle belanghebbenden kunnen binnen dertig dagen na de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad tegen deze vaststelling beroep aantekenen bij de Vlaamse regering, overeenkomstig artikel 23.

De Vlaamse regering kan een site vaststellen op basis van andere factoren dan bodemverontreiniging en/of potentiële bodemverontreiniging, na advies van OVAM inzake de bodemverontreiniging en/of potentiële bodemverontreiniging. Deze vaststelling kan vergezeld zijn van een potentiële nabestemming en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Voor elke site wordt een dossier aangelegd, waarin alle gegevens bedoeld bij artikel 4, § 2, worden opgenomen. De bepalingen van artikel 4, §§ 3 en 4, zijn van overeenkomstige toepassing op sites. Afdeling 2. - Gebruiksbeperkingen en voorzorgsmaatregelen

Artikel 47quater.De bepalingen van artikel 5 zijn van overeenkomstige toepassing op sites. Afdeling 3. - Plicht tot oriënterend bodemonderzoek

Artikel 47quinquies.§ 1. De vaststelling bedoeld bij artikel 47ter, eerste en tweede lid, heeft van rechtswege tot gevolg dat een oriënterend bodemonderzoek dient te worden uitgevoerd op de betrokken site. De bepalingen van artikel 3, §§ 4 tot en met 6, zijn van overeenkomstige toepassing op sites. § 2. Binnen de vervaltermijn van zestig dagen vanaf de bekendmaking van de vaststelling van de site in het Belgisch Staatsblad , kunnen alle belanghebbenden bij OVAM met een aangetekend schrijven een gemotiveerd verzoek indienen tot exoneratie van enige plicht tot oriënterend bodemonderzoek. § 3. OVAM doet uitspraak binnen zestig dagen na ontvangst van een verzoek. OVAM is daarbij niet gebonden door de grenzen van de grond die het voorwerp uitmaakt van het verzoek tot exoneratie, maar kan ook uitspraak doen, zowel over andere gronden behoren tot de site als over de gehele site. OVAM brengt haar beslissing bij aangetekend schrijven ter kennis van de exploitanten, eigenaars en alle personen die de feitelijke controle hebben over de bij de beslissing betrokken gronden.

Na de toekenning van de exoneratie, kan OVAM in geval van overdracht van een tot de site behorende grond, vrijstelling verlenen van de onderzoeksplicht bedoeld in artikel 37, § 1. § 4. Binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van OVAM bedoeld in § 3 kunnen alle belanghebbenden tegen deze beslissing beroep aantekenen bij de Vlaamse regering, overeenkomstig artikel 23. § 5. Indien OVAM binnen zes maanden na de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad geen verslag van oriënterend bodemonderzoek op de gehele site heeft ontvangen, kan OVAM de exploitanten, eigenaars en alle personen die de feitelijke controle hebben over de gronden van de betrokken site, met uitzondering van degenen die inmiddels in toepassing van § 3 een exoneratie hebben verkregen, aanmanen het oriënterend bodemonderzoek alsnog uit te voeren binnen een welbepaalde termijn.

Geven zij aan die aanmaning geen gevolg, zonder dat zij inmiddels definitief een exoneratie hebben verkregen, dan kan OVAM ambtshalve in hun plaats optreden. De artikelen 45, 46 en 47 zijn van overeenkomstige toepassing op de betrokken site. Afdeling 4. - Bodemsanering

Artikel 47sexies.De bepalingen van hoofdstuk III, hoofdstuk IV, hoofdstuk VII en hoofdstuk VIIbis zijn van overeenkomstige toepassing op de bodemsanering van sites. Afdeling 5. - Site versus grond

Artikel 47septies.§ 1. De toepassing van een site-aanpak heeft geen schorsend effect op de toepassing van dit decreet op een grond die er deel van uitmaakt, behoudens uitdrukkelijke andersluidende beslissing van OVAM. OVAM is bevoegd om met toepassing van het algemene beginsel van behoorlijk bestuur, zonodig een optimale coördinatie te garanderen. § 2. Iedere beslissing van de Vlaamse regering of van OVAM betreffende een site, geldt onverkort voor iedere van deze site deeluitmakende grond. Iedere beslissing van de Vlaamse regering of van OVAM betreffende een grond geldt, behoudens uitdrukkelijk andersluidende beslissing, uitsluitend voor deze grond. ».

Art. 4.In hoofdstuk VIII van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 1998, wordt een artikel 48ter ingevoegd, dat luidt als volgt : « artikel 48ter. Onverminderd de toepassing van artikel 48, kan de Vlaamse regering in verband met de toepassing van hoofdstuk VIIter alle schikkingen aannemen en overeenkomsten afsluiten. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 mei 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA _______ Nota (1) Zitting 2000-2001. Stukken. - Voorstel van decreet : 524, nr. 1.

Amendementen : 524, nr. 2.

Verslag : 524, nr. 3.

Amendementen : 524, nr. 4.

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 524, nr. 5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. - Vergaderingen van 25 april 2001.

^