Etaamb.openjustice.be
Decreet van 19 maart 2009
gepubliceerd op 08 april 2009

Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009201494
pub.
08/04/2009
prom.
19/03/2009
ELI
eli/decreet/2009/03/19/2009201494/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 MAART 2009. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In het geheel van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling wordt het woord "Mire" vervangen door het woord "MIRE".

Art. 2.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bewoordingen "op zoek naar een duurzame betrekking" worden vervangen door de bewoordingen "om ze in een duurzame kwaliteitsvolle betrekking te integreren,";2° de bewoordingen "van 1 april 2004" worden ingevoegd tussen het woord "decreet" en het woord "betreffende".

Art. 3.In artikel 2, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bewoordingen ", die bij voorkeur gegeven worden door vormingsoperateurs" worden ingevoegd tussen de bewoordingen "aanpassings- en vormingssequenties" en de bewoordingen "om de werkaanbiedingen";2° de bewoordingen "om de werkaanbiedingen met het profiel van de gerechtigden te laten overeenstemmen" worden vervangen door de bewoordingen "om de bevoegdheidsprofielen van de gerechtigden met de werkaanbiedingen te laten overeenstemmen".

Art. 4.In artikel 3, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het vierde lid wordt vervangen als volgt : « 4° in aanmerking komen voor het leefloon of voor de aan het leefloon gelijkwaardige financiële sociale bijstand;»; 2° in punt 6, worden de bewoordingen "9, derde lid, vervangen door het woord "9bis,";3° het eerste lid wordt aangevuld met een punt 8° en een punt 9°, luidend als volgt : « 8° een werknemer zijn aangeworven in het kader van één of verschillende arbeidscontracten", genoemd "overgangsbetrekkingen", zoals bepaald door de Regering;9° een werknemer zijn aangeworven in het kader van een "startbaanbetrekking", zoals bepaald door de Regering, namelijk, het (de) arbeidscontract(en) met onbepaalde duur of dat(die) de bijstanden voor de inschakeling in het arbeidsproces gebruikt(en), dat een vormende fase vormt(en) in de voorgestelde acties inzake sociaal-economische integratie en waarvoor de "MIRE" de begeleiding van de gerechtigden gedurende maximum 12 maanden kunnen waarborgen.»

Art. 5.In artikel 3, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt "7°" wordt vervangen door punt "9°";2° het tweede lid wordt aangevuld als volgt : « maar die sociaal-economische eigenschappen vertonen, waardoor het bijzonder moeilijk is, hen te integreren in de arbeidsmarkt.»

Art. 6.In artikel 3, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt het woord "ziekte-en invaliditeitsverzekering" vervangen door het woord "ziekte-, invaliditeits- of zwangerschapsverzekering;"; 2° punt 2° wordt vervangen als volgt : « 2° periodes van gevangenzetting in een penitentiaire instelling of een instelling tot de bescherming van de maatschappij;»; 3° in punt 4° wordt het woord "drie" vervangen door het woord "zes";4° het tweede lid wordt aangevuld met een punt 5° luidend als volgt : « 5° de periodes waarin de gerechtigden niet ingeschreven waren als werkzoekenden omdat ze vrijwillig hun loopbaan hadden onderbroken om de opvoeding van hun kinderen of de tenlasteneming van naasten in een toestand van afhankelijkheid of van gebrek aan autonomie te waarborgen.»

Art. 7.In artikel 3, § 4, eerste lid, worden de bewoordingen "bij de FOREm" vervangen door de bewoordingen "bij de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbesmiddeling), zoals ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", hierna de "FOREm" genoemd".

Art. 8.In artikel 4, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1 wordt vervangen als volgt : « opgericht zijn in één van de vormen bedoeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;»; 2° punt 2° wordt opgeheven; 3° punt 4°, a) wordt vervangen als volgt : « a) de voorzitter van het territoriaal bevoegde subregionaal comité voor arbeidsbemiddeling en vorming, hierna het "CSEF" genoemd;"; 4° in littera d) van punt 4° worden de bewoordingen "vier vertegenwoordigers" vervangen door de bewoordingen "minstens twee vertegenwoordigers" en worden de bewoordingen "territoriaal bevoegde subregionaal comité" vervangen door "CSEF";5° in littera e) van punt 4° worden de bewoordingen "vier vertegenwoordigers" vervangen door de bewoordingen "minstens twee vertegenwoordigers" en worden de bewoordingen "territoriaal bevoegde subregionaal comité" vervangen door "CSEF";6° punt 8° wordt vervangen als volgt : « 8° een geïntegreerd plaatselijk actieplan uitwerken, dat overlegd en driejaarlijks is, hierna "PLIC" genoemd, waarvan de inhoud door de Regering wordt bepaald;»; 7° een punt 9°, luidend als volgt, wordt ingevoegd na punt 8° : « 9° zich ertoe verbinden jaarlijks aan de door de Regering aangewezen diensten en aan het "CSEF" een jaarlijks actieplan, dat het "PLIC" verder uitwerkt en dat met name de inschakelingdoelstellingen bevat, alsmede een activiteitenverslag over te maken.» 8° § 1 wordt aangevuld met een punt 10°, luidend als volgt : « 10° zich ertoe verbinden een minimum aantal gerechtigden per voltijds equivalente werknemer die binnen de "MIRE" actief is, met uitzondering van de eerste drie werknemers, te begeleiden.»

Art. 9.Artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij artikel 35 van het decreet van 6 november 2008, wordt vervangen door volgende paragraaf : « § 1. De erkenning wordt voor een verlengbare periode van drie jaar door de Regering verleend. »

Art. 10.In artikel 5, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij artikel 35 van het decreet van 6 november 2008, worden de bewoordingen "subregionaal comité" vervangen door "CSEF".

Art. 11.Artikel 5, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij artikel 36 van het decreet van 6 november 2008, wordt vervangen door het volgende lid : « In geval van veelvuldige aanvragen wordt het "CSEF" om advies verzocht opdat de Regering de te erkennen operateur zou kunnen kiezen. »

Art. 12.Hoofdstuk IV wordt Hoofdstuk III.

Art. 13.1° In artikel 10, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen door artikel 39 van het decreet van 6 november 2008, worden de bewoordingen "op grond van de actieplannen en de jaarlijkse activiteitenverslagen" vervangen door de bewoordingen "op grond van de "PLIC" en van de jaarlijkse activiteitenverslagen". 2° Artikel 10, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen door artikel 39 van het decreet van 6 november 2008, wordt bovendien aangevuld met de volgende bepaling : « Het evaluatieverslag wordt door de Regering aan het Waalse Parlement overgemaakt.»

Art. 14.Paragraaf 5 van artikel 10 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij artikel 39 van het decreet van 6 november 2008, wordt opgeheven.

Art. 15.In artikel 12 van hetzelfde decreet worden de bewoordingen "opgericht krachtens artikel 12 van het decreet betreffende het geïntegreerd stelsel inzake maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces" vervangen door de bewoordingen "van het Stelsel".

Art. 16.Na artikel 12 van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk IV ingevoegd waarvan het opschrift en artikel 12bis dat het bevat, als volgt luiden : « HOOFDSTUK IV. - Steunstructuur voor de "MIRE"

Art. 12bis.De Regering wijst een vereniging zonder winstoogmerk aan, die de volgende opdrachten heeft : 1° de middelen, praktijken en methodologieën van de "MIRE" binnen de "MIRE" onder elkaar verdelen, harmoniseren en opdelen;2° de werking professionaliseren en de zichtbaarheid van de "MIRE" waarborgen via : a) een administratieve en logistieke steun;b) een methodologische steun bij de uitwerking van innoverende projecten of bij kortstondige moeilijkheden gebonden aan het management;c) een methodologische, administratieve en logistieke steun in het kader van de uitwerking en de behandeling van projecten waarbij meerdere "MIRE" betrokken zijn;d) een goede verspreiding van de informatie;e) de organisatie van de communicatie over dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan;f) de organisatie van de doorlopende vorming van de werknemers van de "MIRE";g) de ontwikkeling en de handhaving van informaticaprojecten die aan de "MIRE" gemeen zijn;3° een actieplan en een activiteitenverslag opstellen die ze aan de Regering, aan de raden van bestuur van de "MIRE" en aan de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest) overmaakt. Deze opdrachten worden aan die steunstructuur toevertrouwd en bepaald in een overeenkomst tussen de Regering en die steunstructuur.

De Regering wijst die steunstructuur aan ten gevolge van een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt op de site van de Waalse Overheidsdienst en van een selectieprocedure die ze binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit decreet organiseert. Deze selectie geschiedt op grond van criteria waardoor ze zich ervan kan vergewissen dat die structuur door de samenstelling van haar raad van bestuur, haar statuut en haar actieplan voor het lopende jaar met name : 1° representatief van de "MIRE" is;2° aansluit bij het Stelsel en bij de beginselen van dit decreet. De Regering wordt ertoe gemachtigd om deze criteria nader te bepalen.

De Regering verleent een toelage aan die steunstructuur, die met name de vorm kan aannemen van een bijstand zoals bepaald bij of krachtens het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector, voor de tewerkstelling en de werking van een ploeg die met name bestaat uit minstens vier personen, waaronder twee belast met projecten, een persoon met name belast met het beheer, de instandhouding en ontwikkeling van een beheersoftware gemeen aan het geheel van de "MIRE en een persoon belast met het secretariaat.

De Regering wordt ertoe gemachtigd om de modaliteiten inzake de toekenning en de vereffening van deze toelage te bepalen.

Art. 17.Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.De erkende "MIRE" kan in aanmerking komen voor de volgende subsidies : 1° een jaarlijkse toelage voor het loon en de werkingskosten van de eerste drie werknemers berekend in voltijds equivalent, die met name toegekend kan worden in de vorm van een subsidie zoals bepaald bij of krachtens het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector; 2° een jaarlijkse werkingssubsidie voor een maximumbedrag van 1.350 euro per begeleide gerechtigde, zoals bepaald door de Regering, ten belope van maximum twintig gerechtigden per voltijds equivalente werknemer die binnen de "MIRE" actief is, met uitzondering van de eerste drie werknemers; die subsidie kan met name toegekend worden in de vorm van een subsidie zoals bepaald bij of krachtens het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector; 3° een subsidie gestort door de "FOREm" op basis van de partnerschapsovereenkomst gesloten in het kader van het Stelsel en van de goedkeuring door de "FOREm" van de begrotingen gebonden aan het "PLIC" die hij ten laste moet nemen 4° een bijkomende subsidie gebonden aan de prestaties van de "MIRE" waarvan het bedrag beperkt is tot 20 % van het bedrag van de in 1° en 2° bedoelde subsidies;5° een bijkomende toelage bestemd om de tegemoetkoming in de personeelskosten te dekken, die gebonden zijn aan de compenserende indienstneming voorzien door de sociale partners. De Regering wordt ertoe gemachtigd om de modaliteiten inzake de berekening, de toekenning en de vereffening van de toelagen bedoeld in 1°, 2°, 4° en 5°, van het eerste lid, te bepalen.

De Regering kan volgens door haar bepaalde modaliteiten een toelage toekennen aan de "MIRE" in vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening, opdat ze de loonkosten van de werknemers die ze in dienst heeft, zouden kunnen dragen wanneer een ontslag door haar betekend wordt of wanneer een verlof betekend wordt door de werknemer en voorzover de opzegtermijn door de werknemer gepresteerd wordt.

Deze toelage wordt toegekend gedurende de door de werknemer gepresteerde opzegtermijn, zoals bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 van 20 december 1999, gesloten binnen de Nationale Arbeidsraad, betreffende de opzegtermijnen van de werknemers, met uitsluiting van de periodes van werkonbekwaamheid die de uitvoering van de opzegtermijn schorsen en niet door de "MIRE" gedragen worden.

De waarde van de subsidies bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, wordt jaarlijks door de Regering geïndexeerd, met uitzondering van de subsidies toegekend in het kader van bovenvermeld decreet van 25 april 2002, door de waarde van de subsidies van het vorige jaar te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de maanden september en oktober van het vorige jaar, verdeeld door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de maand oktober van het jaar voor het vorige jaar. »

Art. 18.Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 19.Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 20.De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit decreet. Ze kan de overgangsmodaliteiten bepalen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 19 maart 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D. DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken van het Waals Parlement 916 (2008-2009), nrs. 1 en 3.

Volledig verslag, openbare vergadering van 18 maart 2009.

Bespreking - Stemmingen.

^