Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 juni 2002
gepubliceerd op 19 juli 2002

Decreet tot instelling van een algemeen afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de rechten van het kind

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029336
pub.
19/07/2002
prom.
20/06/2002
ELI
eli/decreet/2002/06/20/2002029336/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JUNI 2002. - Decreet tot instelling van een algemeen afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de rechten van het kind (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen wat volgt :

Artikel 1.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° kind : de persoon die minstens achttien jaar oud is alsook de persoon die minstens twintig jaar oud is en voor wie hulp werd aangevraagd vóór de leeftijd van achttien jaar, met toepassing van de wet van 19 januari 1990 tot verlaging van de leeftijd van burgerlijke meerderjarigheid tot achttien jaar of met toepassing van het decreet van 14 mei 1990 betreffende de handhaving, na de leeftijd van achttien jaar, van zekere maatregelen inzake jeugdbescherming;2° algemeen afgevaardigde : de algemeen afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de rechten van het kind;3° Raad : de Raad van de Franse Gemeenschap;4° Regering : de Franse Gemeenschapsregering. Alle titels of namen van ambten in dit decreet zijn sekseneutraal.

Art. 2.Het ambt van algemeen afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de rechten van het kind wordt ingesteld bij de Franse Gemeenschapsregering.

Art. 3.De opdracht van de algemeen afgevaardigde bestaat erin te zorgen voor de vrijwaring van de rechten en de behartiging van de belangen van de kinderen.

De Raad maakt voor ieder mandaat een onvolledige lijst op van de prioritaire domeinen binnen dewelke de algemeen afgevaardigde deze opdracht vervult. Hij overhandigt deze lijst aan de Regering terzelfder tijd met zijn advies omtrent de kandidaten die hij gehoord heeft overeenkomstig artikel 5, § 1.

Bij de uitoefening van zijn opdracht : 1° staat de algemeen afgevaardigde in voor de promotie van de rechten en de belangen van het kind en zet hij informatiecampagnes over deze rechten en belangen en hun werkelijke naleving op het getouw;2° brengt de algemeen afgevaardigde de private, natuurlijke of rechtspersonen en de publiekrechtelijke personen op de hoogte van de rechten en belangen van de kinderen;3° ziet de algemeen afgevaardigde toe op de correcte toepassing van de wetten, decreten, ordonnanties en reglementeringen aangaande de kinderen;4° legt de algemeen afgevaardigde de Regering, de Raad en iedere andere overheid bevoegd voor de kinderen, elk voorstel voor betreffende de aanpassing van de geldende wetgeving om zo te komen tot een betere en doeltreffendere bescherming van de rechten van het kind en doet hij terzake alle nodige aanbevelingen;5° krijgt de algemeen afgevaardigde van iedere belangstellende natuurlijke of rechtspersoon, informatie, klachten of bemiddelingsaanvragen over inbreuken op de rechten en belangen van de kinderen;6° voert de algemeen afgevaardigde, op verzoek van de Raad, alle onderzoeken over de werking van de administratieve diensten van de Franse Gemeenschap die bij deze opdracht betrokken zijn.

Art. 4.De algemeen afgevaardigde richt aan de federale overheden, de overheden van de Gemeenschap, de Gewesten, de provincies, de gemeenten of iedere instelling die van deze overheden afhangt, interpellaties of onderzoeksaanvragen nodig voor de volbrenging van zijn opdracht.

Binnen de perken gesteld door de Grondwet, de wetten, de decreten en de besluiten en binnen de perken van zijn opdracht heeft de algemeen afgevaardigde, tijdens de normale diensturen, vrije toegang tot alle gebouwen van de overheidsdiensten van de Gemeenschap of tot de private gebouwen die van de Franse Gemeenschap een toelage krijgen.

De verantwoordelijken en de personeelsleden van deze diensten zijn verplicht de algemeen afgevaardigde alle stukken en informatie te bezorgen voor het vervullen van diens opdracht, met uitzondering van de informatie die valt onder het medisch beroepsgeheim of die zij hebben verkregen in hun hoedanigheid van noodzakelijke vertrouwenspersoon.

De algemeen afgevaardigde kan gebiedende termijnen voor antwoord voorzien die aan de in het derde lid bedoelde personen met voldoende reden omkleed worden.

Wanneer geen antwoord wordt gegeven op een vraag van de algemeen afgevaardigde binnen de toegekende termijn of ingeval van een met reden omklede weigering, kan de algemeen afgevaardigde een beroep instellen bij de Regering die dan binnen de maand een beslissing moet nemen. In geval van hoogdringendheid, dewelke bijzonder met reden omkleed is, neemt de Regering een beslissing op de volgende ministerraad.

Tijdens het verloop van deze procedure zijn de partijen eraan gehouden de vertrouwelijkheid ervan te bewaren.

Art. 5.§ 1. Vóór elke aanstelling in het ambt van algemeen afgevaardigde hoort de Raad de kandidaten voor het ambt en brengt hij bij de Regering een advies uit over de kandidaturen binnen de drie maand na de mededeling van deze kandidaturen aan de Raad.

De vernieuwing van het mandaat gebeurt op dezelfde wijze. § 2. De Regering kan pas vroegtijdig een einde stellen aan het mandaat van de algemeen afgevaardigde na advies van de Raad.

Art. 6.De algemeen afgevaardigde staat onder het gezag van de Regering. Het staat hem vrij acties te ondernemen en zijn mening te uiten voor de uitoefening van zijn opdracht en hij is verplicht een terughoudende houding aan te nemen die deze hem oplegt.

Hiertoe treedt hij geheel onafhankelijk op en kan hij niet van zijn ambt worden ontheven omwille van daden die hij stelt in het raam van zijn opdracht.

Art. 7.Op 20 november van ieder jaar, ter gelegenheid van de internationale dag van de rechten van het kind, bezorgt de algemeen afgevaardigde gelijktijdig aan de Regering en aan de Raad een jaarverslag waarin hij de balans opmaakt van zijn activiteiten.

Dit verslag bevat alle aanbevelingen die hij nuttig acht alsmede alle eventuele moeilijkheden ondervonden bij de uitoefening van zijn ambt.

De identiteit van een reclamant en van personeelsleden van de administratieve overheden mag er niet in worden vermeld.

Dit verslag kan worden ingekeken door het publiek.

De algemeen afgevaardigde kan op ieder ogenblik worden gehoord door de Regering of de Raad.

Art. 8.De Regering stelt de uitvoeringswijzen vast van dit decreet.

Art. 9.Dit decreet treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad verschijnt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.

Brussel, 20 juni 2002 De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2001-2002. Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 259-1.

Commissieamendementen, nr. 259-2 - Verslag, nr. 259-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 18 juni 2002.

^