Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 juli 2010
gepubliceerd op 05 augustus 2010

Decreet houdende goedkeuring van het avenant van 30 april 2010 aan het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie

bron
waalse overheidsdienst
numac
2010027173
pub.
05/08/2010
prom.
22/07/2010
ELI
eli/decreet/2010/07/22/2010027173/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 JULI 2010. - Decreet houdende goedkeuring van het avenant van 30 april 2010 aan het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het avenant van 30 april 2010 aan het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie is goedgekeurd.

Art. 2.Dit decreet heeft uitwerking op 1 januari 2008.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 22 juli 2010.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2009-2010. Stukken van het Waals Parlement, 207 - Nrs. 1 en 2.

Volledig verslag. - Openbare vergadering van 22 juli 2010. - Bespreking. - Stemmingen.

Bijlage Avenant aan het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie Gelet op het artikel 35 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 4, 6 en 92bis, § 1; ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 42;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming van de instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 55bis ;

Gelet op het decreet van de Waalse Gewestraad van 6 mei 1999 en het decreet van de Duitstalige gemeenschapsraad van 10 mei 1999 houdende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van de bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake Tewerkstelling en Opgravingen;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 en 58;

Gelet op de wet van 26 juni 2001 betreffende de instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie van 4 juli 2000;

Gelet op de wet van 10 mei 2006 betreffende de instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie van 30 mei 2005;

Gelet op het decreet van het Vlaams Parlement van 16 juni 2006 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardenconomie;

Gelet op het decreet van de Waalse Gewestraad van 16 maart 2006 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardenconomie;

Gelet op de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Gewestraad van 23 februari 2006 houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardenconomie;

Gelet op het decreet van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap van 21 december 2005 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardenconomie;

Gelet op Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren van 2003, bevestigd door de Europese Raad van 22 juli 2003 en herbevestigd door de Europese Raad van Brussel van 18 juni 2004, in het bijzonder de richtsnoeren 7 en 10;

Gelet op het federaal regeerakkoord van 18 maart 2008;

Gelet op de regeringsverklaring van de Duitstalige Gemeenschap van 15 september 2009;

Gelet op het Vlaams regeerakkoord van 15 juli 2009;

Gelet op het Waals regeerakkoord van 17 juli 2009;

Gelet op het Brussels regeerakkoord van 12 juli 2009;

Overwegende dat de federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten van oordeel zijn dat de uitbouw van een sociale economie in het perspectief dient geplaatst van de uitbouw van een meerwaardeneconomie;

Overwegende dat de federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten hun gezamenlijk verbintenissen en ambities als bedoeld in het samenwerkingsakkoord voor sociale economie van 4 juli 2000, met het oog op een verdere versterking en uitbouw van de sociale economie en de meerwaardeneconomie wensen te herbevestigen en verder uit te bouwen;

Overwegende dat het belangrijk is de economie in haar globaliteit te beschouwen waarbij niet alleen economische maar ook sociale, ecologische en ethische doelstellingen worden geïntegreerd. Ervan uitgaande dat men moet er ook voor zorgen dat er projecten ontwikkeld worden die de sociale objectieven zoals begeleiding, vorming of integratie van kansengroepen in de maatschappij meer beklemtonen.

Onderstrepen de contracterende partijen de noodzaak aan nieuwe constructieve partnerships en een maatschappelijke dialoog voor de ontwikkeling van een zogenaamde meerwaardeneconomie;

Overwegende dat het samenwerkingsakkoord meerwaardeneconomie de waarde beklemtoont van initiatieven die maatschappelijke doelstellingen combineren met een economische dynamiek. Deze maatschappelijke doelstellingen situeren zich zowel op het vlak van de socio-professionele integratie van kansengroepen als op het vlak van het behoud of het herstel van de sociale cohesie, het bevorderen van gelijke kansen, het streven naar een interculturele samenleving, het duurzaam omgaan met het leefmilieu, het versterken van de banden tussen noord en zuid, e.a.;

Overwegende dat deze doelstellingen ook kunnen beschouwd worden als een belangrijke uitdaging voor de economie in haar totaliteit en dat ondernemingen een belangrijke rol en verantwoordelijkheid te vervullen hebben in het streven naar een meer duurzame ontwikkeling;

Overwegende de synergieën tussen principes uit de reguliere en de sociale economie beter dienen te worden onderzocht, gesteund en gestimuleerd;

Overwegende dat er nood bestaat aan modellen en instrumenten die zowel de maatschappelijke als de economische meerwaarde van initiatieven binnen de sociale economie en binnen de reguliere economie op objectieve wijze in kaart brengen;

Overwegende dat de diverse overheden hun ondersteuningsbeleid moeten oriënteren rekening houdend met de resultaten van de hierboven vermelde analyses;

Overwegende dat het naleven van de concurrentieregels ook vanuit deze invalshoek dient belicht te worden;

Overwegende dat de verdere uitbouw en structurele verankering van buurt- en nabijheidsdiensten met het oog op het invullen van collectieve of individuele behoeften op lokaal vlak belangrijke groeikansen op het vlak van werkgelegenheid bieden, en tevens een belangrijke bijdrage leveren in het versterken van de sociale cohesie, voornamelijk door hun kenmerkende participatieve aanpak;

Overwegende dat de federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten vanuit hun respectievelijke bevoegdheden initiatieven in die zin kunnen en moeten ondersteunen;

Overwegende dat het derhalve wenselijk is dat de federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap en de Gewesten in het kader van een wederzijdse afstemming van de beleidsmaatregelen, een gecoördineerde inzet van budgettaire middelen en een nauwgezette monitoring van de vooropgestelde doelstellingen, een samenwerkingsakkoord sluiten;

Overwegende de omstandigheid dat de voortzetting van de tewerkstellingsinspanningen voor risicogroepen en in het bijzonder voor gerechtigden op maatschappelijke integratie en een financiële maatschappelijke hulp in het kader van de wet van 10 mei 2006 betreffende de instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie, onverwijld moeten worden bevorderd; dat de sociale economie-initiatieven voor deze doelgroep een geschikte plaats van tewerkstelling en begeleiding vormen; dat de inspanningen van de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap voor de verdere ontwikkeling van de sociale economie onverwijld in het gezamenlijk kader van het samenwerkingsakkoord verder ondersteund moeten worden; dat het essentieel is dat de verwezenlijking van de doelstellingen van het akkoord door de gezamenlijke initiatieven van de federale staat, de gewesten en de Duitstalige Gemeenschap zonder onderbreking kan worden verdergezet; dat het essentieel is dat de middelen die daartoe ingezet worden door de federale overheid voor het jaar 2008 onverwijld worden vrijgemaakt;

De federale Staat, vertegenwoordigd door de Vice-eerste Minister, Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, de Vice-eerste Minister, Minister van Werk en Gelijke Kansen, de Minister bevoegd voor Economie en de Staatssecretaris voor Maatschappelijke integratie en Armoedebestrijding;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de Minister-President, en van de Minister bevoegd voor Werkgelegenheid;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Vlaamse Minister bevoegd voor Sociale Economie;

Het Waals Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Minister bevoegd voor Sociale Economie;

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Brusselse Minister bevoegd voor Economie en Tewerkstelling, Komen het volgende overeen :

Artikel 1.In artikel 8 van het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie, wordt een § 1quater ingevoegd, luidende : « § 1quater. Onder de voorwaarden bepaald in artikel 9 wordt voor het begrotingsjaar 2008 door de federale overheid een bedrag van euro 13.756.704,00 voorzien ter cofinanciering van gezamenlijke inspanningen te leveren met de betrokken Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap volgens de volgende verdeling : 55,7 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Vlaamse Gewest; 33 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Waals Gewest; 10 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 1,3 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met de Duitstalige Gemeenschap. ».

Art. 2.In artikel 8 van het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie, wordt een § 2quater ingevoegd, luidende : « § 2quater. Onder de voorwaarden bepaald in artikel 9 wordt voor het begrotingsjaar 2008 door de federale overheid een bedrag van euro 2.097.538,00 voorzien ter cofinanciering van gezamenlijke inspanningen te leveren in het kader van de buurt- en nabijheidsdiensten met de betrokken gewesten en de Duitstalige Gemeenschap volgens de volgende verdeling : 55,7 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Vlaamse Gewest; 33 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Waals Gewest; 10 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 1,3 % van deze federale middelen ter beschikking voor gezamenlijke initiatieven met de Duitstalige Gemeenschap. »

Art. 3.In artikel 9, § 4 worden de woorden « 28 februari » vervangen door « 30 september ».

Art. 4.De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe het samenwerkingsakkoord te handhaven tot en met 31 december 2009.

Opgemaakt te Brussel, op 30 april 2010 in 5 originele exemplaren (Nederlands, Frans, Duits).

Voor de Federale Staat : De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Ph. COURARD Voor de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Werkgelegenheid, O. PAASCH Voor het Vlaams Gewest : De Minister-President van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Sociale Economie, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, R. DEMOTTE De Minister van Economie, J.-C. MARCOURT Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE De Minister van Tewerkstelling en Economie, B. CEREXHE

Bijlage Voor het budgettaire jaar 2008, zijn de bedragen :

Budget 2008

Overzicht van de middelen van de gewesten voor het budgettaire jaar 1999 (startpunt)

Verdelingssleutel voorzien in het kader van de verdeling van de federale middelen in het SAME

Federale financiering in het kader van het SAME in 2008 ( euro 13.756.704,00 + euro 2.097.538,00)

Regionale cofinanciering in het kader van het SAME in 2008 (bijkomende middelen ten opzichte van het budget 1999)

Gezamenlijke bijdrage in het kader van het SAME in 2008 (regionaal + federaal)

Door de gewesten te verantwoorden eigen middelen in het kader van het SAME voor 2008 (middelen 1999 + bijkomende regionale middelen in het kader van de cofinanciering)

Minimum bedrag voor de middelen voor de sociale economie (eigen middelen 1999 + totale middelen federaal en regionaal in het kader van het SAME)

Vlaams Gewest

euro 12.749.164,00

55,70 %

euro 8.830.813,03

euro 8.830.813,03

euro 17.661.626,05

euro 21.579.977,03

euro 30.410.790,05

Waals Gewest

euro 4.709.976,97

33,00 %

euro 5.231.900,00

euro 5.231.900,00

euro 10.463.799,99

euro 9.941.876,97

euro 15.173.776,96

Brussel Hoofdstedelijk Gewest

euro 1.375.809,06

10,00 %

euro 1.585.424,24

euro 1.585.424,24

euro 3.170.848,48

euro 2.961.233,30

euro 4.546.657,54

Duitstalige Gemeenschap

euro 0,00

1,30 %

euro 206.105,15

euro 206.105,15

euro 412.210,30

euro 206.105,15

euro 412.210,30


totaal

euro 18.834.950,03

100,00 %

euro 15.854.242,42

euro 15.854.242,42

euro 31.708.484,83

euro 34.689.192,45

euro 50.543.434,86

^