Etaamb.openjustice.be
Decreet van 23 december 2005
gepubliceerd op 13 februari 2006

Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2006035173
pub.
13/02/2006
prom.
23/12/2005
ELI
eli/decreet/2005/12/23/2006035173/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2005. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwaliteit en integraal lokaal cultuurbeleid.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 4 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar" geschrapt;2° in § 1, derde lid, worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie en bijsturing halverwege de looptijd van het cultuurbeleidsplan" geschrapt;3° in § 2 worden de woorden "het jeugdwerkbeleidsplan, zoals bepaald in het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid" vervangen door de woorden "het gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan, zoals bepaald in het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid";4° aan § 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het cultuurbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het jeugdwerkbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, zoals bepaald in het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, moeten op elkaar afgestemd zijn.»; 5° aan § 3, eerste lid, worden de volgende woorden toegevoegd : "en op het jeugdwerkbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.".

Art. 3.Aan artikel 10, § 1, van hetzelfde decreet wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 11° één keer per jaar gegevens ter beschikking stellen inzake de openbare bibliotheek volgens de door de Vlaamse Regering bepaalde vorm en procedure. »

Art. 4.Artikel 19, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Een cultuurbeleidsplan bepaalt algemene doelstellingen voor een volgende beleidsperiode en maakt daarbij keuzes en stelt prioriteiten.

De doelstellingen zijn het resultaat van een grondige analyse, gebaseerd op een situatieschets waarbij zowel de maatschappelijke context van de gemeente als het culturele veld en het cultuurbeleid in kaart worden gebracht.

De situatieschets en de daarop uitgevoerde analyse is een belangrijk onderdeel van een eerste cultuurbeleidsplan. Een volgend cultuurbeleidsplan werkt verder op de, al dan niet verfijnde, situatieschets en analyse uit het eerste plan. De evaluatie van de uitvoering van het vorige cultuurbeleidsplan vormt een wezenlijk onderdeel van de nieuwe analyse.

De opstelling, uitvoering en evaluatie van het cultuurbeleidsplan is gebaseerd op een ruim participatieproces. De cultuurraad brengt officieel advies uit bij de opstelling van een cultuurbeleidsplan, alsmede de beheersorganen van de bibliotheek en het cultuurcentrum wat betreft het gedeelte bibliotheek en cultuurcentrum. De beschrijving van dit proces en van de acties die in het kader van de communicatieve planning worden genomen, vormen een belangrijk onderdeel van het cultuurbeleidsplan. »

Art. 5.Aan artikel 20 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Daarbij zorgt zij ervoor dat de opgelegde administratieve verplichtingen verantwoord zijn met het oog op hun beleidsmatige doelmatigheid en dito noodzakelijkheid en dat zij tevens beantwoorden aan het evenredigheidscriterium. »

Art. 6.In artikel 22 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 6°, wordt vervangen door wat volgt : « 6° akkoord gaan om één keer per jaar gegevens ter beschikking te stellen inzake het gemeentelijk cultuurbeleid volgens de door de Vlaamse Regering bepaalde vorm en procedure.»; 2° in § 2, 1°, worden de woorden "en door de Vlaamse Regering" geschrapt.

Art. 7.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de laatste twee zinnen geschrapt;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "1 mei" vervangen door de woorden "1 juni";3° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De supplementaire subsidie, bedoeld in artikel 21, § 2, wordt berekend vanaf de eerste januari van het jaar dat volgt op de indiening van het cultuurbeleidsplan bij de bevoegde administratie. De subsidie wordt jaarlijks uitgekeerd op basis van een door de bevoegde administratie goedgekeurde verantwoordingsnota inzake de besteding van de subsidie. De verantwoordingsnota wordt vóór 1 juni, volgend op een uitvoeringsjaar van het cultuurbeleidsplan, door de gemeente of het samenwerkingsverband van gemeenten of de Vlaamse Gemeenschapscommissie ingediend bij de administratie. »

Art. 8.Artikel 24 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 24.De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor het indienen van een cultuurbeleidsplan, de wijze waarop de voorwaarden waaraan dit cultuurbeleidsplan moet voldoen getoetst worden, de wijze waarop de invulling van het participatieproces, vermeld in artikel 19, § 1, vierde lid, beoordeeld wordt en de wijze waarop de evaluatie van de uitvoering van het plan zal worden georganiseerd. ».

Art. 9.Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 25.De Vlaamse Regering bepaalt de maatregelen die zullen worden genomen als : 1° aan de voorwaarden, bepaald in artikel 22, § 1, 3°, 4°, 5° en 6°, niet meer wordt voldaan;2° de uitvoering van het beleidsplan negatief wordt geëvalueerd.».

Art. 10.In artikel 28 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 4°, wordt opgeheven;2° § 1, 5°, wordt vervangen door wat volgt : « 5° één keer per jaar gegevens ter beschikking stellen inzake het cultuurcentrum volgens de door de Vlaamse Regering bepaalde vorm en procedure.»

Art. 11.Artikel 31, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse Regering zal de voorwaarden inzake infrastructuur, beheer en werking bepalen waaraan een cultuurcentrum moet voldoen om aanspraak te maken op de subsidiëring per categorie, bedoeld in artikel 30. »

Art. 12.In artikel 35, § 2, van hetzelfde decreet wordt de laatste zin geschrapt.

Art. 13.In artikel 36 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar" geschrapt;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor het indienen van een beleidsplan, de voorwaarden waaraan het plan moet voldoen en de wijze waarop de evaluatie van de uitvoering van het plan zal worden georganiseerd.

Daarbij zorgt zij ervoor dat de opgelegde administratieve verplichtingen verantwoord zijn met het oog op hun beleidsmatige doelmatigheid en dito noodzakelijkheid en dat zij tevens beantwoorden aan het evenredigheidscriterium. »; 3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Indien er een gemeentelijk cultuurbeleidsplan is zoals bepaald in dit decreet, moet het beleidsplan, vermeld in § 1, geïntegreerd worden in dit gemeentelijk cultuurbeleidsplan. »

Art. 14.Artikel 37 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 15.In artikel 44 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar" geschrapt;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De Vlaamse Regering bepaalt de procedure voor het indienen van een beleidsplan, de voorwaarden waaraan het plan moet voldoen en de wijze waarop de evaluatie van de uitvoering van het plan zal worden georganiseerd.

Daarbij zorgt zij ervoor dat de opgelegde administratieve verplichtingen verantwoord zijn met het oog op hun beleidsmatige doelmatigheid en dito noodzakelijkheid en dat zij tevens beantwoorden aan het evenredigheidscriterium. »; 3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Indien er een gemeentelijk cultuurbeleidsplan is zoals bepaald in dit decreet, moet het beleidsplan, vermeld in § 1, geïntegreerd worden in dit gemeentelijk cultuurbeleidsplan. »

Art. 16.Artikel 45 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 17.In artikel 46, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie en bijsturing na drie jaar" geschrapt.

Art. 18.In artikel 48, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie halverwege de looptijd van het beleidsplan" geschrapt.

Art. 19.In artikel 49 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie halverwege de looptijd van het beleidsplan" geschrapt;2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie halverwege de looptijd van het beleidsplan" geschrapt.

Art. 20.In artikel 50, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "met een tussentijdse evaluatie halverwege de looptijd van het beleidsplan" geschrapt.

Art. 21.Artikel 65 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 22.Artikel 66 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 23.Artikel 72 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 24.In artikel 77 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 25.Artikel 77ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij decreet van 21 maart 2003, wordt opgeheven.

Art. 26.In artikelen 12, eerste lid, 16, 2°, 21, § 4, eerste lid, 22, § 1 en § 2, 23, § 1, eerste lid, 26, 27, § 1, 28, § 1, 1°, 31, § 1, § 3 en § 4, 33, § 3, 35, § 1, 39, § 1, eerste lid, en § 2, 40, eerste lid, 41, eerste lid, 42, § 1, eerste en tweede lid, en § 2, eerste en tweede lid, 43, eerste lid, 46, § 1 en § 3, 47, eerste lid, 48, eerste lid, 49, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, 50, eerste lid, 54, § 1, 57, § 1, eerste lid, 63, 66, 67, § 1, 68, 71, eerste lid, 73 en 74 van hetzelfde decreet worden de woorden "van dit decreet" telkens geschrapt.

In artikelen 21, § 5, 22, § 2, 2°, 31, § 2, 51, § 2, en 67, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "van dit artikel" telkens geschrapt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 23 december 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Stukken. - Voorstel van decreet : 592 - Nr. 1. - Verslag : 592 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 592 - Nr.3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergadering van 22 december 2005.

^