Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 december 2018
gepubliceerd op 31 december 2018

Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

bron
vlaamse overheid
numac
2018015705
pub.
31/12/2018
prom.
21/12/2018
ELI
eli/decreet/2018/12/21/2018015705/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2018. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 83 van het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Artikel 27 en 29, § 2, § 3 en § 4, zijn van toepassing op de leden van het vast bureau, met dien verstande dat: 1° in artikel 27 "gemeenteraadslid" wordt gelezen als "lid van het vast bureau", "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" en "een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap" wordt gelezen als "de verenigingen of vennootschappen, vermeld in deel 3, titel 4,";2° in artikel 29, § 2, "gemeenteraadsleden" wordt gelezen als "leden van het vast bureau" en "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";3° in artikel 29, § 3, "gemeenteraad" wordt gelezen als "raad voor maatschappelijk welzijn" en "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn"; 4° in artikel 29, § 4, "gemeenteraadsleden" wordt gelezen als "leden van het vast bureau" en "de gemeenteraad" wordt gelezen als "het vast bureau".".

Art. 3.Aan artikel 100, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "of als die met toepassing van artikel 106 de verkozen voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst vervangt" toegevoegd.

Art. 4.In artikel 106, § 1, van hetzelfde decreet, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Als de voorzitter om een andere reden dan de redenen, vermeld in het eerste lid, tijdelijk afwezig is of als hij bij een welbepaalde aangelegenheid betrokken partij is als vermeld in artikel 27, wijst hij de voorzitter of een lid van het vast bureau aan als zijn vervanger. Als hij geen vervanger heeft aangewezen of als de vervanger zelf tijdelijk afwezig is, dan wordt hij vervangen door de voorzitter of het lid van het vast bureau met de hoogste rang. Als de voorzitter of dat lid van het vast bureau de voorzitter niet kan vervangen, wordt het voorzitterschap waargenomen door een ander lid van het vast bureau, in volgorde van rang.".

Art. 5.In artikel 110, vijfde lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede ", behalve die welke betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten of hun onderhoudsplichtigen," opgeheven.

Art. 6.Aan artikel 169, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede ", zowel wat de gemeente als wat het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn betreft." toegevoegd.

Art. 7.Aan artikel 172, derde lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede ", zowel wat de gemeente als wat het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn betreft." toegevoegd.

Art. 8.In artikel 301, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden "namens de gemeente" en de woorden "en het autonoom gemeentebedrijf" de zinsnede ", het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" ingevoegd.

Art. 9.In deel 2, titel 8, hoofdstuk 2, afdeling 4, van hetzelfde decreet wordt een artikel 351/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 351/1.Na de gemeenteraadsverkiezingen blijven de aftredende burgemeesters van de samengevoegde gemeenten, elk wat hem of haar betreft, voor het grondgebied van de samengevoegde gemeente waarin ze als burgemeester hun bevoegdheden hebben uitgeoefend, in functie tot de burgemeester van de nieuwe gemeente is geïnstalleerd.

Tot aan de verkiezing van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst van de nieuwe gemeente blijven de uittredende voorzitters van het bijzonder comité voor de sociale dienst van de samengevoegde gemeenten, elk wat hem of haar betreft, voor het grondgebied van de samengevoegde gemeente waarin ze als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hun bevoegdheden hebben uitgeoefend, de maatregelen, vermeld in artikel 114, nemen.".

Art. 10.In artikel 500 van hetzelfde decreet wordt tussen de zinsnede "artikel 485, derde lid," en de zinsnede "en artikel 490," de zinsnede "artikel 489" ingevoegd.

Art. 11.In artikel 532 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt benoemd overeenkomstig artikel 25bis, eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn."; 2° het tweede tot en met het vierde lid worden ingetrokken.

Art. 12.Aan artikel 538 van hetzelfde decreet worden een tweede tot en met vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "In afwijking van het eerste lid juncto artikel 74 en artikel 19, tweede lid, is de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn op verzoek van de burgemeester verplicht de raad voor maatschappelijk welzijn bijeen te roepen.

In afwijking van het eerste lid juncto artikel 74 en artikel 20 wordt de agenda, behoudens de punten die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of hun onderhoudsplichtigen, onder dezelfde voorwaarden ook meegedeeld aan de burgemeester en aan de gemeenteraad.

In spoedeisende gevallen kan de termijn, vermeld in artikel 20, eerste lid, ingekort worden.

In afwijking van het eerste lid juncto artikel 74 en artikel 30 kan de burgemeester de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn bijwonen zonder die evenwel te kunnen voorzitten. In geval van een voorafgaande gemotiveerde afwezigheid kan hij zich laten vervangen door een schepen. De burgemeester of de schepen die hem vervangt, kan de stemming over elk punt van de agenda verdagen, behalve als het punt betrekking heeft op de persoonlijke levenssfeer van de cliënten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of hun onderhoudsplichtigen. De argumentatie voor die verdaging van de burgemeester of de schepen die hem vervangt, wordt vermeld in de notulen van de vergadering. In dat geval wordt het overlegcomité, vermeld in artikel 538/1, bijeengeroepen binnen een termijn van vijftien dagen, met op de agenda het punt dat werd verdaagd. De burgemeester kan de bevoegdheid, vermeld in dit lid, maar eenmaal uitoefenen voor hetzelfde punt.".

Art. 13.In deel 4, titel 1, hoofdstuk 4, afdeling 2, van hetzelfde decreet wordt een artikel 538/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 538/1.§ 1. In de gemeente Voeren en in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, wordt een overlegcomité opgericht dat is samengesteld uit een delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn en een delegatie van de gemeenteraad. Die delegaties omvatten in elk geval de burgemeester of de schepen die de burgemeester heeft aangewezen, en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het overlegcomité wordt opgericht door een beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de gemeenteraad.

Het overleg heeft ten minste om de drie maanden plaats. Voor dat overleg gelden de regels die worden vastgesteld in een huishoudelijk reglement, aangenomen door de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad. Het presentiegeld voor het bijwonen van een vergadering van het overlegcomité mag nooit meer bedragen dan het presentiegeld voor het bijwonen van de gemeenteraad.

De notulen van het overlegcomité worden ter kennis gebracht van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn. § 2. Over de volgende aangelegenheden kan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn alleen beslissen als ze vooraf aan het overlegcomité zijn voorgelegd: 1° de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 249, en van de welzijnsverenigingen die het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn heeft opgericht of waarin het deelneemt;2° het vaststellen of wijzigen van de rechtspositieregeling van het personeel, voor zover die vaststelling of wijziging een financiële weerslag kan hebben of erdoor van de rechtspositieregeling van het gemeentelijk personeel wordt afgeweken;3° het oprichten van nieuwe diensten of instellingen en het uitbreiden of het in belangrijke mate inkrimpen of stopzetten van de bestaande diensten of instellingen;4° het oprichten van, het toetreden tot, het uittreden uit of het ontbinden van de verenigingen of vennootschappen overeenkomstig deel 3, titel 4. Als er geen overleg kan plaatsvinden en er op afdoende wijze wordt vastgesteld dat dit te wijten is aan de gemeentelijke overheden, beslist het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, onverminderd de toepassing van het bestuurlijk toezicht. § 3. Over de volgende aangelegenheden kunnen de gemeentelijke overheden alleen beslissen als ze vooraf zijn voorgelegd aan het overlegcomité: 1° het vaststellen of wijzigen van de rechtspositieregeling van het personeel, voor zover de desbetreffende beslissingen een weerslag kunnen hebben op de budgetten en het beheer van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;2° het oprichten van nieuwe diensten of instellingen met een sociale doelstelling en de uitbreiding van de bestaande. Als er geen overleg kan plaatsvinden en er op afdoende wijze wordt vastgesteld dat dit te wijten is aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, beslissen de gemeentelijke overheden, onverminderd de toepassing van het bestuurlijk toezicht. § 4. De lijst van aangelegenheden, vermeld in paragraaf 2 en 3, kan worden aangevuld in het huishoudelijk reglement.".

Art. 14.Aan artikel 580 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Tot aan de verkiezing van de nieuwe voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst is het bij de gemeenten die op 1 januari 2019 worden samengevoegd met toepassing van de bepalingen van het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016, het uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen, vermeld in het eerste lid, 1°, dat bevoegd was voor het grondgebied waar de dringende hulpverlening wordt vereist, die beslist over dringende hulpverlening als vermeld in artikel 114 van dit decreet.".

Art. 15.In artikel 609, zesde lid, van hetzelfde decreet wordt punt 25° vervangen door wat volgt: "25° artikel 578, 24° en 25° ;".

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 december 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth HOMANS _______ Nota (1) Zitting 2018-2019 Documenten: - Voorstel van decreet : 1783 - Nr.1 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1783 - Nr. 2 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergaderingen van 20 december 2018.

^