Etaamb.openjustice.be
Decreet van 23 december 1999
gepubliceerd op 18 januari 2000

Decreet houdende de goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van Burkina Faso en de Franse Gemeenschapsregering van België, ondertekend op 7 december 1994 te Ouagadougou, en van het Samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapsregering van België en de Waalse Regering en de Regering van Burkina Faso, ondertekend op 4 februari 1998 te Ouagadougou

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2000029007
pub.
18/01/2000
prom.
23/12/1999
ELI
eli/decreet/1999/12/23/2000029007/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 DECEMBER 1999. - Decreet houdende de goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van Burkina Faso en de Franse Gemeenschapsregering van België, ondertekend op 7 december 1994 te Ouagadougou, en van het Samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapsregering van België en de Waalse Regering en de Regering van Burkina Faso, ondertekend op 4 februari 1998 te Ouagadougou (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van Burkina Faso en de Regering van de Franse Gemeenschap van België, ondertekend op 7 december 1994 te Ouagadougou, zal geheel in voege treden voor wat de Franse Gemeenschap betreft.

Art. 2.Het Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van de Franse Gemeenschap van België en de Waalse Regering en de Regering van Burkina Faso, ondertekend op 4 februari 1998 te Ouagadougou, zal geheel in voege treden wat de Franse Gemeenschap betreft.

Verkondigen dit decreet, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.

Brussel, 23 december 1999.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Begroting, Cultuur en Sport, R. COLLIGNON De Minister van Kinderwelzijn, belast met Lager Onderwijs, het onthaal en de opdrachten aan K&G, J.-M. NOLLET De Minister van Secuncair Onderwijs, Kunsten en Letteren, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, F. DUPUIS De Minister van de Audiovisuele Sector, Mevr. C. DE PERMENTIER De Minister van Jeugdzaken, Openbaar Ambt en Onderwijs voor sociale promotie.

Y. YLIEFF De Minister van Jeugdzorg en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 1999-2000 Document van de Raad.- Ontwerpdecreet, nr. 37-1 Integraal verslag. - Mondeling verslag, debat en aanneming. Zitting van 22 december 1999.

Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van Burkina Faso en de Regering van de Franse Gemeenschap van België De Regering van de Franse Gemeenschap van België, enerzijds, en de Regering van Burkina Faso, anderzijds, Gedreven door de wil om de vriendschapsbanden tussen de volken van beide partijen nauwer aan te halen;

Overtuigd dat de samenwerking op het vlak van onderwijs, vorming, cultuur, sociale zaken en wetenschappelijk onderzoek de bestaande banden tussen beide volkeren nog meer zal versterken, hebben besloten dit Akkoord te sluiten en zijn overeengekomen wat volgt :

Artikel 1.Op het vlak van onderwijs, vorming en wetenschappelijk onderzoek zullen beide Partijen, elk volgens hun eigen mogelijkheden, samenwerken; deze samenwerking zal gebeuren via de uitwisseling van professoren, deskundigen, vorsers en via de organisatie van stages en de wederzijdse toekenning van beurzen voor gespecialiseerde studies en voor onderzoek.

De beurzen zullen worden toegekend zonder afbreuk te doen aan het geldend non-discriminatiebeginsel van de Europese Unie.

Art. 2.Op het vlak van de cultuur zullen beide Partijen, binnen de perken van hun eigen mogelijkheden, steun verlenen aan de culturele vorming en aan de uitwisseling van kunstenaars, schrijvers, cineasten of culturele deskundigen en hun werken.

Bovendien zullen de Partijen op het vlak van de cinematografie, de televisie en de radio in het bijzonder de samenwerking tussen de betrokken organismen van hun landen nauwer aanhalen.

Art. 3.Op het vlak van de jeugdzaken en de permanente vorming zullen beide Partijen, elk volgens hun eigen middelen, de uitwisseling van jongeren alsook de samenwerking tussen de instellingen van hun landen zoveel mogelijk trachten te promoten.

Art. 4.Beide Partijen zullen op het vlak van sociale zaken, meer bepaald wat het sociaal beleid en het preventief gezondheidsbeleid betreft, samenwerken.

Art. 5.Beide Partijen zullen tevens, in de mate van hun mogelijkheden, samenwerken op het vlak van de sport.

Art. 6.Beide Partijen zullen eventuele samenwerkingsverbanden uitwerken op basis van de bilaterale samenwerkingsprojecten genomen in het raam van dit Akkoord en de multilaterale programma's die worden uitgewerkt in navolging van de Tops van Staats- en Regeringshoofden van Franssprekende landen.

Art. 7.Voor de uitvoering van onderhavig Akkoord richten beide Partijen de "Commission permanente Burkina Faso/Communauté Française de Belgique" op.

Deze Commissie vergadert minstens een maal om de drie jaar, afwisselend in de Franse Gemeenschap van België en in Burkina Faso.

De Commissie bepaalt de inhoud en de voorwaarden van deze samenwerking.

Art. 8.Onderhavig Akkoord wordt gesloten voor een duur van vijf (5) jaar. Het wordt stilzwijgend hernieuwd voor periodes van drie (3) jaar, tenzij een van beide Partijen het opzegt binnen de zes (6) maanden vóór het einde van een periode.

Bij opzegging nemen de contracterende Partijen de nodige maatregelen opdat ieder opgestart project krachtens onderhavig akkoord gezamenlijk worden voltooid.

Art. 9.Onderhavig Akkoord treedt in werking op de dag dat het wordt ondertekend.

Gedaan te Ouagadougou, in tweevoud, op 7 december 1994.

Voor de Regering van Burkina Faso, De Minister van Buitenlandse Zaken, A. OUEDRAOGO Voor de Regering van de Franse Gemeenschap van België, De Minister van Internationam Betrekkingen, W. ANCION

Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van de Franse Gemeenschap van België en de Waalse Regering en de Regering van Burkina Faso De Regering van de Franse Gemeenschap van België en de Waalse Regering, enerzijds, en de Regering van Burkina Faso, anderzijds, hierna de Partijen genoemd, Zich baserend op de gemeenschappelijke wil om de vriendschaps- en samenwerkingsbanden tussen de volkeren van beide Partijen nauwer aan te halen in een gemeenschappelijk streven naar de uitbreiding van waarden zoals vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en solidariteit;

Overtuigd van het belang van beide Partijen om een bilaterale en multilaterale samenwerking uit te bouwen, meer bepaald wat de hun hieronder genaamde bevoegdheden betreft;

Zich sterk baserend op de ervaring van het op 7 december 1994 ondertekend Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van de Franse Gemeenschap van België en de Regering van Burkina Faso en de sedertdien opgestarte projecten tussen beide partners;

Overwegende de sedert 1996 lopende ontwikkelingsprojecten tussen Burkina Faso en het Waals Gewest van België en hun gemeenschappelijke betrokkenheid in de Francofonie;

Rekening houdend met de Belgische Grondwet die de Gemeenschappen en Gewesten van het federale België bevoegdheid verleent om internationale verdragen te ondertekenen in deze materies waar zij alleen bevoegd zijn;

Zich baserend op de respectieve grondwettelijke bepalingen en in naleving van hun internationale en supranationale verplichtingen; komen overeen wat volgt :

Artikel 1.De Partijen zetten onderling een globale samenwerking op het getouw met concrete doelstellingen die moeten leiden tot een duurzame ontwikkeling.

Art. 2.Burkina Faso en het Waals Gewest zullen deze samenwerking concreet ten uitvoer brengen op de volgende vlakken : - de economie (economische expansie, innovatie, herstructurering, initiatieven komende van de nijverheidssector, buitenlandse handel, ontginning van de natuurlijke rijkdommen, met inbegrip van ambachten en K.M.O.'s); - het leefmilieu; - het water en de drainering; - de landelijke renovatie en het natuurbehoud; - het landbouwbeleid; - de ruimtelijke ordening, het patrimoniumbeleid en de bescherming van het erfgoed; - de huisvesting; - de beroepsopleiding, de werkgelegenheid en de sociale promotie; - het wetenschappelijk onderzoek en de technologie; - de energie; - de openbare werken en het vervoer; - de bestuurlijke decentralisatie; - de plaatselijke gemeenschappen (provincies en gemeenten); - het toerisme; - de gezondheidszorg; - de bijstand aan kansarmen (maatschappelijke bijstand, hulp aan gehandicapten en bejaarden); - de sportinfrastructuren.

Art. 3.Overeenkomstig onderhavig Akkoord geschiedt de samenwerking tussen de Partijen op volgende wijze : - permanente informatieuitwisseling; - uitwisseling van ervaringen en personen, meer bepaald stagiairs; - overdracht van technologieën en expertise; - rechtstreekse samenwerking tussen de betrokken instellingen (Kamers van Koophandel en Nijverheid, Universiteiten, Onderzoekscentra, bedrijven, openbare of private verenigingen, NGO's, enz.); - wederzijdse toekenning van beurzen voor stages, onderzoek en specialisaties; - uitwerking en verwezenlijking van gezamenlijke projecten; - wederzijdse promotie van producten en diensten; - organisatie van professionele samenkomsten, seminaries of van workshops; - bevordering van partnerschapsverbanden tussen KMO's; - oprichting van gemengde bedrijven; - promotie van plaatselijke partnerschapsverbanden; - uitvoering van studies en expertises; - totstandkoming van sectoriële akkoorden in voornoemde sectoren.

Art. 4.De Partijen zullen samenwerken in het raam van de internationale en supranationale instellingen.

Zij zullen alle door deze instellingen aangeboden kansen aanreiken om gezamenlijk deel te nemen aan ontwikkelingsprogramma's zoals deze van de Francofonie bijvoorbeeld; zij beschouwen zich in dit opzicht als bevoorrechte partners.

Art. 5.Het beheer van onderhavig Akkoord en van het op 7 december 1994 ondertekend Samenwerkingsakkoord gebeurt gezamenlijk.

Dit beheer wordt enerzijds toevertrouwd aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Burkina Faso en anderzijds, wat hun respectieve bevoegdheden betreft, aan het "Commissariat général aux relations internationales" van de Franse Gemeenschap van België en aan de/Division générale des Relations internationales de la Direction générale des Relations extérieures' van het Ministerie van het Waals Gewest.

Art. 6.De opvolging en de evaluatie van onderhavig Akkoord alsook van het Samenwerkingsakkoord van 7 december 1994 tussen de Regering van Burkina Faso en de Regering van de Franse Gemeenschap van België worden toevertrouwd aan een gezamenlijke vaste gemengde Commissie die iedere drie jaar beurtelings vergadert in Burkina Faso en in Wallonië of in Brussel.

Deze gemengde Commissie kan desgewenst vaste subcommissies bijeenroepen voor het beheer van specifieke materies.

Tijdens de eerste vergadering zal de gemengde Commissie de regels en modaliteiten van haar werking bepalen.

Art. 7.Het personenverkeer dat tot stand komt in het raam van onderhavig Akkoord wordt geregeld door het intern recht van de partijen, onverminderd de bepalingen van het internationaal recht.

Art. 8.De ondertekenende Ministers van iedere Partij alsook de Ministers bevoegd voor de betrokken sectoren komen op regelmatige tijdstippen bijeen om de lopende samenwerking te evalueren en deze, desgevallend, in een nieuwe richting te sturen.

Art. 9.Dit Akkoord wordt gesloten voor een periode van twee (2) jaar.

Het wordt stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van drie jaar wanneer geen van beide Partijen dit minstens zes (6) maand vóór het verstrijken van de geldigheidsduur schriftelijk opzegt.

Bij opzegging dienen de Parijen alle gezamenlijk opgestarte projecten in het raam en in de geest van dit Akkoord voltooien.

Art. 10.Onderhavig Akkoord treedt voorlopig in werking op de dag van zijn ondertekening en treedt definitief in werking op de dag dat beide Partijen, ieder wat hem betreft, meegedeeld heeft dat de voorgeschreven interne rechtsprocedure voltooid is.

Gedaan te Ouagadougou, op 4 februari 1998 in drie originelen opgesteld in het Frans, waarbij deze drie teksten rechtsgeldig zijn.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap van België, W. ANCION, Minister van Internationale Betrekkingen.

Voor de Waalse Regering, W. ANCION, Minister van Internationale Betrekkingen.

Voor de Regering van Burkina Faso, A. OUEDRAOGO, Minister van Buitenlandse Zaken.

^