Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 februari 2019
gepubliceerd op 18 maart 2019

Decreet betreffende de versteviging van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de opvang van jonge kinderen in de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2019040720
pub.
18/03/2019
prom.
21/02/2019
ELI
eli/decreet/2019/02/21/2019040720/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2019. - Decreet betreffende de versteviging van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de opvang van jonge kinderen in de Franse Gemeenschap


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet dient verstaan te worden onder: 1 ° "O.N.E."-Decreet: het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. »; 2 ° Regering: de Regering van de Franse Gemeenschap; 3 ° Minister: de minister die de opvang van kinderen in zijn bevoegdheden heeft en de opdrachten toevertrouwd aan de Office in zijn toeschrijvingen; 4 ° O.N.E.: de « Office de la Naissance et de l'Enfance »; 5 ° Opvangsysteem: de organisatie en de algemeen werking van de sector voor opvang van jonge kinderen in de Franse Gemeenschap; 6 ° Ouder (s): de persoon of personen die de wettelijke verantwoordelijkheid van het kind in zijn levenssfeer op zich neemt (nemen) of zal (zullen) nemen; 7 ° Plaats van opvang: een instelling waar een opvang van de vroege kinderjaren wordt uitgevoerd die daartoe is aangepast en die niet is gelegen in de gezinsomgeving van het kind/de kinderen dat/die wordt/worden opgevangen; 8 ° Opvangcentrum: structuur die een of meer ontvangstplaatsen, materiaal en personeel bevat waarin georganiseerd is, een opvang in de vroege kinderjaren overeenkomstig de bepalingen van dit decreet of genomen krachtens dit decreet; 9 ° Inrichtende macht: natuurlijke persoon of rechtspersoon die organiseert of vraagt om een opvang voor vroege kinderjaren te organiseren en die daartoe door de O.N.E. moet worden gemachtigd.

Art. 2.Dit decreet is gericht op het organiseren van de opvang van jonge kinderen, begrepen als de professionele zorg voor kinderen, vanaf het einde van het zwangerschapsverlof tot de scholarisatie, buiten hun thuisomgeving en de aanwezigheid van de ouders, om adequaat te voorzien in de dagelijkse behoeften en opvoeding van elk kind, om samen met zijn ouders een bijdrage te leveren aan de algehele ontwikkeling ervan, terwijl het hen in staat stelt hun ouderlijke verantwoordelijkheden, professionele en sociale verplichtingen te verzoenen.

Wanneer de sociale situatie van het gezin en het belang van het kind dit rechtvaardigen, kan een afwijking worden toegestaan zodat de opvang van het kind vóór het einde van het zwangerschapsverlof kan beginnen of verder kan gaan na de scholarisatie.

Art. 3.De verschillende soorten opvangomgevingen zijn: 1 ° kinderdagverblijven: centra voor kinderopvang georganiseerd om te zorgen voor, in een onthaalruimte, minimum 14 kinderen aanwezig tegelijk onder toezicht van een team; 2 ° de mede-onthaalouders van onafhankelijke kinderen (afgekort AEI of CAEI): opvangcentra georganiseerd om te zorgen voor, op een plaats van onthaal, maximaal 5 of 10 kinderen aanwezig gelijktijdig onder toezicht van respectief één persoon of twee personen die een onafhankelijk statuut hebben; 3 ° kinderopvangcentra (afgekort SAE): opvangcentra georganiseerd om op verschillende plaatsen van opvang een maximum per plaats van opvang te ondersteunen van 5 of 10 kinderen die gelijktijdig onder toezicht staan van respectief een persoon of een team; 4 ° Gespecialiseerde diensten voor de opvang van jonge kinderen (afgekort als SASPE): opvangcentra die zijn georganiseerd om te zorgen voor ten minste 16 tegelijkertijd aanwezige kinderen die in een crisissituatie in hun eigen omgeving leven, begeleid door een team. In de SASPE worden kinderen, in afwijking van artikel 2, tot maximum 6 jaar inbegrepen opgenomen en verzorgd, tenzij daarvan wordt afgeweken; 5 ° de thuisopvangorganisatie voor zieke kinderen (afgekort als SAE): een structuur die is georganiseerd om te zorgen voor kinderen in hun woonomgeving die om medische redenen niet in staat zijn om naar de opvang- of schoolomgeving te gaan in overeenstemming met de door de Regering voorgeschreven procedures. In de SAES worden, in afwijking van artikel 2, kinderen verzorgd in hun leefomgeving en tot 12 jaar maximum inclusief, tenzij er van wordt afgezien.

Art. 4.Dit besluit is niet van toepassing op de volgende activiteiten: 1 ° het aanbod van gezondheidszorg in een externaatomgeving; 2 ° de eenmalige verzorging van kinderen van klanten of bezoekers; 3 ° de eenmalige verzorging van kinderen in het kader van occasionele evenementen. 4 ° de exclusieve zorg voor kinderen met een handicap; 5 ° de zorg voor kinderen door structuren in de jeugdsector en in de jeugdzorg; 6 ° de hoofdzakelijke zorg voor kinderen ouder dan twee en een half jaar in de sector buitenschoolse opvang of vakantiecentra; 7° de zorg voor kinderen ouder dan twee en een half jaar bij elke andere activiteit die niet in de eerste plaats gericht is op de opvang van de vroege kindertijd, maar op een aanbod van activiteiten in verband met onderwijs, naar cultuur, sport of recreatie. HOOFDSTUK II. - Opvangvergunning en subsidies

Art. 5.§ 1. Elke inrichtende macht moet van O.N.E. een vergunning tot opvang krijgen voor elke ontvangstomgeving die ze organiseert, vóór de opening en geldig gedurende de hele duur van de werking van de ontvangstomgeving.

Als een inrichtende macht kinderen verwelkomt zonder toestemming van O.N.E. of doorgaat met de opvang na een beslissing om deze op te schorten of in te trekken, wordt ze door de O.N.E. aangemaand om de opvang onmiddellijk te stoppen.

De O.N.E. brengt, binnen de 7 werkdagen na kennisname ervan, de burgemeester van de gemeente op de hoogte van de locatie van de voortgezette opvang van elke situatie zonder toestemming. De burgemeester controleert of de inrichtende macht de ingebrekestelling in acht heeft genomen en informeert de O.N.E. Als wordt vastgesteld dat de inrichtende macht de opvang voortzet na een formele ingebrekestelling, gaat de burgemeester over tot het sluiten van de plaats van opvang. Deze maatregel wordt uitgevoerd voor rekening en risico van de inrichtende macht. § 2. In geval van dreigend en ernstig gevaar voor de gezondheid of veiligheid, kan de ingebrekestelling worden weggelaten. In dit geval brengt de ONE zo snel mogelijk de Burgemeester van de gemeente op de hoogte van de locatie van de opvang en vraagt de burgemeester om verder te gaan met de onmiddellijke sluiting van de opvangplaats. Deze maatregel wordt uitgevoerd voor rekening en risico van de inrichtende macht.

Art. 6.§ 1. De O.N.E. reikt de vergunning uit na controle van de bij of krachtens de algemene voorwaarden van dit decreet en na advies van de Burgemeester van de opvanglocatie voor elke opvanglocatie in het kader van de vergunning.

Het advies van de Burgemeester heeft betrekking op veiligheid, gezondheid en hygiëne. Het moet binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek worden uitgebracht. Als er binnen deze periode geen antwoord is, wordt het advies als positief geacht.

Het ongunstige advies van de Burgemeester is bindend, wanneer het degelijk gemotiveerd is door de duidelijke behoefte om de fysieke en psychologische veiligheid van kinderen of hun ouders te beschermen, of deze noodzaak uit de infrastructuur ontstaat of als gevolg van de inrichtende macht die de aanvraag voor opvangvergunning heeft ingediend. § 2. De opvangvergunning is intuitu personae en kan niet worden overgedragen. Ze vermeldt op zijn minst: 1 ° de identificatie van de inrichtende macht; 2 ° het type opvangomgeving; 3 ° de identificatie van de opvangplaats of het maximum aantal plaatsen voor kinderopvang; 4 ° de datum van de vergunning; 5 ° de geplande openingsdatum; 6 ° de toegestane capaciteit.

Art. 7.Na het aanvragen van het advies van O.N.E. bepaalt de Regering: 1 ° de voorwaarden, nadere regels en procedures voor het verlenen, behouden, schorsen en intrekken van de opvangvergunning. 2 ° de voorwaarden en nadere regels voor het berekenen, vereffenen en terugvorderen van subsidies die door de O.N.E. kunnen worden toegekend, aan de inrichtende machten van de kinderopvangomgevingen en de procedures voor het verlenen, schorsen en intrekken van het recht op subsidies door de O.N.E. Het advies van de O.N.E. wordt binnen de maand uitgebracht. Bij het ontbreken van een advies van de O.N.E. binnen deze termijn kan de Regering de voorwaarden van de nadere regels en procedures van het eerste lid vaststellen. HOOFDSTUK III. - Begeleiding, controles en administratieve boetes

Art. 8.O.N.E. zorgt ervoor dat de inrichtende machten en het personeel van de opvangomgeving een begeleiding genieten voor de juiste toepassing van de geldende regelgeving en het behouden van een permanente dynamiek van verbetering van de kwaliteit.

De O.N.E. volbrengt haar ondersteuningsmissie in een logica van partnerschap en bevordert de ontwikkeling van zelfevaluatie, onverminderd de externe evaluaties uitgevoerd door haar ambtenaren.

Art. 9.De inrichtende macht en de opvangplaatsen zijn onderworpen aan het toezicht van de O.N.E. waarvan de ambtenaren controle uitoefenen op de naleving van dit decreet en de bepalingen die op grond daarvan worden genomen.

In het kader van hun toezichtsopdracht hebben de ambtenaren van de O.N.E. de volgende rechten: 1 ° het recht op toegang tot en bezoek aan de opvangruimten, het gebouw dat is toegewezen aan de opvang of verondersteld wordt tijdens de openingsuren van de opvangplaats; 2 ° het recht om documenten en informatie met betrekking tot de opvang van kinderen te raadplegen, ter plaatse of op een door de ambtenaren aangewezen plaats; 3 ° het recht op een gratis exemplaar van de documenten en informatie met betrekking tot de opvang en, bij gebreke daaraan, om ze mee te nemen; 4 ° het recht om audiovisuele middelen te gebruiken; 5 ° het recht om de voorzieningen en voorwerpen die aanwezig zijn in de opvangplaats te onderzoeken; 6 ° het recht om de bij de opvang betrokken personen te horen; 7 ° het recht om de hulp van de politie of andere bevoegde diensten te vragen.

Art. 10.O.N.E. kan een administratieve geldboete opleggen van 100 tot 10.000 euro wanneer de inrichtende macht niet aan de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten voldoet.

Na advies van de O.N.E. bepaalt de Regering het barema, de nadere regels en de procedures voor het invorderen van administratieve boetes en de toewijzing door de O.N.E. van gerelateerde ontvangsten.

Het advies van de O.N.E. wordt op eigen initiatief of op verzoek van de Regering gegeven. Wanneer de Regering om dit advies vraagt, wordt het binnen een maand verleend. Bij het ontbreken van een advies van de O.N.E. binnen deze termijn, kan de Regering de bepalingen bedoeld in het eerste lid vaststellen. HOOFDSTUK IV. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 11.In artikel 2, § 1, van het O.N.E.-decreet wordt het derde lid vervangen door: "De openbaredienstopdracht bedoeld in het eerste lid, 2 °, is verdeeld in operationele opdrachten die voortvloeien uit andere specifieke wettelijke bepalingen betreffende de organisatie en de werking van de volgende instellingen, structuren en diensten: 1 ° kinderopvangomgeving; 2 ° de operatoren van buitenschoolse opvang; 3 ° vakantiecentra; 4 ° huiswerkscholen. ".

Art. 12.In artikel 2, § 1, van het O.N.E.-decreet wordt lid 4 opgeheven.

Art. 13.Artikel 6 van het O.N.E.-decreet wordt vervangen door: "Art.6. § 1. Iedereen die geen deel uitmaakt van de gezinsleefomgeving van het kind en die de opvang van kinderen jonger dan twaalf organiseert, moet vooraf een verklaring afleggen bij de O.N.E. en het om de drie jaar vernieuwen volgens de voorwaarden die de O.N.E. stelt.

Zijn vrijgesteld van de aangifteplicht als bedoeld in het vorige lid: 1 ° de inrichtende machten van de instellingen, structuren en diensten bedoeld in artikel 2, § 1, derde lid; 2 ° de inrichtende machten van categorieën van diensten of instellingen die op een door de Regering opgestelde lijst voorkomen. § 2. De inrichtende machten van de instellingen, structuren en diensten bedoeld in artikel 2, § 1, derde lid, moeten zich houden aan een door de Regering na advies van de O.N.E. vastgestelde opvangkwaliteitscode.

Het advies van de O.N.E. wordt uitgebracht volgens de nadere regels bepaald in artikel 3, derde lid. "

Art. 14.De toelatingseis bedoeld in artikel 5, § 1, is van toepassing op de inrichtende machten van de SAEMD, binnen een door de Regering vastgestelde termijn en uiterlijk binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 15.De Regering bepaalt de overgangsperiode en de wijze waarop de op de datum van inwerkingtreding van dit decreet toegelaten opvangruimten op grond van bestaande regelingen overeenkomstig dit decreet worden toegelaten.

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand volgend op die van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 februari 2019.

De Minister-President, belast met Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT _______ Nota Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 739-1. - Commissieamendementen, nr. 739-2. - Commissieverslag, nr. 739-3. - Tekst aangenomen tijdens de commissie, nr. 739-4.- Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 739-5.

Integraal verslag.- Bespreking en aanneming.- Vergadering van 20 februari 2019.

^