23 NOVEMBER 2000. - Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (1)

De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.§ 1. In artikel 7, lid 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, gewijzigd bij de wet van 5 augustus 1992, wordt het woord « Belg » door de woorden « Belg of onderdaan van een andere Lid-Staat van de Europese Unie » vervangen. § 2. In artikel 7, lid 1, van dezelfde wet worden de woorden « artikel 66 » door de woorden « artikel 65, lid 2, » vervangen.

In artikel 7, lid 2, van dezelfde wet wordt de passus « Het tweede lid van dit artikel 66 » vervangen door de passus « Artikel 65, lid 2, 3°, van de gemeentekieswet » vervangen. § 3. In artikel 7 van dezelfde wet wordt een lid 3 ingevoegd, luidend als volgt : « De onderdanen van de andere Lid-Staten van de Europese Unie moeten overeenkomstig artikel 1bis, § 2, van de gemeentekieswet van 4 augustus 1932 hun wil hebben gegeven, hun stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen in België uit te oefenen. »

Art. 2.In artikel 11 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn wordt een § 1bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 1bis. Op één voordracht mag het aantal kandidaat-werkende leden van hetzelfde geslacht niet meer bedragen dan de helft van het totaal aantal kandidaat-werkende leden op deze voordracht. Op dezelfde wijze mag op één voordracht het aantal kandidaat-opvolgers van hetzelfde geslacht niet meer bedragen dan het totaal aantal kandidaat-opvolgers op deze voordracht.

Indien het aldus bekomen resultaat decimalen bevat, worden die naar boven afgerond. »

Art. 3.Artikel 9 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn wordt aangevuld als volgt : 1. Er wordt een punt h) ingevoegd, luidend als volgt : « h) elke persoon die een ambt of een mandaat uitoefent dat gelijkwaardig is aan dat van werkend lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in een lokale basisoverheid van een andere Lid-Staat van de Europese Unie.» 2. Er wordt een lid 2 ingevoegd, luidend als volgt : « De bepalingen van het eerste lid, a) tot d), zijn eveneens van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in een andere Lid-Staat van de Europese Unie ambten uitoefenen die gelijkwaardig zijn aan die bedoeld in deze bepalingen.»

Art. 4.Dit decreet treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Gegeven te Eupen, op 23 november 2000.

De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden H. NIESSEN _______ Nota's (1) Zitting 2000-2001 : Bescheiden van de Raad : 35 (1999-2000), nr.1. Voorstel van decreet. 35 (1999-2000), nr. 2. Advies van de Raad van State. 35 (2000-2001), nr. 3. Amendementsvoorstel. 35 (2000-2001), nr. 4. Verslag.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 23 november 2000.