Etaamb.openjustice.be
Decreet van 23 november 2015
gepubliceerd op 14 december 2015

Decreet tot wijziging van het decreet van 9 mei 1994 over de logiesverstrekkende inrichtingen en hotelinrichtingen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2015205670
pub.
14/12/2015
prom.
23/11/2015
ELI
eli/decreet/2015/11/23/2015205670/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2015. - Decreet tot wijziging van het decreet van 9 mei 1994 over de logiesverstrekkende inrichtingen en hotelinrichtingen (1)


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Hoofdstuk III van het decreet van 9 mei 1994 over de logiesverstrekkende inrichtingen en hotelinrichtingen, dat de artikelen 19 tot 30 omvat, wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen voor hotelinrichtingen

Art. 19.Niemand mag zonder voorafgaande vergunning, hotelvergunning genoemd, een hotelinrichting uitbaten.

Art. 20.De hotelvergunning wordt slechts uitgereikt wanneer de aanvrager of de persoon belast met het dagelijks beheer van de hotelinrichting, in België of in het buitenland, niet door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens één of meerdere overtredingen omschreven in Boek II, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, titel VIII, hoofdstukken I, IV en VI en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk is en de betrokkene het voordeel van het uitstel niet verloren heeft.

Art. 21.§ 1. Hotelinrichtingen moeten over ten minste vier kamers beschikken die voor het logeren van de gasten dienen en hen uitsluitend voorbehouden zijn.

Alle installaties van de hotelinrichting moeten in goede onderhoudstoestand zijn en het personeel moet behoorlijk bekleed zijn. § 2. Bijgebouwen, d.w.z. gebouwen die bestemd zijn voor het logeren en alleen bereikt kunnen worden door het hoofdgebouw te verlaten moeten ook alle voorwaarden vervullen die voor de hotelinrichtingen gelden, behalve wat het minimumaantal kamers betreft. Elk document, elke briefwisseling en elke reclame m.b.t. bijgebouwen moeten het woord "Nebengebäude" ("bijgebouw") bevatten.

Art. 22.Slechts hotelinrichtingen mogen onder de benaming "Hotel, Hostellerie, Apparthotel, Motel, Gasthof, Pension, Relais (buitenherberg)" uitgebaat worden; de Regering mag die opsomming aanvullen.

Hotelinrichtingen die onder de benaming "Motel" of een gelijksoortige benaming worden uitgebaat, moeten buiten de agglomeraties gelegen zijn en rechtstreeks toegankelijk zijn vanuit een weg die open staat voor het verkeer van motorvoertuigen.

Bovendien moeten de gasten de mogelijkheid krijgen om hun maaltijden te nemen in een restaurant dat tot het motel behoort of in de nabijheid gelegen is en om hun voertuig op een parkeerplaats of in een privé-garage te stellen die tot het motel behoort.

Art. 23 - Elke hotelinrichting waarvoor een hotelvergunning wordt uitgereikt, wordt volgens de door de Regering vastgelegde voorwaarden in één van vijf categorieën ingedeeld. Elk van die categorieën krijgt een bepaald aantal sterren toegewezen.

Elke hotelinrichting moet ten minste aan de voor de laagste categorie vastgelegde voorwaarden voldoen.

In bijzonder gerechtvaardigde gevallen kan de Regering afwijkingen toestaan wat de in artikel 21, § 1, lid 1, en in artikel 22, lid 2, opgesomde en de overeenkomstig lid 1 van dit artikel vastgelegde voorwaarden betreft; elke toegestane afwijking moet nauwelijks omschreven en aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld worden. Van een bijzonder gerechtvaardigd geval is enkel sprake, wanneer specifieke bedrijfsvoorwaarden of zwaarwichtige technische moeilijkheden aanwezig zijn.

Art. 24.De aanvraag om verlening van een hotelvergunning wordt gericht aan het Ministerie op het te dien einde voorgeschreven formulier.

Binnen tien dagen na de ontvangst van de aanvraag wordt de aanvrager een ontvangstbewijs toegestuurd of wordt hem ter kennis gebracht dat zijn aanvraag onvolledig is.

Art. 25.De hotelvergunning mag geschorst of ingetrokken worden : 1° wanneer aan de uitreikingsvoorwaarden niet meer voldaan wordt;2° wanneer de houder van de hotelvergunning de verplichtingen niet nakomt die hem door de Regering worden opgelegd;3° wanneer het in artikel 32 bedoelde toezicht geweigerd of belemmerd wordt;4° wanneer de houder van een vergunning of de persoon belast met het dagelijks beheer van de hotelinrichting door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens één der misdrijven omschreven in Boek II, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, titel VIII, hoofdstukken I, IV en VI en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk is en de betrokkene het voordeel van het uitstel niet verloren heeft.

Art. 26.De opschorsingsduur van een hotelvergunning moet beperkt zijn en de houder van de hotelvergunning in staat stellen om zijn toestand in orde te brengen. Zo niet wordt de intrekking van de hotelvergunning na het verstrijken van de vastgelegde termijn uitgesproken.

Art. 27.Bij intrekking van de hotelvergunning of bij sluiting van het hotel moet de houder van de hotelvergunning binnen tien dagen en per aangetekende brief de vergunning alsmede alle gelijkluidende afschriften ervan en het schild aan het Ministerie terugzenden.

Wordt de hotelinrichting in een lagere categorie gerangschikt, dan moet de houder van de hotelvergunning het schild dat hij tot nog toe had, binnen tien dagen aan het Ministerie terugzenden.

Art. 28.Bij overname van de hotelinrichting moet binnen drie maanden een nieuwe hotelvergunning aangevraagd worden. Sterft de houder van de vergunning, dan wordt de termijn op zes maanden gebracht.

Intussen en totdat de beslissing over de aanvraag wordt medegedeeld mag de exploitatie van de hotelinrichting voortgaan.

Art. 29.De Regering bepaalt de procedure voor de verlening, de weigering, de schorsing of de intrekking van de hotelvergunning.

De hotelvergunning geldt voor onbepaalde duur, onverminderd de opschorting of intrekking ervan.

Art. 30.De Regering legt de bepalingen vast m.b.t. : 1° het schild (herkenningskenmerk) dat aan de houder van een hotelvergunning uitgereikt wordt alsmede de procedure voor het verlenen, weigeren of intrekken van dit schild;2° de normen en de procedure voor de rangschikking van de hotelinrichtingen;3° de controle op de hotelgasten;4° de procedure voor het verkrijgen van de in artikel 23 bedoelde afwijkingen.»

Art. 2.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2016.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 23 november 2015.

O. PAASCH De Minister-President Mevr. I. WEYKMANS De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme A. ANTONIADIS De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden H. MOLLERS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2015-2016.

Parlementair stuk : 83 (2015-2016), nr. 1. Voorstel van decreet.

Integraal verslag : 23 november 2015, nr. 19. Bespreking en aanneming.

^