Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 juni 2012
gepubliceerd op 05 juli 2012

Decreet betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten

bron
waalse overheidsdienst
numac
2012203690
pub.
05/07/2012
prom.
21/06/2012
ELI
eli/decreet/2012/06/21/2012203690/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JUNI 2012. - Decreet betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Titel I - Inleidende bepaling

Artikel 1.§ 1. Dit decreet is van toepassing op de handelingen betreffende de invoer, uitvoer en overdracht van civiele wapens of van defensiegerelateerde producten naar of vanuit het Waalse Gewest en op de handelingen betreffende de doorvoer ervan via het Waalse Gewest.

Een handeling betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer of overdracht van civiele wapens of van defensiegerelateerde producten naar, vanuit of via het Waalse Gewest mag alleen uitgevoerd worden door een natuurlijke persoon die op het grondgebied van het Waalse Gewest woonachtig is of door een rechtspersoon waarvan de maatschappelijke zetel of bedrijfszetel op het grondgebied van het Waalse Gewest gevestigd is, met uitzondering van die welke al het voorwerp heeft uitgemaakt van een toestemming of een vergunning verleend door het Vlaamse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of, in het geval van een doorvoer- of overdrachtshandeling, wanneer ze al het voorwerp heeft uitgemaakt van een vergunning verleend door een andere lidstaat van de Europese Unie. § 2. De overdrachten van defensiegerelateerde producten of van civiele wapens naar het Groothertogdom Luxemburg en Nederland worden niet aan een vergunning of toestemming onderworpen.

Titel II - Bepalingen tot omzetting van Richtlijn 91/477/EEG van de Europese Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Europese Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens

Art. 2.De artikelen 11, 13, 13bis en 14 van Richtlijn 91/477/EEG van de Europese Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens worden bij deze titel omgezet.

Art. 3.Definities Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder : 1° « Richtlijn » : Richtlijn 91/477/EEG van de Europese Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Europese Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens;2° « civiel wapen » : vuurwapens zoals gedefinieerd onder punt 1 van artikel 1 van de richtlijn en niet bestemd voor militair of paramilitair gebruik, met uitzondering van automatische vuurwapens en van vuurwapens met een kaliber dat als militair is ingedeeld door de Permanente Internationale Commissie voor de beproeving van handvuurwapens, alsook de desbetreffende onderdelen, munitie en componenten;3° « overdracht » : elke overbrenging of verplaatsing van een civiel wapen door een persoon woonachtig in een lidstaat van de Europese Unie naar een persoon woonachtig in een andere lidstaat van de Europese Unie.

Art. 4.Overdrachtsvergunningen § 1er. De overdracht van civiele wapens wordt onderworpen aan de afgifte van een toestemming door de Regering.

Wanneer de overdracht vanuit het Waalse Gewest wordt overwogen, wordt de aanvraag onderzocht op basis van de volgende criteria : 1° er wordt nagegaan of de persoon die de overdracht vanuit het Waalse Gewest verricht, bevoegd is om over betrokken civiele wapen(s) te beschikken;2° het bestaan van een document uitgaand van de autoriteiten van het afnemerland waarbij ze toestemming geven om de overdracht te verrichten. Wanneer de overdracht naar het Waalse Gewest wordt overwogen, wordt de aanvraag onderzocht op basis van de volgende criteria : 1° er wordt nagegaan of de persoon in het Waalse Gewest voor wie de overdracht bestemd is, bevoegd is om over betrokken civiele wapen(s) te beschikken;2° de overdracht brengt de openbare veiligheid of de openbare orde in het Waalse Gewest niet in het gedrang. § 2. In afwijking van § 1, mogen de jagers en sportschutters voor de uitoefening van hun activiteit zonder voorafgaande vergunning gedurende een reis door twee of meer lidstaten één of meer van deze vuurwapens voorhanden hebben, op voorwaarde dat zij in het bezit zijn van de Europese vuurwapenpas bedoeld onder punt 4 van artikel 1 van de richtlijn en dat zij de reden van de reis kunnen aantonen, met name door een uitnodiging of elk ander stuk over te leggen ter bevestiging van hun jacht- of schuttersactiviteiten in de lidstaat van bestemming. § 3. In afwijking van § 1 kan de Regering in de zin van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens een erkenning aan de wapenhandelaars verlenen op grond waarvan ze, zonder specifieke toestemming voor elke overdracht, civiele wapens mogen overbrengen naar een wapenhandelaar gevestigd in een andere lidstaat. De erkenning wordt voor een hernieuwbare duur van maximum twee jaar verleend. Elke overdracht verricht op basis van die erkenning wordt vooraf medegedeeld.

Titel III - Bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap HOOFDSTUK I. - Definities

Art. 5.Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap wordt bij deze titel omgezet.

Art. 6.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder : 1° « defensiegerelateerde producten » : producten, met inbegrip van hun onderdelen en technologie opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van de militaire goederen, volgens de laatste versie van de lijst bedoeld in de bijlage bij de richtlijn, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie;2° « leverancier » : rechtspersoon of natuurlijke persoon die wettelijk aansprakelijk is voor een overdracht van defensiegerelateerde producten;3° « afnemer » : een rechtspersoon of natuurlijke persoon die wettelijk aansprakelijk is voor de ontvangst van een overdracht van defensiegerelateerde producten;4° « afnemend bedrijf » : een rechtspersoon waarvan de maatschappelijk zetel in het Waalse Gewest gevestigd is en die defensiegerelateerde producten produceert, bestaande uit bestanddelen of systemen of subsystemen verworven bij derden;5° « overdrachtsvergunning » : toestemming van de Regering voor een leverancier om defensiegerelateerde producten over te dragen aan een afnemer in een andere lidstaat van de Europese Unie;6° « overdracht » : elke overdracht of verplaatsing van een defensiegerelateerd product van een leverancier gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie naar een afnemer in een andere lidstaat van de Europese Unie. HOOFDSTUK II. - Overdrachtsvergunningen

Art. 7.De overdrachtshandelingen worden aan de afgifte van een overdrachtsvergunning onderworpen.

Art. 8.§ 1. Individuele, algemene en globale overdrachtsvergunningen worden door de Regering afgeleverd voor de overdracht van defensiegerelateerde producten, na onderzoek van de aanvraag met name t.o.v. de risico's uit de handeling op het vlak van de vrijwaring van de mensenrechten, de vrede, de veiligheid en de stabiliteit. § 2. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen individuele, algemene en globale overdrachtsvergunningen : 1° algemene overdrachtsvergunningen geven rechtstreeks toestemming aan op het grondgebied van het Waalse Gewest gevestigde leveranciers die aan de met de algemene overdrachtsvergunning verbonden voorwaarden voldoen, voor het verrichten van overdrachten van in de algemene overdrachtsvergunning te specificeren defensiegerelateerde producten, aan één of meer categorieën van in een andere lidstaat gevestigde afnemers. De Regering maakt de algemene overdrachtsvergunningen bekend in de gevallen en volgens de modaliteiten die zij bepaalt. Zij bepaalt ook de modaliteiten voor de registratie van de leveranciers die gebruikmaken van een algemene overdrachtsvergunning.

De algemene overdrachtsvergunningen worden openbaar gemaakt indien : a) de afnemer deel uitmaakt van de strijdkrachten van een lidstaat of een aanbestedende dienst is op het gebied van defensie, die voor het exclusieve gebruik door de strijdkrachten van een lidstaat aankoopt;b) de afnemer een gecertificeerde onderneming is;c) de overdracht gebeurd is met het oog op demonstratie, evaluatie en expositie;d) de overdracht gebeurd is met het oog op onderhoud en herstelling, indien de afnemer de oorspronkelijke leverancier van defensiegerelateerde producten is. De Regering kan de lijst van de gevallen waarin een algemene overdrachtsvergunning gepubliceerd kan worden, uitbreiden.

Wanneer de Regering deelneemt aan een intergouvernementeel samenwerkingsprogramma voor de ontwikkeling, de productie en het gebruik van één of meer defensiegerelateerde producten, mag ze een algemene overdrachtsvergunning publiceren voor overdrachten aan andere lidstaten die aan dat programma deelnemen en die voor de uitvoering van dat programma noodzakelijk zijn; 2° globale overdrachtsvergunningen worden verleend op verzoek van individuele leveranciers en staan de overdracht van defensiegerelateerde producten toe aan afnemers in één of meer andere lidstaten. In elke globale overdrachtsvergunning bepaalt de Regering de defensiegerelateerde producten of productencategorieën die onder de globale overdrachtsvergunning vallen, en de toegestane afnemers.

Een globale overdrachtsvergunning wordt voor drie jaar verleend, te rekenen van de datum waarop ze aan de begunstigde wordt verzonden, en kan zo vaak als nodig worden verlengd; 3° de individuele overdrachtsvergunningen voor de handelingen die niet voldoen aan de voorwaarden vermeld onder onderstaande punten 1° en 2°. Een individuele overdrachtsvergunning machtigt de leverancier om een bepaald aantal defensiegerelateerde producten over te brengen naar een bepaalde afnemer.

Enkel de individuele overdrachtsvergunning wordt toegekend wanneer : - de aanvraag beperkt wordt tot één enkele overdracht; - dat nodig is voor de bescherming van de essentiële belangen van het Waalse Gewest of om redenen van openbare orde; - dat nodig is voor de inachtneming van de internationale verplichtingen en verbintenissen van het Waalse Gewest; - er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de leverancier niet in staat zal zijn alle noodzakelijke voorwaarden te vervullen voor het verkrijgen van een globale overdrachtsvergunning. § 3. De Regering bepaalt de algemene, de globale en de individuele overdrachtsvergunningen, met inbegrip van de eventuele beperkingen betreffende de uitvoer van defensiegerelateerde producten, aan natuurlijke en rechtspersonen gelegen in derde landen.

Ze houdt met name rekening met de risico's uit de handeling voor wat betreft de vrijwaring van de mensenrechten, de vrede, de veiligheid en de stabiliteit. HOOFDSTUK III. - Vrijstelling van de overdrachtsvergunning

Art. 9.De Regering kan de overdracht vrijstellen van de verplichting om over een vergunning te beschikken als : 1° de leverancier of de afnemer een overheidsinstelling is of deel uitmaakt van de strijdkrachten;2° de leveringen verricht worden door de Europese Unie, de NATO, het IAEA of andere intergouvernementele organisaties met het oog op de volbrenging van hun opdrachten;3° de overdracht nodig is voor de uitvoering van een samenwerkingsprogramma inzake bewapeningen met een andere lidstaat van de Europese Unie;4° de overdracht in verband staat met de humanitaire hulp bij een ramp of uitgevoerd wordt als gift in de context van een noodtoestand;5° de overdracht nodig is met het oog op herstelling, onderhoud, tentoonstelling of demonstratie, of na die verrichtingen. HOOFDSTUK IV. - Certificering van de ondernemingen die afnemer zijn van defensiegerelateerde producten

Art. 10.De Regering voorziet in de certificering van de ondernemingen die afnemer zijn van defensiegerelateerde producten, met maatschappelijke zetel op het grondgebied van het Waalse Gewest, als algemene overdrachtsvergunningen bekendgemaakt door andere lidstaten.

De certificering stelt de betrouwbaarheid vast van de onderneming die afnemer is, in het bijzonder ten opzichte van haar vermogen om de beperkingen na te leven voor de uitvoer van defensiegerelateerde producten als een algemene overdrachtsvergunning van een andere lidstaat van de Europese Unie. De betrouwbaarheid van een onderneming wordt beoordeeld op grond van de volgende criteria : - de aangetoonde ervaring inzake defensieactiviteiten, rekening houdend met name met de inachtneming door de onderneming van de uitvoerbeperkingen, elke gerechtelijke beslissing daaromtrent, elke machtiging betreffende de productie of verhandeling van defensiegerelateerde producten en de tewerkstelling van ervaren kaderpersoneel; - de pertinente industriële activiteit op het gebied van de defensiegerelateerde producten in de Europese Unie en met name het vermogen tot integratie van de systemen en de ondersystemen; - de aanwijzing van een hoger kaderlid als bestuurder die persoonlijk aansprakelijk is voor de overdrachten en de uitvoerverrichtingen; - de schriftelijke verbintenis van de onderneming, ondertekend door de bestuurder waarvan sprake in het derde streepje, om alle nodige maatregelen te treffen voor de naleving en de toepassing van de gezamenlijke bijzondere voorwaarden voor het eindgebruik en de uitvoer van elk ontvangen specifiek onderdeel of product; - de schriftelijke verbintenis van de onderneming, ondertekend door de bestuurder waarvan sprake in het derde streepje, om spoed te maken met de mededeling aan de bevoegde overheden van de gedetailleerde informatie in antwoord op de verzoeken en vragen die aan hen zouden worden gericht in verband met de eindgebruikers of het eindgebruik van alle defensiegerelateerde producten, uitgevoerd, overgedragen of ontvangen door de onderneming als een uitvoervergunning of een individuele overdrachtsvergunning van een andere lidstaat; - de omschrijving, mede ondertekend door de bestuurder waarvan sprake in het derde streepje, van het interne overeenstemmingsprogramma of van het beheerssysteem van de uitvoerverrichtingen dat het bedrijf gebruikt. Die omschrijving is een gedetailleerde weergave van de menselijke, organisatorische en technische middelen die ingezet worden voor het beheer en de uitvoerverrichtingen, de verantwoordelijkheidsketen in de onderneming, de interne nazichtsprocedures, de sensibiliserings- en opleidingsmaatregelen van het personeel, de fysieke en technische veiligheidsmaatregelen, het houden van registers en de traceerbaarheid van de uitvoerverrichtingen.

Art. 11.Dit certificaat bevat minstens de volgende gegevens : 1° het feit dat het verstrekt werd door het Waalse Gewest;2° de naam en het adres van de afnemer;3° een verklaring betreffende de overeenstemming van de afnemer met de criteria verwoord in artikel 10;4° de datum van aflevering en de geldigheidsduur van het certificaat; die mag niet hoger zijn dan vijf jaar.

De overeenstemming van de afnemer met de criteria verwoord in artikel 10, evenals elke voorwaarde nader bepaald in het certificaat, worden om de drie jaar door de Regering nagezien.

Wanneer de criteria bedoeld in artikel 10 niet meer vervuld zijn, treft de Regering de vereiste maatregelen en kan met name het certificaat schorsen of intrekken volgens de door haar nader bepaalde regels. HOOFDSTUK V. - Informatieverplichting

Art. 12.§ 1. De leveranciers lichten de afnemers in over de voorwaarden waarmee de overdrachtsvergunning gepaard gaat, met inbegrip van de beperkingen betreffende het eindgebruik of de uitvoer van de defensiegerelateerde producten. § 2. De leveranciers lichten de Regering binnen een redelijke termijn in over hun voornemen om een algemene overdrachtsvergunning voor het eerst te gebruiken. De Regering bepaalt de procedure en de in dat kader mee te delen informatie. § 3. De leveranciers houden gedetailleerde en volledige registers van hun overdrachten bij. Die registers bevatten handelsdocumenten waaruit volgende informatie blijkt : 1° de omschrijving van het defensiegerelateerd product en de referentie ervan in de lijst bedoeld in artikel 6, 1°;2° de hoeveelheid en de waarde van het defensiegerelateerde product;3° de data van de overdrachten;4° de naam en het adres van de afnemer;5° het eindgebruik en de eindgebruiker van het defensiegerelateerd product, indien gekend;6° het bewijs dat de afnemer van de defensiegerelateerde producten wel degelijk is ingelicht over de uitvoerbeperking waarmee de overdrachtsvergunning gepaard gaat. De Regering kan de gegevens die opgenomen dienen te worden in de registers waarvan sprake in lid 1 aanvullen of nader bepalen.

De leveranciers bewaren die registers gedurende tien jaar te rekenen van het einde van het kalenderjaar waarin de overdracht plaatsvond. Ze delen de Regering minstens één keer per jaar of op verzoek van laatstgenoemde de informatie mee vervat in die registers.

Titel IV. - Andere bepalingen

Art. 13.Definities Voor de toepassing van deze Titel wordt verstaan onder : 1° « invoer, uitvoer en doorvoer » : de handelingen die als dusdanig beschouwd worden voor de toepassing van de douanewetgeving;2° « defensiegerelateerde producten » : producten die als wapens, munities of materieel beschouwd worden die speciaal gebruikt worden voor militair gebruik of ordehandhaving en desbetreffende technologie in toepassing van een lijst opgemaakt door de Regering;3° « Internationaal Invoercertificaat » : het document uitgaand van de Regering of haar gemachtigde aan de hand waarvan een uitvoerland de verzekering krijgt dat een potentiële invoer van defensiegerelateerde producten in het Waalse Gewest toegelaten wordt;4° « Certificaat voor het Nazicht van de Leveringen » : het document uitgaand van de Regering of haar gemachtigde aan de hand waarvan aan een uitvoerland bevestigd wordt dat defensiegerelateerde producten in het Waalse Gewest waarvan de uitvoer toegelaten werd door het uitvoerland, wel degelijk aangekomen is;5° « eindgebruikerscertificaat » : het door de overheid van het invoerland geauthentifieerde document aan de hand waarvan de defensiegerelateerde producten die uitgevoerd of doorgevoerd worden, hun afnemer duidelijk aangegeven wordt en waarmee aan de overheid van het uitvoerland gewaarborgd wordt dat de defensiegerelateerde producten niet wederuitgevoerd worden zonder de voorafgaande en uitdrukkelijke toelating van het uitvoerland;6° « leverancier » : de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die wettelijk aansprakelijk is voor een uitvoer, invoer of doorvoer van defensiegerelateerde producten;7° « afnemer » : de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die wettelijk aansprakelijk is voor een uitvoer, invoer of doorvoer van defensiegerelateerde producten;8° « embargo » : de beslissing om de economische betrekkingen met een derde land op het vlak van wapens geheel of gedeeltelijk te onderbreken, uitgaand van ofwel de Raad van de Europese Unie, de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties of de Organisatie voor de Veiligheid en Samenwerking in Europa;9° « uit-, in- of doorvoervergunning » : de individuele toelating door de Regering of haar gemachtigde waarmee de uitvoer, de invoer of de doorvoer van defensiegerelateerde producten van of naar een land dat geen lid is van de Europese Unie. HOOFDSTUK I. - Vergunningen Afdeling 1. - Uitvoervergunningen buiten EU

Art. 14.§ 1. De Regering verstrekt op grond van een door haar bepaalde procedure de vergunningen met het oog op de uitvoer van defensiegerelateerde producten naar een land dat geen lid is van de Europese Unie.

De uitvoeraanvragen worden afgewezen na onderzoek ten opzichte van volgende criteria gegrond op Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie : 1. Eerste criterium : naleving van de internationale verplichtingen en verbintenissen van Wallonië en België, in het bijzonder de sancties aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of de Europese Unie van de akkoorden inzake met name niet-proliferatie, evenals de andere internationale verplichtingen. Een uitvoervergunning wordt afgewezen indien ze onverenigbaar is met onder andere : a) de internationale verplichtingen van België en de verbintenissen aangaande de toepassing van de embargo's op de wapens afgekondigd door de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa;b) de internationale verplichtingen die België en het Waalse Gewest ten deel vallen op titel van het non-proliferatieverdrag inzake kernwapens, de overeenkomst inzake biologische en toxinewapens en de overeenkomst inzake chemische wapens;c) de verbintenis aangegaan door België en het Waalse Gewest om geen enkel type antipersoonsmijn uit te voeren d) de verbintenissen aangegeaan door België in het kader van de Australië groep, de regeling inzake de controle van rakettentechnologie, het Zangger comité, de groep van landen die leverancier zijn van kernmaterialen, het Wassenaar Arrangement en de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten. De Regering weigert de uitvoervergunning wanneer blijkt dat de uitvoer een ernstige inbreuk zou vormen op de buitenlandse belangen van België en van de door België nagestreefde internationale doelstellingen; 2. Tweede criterium : inachtneming van de mensenrechten in het land van de eindafnemer en inachtneming van het internationaal humanitair recht door dat land. Na het gedrag te hebben beoordeeld van het afnemerland ten opzichte van de beginselen terzake verwoord in de internationale instrumenten inzake mensenrechten, a) weigert de Regering de uitvoervergunning indien er een manifest risico bestaat dat de technologie of de militaire goederen waarvan de uitvoer wordt overwogen dienen voor de binnenlandse onderdrukking of indien er voldoende aanwijzingen bestaan ten opzichte van een bepaald afnemerland dat de uitvoer er bij zal dragen tot een flagrante schending van de mensenrechten of wanneer vaststaat dat er kindsoldaten ingezet worden in het reguliere leger;b) gaat de Regering in elk geval en rekening houdend met de aard van de technologie of de militaire goederen waarvan sprake uiterst voorzichtig om met de afgifte van vergunningen voor landen waar ernstige schendingen van de mensenrechten werden vastgesteld door de bevoegde instellingen van de Verenigde Naties, door de Europese Unie of door de Raad van Europa. Daartoe bevatten de technologie of de goederen die zouden kunnen dienen voor de binnenlandse onderdrukking met name de technologie of de uitrustingen waarvoor er bewijzen van gebruik ervan of van een technologie of gelijksoortige goederen, door de overwogen eindgebruiker, voor doeleinden van binnenlandse onderdrukking of waarvoor er alle aanleiding toe bestaat ervan uit te gaan dat de technologie of de goederen afgewend worden van hun verklaard eindgebruik of hun verklaarde eindgebruiker om te dienen voor binnenlandse onderdrukking.

De aard van de goederen of technologie wordt zorgvuldig onderzocht, in het bijzonder indien ze bedoeld zijn voor binnenlandse veiligheidsdoeleinden. Binnenlandse onderdrukking omvat onder meer foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing, standrechtelijke of willekeurige executies, verdwijningen, willekeurige gevangenneming en andere ernstige schendingen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden die staan omschreven in de desbetreffende internationale mensenrechteninstrumenten, waaronder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

De Regering evalueert de houding van het afnemerland ten opzichte van belangrijke, in instrumenten van internationaal humanitair recht vastgelegde beginselen, en c) weigert een uitvoervergunning indien er een duidelijk risico bestaat dat de uit te voeren militaire goederen of technologie gebruikt worden bij het begaan van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht;3. Derde criterium : interne situatie van het eindafnemerland ten gevolge van spanningen of gewapende conflicten. De Regering weigert een uitvoervergunning voor militaire goederen of technologie waardoor gewapende conflicten worden uitgelokt of verlengd dan wel bestaande spanningen of conflicten in het eindafnemerland worden verergerd; 4. Vierde criterium : handhaving van vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio. De Regering weigert een uitvoervergunning indien er een duidelijk risico bestaat dat het beoogde afnemerland de uit te voeren militaire goederen of technologie voor agressie jegens een ander land gebruikt of er kracht mee wil bijzetten aan territoriale aanspraken. Bij het afwegen van deze risico's houdt de Regering onder andere rekening met : het bestaan of de waarschijnlijkheid van een gewapend conflict tussen het afnemerland en een ander land; b) eventuele aanspraken op het grondgebied van een buurland door een afnemerland dat in het verleden met geweld heeft gepoogd die aanspraken te doen gelden, of waarvoor het met geweld heeft gedreigd;c) de waarschijnlijkheid dat de militaire goederen of technologie anders gebruikt zullen worden dan voor de legitieme nationale veiligheid en verdediging van het afnemerland;d) de noodzaak de regionale stabiliteit niet sterk in negatieve zin te beïnvloeden;5. Vijfde criterium : Nationale veiligheid van de België en van hey Waalse Gewest en van de gebieden waarvan ze de buitenlandse betrekkingen behartigen, alsmede van bevriende landen of bondgenoten. de Regering houdt rekening met de volgende gegevens : a) de mogelijke gevolgen van de uit te voeren militaire goederen of technologie voor hun eigen defensie- en veiligheidsbelangen alsmede die van Lidstaten van de Europese Unie en van bevriende landen en bondgenoten, waarbij erkend wordt dat deze factor echter niet van invloed mag zijn op de toepassing van de criteria inzake de naleving van de mensenrechten en de regionale vrede, veiligheid en stabiliteit;b) het risico dat de betrokken militaire goederen of technologie tegen de eigen troepen of die van lidstaten van de Europese Unie of van bevriende landen of bondgenoten gebruikt worden;6. Zesde criterium : gedrag van het land dat militaire goederen of technologie aankoopt jegens de internationale gemeenschap, met name de houding van dat land tegenover terrorisme, de aard van zijn bondgenootschappen en de eerbiediging van het internationaal recht. De Regering houdt onder andere rekening met de mate waarin het land dat militaire goederen of technologie aankoopt, in het verleden : a) het terrorisme en de internationaal georganiseerde criminaliteit heeft gesteund of aangemoedigd;b) zijn internationale verbintenissen, in het bijzonder wat betreft het niet-gebruiken van geweld, en het internationaal humanitair recht heeft nageleefd;c) zich heeft gecommitteerd aan non-proliferatie en andere aspecten van wapenbeheersing en ontwapening, met name door ondertekening, ratificatie en implementatie van de onder b) van het eerste criterium genoemde verdragen op dat gebied;7. Zevende criterium : gevaar dat de militaire goederen of technologie in het kopende land een andere bestemming krijgen of onder ongewenste voorwaarden opnieuw worden uitgevoerd. Bij het beoordelen van de impact op het afnemerland van de uit te voeren militaire goederen of technologie en van het risico dat deze goederen of technologie een andere, ongewenste eindgebruiker of een ander ongewenst eindgebruik krijgen, wordt rekening gehouden met : a) de legitieme belangen inzake defensie en binnenlandse veiligheid van het afnemerland, inclusief deelname aan VN- of andere vredeshandhavingsoperaties;b) het technische vermogen van het afnemerland om de goederen of technologie te gebruiken;c) het vermogen van het afnemerland om effectieve uitvoercontroles te verrichten;d) het risico dat de goederen of technologie opnieuw worden uitgevoerd naar ongewenste bestemmingen en de mate waarin het afnemerland zich in het verleden heeft gehouden aan wederuitvoerbepalingen of aan wederuitvoer voorafgaande toestemmingen die de uitvoerende lidstaat passend acht op te leggen;e) het risico dat de goederen of technologie bij terroristische organisaties of individuele terroristen terechtkomen;f) het risico van "reverse engineering" of onbedoelde overdracht van technologie;8. Achtste criterium : Compatibiliteit van de uitvoer van militaire goederen of technologie met de technische en economische capaciteit van het afnemerland, rekening houdend met de wenselijkheid dat de staten aan hun legitieme behoeften inzake veiligheid en defensie voldoen met zo gering mogelijke aanwending van menselijk en economisch potentieel voor bewapening. In het licht van informatie uit goede bron, bijvoorbeeld rapporten van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, stelt de Regering zich de vraag of de voorgestelde uitvoer ernstig afbreuk zou doen aan de duurzame ontwikkeling van het afnemerland. In dit verband beoordeelt ze de hoogte van de militaire uitgaven van het afnemerland ten opzichte van de sociale uitgaven, waarbij ook rekening wordt gehouden met steun van de Europese Unie en bilaterale steun. § 2. De uitvoervergunningen hebben een geldigheidsduur van achttien maanden. Met het oog op de uitvoering van de overeenkomst waarvoor de eerste vergunning is toegekend, kunnen ze worden hernieuwd telkens als het nodig is. Afdeling 2. - Uitvoervergunningen uit entiteiten buiten de Europese

Unie en internationale invoercertificaten

Art. 15.§ 1. Invoervergunningen kunnen door de Regering worden toegekend voor de invoer in het Waalse Gewest van defensiegerelateerde producten.

De aanvraag wordt geanalyseerd op basis van de volgende criteria : 1° er wordt nagegaan of de persoon in het Waalse Gewest voor wie deze invoer bestemd is, bevoegd is om over betrokken defensiegerelateerde producten te beschikken;2° de invoer brengt de openbare veiligheid of de openbare orde in het Waalse Gewest niet in het gedrang. De invoervergunningen hebben een geldigheidsduur van achttien maanden.

Met het oog op de uitvoering van de overeenkomst waarvoor de eerste vergunning is toegekend, kunnen ze worden hernieuwd telkens als het nodig is. § 2. Wanneer de autoriteiten van het land van uitvoer van defensiegerelateerde producten erom vragen, kan de Regering een internationaal invoercertificaat afleveren de hand waarvan een uitvoerland de verzekering krijgt dat een potentiële invoer van defensiegerelateerde producten in het Waalse Gewest toegelaten wordt.

Op verzoek van de autoriten kan, na aflevering, een certificaat voor het nazicht van de leveringen eveneens worden afgeleverd aan de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer van deze producten. Afdeling 3. - Doorvoervergunningen vanaf en naar entiteiten buiten de

Europese Unie

Art. 16.§ 1. De Regering kan vergunningen toekennen voor de doorvoer van defensiegerelateerde producten ten gunste van een onderneming waarvan de maatschappelijke zetel in België is gevestigd, na analyse van de aanvraag op basis van de criteria bedoeld in artikel 14, § 1.

De doorvoervergunningen hebben een geldigheidsduur van achttien maanden. Met het oog op de uitvoering van de overeenkomst waarvoor de eerste vergunning is toegekend, kunnen ze worden hernieuwd telkens als het nodig is. § 2. Vóór de toekenning van een doorvoervergunning dienen defensiegerelateerde producten het voorwerp te hebben gemaakt van een officieel document tot bewijs van de verplaatsing, afgeleverd door een van de landen die betrokken zijn bij de transactie en krachtens hetwelk het Waalse Gewest de eindafnemer niet is. HOOFDSTUK II. - Voorafgaande informatie en productieverbod van verschillende specifieke bestanddelen of van de uitvoering van verschillende specifieke verrichtingen vóór het verkrijgen van de vergunning

Art. 17.§ 1. Een schriftelijke en vertrouwelijke verplichte informatieprocedure aan de Regering door de onderneming is van toepassing in de volgende gevallen : 1° de eerste aanvraag tot uitvoer van een onderneming, voor een bepaalde categorie van materieel en naar een bepaalde afnemer in een land waarop een embargo is opgelegd dat minder dan twaalf jaar vóór de indiening van de aanvraag is opgeheven, behalve als dit land een lid van de NATO wordt, het statuut van kandidaat tot de Europese Unie verwerft of bij een stabilisatie- en associatieproces aansluit; 2° de eerste aanvraag tot uitvoer van een onderneming, voor een bepaalde categorie van materieel en naar een bepaalde afnemer in een land dat bij geen stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie aansluit, dat geen lid is van de NATO, noch van de Europese Economische Ruimte, noch van de OESO, en dat tijdens de laatste zes jaar vergunningen heeft verkregen voor een totaalbedrag van minder dan 350.000 euro; 3° de eerste aanvraag tot uitvoer van een onderneming, voor een bepaalde categorie van materieel en naar een bepaalde afnemer als de Regering deze onderneming geen vergunning heeft toegekend voor dezelfde afnemer gedurende twee volledige kalenderjaren vóór de indiening van de aanvraag;4° de eerste aanvraag tot uitvoer van een onderneming, voor een bepaalde categorie van materieel en naar een bepaalde afnemer in een land waarin een staatsgreep gedurende de twee volledige kalenderjaren vóór de indiening van de aanvraag is gepleegd. De Regering bepaalt het begrip « staatsgreep ».

De Regering moet deze voorgaande informatie uiterlijk dertig dagen vóór de ondertekening van de door de onderneming overwogen overeenkomst ontvangen. Met instemming van de Regering kan deze termijn worden verkort als de onderneming bewijst dat het sluiten van de overeenkomst in groot gevaar wordt gebracht door de naleving van de termijn van dertig dagen.

De voorgaande informatie heeft betrekking op het land, de soort afnemer en op de categorie van materieel die bij de overwogen overeenkomst betrokken zijn; bij geval van een rechtspersoon heeft ze ook betrekking op de betrokken afdeling en bij geval van een privaatrechtelijke persoon, heeft ze ook betrekking op de identiteit van deze persoon. § 2. Een onderneming kan geen specifiek materieel voor een aanvraag tot uitvoer bedoeld in § 1 produceren, hetzij vóór het verkrijgen van de uitvoervergunning, hetzij vóór de afloop van een termijn gelijk aan het dubbele van de gewone duur voor het onderzoek van het dossier zoals bepaald door de Regering. De Regering kan de onderneming in kennis stellen van de verlenging van die termijn met de duur die zij vermeldt.

Onder productie van een specifiek materieel voor de aanvraag tot uitvoer, wordt verstaan : 1° de productie van een origineel bestanddeel, uitsluitend uitgevoerd voor de betrokken aanvraag;2° de uitvoering van een specifieke technische handeling, waarvan de markering, de assemblage of de programmering, die leidt tot een specifieke onomkeerbare personalisatie van de aanvraag tot uitvoer. Titel V. - Algemene en slotbepalingen HOOFDSTUK I. - Beperking, opschorting en intrekking van de vergunningen

Art. 18.Bij niet naleving van dit decreet, zijn uitvoeringsbesluiten of één van de voorwaarden bepaald in de vergunning of wanneer dit wegens de bescherming van de essentiële belangen van het Waalse Gewest en van België, de openbare veiligheid of de openbare orde gerechtvaardigd is, in geval van nieuwe elementen, in geval van een regionale of wereldcrisis, kan de Regering een vergunning opschorten, intrekken of de gevolgen ervan beperken. HOOFDSTUK II. - Adviescommissie

Art. 19.§ 1. Er wordt een "Adviescommissie over de vergunningen voor wapenuitvoer" opgericht die op vraag van de Regering of op eigen initiatief, uitsluitend ter attentie van de Regering, gemotiveerde en vertrouwelijke adviezen uitbrengt in het kader van de analyse van de aanvragen tot uitvoer van defensiegerelateerde producten.

Deze adviezen worden uitgebracht op basis van een geostrategische, ethische en economische analyse van de dossiers die haar worden voorgelegd.

In haar adviezen streeft de Commissie naar een consensus.

Bij gebrek aan consensus worden de minderheidsadviezen vermeld in het advies van de Commissie.

In geval van stemming kan een lid de geheimhouding van de stemming aanvragen. Het advies van de Commissie vermeldt hoe dan ook het aantal stemmen dat elk voorstel gekregen heeft. § 2. De Regering bepaalt de zetel van deze Commissie en haar werkingsmodaliteiten. HOOFDSTUK III. - Sancties

Art. 20.§ 1. Vormen een overtreding van de bepalingen van dit decreet : 1° het feit om zonder geldige toestemming of vergunning defensiegerelateerde producten over te dragen, in te voeren, uit te voeren of door te voeren of de poging om deze producten over te dragen, in te voeren, uit te voeren of door te voeren;2° het feit om defensiegerelateerde producten over te dragen, in te voeren, uit te voeren of door te voeren of de poging om defensiegerelateerde producten over te dragen, in te voeren, uit te voeren of door te voeren waarvan de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht verboden is krachtens dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen;3° het feit om onjuiste en onvolledige informatie met bedrieglijk opzet te verstrekken om toestemmingen en vergunningen te krijgen of afzien met bedrieglijk opzet van het verstrekken van de nodige informatie en stukken ter uitvoering van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. § 2. De inbreuken bedoeld in § 1 worden gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot vijf jaar en met een geldboete van 10.000 euro tot 100.000 euro of met één van deze straffen alleen.

Bij herhaling wordt de straf verdubbeld. § 3. Bij overtreding van artikel 17 wordt de vergunning die zou zijn verleend, van rechtswege geschorst en kan de Regering een straf opleggen die tot de intrekking van de vergunning kan gaan alsook een administratieve boete met een maximumbedrag dat gelijk is aan één derde van het bedrag van het contract of één van deze straffen alleen.

De overtreding van artikel 17 kan ook een verbod tot het indienen van een nieuwe vergunningsaanvraag naar het betrokken land met zich meebrengen. Dit verbod kan een periode van achttien maanden bedragen. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen

Art. 21.§ 1. De certificaten en vergunningen bedoeld in dit decreet staan niet gelijk met administratieve handelingen in de zin en voor de toepassing van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Deze certificaten en vergunningen bedoeld in dit decreet zijn ook geen administratieve handelingen in de zin en voor de toepassing van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. § 2. De adviezen van de Commissie staan niet gelijk met administratieve handelingen in de zin en voor de toepassing van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur en mogen bovendien uitsluitend aan de Regering worden meegedeeld.

Art. 22.Elke persoon die tussenkomt in de procedures die door of krachtens dit decreet worden georganiseerd moet blijk geven van beroepsdiscretie voor alle feiten, informatie of documenten waarvan zij kennis heeft in de uitoefening of tijdens de uitoefening van haar ambt. Buiten de gevallen die uitdrukkelijk voorzien zijn door de vigerende reglementering mag ze van deze verplichting tot beroepsdiscretie alleen maar worden ontslaan door een uitdrukkelijke beslissing van de overheid waarvan ze afhangt.

Art. 23.De invoerders, uitvoerders en tussenpersonen, alsook hun personeelsleden en elke persoon die (mogelijk), rechtstreeks of onrechtstreeks bij de invoer, uitvoer of doorvoer van defensiegerelateerde producten betrokken zijn, moeten, op vraag van de bevoegde overheden, de informatie en documenten, de briefwisseling en elk ander stuk, in welke vorm ook, verstrekken die toelaten om na te gaan of dit decreet en zijn uitvoeringbesluiten werden nageleefd; de ingezamelde informatie kan alleen voor dat doel worden gebruikt.

Art. 24.De Regering dient jaarlijks een verslag bij het Waals Parlement in over de toepassing van dit decreet.

Dit verslag bevat de volgende gegevens : - de evolutie van de uitvoerverrichtingen en de overdrachten; - een analyse van de Europese handel en de wereldhandel inzake bewapeningen; - de gegevens i.v.m. de overdrachten, uitvoer, invoer en doorvoer van, naar en door het Waalse Gewest; - de bijzondere problemen die zich hebben voorgedaan; - de landen van bestemming voor de geweigerde uitvoervergunningen; - de landen betrokken bij de geweigerde doorvoervergunningen; - de gegevens met betrekking tot het materieel dat uitgevoerd wordt op basis van de categorieën ML van de lijst bedoeld in artikel 6, 1°; - de eventuele wijzigingen in de reglementering en procedures in België; - de internationale en Europese initiatieven, met name bij toepassing van het gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie.

In het bedoeld verslag zal een apart hoofdstuk worden besteed aan de uitvoer van defensiegerelateerde producten die, in het land van bestemming, de ontwikkeling van de productiecapaciteit voor de bewapening, de munities en het materieel dat speciaal bestemd is voor militair gebruik, beogen.

Het bovenvermeld verslag zal bovendien een apart hoofdstuk bevatten dat besteed is aan de monitoring van de naleving van de bepalingen van dit decreet betreffende de verduistering van de betrokken defensiegerelateerde producten binnen het land van bestemming en de naleving van de clausule van niet-wederuitvoer.

Onverminderd artikel 21, § 2, vermeldt het jaarverslag de redenen van algemeen beleid die de Regering ertoe geleid heeft om af te wijken van het advies van de Commissie.

Bovendien zal de Regering om de zes maanden een verslag verstrekken betreffende de verleende en geweigerde vergunningen voor de producten die onder dit decreet ressorteren, met, voor elk land, het totaalbedrag en het aantal vergunningen ingedeeld per categorie van bestemming en per categorie wapens, munities, materieel en producten.

De Regering brengt het Parlement zo spoedig mogelijk op de hoogte van de wijzigingen in de besluiten en omzendbrieven die genomen worden in uitvoering van dit decreet.

Onverminderd de bovengenoemde bepalingen zal ervoor gezorgd worden dat geen enkele informatie die schadelijk zou zijn voor de betrokken bedrijven, waaronder de commerciële gegevens, wordt meegedeeld.

Art. 25.Overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie inzake wapenuitvoer zal de Regering de weigeringen, herroepingen en schorsingen van vergunningen meedelen aan de werkgroep verantwoordelijk voor de uitvoer van conventionele wapens.

Vóór het verlenen van een vergunning voor een verrichting die in zijn geheel dezelfde is als een verrichting die tijdens de laatste drie jaar door één of meerdere lidstaten werd geweigerd, en dat door de lidstaat of lidstaten officieel is meegedeeld, zal de Regering laatstgenoemde(n) raadplegen. Indien, na raadpleging, de Regering toch beslist om een vergunning te verlenen, zal ze de lidstaat of de lidstaten die de vorige uitvoerverrichting hebben geweigerd daarvan op de hoogte brengen. Het vertrouwelijk karakter van de voornoemde weigeringen en raadplegingen moet worden bewaard. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 26.De artikelen van titel II van de wet van 5 augustus 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1991 pub. 10/08/2010 numac 2010000448 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie, de artikelen van titel III van dezelfde wet voor wat betreft de verrichtingen inzake de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten onderworpen aan een toestemming of vergunning overeenkomstig dit decreet, alsook artikel 17 van dezelfde wet worden opgeheven

Art. 27.De erkenning verleend door de federale Minister van Justitie overeenkomstig de wet van 25 augustus 1991 zal worden gebruikt voor de certificering van de ondernemingen tot het einde van de overgangsperiode die in het besluit van de Regering bedoeld in artikel 10 zal worden voorzien. Na afloop van deze periode zal de certificering uitsluitend gebeuren overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 21 juni 2012.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O's, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Stukken van het Waals Parlement, 614 (2011-2012) Nrs. 1 tot 34.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 20 juni 2012.

Bespreking.

Stemming.

^