Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 december 2001
gepubliceerd op 31 januari 2002

Decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035058
pub.
31/01/2002
prom.
21/12/2001
ELI
eli/decreet/2001/12/21/2002035058/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2001. - Decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Ontwerp van decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor openbare diensten in het Vlaamse Gewest.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° bestrijdingsmiddel : elke stof bestemd voor de vernietiging of de aantasting van het metabolisme van schadelijk geachte dieren, planten, micro-organismen of virussen;in deze definitie zijn onder meer begrepen : de fytofarmaceutische producten, de insectenverdelgers, de schimmelwerende middelen, de herbiciden, de groeiregelaars, de nematiciden, de mollusciciden, de odenticiden, de repellenten; de volgende stoffen worden niet beschouwd als bestrijdingsmiddelen in de zin van dit decreet : biologische bestrijdingsmiddelen; stoffen bestemd voor de specifieke bestrijding van levende organismen die gebouwen of woningen infesteren of die mens of dier parasiteren; 2° openbare diensten : alle publiekrechtelijke rechtspersonen actief op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;3° reductieprogramma voor bestrijdingsmiddelen : een programma tot vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen of tot wijziging van het soort van bestrijdingsmiddelen dat wordt gebruikt, opgemaakt door een openbare dienst, met het oog op de bescherming van mens en milieu.

Art. 3.Op het grondgebied van het Vlaamse Gewest en onverminderd de bevoegdheid van de Vlaamse regering om het gebruik te reglementeren van andere stoffen die giftig of gevaarlijk zijn voor mens en milieu, is het voor alle openbare diensten verboden gebruik te maken van bestrijdingsmiddelen : a) in de openbare parken en plantsoenen;b) op minder dan 6 meter van waterlopen, vijvers, moerassen of andere oppervlaktewaters;c) op wegranden, bermen en andere terreinen van het openbare domein die deel uitmaken van de weg of er bij horen, autosnelwegen, waterwegen en spoorwegen inbegrepen;d) in natuur- en bosgebieden of kwetsbare gebieden zoals vallei- of brongebieden, zoals bedoeld in het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en het bosdecreet van 13 juni 1990;e) op de terreinen die al dan niet behoren tot het openbaar domein, waarvan een overheid eigenaar, vruchtgebruiker, pachter, opstalhouder of huurder is en die voor openbaar nut worden gebruikt of horen bij een gebouw dat voor openbaar nut wordt gebruikt. Dit verbod gaat in vanaf 1 januari 2004.

Onverminderd de geldende wetgeving, in geval van acute en redelijkerwijze niet te voorziene plagen die een gevaar inhouden voor mens en/of milieu of in het geval van situaties die een ernstige bedreiging vormen of kunnen vormen voor de veiligheid van de mens en waarvoor tegelijkertijd geen afdoende alternatieve bestrijdingswijzen voorhanden zijn, kan de openbare dienst tijdelijk van dit verbod afwijken, mits de dienst dit onmiddellijk meldt aan de minister bevoegd voor leefmilieu.

De Vlaamse regering kan nadere regels vaststellen inzake de gevallen waarin het vorige lid van toepassing is en inzake de tijdelijkheid.

Art. 4.De openbare diensten bezorgen aan de minister bevoegd voor leefmilieu ten laatste tegen 1 juni 2003 een reductieprogramma voor bestrijdingsmiddelen voor hun dienst. Dit programma bevat de nodige maatregelen om uitvoering te geven aan het verbod zoals bepaald in artikel 3. Een openbare dienst kan in het reductieprogramma een afwijking vragen op het verbod bepaald in artikel 3, eerste en tweede lid. De openbare dienst verstuurt daartoe het reductieprogramma bij aangetekend schrijven naar de minister bevoegd voor leefmilieu, die er binnen de drie maanden na ontvangst uitspraak over doet. De beslissing van de minister bevoegd voor leefmilieu wordt binnen de vijftien dagen bij aangetekend schrijven bezorgd aan de openbare dienst die een afwijking aanvraagt. Bij gebrek aan tijdige berekening aan de openbare dienst, wordt het reductieprogramma voor bestrijdingsmiddelen geacht te zijn goedgekeurd.

De Vlaamse regering kan nadere regels vastleggen inzake inhoud en procedure van een reductieprogramma voor bestrijdingsmiddelen.

Art. 5.De Vlaamse regering trekt financiële stimuli uit voor gemeenten die informatiecampagnes opzetten ten behoeve van particulieren, met de bedoeling het gebruik van bestrijdingsmiddelen door de huishoudens terug te dringen.

Art. 6.Alle schendingen van dit decreet worden onderzocht, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 december 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA _______ Nota (1) Zitting 2000-2001 Stukken.- Voorstel van decreet, 611 - Nr. 1.

Zitting 2001-2002.

Stukken. - Amendementen, 611 - Nrs. 2 en 3. - Verslag, 611 - Nr. 4. - Amendement, 611 - Nr. 5. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 611 - Nr. 6.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 20 december 2001.

^