Etaamb.openjustice.be
Decreet van 25 april 2008
gepubliceerd op 12 juni 2008

Decreet tot vaststelling van de voorwaarden om te kunnen voldoen aan de leerplicht buiten het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2008029287
pub.
12/06/2008
prom.
25/04/2008
ELI
eli/decreet/2008/04/25/2008029287/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2008. - Decreet tot vaststelling van de voorwaarden om te kunnen voldoen aan de leerplicht buiten het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Principes

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet, wordt verstaan onder "verantwoordelijke personen", de personen die de verplichtingen inzake leerplicht in acht moeten nemen krachtens de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht.

Art. 2.Bij wijze van afwijking, kan het bericht bedoeld bij artikel 8 van de wetten op het lager onderwijs, gecoördineerd op 20 augustus 1957, gezonden worden na 1 oktober wanneer de minderjarige leerling die onderworpen is aan de leerplicht en die uit het buitenland komt zijn verblijfplaats verkiest in België gedurende het schooljaar. HOOFDSTUK II. - Leerlingen die ingeschreven zijn in sommige schoolinrichtingen

Art. 3.Geacht worden aan de leerplicht te voldoen de minderjarige leerlingen die ingeschreven zijn in een schoolinrichting : 1° ingericht, gesubsidieerd of erkend door een andere gemeenschap;2° waarvan het onderwijs tot het behalen van een bekwaamheidsbewijs kan leiden dat gelijkwaardig kan worden verklaard bij wijze van algemene bepaling met toepassing van de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften;3° waarvan het onderwijs tot het behalen van een diploma of een getuigschrift bekomen onder een buitenlands stelsel kan leiden en waarvan het onderwijs erkend is door de Regering, op aanvraag van de inrichting of de personen die verantwoordelijk is/zijn voor de minderjarige leerling onderworpen aan de leerplicht, dat het mogelijk maakt om de leerplicht te voldoen. Voor de toepassing van het 3° van het vorige lid, controleert de Regering dat het verstrekte onderwijs van gelijkwaardig niveau is aan dat verstrekt in de Franse Gemeenschap, dat het in overeenstemming is met titel II van de Grondwet en in geen enkel opzicht waarden vooropstelt die klaarblijkelijk onverenigbaar zijn met het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, getekend te Rome, op 4 november 1950.

De Regering baseert haar beslissing op de studieprogramma's gevolgd binnen de inrichting.

Wanneer de Regering acht dat het verstrekte onderwijs niet toelaat aan de leerplicht te voldoen, wordt van de beslissing kennisgegeven aan de natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de inrichting alsook aan de verantwoordelijke personen die de leerplichtige minderjarige ingeschreven hebben in deze inrichting.

Art. 4.Het bewijs van de inschrijving in een inrichting bedoeld bij artikel 3 wordt ieder jaar geleverd bij de berichtgeving bedoeld bij artikel 8 van de wetten op het lager onderwijs, gecoördineerd op 20 augustus 1957. HOOFDSTUK III. - Huisonderwijs Afdeling I. - Notie en Commissie voor het huisonderwijs

Art. 5.Ressorteren onder het huisonderwijs, de minderjarigen die onderworpen zijn aan de leerplicht die noch ingeschreven zijn in een schoolinrichting ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap noch ingeschreven in een inrichting bedoeld bij artikel 3.

Art. 6.Er wordt een commissie voor het huisonderwijs opgericht, hierna de Commissie genoemd, belast met het nemen van de beslissingen bedoeld bij de artikelen 12, 17, 21 en 22.

Art. 7.De Commissie bestaat uit vier leden uit de Algemene Inspectiedienst, een lid uit de Algemene Directie Leerplichtonderwijs en een ambtenaar-generaal of diens afgevaardigde, aangesteld door de Regering.

De ambtenaar-generaal of diens afgevaardigde neemt het voorzitterschap waar.

Art. 8.De leden van de Algemene Inspectiedienst worden benoemd op de voordracht van de coördinerend Inspecteur-generaal. Ze kunnen niet deelnemen aan de controle van het studieniveau in het kader van het huisonderwijs.

Art. 9.De Commissie neemt haar beslissingen bij gewone meerderheid.

Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 10.De Regering bepaalt de andere nadere regels voor de werking van de Commissie. Afdeling II. - Controle van het studieniveau

Art. 11.De Algemene Inspectiedienst wordt belast met de controle van het studieniveau in het kader van het huisonderwijs. Hij zorgt ervoor dat het verstrekte onderwijs de leerplichtige minderjarige de mogelijkheid biedt een studieniveau te verwerven dat gelijkwaardig is aan het referentiesysteem voor de basisvaardigheden, de eindvaardigheden, de vereiste gemeenschappelijke kennis en de minimale vaardigheden bedoeld, respectief, bij de artikelen 16 en 25 of 35 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, dat het in overeenstemming is met titel II van de Grondwet en in geen enkel opzicht waarden vooropstelt die klaarblijkelijk onverenigbaar zijn met het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, getekend te Rome, op 4 november 1950.

Art. 12.In afwijking van artikel 11, kan het te bereiken studieniveau aangepast worden wanneer de leerplichtige minderjarige gezondheids-, leer-, gedragsproblemen ervaart of wanneer hij aan een motorische, sensorische of mentale handicap lijdt.

De verantwoordelijke personen dienen, bij de berichtgeving bedoeld bij artikel 8 van de wetten op het lager onderwijs, gecoördineerd op 20 augustus 1957, een met redenen omklede aanvraag tot afwijking in.

Na het advies te hebben ingewonnen van de Algemene Inspectiedienst, bepaalt de Commissie de nodige aanpassingen.

Art. 13.De verantwoordelijke personen bezorgen de Algemene Inspectiedienst de documenten waarop het huisonderwijs steunt. In de zin van dit artikel, wordt onder "documenten" namelijk verstaan de gebruikte schoolboeken, het opgebouwde en gebruikte pedagogisch materiaal, de fardes en schoolboeken, de geschreven producties van de leerplichtige minderjarige, een individueel opleidingsplan.

Art. 14.De Algemene Inspectiedienst kan elk ogenblik overgaan tot de controle van het studieniveau, op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering of van de Commissie, en baseert zijn controle op de vernomen feiten namelijk via de ontleding van de documenten bedoeld bij artikel 13 en op de ondervraging van de leerlingen.

Er gebeuren, nochtans, controles minstens gedurende de jaren waarin de leerplichtige minderjarige de leeftijd van acht en tien jaar bereikt.

De Algemene Inspectiedienst bepaalt de datum voor de controle en geeft er kennis van aan de verantwoordelijke personen minstens een maand op voorhand.

Art. 15.De Algemene Inspectiedienst organiseert de controle van het studieniveau op individuele basis of voor het geheel van de leerplichtige minderjarigen die thuis les volgen, gedomicilieerd in eenzelfde zone in de zin van artikel 13 van het decreet van 14 maart 1995 tot bevordering van het welslagen in de basisscholen en artikel 1 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1993 tot vaststelling van de verplichtingen tot overleg tussen gelijkaardige inrichtingen in het secundair onderwijs met volledig leerplan.

Art. 16.De controle van het studieniveau geschiedt in een gebouw van de overheid dat door de Algemene Inspectiedienst gekozen wordt. Op met redenen omklede aanvraag van de verantwoordelijke personen en inzonderheid steunend op ernstige mobiliteitsmoeilijkheden voortvloeiend uit de gezondheidstoestand of de handicap van de leerplichtige minderjarige, kan de controle echter op een andere plaats gebeuren.

Art. 17.Na de controle van het studieniveau, stelt de Algemene Inspectiedienst een verslag op en brengt een advies uit over de overeenstemming met artikel 11 van het ten huize verstrekte onderwijs.

Aan de verantwoordelijke personen wordt kennisgegeven van het verslag en het advies. Ze kunnen, binnen de tien dagen van de kennisgeving, schriftelijk hun opmerkingen aan de Commissie mededelen.

Het advies van de Algemene Inspectiedienst wordt ten laatste gedurende de maand die volgt op de datum van de controle aan de Commissie overgezonden.

In geval van een negatieve beslissing, wordt een nieuwe controle uitgeoefend, volgens dezelfde nadere regels, minimum twee maanden en maximum vier maanden na de kennisgeving van de beslissing. Indien de Algemene Inspectiedienst acht dat het ten huize verstrekte onderwijs nog steeds niet in overeenstemming is met artikel 11, besluit hij zijn verslag met een advies over de nadere regels voor de integratie van de leerplichtige minderjarige in een schoolinrichting ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. De verantwoordelijke personen kunnen hun opmerkingen laten gelden overeenkomstig het eerste lid.

Indien, na de tweede controle, de Commissie beslist dat het studieniveau niet in overeenstemming is met artikel 11, schrijven de verantwoordelijke personen de leerplichtige minderjarige in een schoolinrichting ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of in een inrichting bedoeld bij artikel 3.

De Commissie bepaalt, voor het gewoon onderwijs, en met inachtneming van het zesde lid, voor het gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 4, de vorm, de afdeling en het studiejaar waarvoor de leerplichtige minderjarige ingeschreven moet worden.

Wanneer het advies van de Algemene Inspectiedienst tot de integratie besluit van de leerplichtige minderjarige in het gespecialiseerd onderwijs, wordt van dit advies kennisgegeven aan de verantwoordelijke personen die bezwaar kunnen indienen tegen deze integratie bij de Commissie binnen de vijftien dagen van de kennisgeving van het advies.

In geval van instemming of gebrek aan bezwaar binnen de termijn, laten de verantwoordelijke personen het medisch onderzoek, het psychologisch onderzoek, het pedagogisch examen en de sociale studie bedoeld bij artikel 12, § 1, van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs uitvoeren. Het verslag van deze wordt aan de Commissie overgezonden, die daarna een beslissing neemt.

De Commissie bepaalt, voor het gespecialiseerd onderwijs, het type en, desnoods, de vorm alsook de maturiteitsgraad of de fase waarvoor de leerplichtige minderjarige ingeschreven moet worden.

Voor de toepassing van de vijfde en zevende leden, kan de Commissie afwijken van de toelatingsvoorwaarden. Haar beslissing rust op de leeftijd alsook de vaardigheden en de verworven kennis van de leerplichtige minderjarige. Afdeling III. - Certificatie

Art. 18.Ten laatste gedurende het schooljaar waarin hij de leeftijd van twaalf jaar zal bereiken, schrijven de verantwoordelijke personen de leerplichtige minderjarige die thuis les volgt, in voor de gemeenschappelijke externe proef ingericht voor het behalen van het getuigschrift van basisonderwijs krachtens het decreet van 2 juni 2006 betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs.

Art. 19.Ten laatste gedurende het schooljaar waarin hij de leeftijd van veertien jaar zal bereiken, schrijven de verantwoordelijke personen de leerplichtige minderjarige die thuis les volgt, in voor de examens ingericht voor het behalen van de oriëntatieattesten voor de eerste graad krachtens het decreet van 12 mei 2004 houdende de organisatie van de examencommissie van de Franse Gemeenschap voor het secundair onderwijs.

Art. 20.Ten laatste gedurende het schooljaar waarin hij de leeftijd van zestien jaar zal bereiken, schrijven de verantwoordelijke personen de leerplichtige minderjarige die thuis les volgt, in voor de examens ingericht voor het behalen van de oriëntatieattesten voor de tweede graad krachtens het decreet van 12 mei 2004 houdende de organisatie van de examencommissie van de Franse Gemeenschap voor het secundair onderwijs.

Art. 21.De verantwoordelijke personen schrijven de leerplichtige minderjarige die onder het ten huize verstrekte onderwijs ressorteert, in in een schoolinrichting ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of in een inrichting bedoeld bij artikel 3, indien hij het getuigschrift of de attesten niet verkregen heeft met inachtneming van de voorwaarden bedoeld bij de artikelen 18 tot 20.

Voor het gewoon onderwijs en voor het gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 4, bepaalt de Commissie de vorm, de afdeling en het studiejaar waarvoor de leerplichtige minderjarige ingeschreven moet worden.

De Commissie bepaalt, voor het gespecialiseerd onderwijs, het type en, desnoods, de vorm alsook de maturiteitsgraad of de fase waarvoor de leerplichtige minderjarige ingeschreven moet worden.

Voor de toepassing van de tweede en derde leden, kan de Commissie afwijken van de toelatingsvoorwaarden volgens dezelfde nadere regels als deze bepaald bij artikel 17, laatste lid.

Indien de Commissie acht onvoldoend ingelicht te worden, kan ze de Algemene Inspectiedienst verzoeken om een verslag op te stellen zoals bedoeld bij artikel 17, derde lid. Wanneer dit verslag tot de integratie in het gespecialiseerd onderwijs besluit, zijn de formaliteiten bedoeld bij artikel 17, zesde lid, van toepassing.

Indien de verantwoordelijke personen zich een inschrijving van de leerplichtige minderjarige in het gespecialiseerd onderwijs voornemen, brengen ze er de Commissie op de hoogte van binnen de vijftien dagen die volgen op de proclamatie van de resultaten of de beslissing tot niet-toekenning van het getuigschrift van basisonderwijs en laten de examens bedoeld bij artikel 12, § 1, van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs geschieden. Het verslag over deze examens wordt aan de Commissie overgezonden.

In geval van beroep tegen de beslissing tot niet-uitreiking van het getuigschrift van basisonderwijs, neemt de termijn voor de berichtgeving aan de Commissie bedoeld in het vorige lid een aanvang de dag van de kennisgeving van de beslissing van de Raad van beroep.

Art. 22.Op met redenen omklede aanvraag van de verantwoordelijke personen, kan de Commissie, na advies van de Algemene Inspectiedienst, de leerplichtige minderjarigen die de afwijking genieten bedoeld bij artikel 12 vrijstellen van het afleggen van de proeven of examens bedoeld bij de artikelen 18 tot 20. Ze kan ook een bijkomende termijn toekennen voor het afleggen van deze proeven of examens. Afdeling IV. - Beroep

Art. 23.De Regering neemt kennis van de beroepen tegen de beslissingen van de Commissie. Zij spreekt zich uit tijdens de maand van de kennisgeving van de beroepen.

Art. 24.De verantwoordelijke personen stellen hun beroep in per aangetekende brief binnen de vijftien dagen van de kennisgeving van de beslissing van de Regering. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen

Art. 25.In artikel 8, vierde lid, van de wetten op het lager onderwijs, gecoördineerd op 20 augustus 1957, zoals gewijzigd bij het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, worden de woorden "onder voorbehoud van de toepassing van artikel 2 van het decreet van 25 april 2008 tot vaststelling van de voorwaarden om te kunnen voldoen aan de leerplicht buiten het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap" toegevoegd tussen de woorden "voor 1 oktober," en "een bericht".

Art. 26.In artikel 1, § 6, van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, worden de woorden "aan de door de Koning te bepalen voorwaarden" vervangen door de woorden "aan de voorwaarden van het decreet van 25 april 2008 tot vaststelling van de voorwaarden om te kunnen voldoen aan de leerplicht buiten het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 25 april 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President, Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, Ch. DUPONT De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK De Minister van Jeugd en Onderwijs voor sociale promotie, M. TARABELLA _______ Nota (1) Zitting 2007-2008. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 521-1. - Amendement van de commissie, nr. 521-2. - Verslag, nr. 521-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 22 april 2008.

^