Etaamb.openjustice.be
Decreet van 19 juni 2008
gepubliceerd op 08 augustus 2008

Decreet betreffende de coëxistentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten

bron
waalse overheidsdienst
numac
2008202805
pub.
08/08/2008
prom.
19/06/2008
ELI
eli/decreet/2008/06/19/2008202805/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JUNI 2008. - Decreet betreffende de coëxistentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Doel en begripsomschrijving

Artikel 1.Dit decreet stelt de nadere regels vast inzake coëxistentie tussen gangbare teelten, biologische teelten en genetisch gemodificeerde teelten, overeenkomstig artikel 26bis van Richtlijn 2001/18/EG waarbij de lidstaten van de Europese Unie ertoe gemachtigd worden om alle nodige maatregelen te nemen om onvoorziene sporen van genetisch gemodificeerde organismen in andere producten te voorkomen, zoals ingevoegd bij Richtlijn 2001/18/EG bij artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

Een eerst doel is de vrijheid van keuze van de producenten te bewaren voor een soort teelt en de vrijheid van keuze van de consumenten voor de producten die ze gebruiken.

Een tweede doel is het economisch verlies, dat zou kunnen voortkomen uit de onverwachte aanwezigheid van genetisch gemodificeerde planten in een gangbare teelt of een biologische teelt, te voorkomen, en, in voorkomend geval, te compenseren. Het gaat er meer in het algemeen om de gangbare teelten te beschermen, alsook de biologische teelten door de verspreiding van planten van genetisch gemodificeerde teelten te voorkomen en te beperken.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder : 1° genetisch gemodificeerde plant (GGP) : plant of deel daarvan met het vermogen tot replicatie of tot overdracht van genetisch materiaal en waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of natuurlijke recombinatie niet mogelijk is, overeenkomstig de definitie van een genetisch gemodificeerd organisme (GGO) van artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 21 februari 2005 tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten. De planten verkregen door mutagenese of door celfusie (met inbegrip van protoplastfusie) van plantencellen van organismen die, overeenkomstig bijlage I, b, van genoemd besluit, genetisch materiaal kunnen uitwisselen met behulp van traditionele kweekmethoden, worden niet beschouwd als genetisch gemodificeerd; 2° genetisch compatibele plant : een plant wordt genetisch verenigbaar met een genetisch gemodificeerde plant genoemd wanneer zij langs geslachtelijke weg in haar genoom genetisch materiaal kan opnemen van deze genetisch gemodificeerde plant;3° conventioneel gewas : gewas dat noch onder de definitie van een biologisch gewas noch onder die van een genetisch gemodificeerd gewas valt;4° genetisch gemodificeerd gewas : gewas van genetisch gemodificeerde planten dat wordt geplant op basis van als GGO aangemerkt pootmateriaal of wordt aangemerkt als GGO bevattend, overeenkomstig de geldende wetgeving;5° biologisch gewas : gewas waarvan de productie dient te worden voorzien van de aanduidingen met betrekking tot de biologische productiewijze, geproduceerd overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr.2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen; 6° genetische gebeurtenis : de combinatie van genen waarin de genetische modificatie van een genetisch gemodificeerde plant is vastgelegd;7° producent : elke natuurlijke of rechtspersoon die voor eigen rekening een gewas aanplant, ongeacht of hij de landbouwhandelingen, het vervoer en de bijbehorende opslagwerkzaamheden zelf uitvoert;8° naburige producent : elke producent die minstens één landbouwperceel uitbaat waarvan de grenzen zich uitstrekken vóór de isolatieafstand;9° verzoeker : elke producent van gangbare of biologische teelten die een aanvraag tot compensatie om economisch verlies indient;10° eenduidig identificatienummer : identificatienummer dat wordt toegekend aan de genetisch gemodificeerde organismen zoals bedoeld in artikel 3, punt 4, van Verordening (EG) nr.1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders en in de bijlage van Verordening (EG) nr. 65/2004 van 14 januari 2004 tot vaststelling van een systeem voor de ontwikkeling en toekenning van eenduidige identificatienummers voor genetisch gemodificeerde organismen; 11° isolatieafstand : minimaal aan te houden afstand tussen de rand van een gewas met genetisch gemodificeerde planten en de dichtstbijzijnde rand van een conventioneel of biologisch gewas van planten die genetisch verenigbaar zijn met deze genetisch gemodificeerde planten.Wanneer de teelt van genetisch gemodificeerde planten door niet genetisch gemodificeerde planten van dezelfde soort wordt begrensd om als buffergebied of als schuilgebied te worden gebruikt, wordt de isolatieafstand gemeten tussen de rand van die grens en de dichtstbijzijnde rand van een conventioneel of biologisch gewas van planten die genetisch verenigbaar zijn; 12° teelt : elke teelt van een plantaardig materiaal;13° Fonds : het "Begrotingsfonds voor de kwaliteit van de dierlijke en plantaardige producten" zoals ingesteld bij het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed en huisvesting en ambtenarenzaken;14° producentnummer : nummer toegekend in het kader van een eenduidig identificatiesysteem van elke producent vastgesteld in Verordening (EG) nr.1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; 15° oppervlakteaangifte en steunaanvraag : het door de administratie opgemaakt formulier, waarin de volgende gegevens voorkomen : de steunaanvragen in het kader van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening en van sommige maatregelen voor plattelandsontwikkeling, de beheers- en controlegegevens betreffende die regelingen en maatregelen en andere communautaire of nationale regelingen, alsook de elementen vereist voor de identificatie van alle landbouwpercelen van het bedrijf, hun oppervlakte, plaatsbepaling en gebruik (gewas en bestemming), zoals bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006;16° toezichthoudende overheid : de dienst die door de regering wordt aangewezen om toezicht uit te oefenen op de uitvoering van dit decreet. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 3.Het onderhavige decreet geldt voor alle producenten van genetisch gemodificeerde gewassen op basis van variëteiten die in de handel mogen worden gebracht krachtens Richtlijn 90/220/EEG van de Raad van 23 april 1990 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu, krachtens Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 en de wetgevingen ter omzetting daarvan in de verschillende lidstaten van de Europese Unie, of krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003, alsmede voor ondernemingen en personen die betrokken zijn bij deze gewassen in het kader van teelthandelingen.

Het onderhavige decreet geldt voor personen en ondernemingen die zich bezighouden met het vervoer, de opslag of de verwerking van genetisch gemodificeerde planten (GGP), voor zover deze planten een bron kunnen vormen voor de toevallige aanwezigheid van GGP in een conventioneel of een biologisch gewas.

Dit decreet geldt voor de eigenaar van de grond waarop GGP's zijn aangeplant, evenals voor de eigenaren van de grond die binnen de isolatieafstand ligt.

Het onderhavige decreet geldt voor de producenten van biologische of conventionele gewassen die percelen verbouwen die binnen de isolatieafstand liggen van een perceel waar genetisch gemodificeerde planten worden geteeld, evenals op iedere producent die aanspraak wil maken op een compensatie uit het Fonds voor een economisch verlies dat is geleden als gevolg van de toevallige aanwezigheid van genetisch gemodificeerde planten in een conventioneel of een biologisch gewas. HOOFDSTUK III. - Teelt, kennisgevingen en verplichtingen van producenten en ondernemingen Afdeling 1 - Beginsel

Art. 4.Onverminderd de bevoegdheden van de federale en gemeenschapsoverheden inzake toelating voor het in de handel brengen van GGO's als product of in producten moet het betrokken perceel van elke teelt van genetisch gemodificeerde planten op het grondgebied van het Waalse Gewest eerst worden ingeschreven bij de toezichthoudende overheid, met inachtneming van de in de artikelen 5 tot 7 bedoelde procedure.

De door de toezichthoudende overheid gevolgde procedure voor het onderzoek van het inschrijvingsdossier heeft enkel tot doel te controleren of de in artikel 5 voorgeschreven kennisgevingen zijn verricht en of het dossier de vereiste stukken en gegevens vermeld in artikel 7 bevat. De inschrijving betreft een bepaalde teelt, in een duidelijk afgebakend veld, voor een teeltseizoen. Afdeling 2 - Kennisgevingen aan derden

Art. 5.De producent die voornemens is een genetisch gemodificeerd gewas aan te planten, geeft op voorhand kennis van dit voornemen aan : 1° aan alle naburige producenten.De lijst der producenten wordt ter informatie door de administratie bevoegd voor landbouw verstrekt aan de producenten die daarom verzoeken; 2° aan alle producenten met wie zij gewoonlijk landbouwmaterieel delen, ongeacht of dit materieel al dan niet zijn eigendom is.Deze voorafgaande kennisgeving is niet vereist indien het materieel gezamenlijk wordt gebruikt via een landbouwbedrijf; 3° aan de eigenaar van de grond of elke natuurlijke of rechtspersoon van wie hij de toestemming heeft gekregen de grond uit te baten waarop hij voornemens is het gewas aan te planten, indien hij daarvan niet zelf de eigenaar is. De Regering bepaalt de vorm, de minimale inhoud alsook de modaliteiten van deze kennisgevingen. Afdeling 3 - Aanvraag tot inschrijving

Art. 6.De in artikel 4 bedoelde aanvraag tot inschrijving wordt gericht aan de toezichthoudende overheid volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten en vorm.

Art. 7.De aanvraag tot inschrijving bevat : 1° de volledige identiteit van de producent-aanvrager, met zijn producentnummer;2° een gedetailleerde kaart op schaal 1/5 000e met identificatie van het bij de aanvraag betrokken perceel alsook de percelen waarvan de grenzen zich uitstrekken vóór de scheidingsafstand met de naam van hun exploitant, zoals bepaald in de meeste recente oppervlakteaangifte en de steunaanvraag ter beschikking van de producent;3° de naam van de soort die zal worden ingezaaid of aangeplant;4° het eenduidig identificatienummer van de genetisch gemodificeerde plant alsmede de naam van de variëteit die zal worden verbouwd.5° de teeltperiode;6° de schriftelijke verbintenisverklaring van elk naburige producent : a.dat zij op deze gronden in hetzelfde teeltjaar geen conventionele of biologische gewassen van een plantensoort zullen verbouwen die genetisch verenigbaar is met het beoogde genetisch gemodificeerde gewas; b. of, voor de soorten die geen opslag vertonen waarvoor een opvolging inzake coëxistentie tijdens de teeltseizoenen na hun teelt noodzakelijk is, zoals bepaald door de Regering, dat zij op deze gronden in hetzelfde teeltjaar een conventionele gewas van een plantensoort zullen verbouwen die genetisch verenigbaar is met het beoogde genetisch gemodificeerde gewas en waarvan de oogst als GGO-bevattende zal worden gebruikt of in de handel zal worden gebracht.De besmetting van die teelt mag niet worden beschouwd als onverwacht en technisch onvermijdelijk tengevolge van de aanvaarde nabijheid met verenigbare genetisch gemodificeerde planten, de teelt moet worden geëtiketteerd als GGO-bevattende ongeachte het GGO-gehalte van het geoogste product, overeenkomstig de geldende Europese wetgeving. De producent die die verbintenis aangaat heeft geen recht op compensatie voor het eventuele economisch verlies ingevolge de verplichting tot etikettering.

Bij gebrek aan de onder litteras a. of b. vermelde schriftelijke verbintenissen omvat de aanvraag het bewijs van de kennisgeving van de voorgenomen teelt overeenkomstig artikel 5, 1°; 7° een aangifte waarbij wordt bevestigd dat de in artikel 5, 2° en 3°, vermelde kennisgevingen werden verricht, voorzover deze kennisgevingen zijn vereist;8° een verbintenis om de uitvoeringsvoorwaarden bepaald overeenkomstig artikel 14 na te leven. Afdeling 4 - Behandeling van de aanvraag

Art. 8.Het inschrijvingsdossier is onontvankelijk als hij zonder naleving van de artikelen 6 en 7 wordt gericht of aangegeven. In dit geval richt de toezichthoudende overheid binnen de acht kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag een beslissing aan de aanvrager met vermelding van de ontbrekende documenten of gegevens, alsook de termijn om die documenten en gegevens mee te delen. Als het inschrijvingsdossier de vereiste stukken en gegevens omvat, deelt de toezichthoudende overheid de inschrijving van de teelt aan de producent-aanvrager zo spoedig mogelijk mee en in elk geval binnen de 45 kalenderdagen vóór de referentiedatum van inzaai bepaald per soort door de Regering. Afdeling 5 - Bijdrage

Art. 9.Elke producent die een teelt van genetisch gemodificeerde planten bij de toezichthoudende overheid inschrijft draagt bij aan het Fonds. Wanneer ze overeenkomstig artikel 8 de inschrijving van de teelt aan de producent-aanvrager meedeelt, bepaalt de toezichthoudende overheid het bedrag van de bijdrage die hij moet betalen. Zolang het juiste bedrag van de bijdrage niet in het Fonds is gestort, mag de teelt niet worden verricht. Elke laattijdig gestorte bijdrage wordt terugbetaald, mits afhouding van de dossierkosten. Elke producent die, om welke reden ook, beslist genetisch gemodificeerde planten niet meer te bebouwen op een ingeschreven perceel, geeft onmiddellijk kennis van deze beslissing aan de toezichthoudende overheid. De bijdrage wordt in dit geval terugbetaald, mits afhouding van de dossierkosten.

Art. 10.De in artikel 9 vermelde bijdrage aan het Fonds omvat twee delen : 1° de door de Regering bepaalde administratiekosten, die betrekking hebben op : a.de kosten voor de controle ter plaatse, bepaald per soort volgens de omvang van het te controleren perceel; b. de dossierkosten;2° de solidariteitskosten, die worden toegewezen aan het Fonds om de economische verliezen van de producenten-aanvragers te compenseren. Die kosten worden gedekt door een door de producenten betaald bedrag, dat eigen is aan elke verbouwde soort, en bepaald door de Regering per hectare en per perceel. Deze solidariteitskosten worden met de helft verminderd indien de producent alle percelen uitbaat waarvan de grenzen zich uitstrekken vóór de scheidingsafstand en indien hij dus geen naburige producent heeft.

Art. 11.Drie jaar na de eerste inschrijving van een teelt van genetisch gemodificeerde planten in het kader van dit decreet, en met een tussentijd van drie jaar, maakt de Regering een aanpassing van de bedragen van de bijdragen in functie van de werkelijke kosten van de controle ter plaatse en van de werkelijke bedragen van de gestorte compensaties, rekening houdend met de noodzaak om een voorraad per soort te behouden. In geval van uitzonderlijke gebeurtenissen kan de Regering de bedragen vaker aanpassen.

Art. 12.De besluiten van de Waalse Regering genomen met toepassing van de artikelen 10 en 11 zijn van rechtswege opgeheven met terugwerkende kracht tot de datum van hun inwerkingtreding wanneer ze niet ofwel in het begrotingsdecreet ofwel door de wetgever worden bekrachtigd binnen de achttien maanden volgend op hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.Door middel van zijn aanvraag op grond van artikel 6 stemt de producent ermee in dat de toezichthoudende overheid aan het publiek de gegevens ter beschikking stelt als bedoeld in artikel 7, 2° tot 5°, evenals zijn naam of bedrijfsnaam alsmede het vestigingsadres van zijn bedrijf. De regering stelt vast welke gegevens openbaar worden gemaakt, onder welke omstandigheden en op welke wijze, in overeenstemming met het recht op toegang tot milieu-informatie. Afdeling 6 - Exploitatievoorwaarden

Art. 14.Onverminderd de bevoegdheden van de federale overheden inzake het in de handel brengen van GGO's als product of in producten stelt de Regering, naar gelang van de geteelde soorten, de exploitatievoorwaarden vast voor de genetisch gemodificeerde gewassen die bijdragen aan de doelstellingen van artikel 1.

Deze exploitatievoorwaarden dienen met name betrekking te hebben op : 1° de isolatieafstand tussen gewassen van genetisch gemodificeerde planten en gangbare gewassen, alsook de isolatieafstand tussen gewassen van genetisch gemodificeerde planten en biologische gewassen;2° de verplichtingen waaraan dient te worden voldaan door producenten die gronden uitbaten waarop in het verleden een genetisch gemodificeerd gewas is geteeld en in voorkomend geval door de eigenaar van deze grond;3° alle teelthandelingen, ongeacht de aard van de teeltwijze, vanaf de ontvangst van zaden of pootmateriaal tot en met de oogst;4° alle noodzakelijke handelingen die eventueel voorafgaan aan de teelt;5° alle eventueel na afloop van de oogst van het gewas noodzakelijke handelingen;6° alle maatregelen ter voorkoming van de onvoorziene introductie van genetisch gemodificeerde planten via landbouwmaterieel;7° alle vervoers- of opslaghandelingen vanaf de oogst tot het ogenblik waarop de oogst niet meer valt onder de definitie van GGP bedoeld in artikel 2, 1°;8° onverminderd de verplichting tot voorafgaande kennisgeving als bedoeld in artikel 5, alle overige verplichtingen tot kennisgeving door de producent : a.aan natuurlijke of rechtspersonen die bij de teelt betrokken zijn voor alle teelthandelingen, alsmede zij die het vervoer of de opslag van de oogst verrichten, tot het ogenblik waarop de oogst niet meer valt onder de definitie van GGP van artikel 2, 1°; b. aan natuurlijke of rechtspersonen die de grond exploiteren waarop het genetisch gemodificeerde gewas is aangeplant, na de oogst van dit gewas en gedurende een naar gelang van dit gewas vast te stellen periode;c. aan personen die landbouwmaterieel gebruiken dat is gebruikt in het genetisch gemodificeerde gewas en aan wie geen kennis is gegeven in de zin van artikel 5. De Regering bepaalt de modaliteiten van deze kennisgevingen.

Art. 15.§ 1. De producent van een genetisch gemodificeerd gewas stelt de toezichthoudende overheid binnen 72 uur in kennis van alle onverwachte of afwijkende feiten in verband met de doelstellingen van dit decreet die hij eventueel waarneemt op percelen met GGP of in de directe nabijheid daarvan. Deze gegevens dienen te worden doorgezonden aan de federale instanties die belast zijn met het toezicht op in de handel gebrachte GGO. § 2. Onverminderd de verplichtingen ten aanzien van traceerbaarheid en etikettering als omschreven in Verordening nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 vermeldt de producent in een bedrijfsregister alle informatie die noodzakelijk geacht wordt met betrekking tot de geteelde soorten, de teelthandelingen en het vervoer of de opslag, in verband met de doelstellingen van artikel 1. De producent houdt deze gegevens gedurende een door de regering vastgestelde termijn op aanvraag ter beschikking van de toezichthoudende overheid. De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van dit register in functie van de verschillende soorten van genetisch gemodificeerde planten.

Art. 16.§ 1. De Regering stelt de eventuele verplichtingen vast waaraan dient te worden voldaan door producenten van conventionele of biologische gewassen die gronden bebouwen binnen de isolatieafstand van een toekomstig of reeds aanwezig genetisch gemodificeerd gewas.

Deze verplichtingen kunnen met name betrekking hebben op de verplichting om binnen een voorgeschreven termijn te reageren op de kennisgeving van een voorgenomen teelt als bedoeld in artikel 5, 1°.

De Regering kan besluiten dat het achterwege blijven van een reactie op deze kennisgeving de stilzwijgende verplichting inhoudt om in hetzelfde teeltseizoen binnen de isolatieafstand geen plantensoorten te telen die genetisch verenigbaar zijn met het genetisch gemodificeerde gewas, zoals vereist in artikel 7, 6°, a. § 2. De Regering stelt vast op welke wijze de verplichtingen als bedoeld in het eerste lid overgaan op producenten die in voorkomende gevallen degenen opvolgen die de kennisgeving inzake de voorgenomen teelt als bedoeld in artikel 5, 1°, hebben ontvangen. Indien de opvolgende producenten onbekend zijn, worden de eigenaren van gronden die zijn gelegen binnen de isolatieafstand verantwoordelijk gehouden voor die overgang van verplichtingen. HOOFDSTUK IV. - Compensatie van het economische verlies Afdeling 1 - Bepaling van het economisch verlies

Art. 17.Voor de conventionele teelten dient te worden verstaan onder economisch verlies, het negatieve verschil tussen de marktwaarde van een oogst die niet geëtiketteerd moet worden als GGO-bevattend overeenkomstig de vigerende Europese wetgeving en de marktwaarde van een gelijksoortige oogst die niet geëtiketteerd moet worden als GGO-bevattend.

Als de oogst niet op de markt gebracht kan worden omdat hij vermengd is met genetisch gemodificeerde planten, wordt het economische verlies gelijkgesteld met de marktwaarde van een gelijksoortige oogst die niet geëtiketteerd wordt als GGO-bevattend, waarvan in voorkomend geval elk type valorisatie van deze oogst, met inbegrip van een valorisatie binnen de uitbating, wordt afgetrokken.

Art. 18.Voor de biologische teelten dient te worden verstaan onder economisch verlies, het negatieve verschil tussen de marktwaarde van een oogst die genetisch gemodificeerde planten bevat en de waarde van een gelijksoortige oogst die op de markt wordt gebracht als product dat de normen vereist voor de producten afkomstig van de biologische landbouw naleeft.

Als de oogst niet op de markt gebracht kan worden omdat hij vermengd is met genetisch gemodificeerde planten, wordt het economische verlies gelijkgesteld met de marktwaarde van een gelijksoortige oogst die niet geëtiketteerd wordt als GGO-bevattend, waarvan in voorkomend geval elk type valorisatie van deze oogst, met inbegrip van een valorisatie binnen de uitbating, wordt afgetrokken.

Art. 19.De bijkomende verliezen door indeling in een lagere klasse of opschorting van een perceel of een product, van een deel of van het geheel van de uitbating komen in voorkomend geval bij het economische verlies.

Art. 20.Ongeacht het type teelt omvatten de economische verliezen ook de kosten die, in voorkomend geval, gebonden zijn aan de vernietiging van de oogst alsmede aan elk ander verlies of kosten die in rechtstreeks verband staan met de toevallige aanwezigheid van GMP in de teelt.

Art. 21.De besmette biologische of conventionele teelten zullen op de markt worden gebracht naar keuze van de producenten van deze teelten ofwel door henzelf, of door een door de controleoverheid aangewezen operator.

Art. 22.De Regering bepaat de modaliteiten voor de toepassing van de artikelen 17 tot 21.

Art. 23.§ 1. Een compensatiecommissie wordt opgericht. Die commissie bestaat uit : 1° de leidend ambtenaar van de controleoverheid, die voorzitter is, alsmede uit een lid van deze dienst aangewezen door de leidend ambtenaar;2° een vertegenwoordiger van de landbouwvakorganisaties;3° een lid van de verenigingen van de sector van de biologische productie;4° een vertegenwoordiger van de handel in de landbouwgrondstoffen;5° de directeur van het bestuur belast met de landbouwkundige economische analyse of zijn vertegenwoordiger die hij binnen zijn directie aanwijst. § 2. De vertegenwoordigers van de landbouwvakorganisaties, van de biologische landbouw, van de handel en hun plaatsvervanger worden benoemd door de Minister bevoegd voor Landbouw voor een verlengbare termijn van vijf jaar. De plaatsvervangende leden kunnen de vergaderingen van de commissie bijwonen zonder stemgerechtigd te zijn als het gewoon lid aanwezig is.

Elk lid van de commissie kan zich laten vergezellen van een deskundige zonder kosten of toelage voor het Fonds. Indien nodig kan de compensatiecommissie zich laten bijstaan door externe deskundigen die in onderlinge overstemming van de aanwezige leden en op voorstel van minstens twee onder hen worden aangewezen. § 3. De dienstverleningen van de leden van de compensatiecommissie zijn onbezoldigd met uitzondering van de door de commissie aangewezen buitendeskundigen die recht hebben op een presentiegeld dat door de Regering wordt bepaald. De reiskosten van de gewone leden en van de uitgenodigde externe deskundigen worden door het Fonds terugbetaald onder de door de Regering bepaalde voorwaarden.

Art. 24.De compensatiecommissie wordt ermee belast het door de verzoeker geleden economische verlies al naar gelang het geval en volgens de modaliteiten van artikel 25 te schatten. Ze beslist bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen over elk dossier. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Alleen de eindbeslissing wordt aan de verzoeker medegedeeld. De controleoverheid maakt jaarlijks een verslag van de door de compensatiecommissie verleende compensaties over aan het in artikel 31 bedoelde opvolgingscomité. De anonieme individuele dossiers kunnen ter beschikking worden gesteld van het opvolgingscomité op zijn verzoek.

De Regering bepaalt de modaliteiten voor de bijeenroeping van de compensatiecommissie.

Art. 25.Alleen de producent van een conventionele of biologische teelt kan een economische compensatie vragen. De bijenhouders kunnen ook aanspraak maken op een compensatie voor de producten die ze op de markt brengen. De economische compensatie is van toepassing op de verliezen die in rechtstreeks verband staan met de waarde van de besmette oogst, zoals bepaald in de artikelen 17 en 18, en op de verliezen bepaald in de artikelen 19 en 20. Alleen de kosten voortvloeiend uit de besmetting door genetisch gemodificeerde organismen worden gecompenseerd.

De marktwaarde wordt door de compensatiecommissie bepaald. De bron voor deze raming, wordt duidelijk vermeld. Voor de oogsten waarvan de besmetting duidelijk is aangetoond nadat een verkoopprijs bepaald is, is deze verkoopprijs de marktwaarde die in overweging moet worden genomen voor de bepaling van het economische verlies. Voor de oogsten waarvan de besmetting duidelijk is aangetoond voordat een verkoopprijs bepaald is, stelt de commissie de waarde van de preferentiële markt vast op grond van een gemiddelde prijs rekening houdende met de voornaamste schommelingen van de prijs van het product tussen het ogenblik van de oogst en het ogenblik van de evaluatie van het verlies door de commissie. Afdeling 2 - Compensatie van het economische verlies

Art. 26.§ 1. Afgezien van de mogelijkheid voor de betrokken partijen om burgerrechtelijke vorderingen uit te oefenen, wordt het economisch verlies als berekend door de compensatiecommissie gecompenseerd door het Fonds indien de benadeelde producent geen genetisch gemodificeerde gewas verbouwt dat wordt gekenmerkt door dezelfde genetische gebeurtenis als die welke ook ten grondslag heeft gelegen aan dit economisch verlies en dat niet heeft geteeld sinds een voor elke betrokken soort door de Regering vastgesteld aantal jaren, in uitvoering van artikel 14. Indien deze producent een genetisch gemodificeerde soort teelt of heeft geteeld die wordt gekenmerkt door dezelfde genetische gebeurtenis als die welke ook aan het economisch verlies ten grondslag ligt, kan dit economisch verlies toch door het Fonds worden gecompenseerd indien de producent van het genetisch gemodificeerde gewas aan de toezichthoudende overheid kan aantonen dat hij heeft voldaan aan alle wettelijke voorschriften in verband met het betrokken bedrijf. § 2. Elke aanvraag om een compensatie van economisch verlies wordt gericht aan de toezichthoudende overheid vóór de uiterste datum van ontvankelijkheid van de aanvraag om compensatie bepaald per soort door de Regering en hoe dan ook uiterlijk binnen een termijn van 45 dagen na vaststelling van de besmetting van de oogst door genetisch gemodificeerde planten.

De niet-naleving van de termijnen voor de aanvraag om compensatie vernietigt het recht tot compensatie.

Onder 125 euro wordt geen compensatie uitgekeerd.

De Regering stelt vast op welke wijze aanvragen om compensatie dienen te worden ingediend door producenten-aanvragers, de modaliteiten voor het onderzoek van die aanvragen, alsook op welke wijze de compensatie aan de betrokken producenten wordt uitgekeerd. § 3. Zodra het Fonds de compensatieaanvraag in ontvangst heeft genomen, treedt het in de rechten van de aanvrager ten belope van het bedrag dat als compensatie is betaald voor het geleden economisch verlies. In voorkomend geval kan de aanvrager als medeëiser optreden met het Fonds om zijn schade volledig terugbetaald te krijgen. § 4. De in het eerste lid bedoelde compensatie komt ten laste van de producent die een genetisch gemodificeerd gewas heeft aangeplant in strijd met de bepalingen van dit decreet en de toepassingsbesluiten ervan. Deze compensatie heeft betrekking op de percelen met conventionele of biologische gewassen waarvan de oppervlakte gedeeltelijk gelegen is binnen de isolatiezone en waarmee economisch verlies wordt geleden vanwege de besmetting door een genetisch gemodificeerde plant die identiek is aan de door de producent van het genetisch gemodificeerde gewas geteelde plant. § 5. De in het eerste lid bedoelde compensatie kan worden verminderd of geannuleerd indien de producent die het economisch verlies lijdt mogelijk heeft bijgedragen aan de aanwezigheid van genetisch gemodificeerde planten in zijn conventionele of biologische gewas door een gedraging of handelwijzen die het risico van onvoorziene vermenging vergroten. De regering stelt vast onder welke bijzondere omstandigheden de compensatie wordt verminderd en met welk bedrag.

Indien een beroep op het burgerlijk recht een of meerdere verantwoordelijken aanwijst voor de door het fonds gecompenseerde economische verliezen, wordt de gestorte compensatie terugbetaald aan het Fonds door de verantwoordelijken, naar rata van hun verantwoordelijkheid, of gelijkelijk indien hun respectievelijke verantwoordelijkheid niet is bepaald. HOOFDSTUK V. - Bijzondere maatregelen

Art. 27.De toezichthoudende overheid brengt de genetisch gemodificeerde gewassen in het Waalse Gewest in kaart en houdt een register bij van de ingeschreven percelen. Vorm en inhoud van dat register worden door de regering vastgesteld.

De gegevens uit dit register kunnen aan de bevoegde federale instantie worden verstrekt ten behoeve van het aanleggen van het register met de plaatsen van geïntroduceerde GGO als bedoeld in artikel 48, lid 2, sub b, van het koninklijk besluit van 21 februari 2005 tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten.

Deze documenten worden aan het Waals Parlement gezonden in het kader van het door de begeleidingscommissie op te stellen jaarverslag als bedoeld in artikel 31.

Art. 28.De Regering kan de vrijwillig gesloten overeenkomsten tussen de producenten om een teeltgebied voor een bepaalde soort en periode uitsluitend te bestemmen voor niet genetisch gemodificeerde variëteiten regelgevende kracht verlenen. De grenzen van een zone die is gereserveerd voor niet-genetisch gemodificeerde variëteiten wordt beschermd met een ruimte die overeenkomt met de isolatieafstand bedoeld in artikel 2, 11°.

De regering kan voorts bepalen dat een teeltgebied voor een bepaalde soort uitsluitend wordt bestemd voor niet genetisch gemodificeerde variëteiten voor een bepaalde variëteit indien de teelt van de genetisch gemodificeerde variëteiten ervan op basis van wetenschappelijke argumenten niet verenigbaar wordt geacht met het beginsel van coëxistentie, waarbij geen andere maatregel de teelt van gangbare of biologische teelten van een genetisch verenigbare variëteit mogelijk maakt zonder toevallige aanwezigheid van genetisch gemodificeerde planten.

De Regering bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van dit artikel. HOOFDSTUK VI. - Opsporing en vaststelling van overtredingen

Art. 29.Artikel D.138, eerste lid, van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangevuld als volgt : "het decreet van 19 juni 2008 betreffende de coëxistentie van genetisch gemodificeerde teelten naast gangbare en biologische teelten.".

Artikel D.149, § 2 van hetzelfde Boek wordt aangevuld als volgt : "Hetzelfde geldt in geval van overtreding van het decreet van 19 juni 2008 betreffende de coëxistentie van genetisch gemodificeerde teelten naast gangbare en biologische teelten die een onherstelbare schade zou kunnen veroorzaken, zelfs als er geen risico is voor het milieu, met inbegrip van de menselijke gezondheid." Artikel D.170, § 3, van hetzelfde Boek wordt aangevuld met het volgende lid : "In afwijking worden de administratieve boeten, opgelegd in geval van overtreding van het decreet van 19 juni 2008 betreffende de coëxistentie van genetisch gemodificeere teelten naast gangbare en biologische teelten, overgemaakt aan het Begrotingsfonds voor de kwaliteit van de dierlijke en plantaardige producten."

Art. 30.§ 1. Een overtreding van derde categorie in de zin van deel VIII van het decreetgevend deel van Boek I van het Milieuwetboek wordt begaan door : 1° hij die genetisch gemodificeerde planten teelt zonder voorafgaandelijk bij de toezichthoudende overheid te zijn ingeschreven, zoals bedoeld in artikel 4;2° hij die opzettelijk valse inlichtingen of onjuiste documenten verstrekt bij zijn aanvraag tot inschrijving van een genetisch gemodificeerde gewas als bedoeld in artikel 7;3° hij die een gewas van GGP inzaait of aanplant zonder het bedrag van de in artikel 9 bedoelde bijlage te hebben betaald;4° hij die de door de Regering op grond van artikel 14 vastgestelde exploitatievoorwaarden voor genetisch gemodificeerde gewassen niet heeft nageleefd;5° de producent die grond exploiteert waarop voorheen een genetisch gemodificeerd gewas werd geteeld zonder te voldoen aan de verplichtingen op grond van artikel 14, 2°;6° de producent van een genetisch gemodificeerd gewas die opzettelijk nalaat de toezichthoudende overheid in kennis te stellen van alle onverwachte of afwijkende feiten als bedoeld in artikel 15, § 1;7° de producent die de op grond van artikel 15, § 2, vereiste gegevens niet registreert of heeft bewaard gedurende de voorgeschreven termijn;8° de producent van conventionele of biologische gewassen die niet heeft voldaan aan de verplichtingen bedoeld in uitvoering van artikel 16;9° hij die opzettelijk genetisch gemodificeerd plantaardig materiaal met zijn oogst heeft vermengd om aanspraak te kunnen maken op compensatie door het Fonds;10° hij die zich verzet tegen bezoeken, inspecties, inbeslagnames, controles, monsternemingen of verzoeken om inlichtingen of documenten van de medewerkers van de toezichthoudende overheid of die opzettelijk onjuiste inlichtingen of documenten verstrekt. § 2. Een overtreding van vierde categorie in de zin van deel VIII van het decreetgevend deel van Boek I van het Milieuwetboek wordt begaan door hij die een overtreding begaat van de niet in paragraaf 1 vermelde bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 31.De Regering stelt een begeleidingscommissie in voor de toepassing van deze wetgeving en de teelt van genetisch gemodificeerde planten. Zij bepaalt er de samenstelling, de taken alsmede de werkwijze van.

De Regering stelt een systeem van toezicht in waarmee met name de toezichthoudende overheid de gegevens kan verzamelen die benodigd zijn voor een evaluatie van de op grond van dit decreet ingevoerde maatregelen. Daartoe kunnen de personeelsleden van de toezichthoudende overheid gebruik maken van de bevoegdheden waarover zij beschikken krachtens artikel D.146 van Boek I van het Milieuwetboek.

Art. 32.De volgende woorden worden toegevoegd aan artikel 44, lid 1, 4°, van het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, patrimonium en huisvesting en ambtenarenzaken : ", alsmede de administratieve boetes die worden geïnd in het kader van het decreet van 19 juni 2008 betreffende de coëxistentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele en biologische gewassen".

Elke producent die een teelt van genetisch gemodificeerde planten vóór de inwerkingtreding van die decreet heeft aangeplant of ingezaaid stelt uiterlijk een maand na de inwerkingtreding van dit decreet de toezichthoudende overheid in kennis van de aangeplante soort en variëteit, alsook de precieze ligging van het gewas.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 19 juni 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium J.-C. MARCOURT De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D. DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2007-2008. Stukken van het Waals Parlement 784 (2007-2008). Nrs. 1, 1bis, 1ter tot 3.

Volledig verslag, openbare vergadering van 11 juni 2008.

Bespreking - Stemming.

^