Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 april 2005
gepubliceerd op 29 april 2005

Decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035508
pub.
29/04/2005
prom.
22/04/2005
ELI
eli/decreet/2005/04/22/2005035508/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 APRIL 2005. - Decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 39 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, worden § 1, vierde lid en § 2 opgeheven.

Art. 3.In artikel 145bis, § 1, vierde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2001 en gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002, worden de woorden "agrarische gebieden met bijzondere waarde" geschrapt.

Art. 4.In hoofdstuk V van titel IV van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk V.Bijzondere bepalingen inzake gewestplanbestemmingen »; 2° er wordt een artikel 145sexies toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art.145sexies. § 1. In alle gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen, kunnen naast de werkzaamheden, handelingen en wijzigingen die gericht zijn op de realisatie van de bestemming ook werkzaamheden, handelingen en wijzigingen, activiteiten of inrichtingen worden toegestaan die gericht zijn op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van landschapswaarden, voorzover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. § 2. In alle gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen, kunnen naast de werkzaamheden, handelingen en wijzigingen die gericht zijn op de realisatie van de bestemming ook werkzaamheden, handelingen en wijzigingen, activiteiten of inrichtingen worden toegestaan die gericht zijn op het sociaal-culturele of recreatieve medegebruik, voorzover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.

Voor niet van stedenbouwkundige vergunningsplicht vrijgestelde werkzaamheden, handelingen of wijzigingen die verbonden zijn met occasionele of hoogdynamische sociaal-culturele of recreatieve activiteiten kan slechts een tijdelijke stedenbouwkundige vergunning worden afgeleverd, of een stedenbouwkundige vergunning met als voorwaarde dat de werkzaamheden, handelingen of wijzigingen in kwestie slechts gedurende een specifieke periode of op bepaalde momenten aanwezig kunnen zijn.

Sociaal-culturele of recreatieve activiteiten waarvan de inrichtingen onderworpen zijn aan de milieuvergunningsplicht kunnen hoe dan ook slechts op occasionele basis worden toegestaan. § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels met betrekking tot de toepassing van dit artikel vaststellen. »

Art. 5.In artikel 193, § 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Vóór het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van dit decreet stelt de Vlaamse Regering vast welke gemeenten niet voldoen aan de voorwaarden vermeld in § 1.De Vlaamse Regering kan op grond van die vaststelling de nodige initiatieven nemen om te verzekeren dat die gemeenten binnen een termijn van zeven jaar na de inwerkingtreding van dit decreet voldoen aan de voorwaarden vermeld in § 1 »; 2° het tweede en het derde lid worden opgeheven.

Art. 6.De tekst van artikel 14 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, gewijzigigd bij het decreet van 18 mei 1999 en het decreet van 21 november 2003, wordt vanaf het vierde lid vervangen door wat volgt : « Wanneer een streek-, gewest- of algemeen plan bestaat, richt het bijzonder plan zich naar de aanwijzingen en bepalingen ervan, en vult ze aan. Het kan er desnoods van afwijken.

Een bijzonder plan van aanleg dat afwijkt van de voorschriften van het gewestplan kan ook worden goedgekeurd wanneer de gemeente beslist heeft tot het opmaken van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, zoals bedoeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 24 juli 1996 houdende de ruimtelijke planning of artikel 32, § 1, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, op voorwaarde dat een ruimtelijke afweging gebeurt mede op basis van de principes van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, en dat het bijzonder plan van aanleg voorlopig aangenomen werd voor 1 november 2006. Bijzondere plannen van aanleg die afwijken van het gewestplan en die voorlopig worden aangenomen na 1 november 2006, kunnen tot 1 mei 2008 slechts definitief aangenomen worden door de gemeenteraad indien de bepalingen ervan in overeenstemming zijn met een minstens voorlopig vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.Na 1 mei 2008 kunnen geen afwijkende bijzondere plannen van aanleg meer definitief door de gemeenteraad aangenomen worden.

De goedkeuring van het bijzonder plan door de Vlaamse Regering ontheft de gemeente van alle andere wettelijke formaliteiten inzake rooiplannen. »

Art. 7.Dit decreet treedt in werking op de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 22 april 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN _______ Nota (1) Zitting 2004-2005. Stukken. - Ontwerp van decreet : 233 - Nr. 1. - Amendement : 233 - Nr. 2. - Verslag : 233 - Nr.3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 233 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 13 april 2005.

^