Etaamb.openjustice.be
Decreet van 24 juni 2016
gepubliceerd op 16 augustus 2016

Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2016036132
pub.
16/08/2016
prom.
24/06/2016
ELI
eli/decreet/2016/06/24/2016036132/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 JUNI 2016. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/01/2012 pub. 07/03/2012 numac 2012035198 bron vlaamse overheid Decreet houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid sluiten houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/01/2012 pub. 07/03/2012 numac 2012035198 bron vlaamse overheid Decreet houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid sluiten houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 8 van het decreet van 20 januari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/01/2012 pub. 07/03/2012 numac 2012035198 bron vlaamse overheid Decreet houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid sluiten houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 6 wordt het woord "vierjaarlijks" vervangen door het woord "vijfjaarlijks";2° in paragraaf 7 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De Vlaamse Regering bepaalt op basis van de beleidsnota die een vereniging als vermeld in paragraaf 1 tot en met paragraaf 5, voor de volgende vijf jaar opstelt en op basis van de beschikbare informatie over de werking van die vereniging in de voorbije beleidsperiode het bedrag dat aan die vereniging wordt toegekend als werkingssubsidie.De werkingssubsidie wordt toegekend in de vorm van een vijfjaarlijks financieringsbudget. De eerste beleidsperiode van vijf jaar loopt van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025."; 3° in paragraaf 8 wordt het woord "vier" vervangen door het woord "vijf".

Art. 3.In artikel 9, § 3, vierde lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° begeleiding en coaching op maat : een specifiek inhoudelijk aanbod voor een lokaal jeugdwerkinitiatief of een coaching op maat, bijgewoond door minstens een jeugdwerker van dat lokale jeugdwerkinitiatief.De begeleiding of coaching op maat duurt minimaal twee uur;"; 2° punt 2° wordt opgeheven.

Art. 4.In artikel 10 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 2, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd : "In die combinatie komen voor de realisatie van de module, vermeld in het eerste lid, 4°, enkel initiatieven in aanmerking waarbij jeugdredacties worden gevormd."; 2° in paragraaf 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt het woord "twee" vervangen door het woord "een";b) het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "De activiteiten worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies.Daarbij wordt het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gelijkgesteld met een provincie. Voor elk van die drie provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 175 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 60 deelnemersuren."; c) in het derde lid wordt het woord "gemeentelijke" vervangen door het woord "provinciale";3° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt het woord "twee" vervangen door het woord "een";b) het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "De activiteiten worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies.Daarbij wordt het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gelijkgesteld met een provincie. Voor elk van die drie provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 175 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 60 deelnemersuren."; c) in het derde lid wordt het woord "gemeentelijke" vervangen door het woord "provinciale";4° in paragraaf 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° minstens drie up-to-date informatieproducten van zichzelf ter beschikking stellen.De informatieproducten mogen maximaal vijf jaar oud zijn;"; b) in het vierde lid wordt de zinsnede "750 keer gedownload" vervangen door de zinsnede "heeft 750 weergaves"; c) het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt : "Als de module, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 3°, verschillende keren wordt gerealiseerd, dan worden het aantal eigen producten, databanken of websites dat ter beschikking wordt gesteld alsook het aantal productafnames of paginaweergaves in evenredige mate vermeerderd."; 5° in paragraaf 8 wordt het getal "25" vervangen door het getal "30"; 6° in paragraaf 9, eerste lid, wordt tussen de eerste en de tweede zin de volgende zin ingevoegd : "Enkel de vragen die niet de bedoeling hebben om informatie te krijgen over de werking, producten, dienstverlening of evenementen van de vereniging informatie en participatie komen hiervoor in aanmerking.".

Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het derde lid wordt vervangen door wat volgt : "De activiteiten worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies.Daarbij wordt het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gelijkgesteld met een provincie. Voor elk van die drie provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 175 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 60 deelnemersuren."; b) in het vierde lid wordt het woord "gemeentelijke" vervangen door het woord "provinciale";2° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "De activiteiten worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies.Daarbij wordt het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gelijkgesteld met een provincie. Voor elk van die drie provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 175 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 60 deelnemersuren."; b) in het derde lid wordt het woord "gemeentelijke" vervangen door het woord "provinciale";3° in paragraaf 7, vierde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° begeleiding en coaching op maat : een specifiek inhoudelijk aanbod voor een lokaal cultuureducatief initiatief of een coaching op maat, bijgewoond door minstens een begeleider van dat lokale initiatief.De begeleiding of coaching op maat duurt minimaal twee uur;"; b) punt 2° wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 12 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "Vierjaarlijks, te beginnen in 2020, kunnen landelijk georganiseerde jeugdverenigingen, verenigingen informatie en participatie of cultuureducatieve verenigingen een erkenningsaanvraag indienen. In de tussenliggende jaren kan geen landelijk georganiseerde jeugdvereniging, vereniging informatie en participatie of cultuureducatieve vereniging erkend worden. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor het indienen van de aanvraag tot erkenning als landelijk georganiseerde jeugdvereniging, vereniging informatie en participatie of cultuureducatieve vereniging.".

Art. 7.In artikel 16, § 3, vijfde lid, van hetzelfde decreet wordt de zin "Geen enkel project wordt langer dan 48 opeenvolgende maanden gesubsidieerd op basis van deze paragraaf." vervangen door de zinnen "Geen enkel project wordt langer dan vier jaar gesubsidieerd op basis van deze paragraaf. Deze termijn kan worden verlengd met maximaal drie jaar op voorwaarde dat de vereniging een realistisch plan voorlegt met het oog op het behalen van de erkenningsnormen bij de eerstvolgende erkenningsronde.".

Art. 8.In artikel 17 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "met het bijschrift `Met steun van de Vlaamse overheid'" opgeheven;2° in paragraaf 3, vierde lid, wordt het getal "7" vervangen door het getal "8".

Art. 9.In hetzelfde decreet wordt een artikel 19/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 19/1.Landelijk georganiseerde jeugdverenigingen die in 2014 of 2015 werden gesubsidieerd op basis van artikel 13, § 2, of waarvan in 2015 vastgesteld werd dat ze aan de normen van artikel 13, § 2, beantwoordden, kunnen tot uiterlijk vier jaar nadat ze op basis van artikel 13, § 2, een subsidietoezegging kregen, een basissubsidie krijgen van 55.000 euro, op voorwaarde dat ze minimaal drie modules realiseren van de modules die in aanmerking komen voor de erkenning van een landelijk georganiseerde jeugdvereniging. De module, vermeld in artikel 9, § 2, eerste lid, 1°, kan ten hoogste tweemaal in aanmerking worden genomen.

Verenigingen informatie en participatie die in 2014 of 2015 werden gesubsidieerd op basis van artikel 13, § 2, of waarvan in 2015 vastgesteld werd dat ze aan de normen van artikel 13, § 2, beantwoordden, kunnen tot uiterlijk vier jaar nadat ze op basis van artikel 13, § 2, een subsidietoezegging kregen, een basissubsidie krijgen van 55.000 euro, op voorwaarde dat ze minimaal drie modules realiseren van de modules die in aanmerking komen voor de erkenning van een vereniging informatie en participatie. Daarbij worden de modules, vermeld in artikel 10, § 2, eerste lid, 2°, 3°, 4°, 5° en 7°, elk maximaal tweemaal in aanmerking genomen en moet de module, vermeld in artikel 10, § 2, eerste lid, 6°, minstens eenmaal gecombineerd worden met de module, vermeld in artikel 10, § 2, eerste lid, 4°.

Cultuureducatieve verenigingen die in 2014 of 2015 werden gesubsidieerd op basis van artikel 13, § 2, of waarvan in 2015 vastgesteld werd dat ze aan de normen van artikel 13, § 2, beantwoordden, kunnen tot uiterlijk vier jaar nadat ze op basis van artikel 13, § 2, een subsidietoezegging kregen, een basissubsidie krijgen van 55.000 euro, op voorwaarde dat ze minimaal drie modules realiseren van de modules die in aanmerking komen voor de erkenning van een cultuureducatieve vereniging. Daarbij wordt minimaal een module gerealiseerd in de vrije tijd en kan de module, vermeld in artikel 11, § 2, eerste lid, 4°, maximaal eenmaal ingebracht worden.

De verenigingen, bedoeld in het eerste tot derde lid, die in 2015 ook variabele subsidies ontvangen, komen tot eind 2017 verder in aanmerking voor de toekenning van deze variabele subsidies.''.

Art. 10.In hetzelfde decreet wordt een artikel 19/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 19/2.In afwijking van artikel 8, § 6, 2°, en § 7, bezorgen de verenigingen, vermeld in artikel 8, § 1 tot § 5, de administratie op 1 januari 2017 een beleidsnota 2018-2020. De Vlaamse Regering bepaalt op basis van deze beleidsnota en op basis van de beschikbare informatie over de werking van de vereniging in de voorbije vier jaar het bedrag dat aan de vereniging wordt toegekend als werkingssubsidie. In afwijking van artikel 8, § 7, wordt de werkingssubsidie toegekend in de vorm van een financieringsbudget voor de jaren 2018-2020.

In afwijking van artikel 8, § 8, sluit de Vlaamse Regering binnen het door de Vlaamse Regering generiek bepaalde kader met elke vereniging, vermeld in het eerste lid, een overeenkomst voor de jaren 2018-2020.''.

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt een artikel 19/3 ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 19/3.§ 1. In afwijking van artikel 10, § 3, tweede lid, geldt voor het jaar 2018 voor de verenigingen informatie en participatie die op 1 januari 2017 een werkingssubsidie ontvangen, dat de activiteiten, vermeld in artikel 10, § 3, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste twee provincies van het Nederlandse taalgebied of uit een provincie van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 100 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 40 deelnemersuren. § 2. In afwijking van artikel 10, § 3, tweede lid, geldt voor het jaar 2019 voor de verenigingen informatie en participatie die op 1 januari 2017 een werkingsubsidie ontvangen dat de activiteiten, vermeld in artikel 10, § 3, van het decreet van 20 januari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/01/2012 pub. 07/03/2012 numac 2012035198 bron vlaamse overheid Decreet houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid sluiten houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies van het Nederlandse taalgebied of uit twee provincies van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 140 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 50 deelnemersuren. § 3. In afwijking van artikel 10, § 4, tweede lid, geldt in 2018 voor de verenigingen informatie en participatie die op 1 januari 2017 een werkingssubsidie ontvangen dat de activiteiten, bedoeld in artikel 10, § 4, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste twee provincies van het Nederlandse taalgebied of uit een provincie van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 100 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 40 deelnemersuren. § 4. In afwijking van artikel 10, § 4, tweede lid, geldt in 2019 voor de verenigingen informatie en participatie die op 1 januari 2017 een werkingssubsidie ontvangen dat de activiteiten, bedoeld in artikel 10, § 4, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies van het Nederlandse taalgebied of uit twee provincies van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 140 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 50 deelnemersuren.''.

Art. 12.In hetzelfde decreet wordt een artikel 19/4 ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 19/4.§ 1. In afwijking van artikel 11, § 3, derde lid, geldt in 2018 voor de cultuureducatieve verenigingen die op 1 januari 2017 een werkingssubsidie ontvangen dat de activiteiten, vermeld in artikel 11, § 3, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste twee provincies van het Nederlandse taalgebied of uit een provincie van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 100 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 40 deelnemersuren. § 2. In afwijking van artikel 11, § 3, derde lid, geldt in 2019 voor de cultuureducatieve verenigingen die op 1 januari 2017 een werkingssubsidie ontvangen dat de activiteiten, bedoeld in artikel 11, § 3, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies van het Nederlandse taalgebied of uit twee provincies van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 140 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 50 deelnemersuren. § 3. In afwijking van artikel 11, § 4, tweede lid, geldt in 2018 voor de cultuureducatieve verenigingen die op 1 januari 2017 een werkingssubsidie ontvangen dat de activiteiten, vermeld in artikel 11, § 4, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste twee provincies van het Nederlandse taalgebied of uit een provincie van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 100 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 40 deelnemersuren. § 4. In afwijking van artikel 11, § 4, tweede lid, geldt in 2019 voor de cultuureducatieve verenigingen die op 1 januari 2017 een werkingssubsidie ontvangen, dat de activiteiten, vermeld in artikel 11, § 4, worden gerealiseerd met deelnemers uit ten minste drie provincies van het Nederlandse taalgebied of uit twee provincies van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Voor elk van die provincies geldt dat inwoners uit die provincie samen ten minste 140 deelnemersuren realiseren. Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad volstaan 50 deelnemersuren.''.

Art. 13.In hetzelfde decreet wordt een artikel 19/5 ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 19/5.Wanneer in de periode 1 januari 2017 - 31 december 2019 twee of meer op basis van dit gesubsidieerde organisaties fuseren, wordt de hoogte van de werkingssubsidie voor de fusieorganisatie bepaald op de som van de werkingssubsidies toegekend aan de fuserende organisaties voor de lopende beleidsplanperiode.".

Art. 14.In hetzelfde decreet wordt een artikel 19/6 ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 19/6.In afwijking van artikel 12, eerste lid, kunnen de verenigingen, vermeld in artikel 19/1, gedurende de periode dat zij gesubsidieerd worden jaarlijks een erkenningsaanvraag indienen.".

Art. 15.Artikel 43 van het decreet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015036624 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016 wordt opgeheven.

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2017, met uitzondering van artikel 4 en 5, die in werking treden op 1 januari 2018.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 24 juni 2016.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, S. GATZ _______ Nota (1) Zitting 2015-2016. Stukken. - Voorstel van decreet, 717 - Nr. 1. - Advies van de Vlaamse Jeugdraad, 717 - Nr. 2. - Verslag, 717 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 717 - Nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 15 juni 2016.

^