Etaamb.openjustice.be
Decreet van 26 april 2007
gepubliceerd op 26 juni 2007

Decreet waarbij gezorgd wordt voor de pedagogische uitrusting van het kwalificatieonderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2007029089
pub.
26/06/2007
prom.
26/04/2007
ELI
eli/decreet/2007/04/26/2007029089/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 APRIL 2007. - Decreet waarbij gezorgd wordt voor de pedagogische uitrusting van het kwalificatieonderwijs (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Art. 2.In het kader van dit decreet wordt verstaan onder : 1° « Kwalificatieonderwijs » : het secundair onderwijs - categorie technisch kwalificatieonderwijs of categorie beroepsonderwijs -, het alternerend onderwijs en het gespecialiseerd onderwijs van vorm 3 en 4;2° « Pedagogische uitrusting » : het af te schrijven materiaal dat nodig is voor het verwerven van bekwaamheden bepaald door de opleidingsprofielen;3° « Een Centrum voor geavanceerde technologieën » afgekort « CAT » : een infrastructuur die spitsuitrusting ter beschikking stelt van de leerlingen en de leerkrachten, ongeacht het onderwijsnet en -type, alsmede van de werkzoekenden en de werknemers, met het oog op het ontwikkelen van kwalificerende opleidingen.Dat aanbod van kwalificerende opleiding moet in aanvulling komen op geografisch en sectorieel niveau, op het aanbod vormingen van de Regionale opleidingscentra; 4° « De GCBK » : de Gemeenschapscommissie voor beroepen en kwalificaties bedoeld in artikel 7 van het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs.

Art. 3.Doel van het decreet : 1° De modernisering toelaten van de pedagogische uitrusting in de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs. Bij de selectie van de projecten wordt een prioriteit verleend : a) Aan de inrichtingen die zich inschrijven in een politiek van opleiding tijdens de loopbaan van de leraren uit het kwalificatieonderwijs;b) Aan de inrichtingen die zich inschrijven in de toepassing van de opleidingsprofielen, met inbegrip van de toepassing van de pedagogische hulpmiddelen en de evaluatieproeven die eraan verbonden zijn;c) Aan de projecten die een positief advies gekregen hebben van de zonale programmatieraad voor officieel onderwijs en van de zonale programmatieraad voor vrij onderwijs van de betrokken zone;d) Aan de projecten die een positief advies gekregen hebben van het betrokken sectorfonds en van het Subregionaal comité voor arbeidsbemiddeling en vorming (SCAV);e) Aan de projecten die beantwoorden aan de behoeften van de arbeidsmarkt door te vermijden dat de projecten onder de onderwijsnetten en binnen elk net versnipperd geraken;f) Aan de inrichtingen die afdelingen organiseren van gespecialiseerd onderwijs van vorm 3 en 4 en aan de inrichtingen voor positieve discriminatie. De Regering draagt financieel bij in de aankoop van die uitrustingen, ten belope van 80 %; de overige 20 % blijven ten laste van de gerechtigde inrichting. 2° Vanaf 2007 CAT's kunnen oprichten met het oog op de ontwikkeling van kwalificerende opleidingen.Dat aanbod van kwalificerende opleiding moet in aanvulling komen, op geografisch en sectorieel niveau, op het aanbod van de regionale opleidingscentra.

Elk gelabeld CAT wordt geplaatst onder de leiding van het hoofd van de inrichting waar het gelegen is of van de Voorzitter van een vereniging zonder winstoogmerk die het beheer ervan waarneemt. In dat laatste geval zal de raad van bestuur die zorgt voor het beheer van het CAT een netoverschrijdende samenstelling moeten hebben.

De leerlingen in opleiding in een CAT worden begeleid door hun eigen leraren. Deze laatsten zullen voordien een aangepaste opleiding gekregen moeten hebben betreffende het door het CAT ter beschikking gestelde materiaal en zullen het bewijs daarvan moeten leveren. De leerkrachten zullen die opleiding kunnen volgen inzonderheid in een Regionaal opleidingscentrum, in het betrokken CAT of in een ander CAT. De kosten gebonden aan de opleidingen (met uitsluiting van de administratieve kosten die ten laste zijn van de CAT's) worden gedekt door de onderwijsinrichtingen waarvan de leerlingen en leerkrachten afkomstig zijn op basis van een gemeenschappelijk tarief vastgelegd door de Regering van de Franse Gemeenschap.

Voor de organisatie en de controle van het vervoer en het beschikken over de lokalen voor de leerlingen en de leerkrachten is de onderwijsinrichting waarvan ze afkomstig zijn verantwoordelijk.

Een maximaal bedrag van 100.000 euro kan jaarlijks afgetrokken worden van de bedragen bedoeld in artikel 3 voor de tenlasteneming van de kosten voor het vervoer van de leerlingen en de leerkrachten van de onderwijsinrichting waarvan deze afkomstig zijn naar het gelabelde CAT of voor de terbeschikkingstelling van de lokalen.

Dat bedrag wordt verdeeld over het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest naar rato van de schoolbevolking ingeschreven in de afdelingen bedoeld in artikel 2 van dit decreet.

Binnen de perken van de begrotingskredieten zullen de aanvullende bedragen zo nodig bestemd worden voor de tenlasteneming van die reis- en verblijfkosten.

De onderwijsinrichtingen passen de organisatie van de lessen aan om er het aanbod van de voorgestelde opleidingen, dat door de CAT's voorgesteld wordt, te integreren opdat de opleidingsduur van de leerlingen gevaloriseerd zou zijn in het kader van hun eventuele huidige stages en hun toekomstige beroepsstages.

Het Instituut voor opleiding tijdens de loopbaan wordt belast met het promoten van deze voorziening bij de leerkrachten.

De werkzoekenden en de werknemers worden opgeleid door regionale opleiders.

De kosten voor de opleiding, de reiskosten en de vergoedingen voor de opleiding van werkzoekenden worden gedekt door de regionale opleiders.

De opleiding van de werknemers is betaalbaar op basis van een gemeenschappelijk tarief vastgesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap.

De opleidingskosten van de werknemers, namelijk de werkingskosten voor de uitrusting ter beschikking gesteld, worden ten laste genomen volgens de modaliteiten bepaald in het kader van de overeenkomsten gesloten tussen de Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor sociale promotie en de sectorfondsen.

De CAT's worden door de Regering van de Franse Gemeenschap van een label voorzien met inachtneming van een lijst van voorwaarden, goedgekeurd door diezelfde Regering op voordracht van de Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet.

De lijst van voorwaarden bepaalt inzonderheid de volgende verkiezingscriteria : a) Zonder discriminatie leerlingen en leerkrachten onthalen uit de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs (met uitzondering van de leerlingen uit het gespecialiseerd onderwijs van vorm 3, maar met inbegrip van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 4), uit het onderwijs voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs op basis van bilaterale overeenkomsten tussen enerzijds de Inrichtende macht (die in voorkomend geval haar bevoegdheid kan delegeren) van de inrichting voor kwalificatieonderwijs binnen welke het CAT zich bevindt of de Voorzitter van de VZW die het beheer van het CAT waarneemt en anderzijds de Inrichtende machten (die in voorkomend geval hun bevoegdheid kunnen delegeren) van de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs, voor sociale promotie en van het niet-universitair hoger onderwijs. Die bilaterale overeenkomsten moeten de respectievelijke verbintenissen bepalen van de twee partijen inzake modaliteiten voor de toegang tot uitrusting en programma voor specifieke opleiding. b) Zonder discriminatie de werkzoekenden en de werknemers ontvangen op basis van bilaterale overeenkomsten tussen enerzijds de Inrichtende macht (die in voorkomend geval zijn bevoegdheid kan delegeren) van de inrichting voor kwalificatieonderwijs binnen welke het CAT zich bevindt of de Voorzitter van de vzw die voor het beheer van het CAT zorgt en anderzijds de bevoegde regionale instanties. Die bilaterale overeenkomsten moeten de respectievelijke verbintenissen bepalen van de twee partijen inzake modaliteiten voor de toegang tot uitrusting en programma voor specifieke opleidingen. c) Voor hun vestiging, rekening houden met de locatie van de regionale opleidingscentra alsook met de infrastructuren voor opleiding of kwalificatieonderwijs opgericht in dezelfde sectoren teneinde een zo groot mogelijke geografische zone te dekken van het aanbod van kwalificatieonderwijs.d) Zich inschrijven in de uitvoering van een aanbod van geharmoniseerde opleiding in relatie enerzijds met de schaarsten aan betrekkingen vastgesteld door de FOREM, de BGDA, de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en opleiding en de sectorfondsen in de onderwijszone van het betrokken CAT of de naburige onderwijszones en anderzijds met de behoeften aan uitrusting vastgesteld door het kadaster van de pedagogische uitrusting bedoeld in artikel 6 van dit decreet;e) Zich inschrijven in een beleid van opleiding tijdens de loopbaan van de leerkrachten uit het kwalificatieonderwijs;f) Elk gelabeld CAT moet zich inschrijven in de toepassing van de opleidingsprofielen zoals bepaald in het kader van de « GCBK ». Die lijst van de te vervullen voorwaarden bepaalt inzonderheid de volgende prioritaire criteria : a) De formalisering van de medewerking met andere onderwijsinrichtingen;b) De locatie binnen een inrichting voor kwalificatieonderwijs;c) De ontwikkeling in de sectoren waarvoor schaarsten aan betrekkingen vastgesteld worden en waarvoor geen enkel regionaal opleidingscentrum bestaat in de betrokken onderwijszone of in de naburige onderwijszones;d) Het verkrijgen van een positief advies van de zonale programmatieraad van het officieel onderwijs en van de zonale programmatieraad van het vrij onderwijs van de betrokken zone;e) Het verkrijgen van een positief advies vanwege het sectorfonds en van het betrokken subregionaal comité voor arbeidsbemiddeling en opleiding. Het net van de gelabelde CAT's zal gecoördineerd worden door de Regering van de Franse Gemeenschap. Om haar coördinatieopdrachten uit te oefenen, wordt de Regering van de Franse Gemeenschap bijgestaan door de Algemene directie voor leerplichtonderwijs.

De coördinatie van het gelabelde CAT-netwerk heeft inzonderheid tot doel : 1° De opstelling van de lijst van de te vervullen voorwaarden voor de labeling;2° De opstelling en de bijstelling van het kadaster van de beschikbare uitrusting;3° De lancering van de oproep tot netoverschrijdende projecten;4° Het onderzoeken van de projecten op administratief en financieel vlak;5° De aanvraag om advies aan de zonale programmatieraad van het officieel onderwijs en aan de zonale programmatieraad voor vrij onderwijs van de betrokken zone op basis van het kadaster van de beschikbare uitrusting;6° De aanvraag om advies aan de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en opleiding en aan de sectorfondsen op basis van het kadaster van de beschikbare uitrusting;7° De voorbereiding en de opvolging van de werken van de Commissie voor gemengde operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet;8° De uitvoering van de beslissingen van de Regering van de Franse Gemeenschap;9° Het promoten van de voorziening bij de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs in overleg met het Instituut voor opleiding tijdens de loopbaan;10° De oprichting van indicatoren en statistische hulpmiddelen voor het nakijken en de controle van de toegang tot de ter beschikking gestelde uitrusting;11° De evaluatie van de uitvoeringen.

Art. 4.§ 1. Om de in artikel 3 van dit decreet bedoelde doelstellingen te bereiken, wordt een jaarlijks bedrag als volgt besteed : 1° 4.073.468 euro voor 2006; 2° 5.356.468 euro voor 2007; 3° 5.652.468 euro voor 2008; 4° 6.197.338 euro voor 2009; 5° 6.197.338 euro voor 2010.

Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, zullen bijkomende kredieten besteed worden aan dat beleid en zullen als volgt verdeeld worden : 1° 6.197.338 euro voor 2011; 2° 6.197.338 euro voor 2012; 3° 6.197.338 euro voor 2013. § 2. Van de in § 1 bedoeld bedragen wordt jaarlijks een bedrag van 150.000 euro afgetrokken voor de subsidiëring van de vereniging bedoeld in artikel 5 van dit decreet. § 3. Van de bedragen bedoeld in § 1 kan jaarlijks een maximaal bedrag van 100.000 euro afgetrokken worden voor de tenlasteneming van de kosten voor het vervoer van de leerlingen en leerkrachten van de onderwijsinrichting waarvan ze afkomstig zijn naar de gelabelde CAT's, of voor de terbeschikkingstelling van de lokalen.

Dat bedrag wordt verdeeld over het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest naar rato van de schoolbevolking ingeschreven in de afdelingen bedoeld in artikel 2 van dit decreet.

Binnen de perken van de begrotingsmiddelen zullen aanvullende bedragen bestemd kunnen worden voor de tenlasteneming van die reis- en verblijfskosten. § 4. De bedragen bedoeld in § 1, in mindering gebracht van de bedragen bedoeld in § 2 en § 3, worden verdeeld over het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk gewest naar rato van de schoolbevolking ingeschreven in de afdelingen bedoeld in artikel 2 van dit decreet. § 5. Een deel van die middelen zal toelaten de oprichting van een CAT te financieren vanaf 2007 en tegelijkertijd middelen te besteden aan de modernisering van de pedagogische uitrusting van de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs.

De middelen bepaald voor het begrotingsjaar 2006 voor de modernisering van de pedagogische uitrusting van de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs moeten op constant niveau behoud worden van 2007 tot 2013. § 6. De middelen besteed aan de gekenmerkte CAT's worden uitsluitend besteed aan de aankoop van pedagogische kwaliteitsuitrusting en aan de inrichting van de lokalen die de verworven uitrusting kunnen ontvangen. De aankoop van een gebouw kan uitzonderlijk en met wettiging worden gepland tegen een maximaal bedrag van 1.000.000 euro.

De aangekochte uitrusting blijft het eigendom van de Franse Gemeenschap, die er bezit van terug kan nemen zodra de label van het CAT zou ingetrokken worden.

Art. 5.Teneinde beter aan de doelstellingen bedoeld in artikel 3 van dit decreet te beantwoorden, subsidieert de Regering een vereniging zonder winstoogmerk waarvan de algemene vergadering bestaat uit vertegenwoordigers van de netwerken voor kwalificatieonderwijs, voor de helft uit het niet-confessioneel onderwijs en voor de andere helft uit het confessioneel onderwijs, aangesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap op de voordracht van de algemene overlegraad van het secundair onderwijs en van een vertegenwoordiger van de Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor sociale promotie.

Deze heeft als doelstelling de ondernemingen, de Bevoegdheidscentra en de regionale opleidingscentra, de Universiteiten, de erkende onderzoekscentra, de Hogescholen en de overheidsadministraties die materiaal aan de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs en onderwijs voor sociale promotie zouden kunnen geven, te bezoeken, hun de behoeften aan materiaal van die inrichtingen te laten kennen en het materiaal gelijk te verdelen onder de inrichtingen van de verschillende netten.

Het voorstel tot verdeling houdt rekening met de prioriteiten bepaald door de Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet.

Dat voorstel baseert zich op de resultaten van het kadaster van de pedagogische uitrusting bedoeld in artikel 6 van dit decreet.

Art. 6.Teneinde de kwaliteit van het onderwijs en van de kwalificerende opleiding te verbeteren en de versnippering van de middelen te vermijden, moet de investering in nieuwe pedagogische kwaliteitsuitrusting gebeuren in overeenstemming met de werkelijkheid van de arbeidswereld en in functie van de beschikbare uitrusting en van de beschikbare infrastructuur, inzonderheid in overeenstemming met de in de regionale opleidingscentra gerealiseerde investeringen.

Teneinde de in artikel 3 van dit decreet bepaalde acties het best uit te voeren, moeten de bestaande middelen geïdentificeerd worden.

Daartoe stelt de Franse Gemeenschap een « gemengde » permanente administratieve « Task force » in, die de twee permanente administratieve Task forces verenigt die opgericht zijn tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, enerzijds, en tussen de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, anderzijds.

Die Task force wordt ermee belast een kadaster van de thans beschikbare pedagogische kwaliteitsuitrusting en infrastructuur voor opleiding en kwalificatieonderwijs op te stellen.

Zij bestaat uit vertegenwoordigers van de Algemene directie Leerplichtonderwijs, de Algemene directie Niet-verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, van de operatoren voor kwalificerende opleiding (FOREM, IBFFP, IFAPME, SFPME, regionale vormingscentra) en de VZW bedoeld in artikel 5 van dit decreet.

De coördinatie van die Task force wordt gevoerd door de Minister van Leerplichtonderwijs.

Dat kadaster wordt op geharmoniseerde wijze opgesteld en de informatie wordt ingewonnen op gemeenschappelijke basis.

Het wordt aangevuld met beschikbare gegevens en middelen van het « Institut wallon d'étude, de prospective en de statistiques (IWEPS), van de « Office bruxellois de l'emploi », van de sectoriële opleidingscentra, van de privé-centra voor opleiding, van de openbare of privé-ondernemingen, van de Hogescholen en Universiteiten.

Daarenboven evalueert het kadaster inzonderheid de toegankelijkheid, de kwaliteit, de kosten en de gebruikelijkheid van de uitrusting.

Het geïnventariseerde materiaal wordt per zone en per sector verdeeld.

De resultaten van dat kadaster worden regelmatig geconfronteerd met de behoeften van de opleidingsoperatoren en van de onderwijsinrichtingen alsook met de behoeften van de potentiële gebruikers.

Dat kadaster houdt eveneens rekening met de beschikbare infrastructuren en hun toegankelijkheid voor alle rechthebbenden.

De financiering van het deel van het kadaster betreffende de uitrusting van de onderwijsinrichtingen wordt ten laste genomen door de Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale promotie.

Art. 7.De Sturingscomités opgericht in het kader van de medewerking betreffende de revalorisering van het kwalificatieonderwijs tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest enerzijds en tussen de Franse Gemeenschap en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest anderzijds worden inzonderheid ermee belast, ieder wat hem betreft : 1° De uitvoering van het plan voor pedagogische uitrusting van de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs en van de CAT's te superviseren;2° Een jaarlijkse globale evaluatie alsmede elk advies om beter de doelstellingen te bereiken die bepaald zijn in artikel 3 van dit decreet door te geven aan de Regering van de Franse Gemeenschap, aan de Sturingscommissie opgericht bij het decreet van 27 maart 2002 betreffende de sturing van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap, aan de Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest en aan de Sociaal-Economische Raad van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 8.De twee Sturingcomités bedoeld in artikel 7 van dit decreet bestaan uit : 1° Vertegenwoordigers van de bevoegde Ministers van de betrokken Gewest- en Gemeenschapsentiteiten;2° Vertegenwoordigers van de sociale partners van de Gemeenschap en de Gewesten;3° Vertegenwoordigers van de bevoegde besturen van de betrokken Gewest- en Gemeenschapsentiteiten.

Art. 9.Teneinde de coherentie te waarborgen van de uitvoering van het plan voor pedagogische uitrusting van de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs en van de gelabelde CAT's, komen de Commissies voor operationele opvolging die opgericht zijn in het kader van de medewerking betreffende de herwaardering van het kwalificatieonderwijs tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, enerzijds, en tussen de Franse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, anderzijds, bijeen binnen een Commissie voor « gemengde » operationele opvolging.

Deze Commissie voor « gemengde » operationele opvolging wordt belast : 1° Met het voorleggen aan de Regering van de Franse Gemeenschap van een voorstel van selecties van ontwerpen van CAT.Op basis van dat voorstel selecteert de Regering van de Franse Gemeenschap de ontwerpen van CAT en kent hun de label « CAT » toe; 2° Met het selecteren van de aanvragen om pedagogische uitrusting van de CAT's en inrichting van de lokalen die de uitrusting van de CAT's moeten krijgen, en met het voorleggen ervan aan de Regering van de Franse Gemeenschap;3° Met het selecteren van de aanvragen om pedagogische uitrusting van de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs en met het voorleggen ervan aan de Regering van de Franse Gemeenschap. De beslissingen genomen door de Commissie inzake « gemengde » operationele opvolging worden meegedeeld aan de twee Sturingscomités bedoeld in artikel 7 van dit decreet.

Art. 10.De Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet bestaat uit : 1° Een vertegenwoordiger van de Minister van Leerplichtonderwijs en een vertegenwoordiger van de Minister van Onderwijs voor Sociale promotie;2° Vier vertegenwoordigers van de onderwijsnetten, voor de helft komende uit het niet-confessioneel onderwijs en voor de andere helft uit het confessioneel onderwijs, aangesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap op de voordracht van de Algemene overlegraad van het secundair onderwijs;3° De Directeur-generaal van het Leerplichtonderwijs van de Franse Gemeenschap of zijn vertegenwoordiger, met raadgevende stem;4° Een vertegenwoordiger van de FOREM als coördinator van het net van de « Centres de compétence wallons » met raadgevende stem;5° Een vertegenwoordiger van het net van de Brusselse referentiecentra met raadgevende stem;6° Een vertegenwoordiger van de Directie-generaal het Leerplichtonderwijs van de Franse Gemeenschap met raadgevende stem, die het secretariaat waarneemt. Het voorzitterschap van die Commissie wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van de Minister van Leerplichtonderwijs voor de Regering van de Franse Gemeenschap.

De Commissie neemt haar beslissingen bij consensus. Wanneer er geen consensus bereikt wordt, neemt de Commissie haar beslissingen bij meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de Voorzitter beslissend.

Art. 11.§ 1. De procedure voor de selectie en de labeling van de CAT's verloopt als volgt : 1° Goedkeuring van de lijst van de te vervullen voorwaarden door de Regering van de Franse Gemeenschap op de voordracht van de Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet;2° Oproep tot projecten bij inrichtingen voor kwalificatieonderwijs;3° Administratieve ontvangst en behandeling van de kandidaturen door de Algemene directie Leerplichtonderwijs;4° Aanvraag om advies aan de zonale programmatieraad voor officieel onderwijs en aan de zonale programmatieraad voor vrij onderwijs van de betrokken zone op basis van het kadaster van de beschikbare uitrusting; 5°Aanvraag om advies aan de SCAV en aan de sectorfondsen op basis van het kadaster van de beschikbare uitrusting; 6° Voorstel van selectie door de Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet op basis van de verkiesbarheids- en voorrangscriteria bepaald in artikel 3 van dit decreet;7° Gemotiveerd advies van de Sturingscomités bedoeld in artikel 7 van dit decreet;8° Beslissing tot labeling van de Regering van de Franse Gemeenschap op basis van de voorstellen van de Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet en van de gemotiveerde adviezen uitgebracht door de Sturingscomités bedoeld in artikel 7 van dit decreet. § 2. De procedure voor het selecteren van pedagogische uitrusting van de CAT's en van de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs gebeurt als volgt : 1° Oproep tot projecten bij de gelabelde CAT's en de inrichtingen voor kwalificatieonderwijs;2° Administratieve ontvangst en behandeling van de kandidaturen door de Algemene directie leerplichtonderwijs;3° Aanvraag om advies aan de zonale programmatieraad voor officieel onderwijs en aan de zonale programmatieraad voor vrij onderwijs van de betrokken zone op basis van het kadaster van de beschikbare uitrusting;4° Aanvraag om advies aan de SCAV en aan de sectorfondsen op basis van het kadaster van de beschikbare uitrusting;5° Voorstel van selectie door de Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 8 op basis van de verkiesbaarheids- en prioriteitscriteria bedoeld in artikel 3 van dit decreet;6° Gemotiveerd advies van de Sturingscomités bedoeld in artikel 7 van dit decreet;7° Beslissing van de Regering van de Franse Gemeenschap op basis van de voorstellen van de Commissie voor « gemengde » operationele opvolging bedoeld in artikel 9 van dit decreet en van de gemotiveerde adviezen uitgebracht door de Sturingscomités bedoeld in artikel 7 van dit decreet. Opheffingsbepalingen

Art. 12.Het decreet van 28 april 2004 waarbij gezorgd wordt voor de pedagogische uitrusting van het technisch en beroepssecundair onderwijs wordt opgeheven.

Art. 13.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2007.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel op 26 april 2007.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, C. EERDEKENS De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Stukken van de Raad. - Decreetsontwerp nr. 383-1.

Commissieamendementen nr. 383-2. - Verslag nr. 383-3. - Errata nr. 383-4.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van dinsdag 24 april 2007.

^