Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 december 2006
gepubliceerd op 23 februari 2007

Decreet houdende de lokale diensteneconomie

bron
vlaamse overheid
numac
2007035250
pub.
23/02/2007
prom.
22/12/2006
ELI
eli/decreet/2006/12/22/2007035250/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2006. - Decreet houdende de lokale diensteneconomie (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende de lokale diensteneconomie. HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° lokale diensteneconomie : diensten die werkgelegenheid creëren om aan lokale behoeften te beantwoorden en die op een participatieve wijze een maatschappelijke meerwaarde creëren door het duurzaam ondernemen na te streven;2° kansengroepen : categorieën van personen zoals vervat in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004 dat uitvoering geeft aan het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt;3° doelgroepwerknemers : laaggeschoolde langdurig werklozen, leefloongerechtigden en gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp.De Vlaamse Regering bepaalt welke personen deel uitmaken van deze categorie; 4° sui-generisafdeling : afdeling binnen een organisatie, als vermeld in artikel 3, die aan de volgende voorwaarden voldoet : a) er is een specifieke verantwoordelijke voor de activiteiten van de lokale diensteneconomie;b) de afdeling is duidelijk identificeerbaar in alle communicatie en publiciteit;c) de inhoudelijke en financiële activiteiten van de lokale diensteneconomie worden afzonderlijk geregistreerd ten behoeve van de sociale overlegstructuren binnen de organisatie en de sociale inspectie;5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie;6° Subsidieagentschap : het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2005;7° Resoc : Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité, zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités;8° Forum Lokaal Werkgelegenheidsbeleid : overleg- en adviesorgaan van de relevante plaatselijke actoren inzake lokaal werkgelegenheidsbeleid zoals gedefinieerd in het decreet van 7 mei 2004 tot de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";9° lokale werkwinkel : een lokale werkwinkel zoals gedefinieerd in het decreet van 7 mei 2004 tot de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";10° zorggebied : verzorgingsgebied zoals gedefinieerd in het decreet van 7 mei 2004 tot de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";11° sociaalrechtelijke inspecteurs : de beëdigde ambtenaren van de entiteit Inspectie van het departement Werk en Sociale Economie;12° omkaderingspremie : loonpremie voor de persoon die instaat voor de persoonlijke en dagdagelijkse begeleiding van de doelgroepwerknemers. De Vlaamse Regering bepaalt wat hieronder moet worden verstaan; 13° klaverbladfinanciering : financieringsmodel waarbij de kostprijs gedekt wordt via een inbreng vanuit verschillende overheden en/of klanten die baat hebben bij de dienstverlening;14° lokaal bestuur : gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn;15° lokale regisseur : het lokaal bestuur dat de taken vermeld in artikel 5 vervult.Bij het begin van elke legislatuur dient de gemeente mee te delen of de gemeente dan wel het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deze taken op zich zal nemen. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Een erkenning voor lokale diensteneconomie kan worden verleend aan : 1° verenigingen zonder winstoogmerk;2° gemeenten;3° autonome gemeentebedrijven;4° gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm met uitzondering van vennootschappen;5° dienstverlenende verenigingen en opdrachthoudende verenigingen, zoals bedoeld in artikel 12, § 2, 2° en 3°, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;6° openbare centra voor maatschappelijk welzijn;7° verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;8° provincies;9° autonome provinciebedrijven;10° provinciale extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm met uitzondering van vennootschappen. § 2. De Vlaamse Regering kan die lijst uitbreiden of beperken. HOOFDSTUK III. - Erkenning

Art. 4.§ 1. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden inzake erkenning van de lokale diensteneconomie en de nadere regels inzake de indiening en behandeling van de aanvraag tot erkenning en inzake het verlenen, weigeren, schorsen en intrekken van de erkenning.

De voorwaarden hebben inzonderheid betrekking op : 1° bijkomende tewerkstelling creëren;2° maximaal inspanningen leveren om kansengroepen aan te werven en gelijkwaardige kansen te bieden in de organisatie;3° garanties bieden inzake kwaliteit van de arbeid voor kansengroepen met het perspectief op duurzaamheid, waarbij bij de organisatie van het werk rekening wordt gehouden met de behoeften van de werknemers;4° stimuleren en bevorderen van doorstroom- en doorgroeimogelijkheden van de werknemers;5° ingebed zijn in het lokale socio-economische weefsel;6° aanvullend zijn ten opzichte van het reeds bestaande aanbod;7° een kwaliteitsvolle en toegankelijke dienstverlening verstrekken;8° aandacht hebben voor milieuzorg;9° als sui-generisafdeling werkzaam zijn ingeval de organisatie, vermeld in artikel 3, nog andere activiteiten heeft dan die in het kader van de lokale diensteneconomie. § 2. De Vlaamse Regering kan bijkomende voorwaarden vaststellen waaraan de lokale diensteneconomie moet voldoen. § 3. De Vlaamse Regering verleent de erkenning na advies van het Forum Lokaal Werkgelegenheidsbeleid of het Resoc, en het Subsidieagentschap.

De erkenning wordt verleend voor een periode van vier jaar en is hernieuwbaar na advies van het forum of desgevallend Resoc. Aan de lokale diensteneconomie die reeds minstens vier jaar ononderbroken erkend is, kan, na advies van het forum of desgevallend Resoc, een erkenning voor onbepaalde duur verleend worden.

Art. 5.Ter ondersteuning van de uitbouw van de lokale diensteneconomie treedt het lokale bestuur op als lokale regisseur.

Onder deze regierol wordt minstens begrepen : a) het afstemmen en coördineren van de verdere uitbouw van de lokale diensteneconomie met expliciete aandacht voor ontwikkelingen inzake onvervulde uiteenlopende behoeften en de maximale creatie van werkgelegenheid, ook voor kansengroepen;b) de ontwikkeling van de lokale diensteneconomie binnen de interbestuurlijke kaders maar met expliciete ruimte voor eigen lokale beleidskeuzes;c) het permanent ontsluiten van het lokale aanbod van diensten en werkgelegenheid onder meer door de basisinformatie ter beschikking te stellen via de lokale werkwinkel van het zorggebied waartoe men behoort. Het Forum Lokaal Werkgelegenheidsbeleid verleent jaarlijks advies aan de lokale regisseur over de ontwikkeling, uitbouw en evolutie van de lokale diensteneconomie. HOOFDSTUK IV. - Subsidiëring

Art. 6.De Vlaamse Regering subsidieert de lokale diensteneconomie in het kader van een klaverbladfinanciering.

Binnen de perken van een begrotingskrediet kan de erkende lokale diensteneconomie aanspraak maken op een loon- of omkaderingspremie op basis van het aantal door de minister toegekende doelgroepwerknemers.

Art. 7.De loonpremie bedraagt op jaarbasis per doelgroepwerknemer maximaal 8.000 euro.

De omkaderingspremie bedraagt op jaarbasis maximaal 12.000 euro.

Het bedrag van de loon- en omkaderingspremie kan na de erkenning gewijzigd worden na overleg met de overheden betrokken bij de klaverbladfinanciering.

In afwijking van het eerste en het derde lid bedraagt de loonpremie op jaarbasis per doelgroepwerknemer maximaal 35 % van het refertebedrag, vermeld in de betreffende ministeriële beslissing voor invoegbedrijven en -afdelingen, erkend in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie voor activiteiten als vermeld in artikel 14, 2°, c) en d), van voormeld besluit.

De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag en de voorwaarden van de loon- en omkaderingspremie.

De loon- en omkaderingspremie worden gekoppeld aan de gezondheidsindex.

Art. 8.De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden betreffende de uitbetaling van de loon- en omkaderingspremie. HOOFDSTUK V. - Toezicht

Art. 9.De sociaalrechtelijke inspecteurs zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.

In geval van vastgestelde overtredingen kan overgegaan worden tot een schorsing of intrekking van de in hoofdstuk III bepaalde erkenning.

Ingeval van vastgestelde overtredingen kan overgegaan worden tot een vermindering of intrekking van de in hoofdstuk IV bedoelde loon- en/of omkaderingspremie.

De Vlaamse Regering bepaalt de sancties bij vastgestelde overtredingen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 10.Aan artikel 2, eerste lid, van het decreet van 30 april 2004 tot de uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn, wordt een 17° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 17° het decreet van 22 december 2006 houdende de lokale diensteneconomie. ».

Art. 11.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

De Vlaamse Regering zal voor de uitvoering van de bepalingen van dit decreet voorafgaandelijk advies inwinnen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 22 december 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT _______ Nota's (1) Zitting 2005-2006 Stukken.- Ontwerp van decreet : 940, nr. 1.

Zitting 2006-2007 Stukken. - Amendementen : 940, nr. 2. - Verslag over hoorzitting : 940, nr. 3. - Verslag : 940, nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 940, nr. 5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 21 december 2006.

^