Etaamb.openjustice.be
Decreet van 26 juni 2017
gepubliceerd op 20 december 2017

Decreet betreffende de deelneming van nieuwkomers aan het onderwijs

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2017206200
pub.
20/12/2017
prom.
26/06/2017
ELI
eli/decreet/2017/06/26/2017206200/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP


26 JUNI 2017. - Decreet betreffende de deelneming van nieuwkomers aan het onderwijs


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Hoofdstuk 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen Artikel 1 - In artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder B), a), laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 29 juni 2015, wordt een bepaling onder 4quinquies ingevoegd, luidende : "4quinquies.leermeester taalklassen of taalcursussen;" 2° de bepaling onder Dbis, a), ingevoegd bij het besluit van de Regering van 31 augustus 2000 en gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, wordt aangevuld met een bepaling onder 3, luidende : "3 leraar taalklassen." Hoofdstuk 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen Art. 2 - Artikel 16, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 16 juli 2012, wordt aangevuld met een bepaling onder h), luidende : "h) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt dit personeelslid over de diploma's vermeld in artikel 7, 9°, met uitzondering van de bepaling onder 9.1, of artikel 9quater, met uitzondering van 1°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen;" Art. 3 - Artikel 39, eerste lid, 5°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een bepaling onder h), luidende : "h) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt dit personeelslid over de diploma's vermeld in artikel 7, 9°, met uitzondering van de bepaling onder 9.1, of artikel 9quater, met uitzondering van 1°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen;" Art. 4 - Hoofdstuk XIbis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 25 mei 2009 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een artikel 169duodecies, luidende : "Art. 169duodecies - De voorwaarde vermeld in artikel 16, eerste lid, 5°, h), overeenkomstig welke het personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt over het bewijs vermeld in artikel 7, bepaling onder 9.2, of artikel 9quater, 2°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, is niet van toepassing tijdens de schooljaren 2017-2018 tot en met 2019-2020." Art. 5 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 169terdecies ingevoegd, luidende : "Art. 169terdecies - Vanaf 1 september 2017 worden de personeelsleden die op die datum gedurende minstens tien schooljaren leerkracht zijn geweest in een overgangsklas die is ingericht overeenkomstig het decreet van 17 december 2001 betreffende de scolarisatie van nieuwkomers, door de inrichtende macht aangesteld in het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of in het ambt van leraar taalklassen.

Een door het inrichtingshoofd opgesteld attest waarin gepreciseerd wordt welke taken het personeelslid heeft uitgeoefend, geldt als bewijs voor de inrichtende macht." Hoofdstuk 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen Art. 6 - Artikel 7 van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 25 juni 2012, wordt aangevuld met een bepaling onder 9°, luidende : "9° leermeester taalklassen of taalcursussen : 9.1. houder zijn van één van de volgende diploma's : 9.1.1. diploma van onderwijzer in het lager onderwijs, of 9.1.2. wat het Duits betreft : licentie, master, graduaat of bachelor in de germanistiek met Duits als basisoriëntatie; 9.1.3. wat het Frans betreft : licentie, master, graduaat of bachelor in de romanistiek met Frans als basisoriëntatie; 9.1.4. wat het Nederlands betreft : licentie, master, graduaat of bachelor in de germanistiek met Nederlands als basisoriëntatie; 9.1.5. wat de diploma's vermeld in 9.1.2. tot 9.1.4. betreft: een bewijs van pedagogische bekwaamheid dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in bijlage 3 van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; 9.2. aangevuld met het bewijs van het bestaan van een aanvullende opleiding van ten minste 10 ECTS-punten in het Duits als tweede taal, wanneer het gaat om het Duits, of in het Frans als tweede taal, wanneer het gaat om het Frans, of in het Nederlands als tweede taal, wanneer het gaat om het Nederlands; 9.3. aangevuld met een certificaat waaruit blijkt dat het personeelslid voldoet aan niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen in de taal in kwestie of houder is van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs in de taal in kwestie." Art. 7 - In hoofdstuk II van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt een artikel 9quater ingevoegd, luidende : "Art. 9quater - Voor het bekwaamheidsbewijs vereist voor het ambt van leraar taalklassen gelden de volgende voorwaarden : 1° houder zijn van één van de volgende diploma's : a) diploma van onderwijzer in het lager onderwijs, of b) wat het Duits betreft: licentie, master, graduaat of bachelor in de germanistiek met Duits als basisoriëntatie;c) wat het Frans betreft: licentie, master, graduaat of bachelor in de romanistiek met Frans als basisoriëntatie;d) wat het Nederlands betreft: licentie, master, graduaat of bachelor in de germanistiek met Nederlands als basisoriëntatie;e) wat de diploma's vermeld in b) tot en met d) betreft: een bewijs van pedagogische bekwaamheid dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in bijlage 3 van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend;2° aangevuld met het bewijs van het bestaan van een aanvullende opleiding van ten minste 10 ECTS-punten in het Duits als tweede taal, wanneer het gaat om het Duits, of in het Frans als tweede taal, wanneer het gaat om het Frans, of in het Nederlands als tweede taal, wanneer het gaat om het Nederlands; 3° aangevuld met een certificaat waaruit blijkt dat het personeelslid voldoet aan niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen in de taal in kwestie of houder is van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs in de taal in kwestie." Art. 8 - In hoofdstuk V van hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 17.4 ingevoegd, luidende : "Art. 17.4 - De bepaling vermeld in artikel 7, bepaling onder 9.2, en artikel 9quater, 2°, is niet van toepassing tijdens de schooljaren 2017-2018 tot en met 2019-2020." Hoofdstuk 4. - Wijziging van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen Art. 9 - Artikel 4 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met de bepalingen onder 37° tot en met 42°, luidende : "37° nieuwkomers: kinderen of jongeren die bij een eerste inschrijving in een gewone school in de Duitstalige Gemeenschap voldoen aan de volgende voorwaarden : a) 3 tot 18 jaar oud zijn;b) een talenkennis hebben die onder niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen ligt;c) hun woonplaats of gewone verblijfplaats hebben in een van de negen gemeenten van het Duitse taalgebied;38° Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen: het op 26 september 2001 door de Raad voor Culturele Samenwerking van de Raad van Europa voorgestelde Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen;39° immersieprincipe: het leren van een taal door contact en uitwisseling met andere personen die die taal in de praktijk gebruiken;40° taalklas: een jaargangoverschrijdende of graadoverschrijdende klas in gewone scholen waaraan uitsluitend nieuwkomers deelnemen die tussen 5 en 18 jaar oud zijn, met de bedoeling om het taalniveau te verwerven dat nodig is om gewoon basisonderwijs of gewoon secundair onderwijs te kunnen volgen;41° taalcursussen: intensieve taalcursussen in het gewone basisonderwijs die nieuwkomers de mogelijkheid bieden het taalniveau te verwerven dat nodig is om gewoon basisonderwijs te kunnen volgen; 42° definitieve integratie: het tijdstip vanaf wanneer de nieuwkomer het gewoon basisonderwijs of gewoon secundair onderwijs definitief bezoekt en niet meer beschouwd wordt als een nieuwkomer die een taalklas bezoekt." Art. 10 - In hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt een hoofdstuk VIIIquinquies ingevoegd, luidende : "Hoofdstuk VIIIquinquies - Deelneming van nieuwkomers aan het onderwijs" Art. 11 - In hoofdstuk VIIIquinquies van hetzelfde decreet wordt een afdeling 1 ingevoegd, luidende : "Afdeling 1 - Toepassingsgebied en doelstelling" Art. 12 - In hoofdstuk VIIIquinquies, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 93.66 ingevoegd, luidende : "Art. 93.66 - Toepassingsgebied Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op de gewone basisscholen en de gewone secundaire scholen die door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd worden.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de schoolvakanties niet als werkdagen beschouwd." Art. 13 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.67 ingevoegd, luidende : "Art. 93.67 - Doelstelling De deelneming aan het onderwijs georganiseerd door dit hoofdstuk moet de nieuwkomers in het bijzonder door intensief, actiegericht en intercultureel onderwijs zo snel mogelijk in staat stellen hun schoolloopbaan en beroepsloopbaan met succes te voltooien en actief aan het maatschappelijk leven deel te nemen." Art. 14 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een afdeling 2 ingevoegd, luidende : "Afdeling 2 - Inschrijving en deelneming aan het onderwijs van de nieuwkomers in een gewone school en in een taalklas of in taalcursussen" Art. 15 - In afdeling 2 van hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 93.68 ingevoegd, luidende : "Art. 93.68 - Algemeen Deze afdeling is van toepassing, onverminderd de bepalingen van hoofdstuk IV, afdeling 1." Art. 16 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.69 ingevoegd, luidende : "Art. 93.69 - Nieuwkomers in het kleuteronderwijs § 1 - Nieuwkomers die op 31 december van het lopende schooljaar de volle leeftijd van vijf jaar nog niet bereikt hebben, nemen deel aan het kleuteronderwijs op basis van het immersieprincipe. In het kader van de taalactiviteiten in het kleuteronderwijs worden die kinderen net zoals alle andere kinderen vooruitgeholpen.

Bij de eerste inschrijving van de nieuwkomers vult het schoolhoofd een formulier in dat door de Regering is vastgelegd; dat formulier bevat inlichtingen over de taal van de ouders en over het taalniveau van de leerling. § 2 - Artikel 93.70 is van toepassing op de nieuwkomers die op 31 december van het lopende schooljaar de volle leeftijd van vijf jaar bereikt hebben en die op aanvraag van de personen belast met de opvoeding in het kleuteronderwijs ingeschreven worden." Art. 17 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.70 ingevoegd, luidende : "Art. 93.70 - Nieuwkomers in het gewoon lager onderwijs Bij het eerste gesprek met de personen belast met de opvoeding vult het schoolhoofd een met redenen omklede aanvraag in op een formulier dat door de Regering ter beschikking wordt gesteld; in die aanvraag bevestigt hij dat de nieuwkomer voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden en in een taalklas aan het onderwijs moet deelnemen. In voorkomend geval kan bij het eerste gesprek een beroep worden gedaan op een vertaler.

Het schoolhoofd dient die aanvraag in bij de Regering, opdat de nieuwkomer eerst een taalklas kan volgen of een taalcursus kan volgen, voor zover die taalcursus georganiseerd wordt. De Regering beslist binnen vijf werkdagen of de aanvraag goedgekeurd, dan wel afgewezen wordt. Bij stilzwijgen van de Regering wordt de aanvraag als goedgekeurd beschouwd.

Indien de gewone lagere school die de taalklas aanvraagt en de gewone lagere school die de taalklas organiseert, het niet eens zijn over de inschrijving of het tijdstip van de definitieve integratie in het gewoon lager onderwijs, dan legt het schoolhoofd dat het eerste gesprek gevoerd heeft met de personen belast met de opvoeding die vragen voor aan de onderwijsinspectie, opdat die een beslissing neemt.

Hiertoe dient deze een met redenen omklede aanvraag in bij de onderwijsinspectie. Die aanvraag bevat het advies van de beide schoolhoofden. De onderwijsinspectie beslist binnen tien werkdagen over de aanvraag.

Nieuwkomers in het gewoon lager onderwijs bezoeken de taalklas gedurende hoogstens één jaar. De nieuwkomers bezoeken vier dagen per week een taalklas of een taalcursus.

Vanaf de inschrijvingsdag neemt de nieuwkomer, gedurende één door de Regering vastgestelde dag per week, deel aan het onderwijs van de gewone lagere school waar hij ingeschreven is." Art. 18 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.71 ingevoegd, luidende : "Art. 93.71 - Nieuwkomers in het gewoon secundair onderwijs Het eerste en het tweede lid van artikel 93.70 zijn van toepassing op de nieuwkomers in het secundair onderwijs.

Indien geen taalklas kan worden georganiseerd aan de gewone secundaire school waar de nieuwkomer zich laat inschrijven, wordt de nieuwkomer van het gewoon secundair onderwijs, gedurende de periode waarin hij een taalklas moet bezoeken, ingeschreven in een gewone secundaire school waar wel een taalklas georganiseerd wordt.

Nieuwkomers bezoeken de taalklas gedurende hoogstens twee schooljaren.

Indien mogelijk nemen de nieuwkomers in het secundair onderwijs geleidelijk deel aan de lessen in verschillende vakken van de gewone school. Uiterlijk op dat ogenblik geeft de integratieraad advies over het verdere onderwijstraject van de nieuwkomer en beslist de integratieraad over de definitieve integratie in een studiejaar of een studierichting." Art. 19 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.72 ingevoegd, luidende : "Art. 93.72 - Toelating van de nieuwkomers tot bepaalde studiejaren § 1 - De leerlingen van het gewoon basisonderwijs vermeld in de artikelen 93.69 en 93.70 worden door het schoolhoofd, in overleg met de leraar van de taalklassen en de "opnemende" leerkracht van het gewoon basisonderwijs, op basis van hun leeftijd en hun competenties tot een bepaald schooljaar van het gewoon basisonderwijs toegelaten.

Om een beslissing te nemen, leggen de nieuwkomers van het gewoon basisonderwijs een door de onderwijsinspectie goedgekeurde niveautest af over de competenties in de onderwijstaal in niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen; als de leerlingen nog niet gealfabetiseerd zijn, beperkt die test zich tot de mondelinge competenties Luistervaardigheid en Spreken. § 2 - De nieuwkomers van het secundair onderwijs die een taalklas bezoeken, kunnen in het onderwijs van een gewone secundaire school geïntegreerd worden, als de integratieraad daartoe een met redenen omkleed positief advies heeft afgegeven. Dat advies bevat een uitvoerig verslag over de verworven competenties van de nieuwkomer en de aanbevelingen over de verdere ondersteuning, alsook over redelijke aanpassingen wegens ontbrekende competenties in de onderwijstaal.

De integratieraad beslist, met het oog op de definitieve integratie van de nieuwkomer in een gewone secundaire school, over de toelating tot bepaalde studiejaren. Hij neemt die beslissing om pedagogische redenen, in overeenstemming met de leeftijd en het competentieniveau van de nieuwkomer. Indien de nieuwkomer diploma's of getuigschriften heeft ingediend, kunnen die in aanmerking worden genomen bij het nemen van een beslissing.

De integratieraad maakt een toelatingsattest op voor het aan het niveau en de leeftijd van de nieuwkomer aangepaste studiejaar, met inbegrip van de onderwijsvorm, in het gewoon secundair onderwijs, met uitzondering van het zesde en het zevende studiejaar van het gewoon secundair onderwijs.

Opdat de integratieraad een toelatingsattest voor een nieuwkomer kan opstellen, is een medewerker van het Ministerie aanwezig die belast is met het gelijkwaardig verklaren van buitenlandse diploma's. Een toelatingsattest wordt alleen opgesteld als de meerderheid van de integratieraad met die beslissing ingestemd heeft.

De Regering legt de vorm van het toelatingsattest vast." Art. 20 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.73 ingevoegd, luidende : "Art. 93.73 - Schoolvervoer voor de nieuwkomers Om artikel 24, derde en vierde lid, van hetzelfde decreet van 31 augustus 1998 toe te passen op de nieuwkomers, wordt de school waar de nieuwkomers de taalklas bezoeken als "dichtstbijgelegen school naar vrije keuze" beschouwd op de weekdagen waarop ze de taalklas bezoeken en wordt de school waar de nieuwkomers ingeschreven zijn als "dichtstbijgelegen school naar vrije keuze" beschouwd op de weekdagen waarop ze de taalklas niet bezoeken." Art. 21 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een afdeling 3 ingevoegd, luidende : "Afdeling 3 - Integratieraad" Art. 22 - In afdeling 3 van hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 93.74 ingevoegd, luidende : "Art. 93.74 - Samenstelling van de integratieraad § 1 - Voor het gewoon secundair onderwijs richt de Regering één integratieraad op voor de leerlingen die de taalklas van een secundaire school op het grondgebied van de gemeenten Eupen, Kelmis, Lontzen en Raeren bezoeken en één integratieraad voor de leerlingen die de taalklas van een secundaire school op het grondgebied van de gemeenten Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith bezoeken; de integratieraad zorgt ervoor dat de nieuwkomers zo goed mogelijk in de school geïntegreerd kunnen worden en is samengesteld als volgt : 1° een voorzitter, uitgekozen onder de medewerkers van het departement van het Ministerie dat bevoegd is voor Pedagogie;2° de leraren van de taalklassen op het grondgebied van de gemeenten Eupen, Kelmis, Lontzen en Raeren enerzijds, en op het grondgebied van de gemeenten Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith anderzijds;3° de schoolhoofden resp.hun plaatsvervangers van de gewone secundaire scholen op het grondgebied van de gemeenten Eupen, Kelmis, Lontzen en Raeren enerzijds, en op het grondgebied van de gemeenten Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith anderzijds; 4° een medewerker van het Ministerie die belast is met het gelijkwaardig verklaren van de buitenlandse diploma's;5° een adviseur voor bevorderingspedagogiek van het Competentiecentrum die belast is met het verlenen van advies aan de nieuwkomers aan het Centrum voor bevorderingspedagogiek;6° een secretaris, uitgekozen onder de medewerkers van het Ministerie. Voor de leden vermeld in het eerste lid, 1°, 4° en 6°, wordt een plaatsvervangend lid aangewezen dat volgens dezelfde criteria wordt uitgekozen als het lid dat het vervangt.

De leden en plaatsvervangende leden van de integratieraad worden voor onbepaalde duur aangewezen. § 2 - Op verzoek van de integratieraad kunnen externe deskundigen de vergaderingen bijwonen als leden met raadgevende stem. § 3 - De bevoegde integratieraad kan slechts geldig beraadslagen en besluiten als minstens de helft van de leden vermeld in § 1, eerste lid, 1° tot 5°, of de helft van hun plaatsvervangers aanwezig is.

Wordt het quorum niet bereikt, dan roept de voorzitter ten vroegste op de daarop volgende werkdag een nieuwe zitting bijeen.

De gemotiveerde beslissing wordt genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Stemonthoudingen zijn niet toegestaan. De secretaris is niet stemgerechtigd." Art. 23 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.75 ingevoegd, luidende : "Art. 93.75 - Taken van de integratieraad De integratieraad begeleidt de nieuwkomers met het oog op een optimale integratie in de gewone secundaire scholen die door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd worden.

Hij beraadslaagt en beslist over het verdere onderwijstraject en over het tijdstip van de definitieve integratie in de gewone secundaire scholen op basis van een gestandaardiseerde en door de onderwijsinspectie goedgekeurde niveautest van de competenties in de onderwijstaal.

De integratieraad formuleert aanbevelingen over de verdere ondersteuning en over de redelijke aanpassingen wegens ontbrekende competenties in de onderwijstaal voor de nieuwkomers in de gewone secundaire school. Die beslissingen worden schriftelijk vastgelegd en worden door de voorzitter van de integratieraad binnen 20 werkdagen per aangetekende brief toegezonden aan de personen belast met de opvoeding.

Met de ondersteuning van de voorzitter van de integratieraad kunnen de personen belast met de opvoeding redelijke aanpassingen aanvragen." Art. 24 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een afdeling 4 ingevoegd, luidende : "Afdeling 4 - Redelijke aanpassingen wegens ontbrekende competenties in de onderwijstaal en bescherming van de schoolcijfers wegens ontbrekende competenties in de onderwijs en de vreemde talen" Art. 25 - In afdeling 4 van hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 93.76 ingevoegd, luidende : "Art. 93.76 - Beginsel Met de aanpassingen vermeld in de artikelen 93.77 en 93.78 zijn de artikelen 93.33 tot 93.46 van toepassing op de leerlingen met ontbrekende competenties in de onderwijstaal; daaronder wordt verstaan dat hun talenkennis onder het niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen ligt. Met de aanpassingen vermeld in de artikelen 93.77 en 93.78 zijn de artikelen 93.38 tot 93.46 van toepassing op de leerlingen met ontbrekende competenties in de vreemde talen." Art. 26 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.77 ingevoegd, luidende : "Art. 93.77 - Redelijke aanpassingen wegens ontbrekende competenties in de onderwijstaal Om de procedure inzake redelijke aanpassingen toe te passen op de leerlingen met ontbrekende competenties in de onderwijstaal, gelden de volgende aanpassingen : 1° artikel 93.33, vierde lid, is niet van toepassing en onder het begrip "specifieke onderwijsbehoeften" vermeld in artikel 93.33 wordt "ontbrekende competenties in de onderwijstaal" verstaan; 2° artikel 93.34, § 2, is niet van toepassing en in afwijking van artikel 93.34, derde lid, bevat het advies de volgende gegevens : 2.1. naam van de instelling; 2.2. titel en professionele referenties van de deskundige/deskundigen die de evaluatie en het advies over de leerling heeft/hebben opgesteld; 2.3. naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats en woonplaats van de leerling; 2.4. naam en adres van de gewone school waar de leerling een taalklas heeft bezocht, voor zover hij in een taalklas ingeschreven was; 2.5. naam en adres van de gewone basisschool of gewone secundaire school, studiejaar met inbegrip van onderwijsvorm van het secundair onderwijs waaraan de leerling zal deelnemen; 2.6. de voor de vaststelling gebruikte en door de onderwijsinspectie goedgekeurde niveautests en de evaluatie van die tests; 2.7. aard van de algemene problemen die de leerling in de onderwijstaal heeft; 2.8. relevante sterkten en zwakten van de leerling in de vier onderstaande deelaspecten van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen en de uitwerkingen ervan op het leerproces : 2.8.1. leesvaardigheid 2.8.2. spreken 2.8.3. luistervaardigheid 2.8.4. schrijven 2.9. aanbevolen compenserende maatregelen; 3° in afwijking van artikel 93.35, § 1, derde lid, kunnen de redelijke aanpassingen van uitsluitend technische, personele of organisatorische aard zijn; 4° onverminderd artikel 93.36, eerste lid, is een verlenging van de redelijke aanpassingen uitgesloten; 5° Het derde en het vierde lid van artikel 93.37 zijn niet van toepassing." Art. 27 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.78 ingevoegd, luidende : "Art. 93.78 - Bescherming van de schoolcijfers wegens ontbrekende competenties in de onderwijstaal en in de vreemde talen Om de procedure inzake bescherming van de schoolcijfers toe te passen op de leerlingen met ontbrekende competenties in de onderwijstaal en in de vreemde talen, gelden de volgende aanpassingen : 1° artikel 93.38, derde en vierde lid, zijn niet van toepassing en de bescherming van de schoolcijfers wegens ontbrekende competenties in de onderwijstaal en in de vreemde talen mag alleen worden aangevraagd voor de onderwijstaal en de vreemde talen; 2° in afwijking van artikel 93.39, § 1, eerste tot derde lid, geldt het volgende : 2.1. Binnen zes maanden na de definitieve integratie in een gewone basisschool of in een gewone secundaire school dienen de personen belast met de opvoeding een aanvraag om bescherming van de schoolcijfers wegens ontbrekende competenties in de onderwijstaal en in de vreemde talen aan bij het hoofd van de school waar het kind of de jongere ingeschreven is. Daarvoor gebruiken ze een door de Regering vastgelegd aanvraagformulier. Aanvragen die na het verstrijken van de termijn worden ingediend, zijn niet-ontvankelijk.

Bij de aanvraag worden de volgende stukken gevoegd: de beslissing van het schoolhoofd omtrent de redelijke aanpassingen, de documentatie over de maatregelen die op dat gebied al zijn uitgevoerd en een deskundigenadvies. Het advies mag niet ouder zijn dan zes maanden, bevat de redenen waarom de bescherming van de schoolcijfers noodzakelijk is en wordt ingewonnen door de personen belast met de opvoeding. 2.2. Het advies bevat de volgende gegevens : 2.2.1. naam van de instelling; 2.2.2. titel en professionele referenties van de deskundige/deskundigen die de evaluatie en het advies over de leerling heeft/hebben opgesteld; 2.2.3. naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats en woonplaats van de leerling; 2.2.4. naam en adres van de gewone school waar de leerling een taalklas heeft bezocht, voor zover hij in een taalklas ingeschreven was; 2.2.5. naam en adres van de gewone basisschool of gewone secundaire school, studiejaar met inbegrip van onderwijsvorm van het secundair onderwijs waaraan de leerling zal deelnemen; 2.2.6. de voor de vaststelling gebruikte en door de onderwijsinspectie goedgekeurde niveautests en de evaluatie van die tests; 2.2.7. aard van de algemene problemen die de leerling in de onderwijstaal heeft; 2.2.8. relevante sterkten en zwakten van de leerling in de vier onderstaande deelaspecten van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen en de uitwerkingen ervan op het leerproces : 2.2.8.1. leesvaardigheid; 2.2.8.2. spreken; 2.2.8.3. luistervaardigheid; 2.2.8.4. schrijven; 2.2.9. aanbevolen compenserende maatregelen en aanbevelingen omtrent de bescherming van de schoolcijfers in de relevante deelaspecten van het referentiekader of het leerplan; 2.3. vanaf het vijfde jaar secundair onderwijs wordt geen bescherming van de schoolcijfers wegens ontbrekende taalcompetenties in de onderwijstaal en in de vreemde talen meer toegekend; 3° onverminderd artikel 93.41, eerste lid, en artikel 93.42, § 3, eerste lid, is een verlenging van de bescherming van de schoolcijfers wegens ontbrekende taalcompetenties in de onderwijstaal en in de vreemde talen uitgesloten." Art. 28 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een afdeling 5 ingevoegd, luidende : "Afdeling 5 - Betrekkingenpakket voor nieuwkomers en voor de organisatie van taalklassen of taalcursussen" Art. 29 - In afdeling 5 van hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 93.79 ingevoegd, luidende : "Art. 93.79 - Betrekkingenpakket voor nieuwkomers in het kleuteronderwijs Voor de leerlingen vermeld in artikel 93.69, § 1, eerste lid, kan de inrichtende macht een aanvullend betrekkingenpakket aanvragen indien minstens 40 % van het totale aantal leerlingen van de kleuterschool de onderwijstaal niet beheerst en indien in die kleuterschool minstens twaalf kinderen ingeschreven zijn.

Zodra op basis van het formulier vermeld in artikel 93.69, § 1, tweede lid, vaststaat dat 40 % van het totale aantal leerlingen van de kleuterschool binnen een schooljaar uit nieuwkomers bestaat, kan de inrichtende macht bij de Regering een aanvraag indienen om een aanvullend betrekkingenpakket te krijgen. De onderwijsinspectie verstrekt een advies op basis van de ingevulde formulieren en brengt eventueel een inspectiebezoek ter plaatse.

Het aanvullende betrekkingenpakket geldt telkens voor het lopende schooljaar en tot 30 september van het daaropvolgende schooljaar.

Het aanvullende betrekkingenpakket bedraagt bij : 1° 5 tot 10 nieuwkomers : één 1/4 betrekking extra;2° 11 tot 17 nieuwkomers : één 1/4 betrekking extra;3° 18 tot 24 nieuwkomers : één 1/4 betrekking extra;4° vanaf 25 nieuwkomers : per groep van zes nieuwkomers telkens één 1/4 betrekking extra. De voormelde normen gelden per taalafdeling." Art. 30 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.80 ingevoegd, luidende : "Art. 93.80 - Organisatie van de taalklassen en taalcursussen in de gewone basisscholen Zodra de normen bereikt zijn, ontvangen de inrichtende machten van de gewone basisscholen het volgende betrekkingenpakket voor de organisatie van een taalklas of taalcursus : 1° van 3 tot 5 nieuwkomers: één 1/4 betrekking;2° van 6 tot 8 nieuwkomers: één 1/4 betrekking extra;3° van 9 tot 12 nieuwkomers: één halve betrekking extra;4° vanaf 13 nieuwkomers: per groep van drie nieuwkomers telkens één 1/4 betrekking extra. Zodra de vastgestelde normen bereikt zijn, kan de inrichtende macht het aanvullende betrekkingenpakket op om het even welk tijdstip in het schooljaar aanvragen. Het aanvullende betrekkingenpakket geldt voor het lopende schooljaar en tot 30 september van het daaropvolgende schooljaar.

Voor de gewone basisscholen wordt een taalklas georganiseerd zodra er bij de inrichtende macht negen nieuwkomers ingeschreven zijn. De inrichtende macht organiseert die taalklas waar zij dat wil.

Heeft een inrichtende macht geen negen nieuwkomers, dan kunnen de inrichtende machten hun nieuwkomers samentellen tot de norm van negen nieuwkomers bereikt is.

Indien geen negen nieuwkomers op het grondgebied van de gemeenten Eupen, Kelmis, Lontzen en Raeren voldoen aan de voorwaarden om aan het onderwijs deel te nemen via een taalklas, kan in afwijking van de norm een taalklas georganiseerd worden die niet aan het minimale norm van negen nieuwkomers voldoet. Dit geldt ook voor het grondgebied van de gemeenten Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith.

Indien de inrichtende macht geen taalklassen kan organiseren, gebruikt ze het haar ter beschikking gestelde urenpakket uitsluitend voor taalcursussen in haar gewone basisscholen. Die vinden alleen plaats in de scholen waar de nieuwkomers om organisatorische redenen geen taalklas voor nieuwkomers kunnen bezoeken.

De oorspronkelijke school waar de nieuwkomers ingeschreven zijn ontvangt het betrekkingenpakket "schoolhoofd, coördinatie en projecten", alsook de middelen voor pedagogische doeleinden en de werkingsdotaties of werkingssubsidies.

De gewone basisschool waar de taalklas wordt georganiseerd, ontvangt de middelen tot verlaging van de schoolkosten.

Voor het betrekkingenpakket "leerkrachten" tellen de nieuwkomers pas mee vanaf hun definitieve integratie in de gewone basisschool." Art. 31 - In dezelfde afdeling wordt een artikel 93.81 ingevoegd, luidende : "Art. 93.81 - Organisatie van de taalklassen in de gewone secundaire scholen In het gewoon secundair onderwijs wordt één taalklas georganiseerd op het grondgebied van de gemeenten Eupen, Kelmis, Lontzen en Raeren en wordt één taalklas georganiseerd op het grondgebied van de gemeenten Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith. Daarvoor staan per grondgebied 30 uren ter beschikking voor tot twaalf nieuwkomers.

Indien er meer dan twaalf nieuwkomers in het gewoon onderwijs in een taalklas ingeschreven zijn, worden overeenkomstig de onderstaande normen de volgende extra uren toegekend : 1° 13 tot 15 nieuwkomers: 15 uren extra;2° 16 tot 24 nieuwkomers: 15 uren extra;3° 25 tot 27 nieuwkomers: 15 uren extra;4° 28 tot 36 nieuwkomers: 15 uren extra;5° vanaf 37 nieuwkomers: per groep van zes nieuwkomers telkens 15 uren extra. Die aanvullende taalklassen worden in andere gewone secundaire scholen georganiseerd, in overleg met de inrichtende machten.

De gewone secundaire school waar de nieuwkomers ingeschreven zijn ontvangt het betrekkingenpakket of urenpakket "schoolhoofd, coördinatie, projecten, opvoeders".

De gewone secundaire school waar de nieuwkomers ingeschreven zijn, ontvangt de middelen tot verlaging van de schoolkosten.

De gewone secundaire school waar de nieuwkomers ingeschreven zijn, ontvangt de middelen voor pedagogische doeleinden en de werkingsdotaties of werkingssubsidies.

Zodra de normen bereikt zijn, kan de inrichtende macht het urenpakket op om het even welk tijdstip in het schooljaar aanvragen. Het geldt voor het lopende schooljaar en tot 30 september van het daaropvolgende schooljaar." Art. 32 - Artikel 97 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : " § 4- In afwijking van § 1 omvat de opdracht van de leermeester taalklassen of taalcursussen en van de leraar taalklassen de volgende taken : 1° adviseren en ondersteunen van het onderwijzend personeel bij het plannen en uitvoeren van doelgerichte differentiatie- of ondersteuningsmaatregelen tijdens de lessen voor afzonderlijke leerlingen of voor groepen van leerlingen;2° individueel werk met leerlingen en groepen van leerlingen;3° opmaken van individuele documentatie over de ontwikkeling van leerlingen;4° uitvoeren van de taalniveautests die door de onderwijsinspectie zijn goedgekeurd;5° samenwerking, uitwisseling en coördinatie met de relevante partners, waartoe onder meer de volgende personen behoren: de personen belast met de opvoeding, het onderwijzend personeel van de gewone scholen, de adviseur voor bevorderingspedagogiek;6° deelneming aan personeelsvergaderingen, vergaderingen van de klassenraad, coördinatievergaderingen en vergaderingen van de integratieraad;7° deelnemen aan bijscholingen, voortgezette opleidingen en pedagogische conferenties;8° opdrachten die tot de verwezenlijking van het schoolproject bijdragen; 9° de lesopdracht, d.w.z. planning, voorbereiding en uitvoering van de lesuren en de andere pedagogische activiteiten; 10° de opvoedende taak, d.w.z. de regelmatige en persoonlijke begeleiding van de leerling en de ontwikkeling van zijn zin voor verantwoordelijkheid; 11° het toezicht houden;12° oudercontacten organiseren en deelnemen aan spreekuren voor ouders;13° meewerken aan de interne en externe evaluatie van de school;14° samenwerken met het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren;15° een klas leiden en de desbetreffende administratieve taken uitvoeren, zoals het opstellen van verslagen en schoolrapporten;16° het meewerken aan het schoolcurriculum en het uitwerken van vakcurricula;17° het houden van een lerarenagenda;18° het corrigeren van werken van de leerlingen en de formatieve evaluatie van de leerlingen. De leermeester taalklassen of taalcursussen en de leraar taalklassen mogen in het kader van hun werk geen ander personeelslid van het bestuurs- en onderwijzend personeel vervangen." Art. 33 - Hoofdstuk XII van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een artikel 123quinquies, luidende : "Art. 123quinquies - Leerlingen die op 1 september 2017 niet langer dan 20 maanden aan het onderwijs in het Duitse taalgebied hebben deelgenomen en die niet over het niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen beschikken, worden tot 30 juni 2019 als nieuwkomers beschouwd." Hoofdstuk 5. - Wijziging van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum Art. 34 - In artikel 33, eerste lid, 5°, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum, vervangen bij decreet van 23 juni 2008 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 16 juli 2012, wordt aangevuld met een bepaling onder h), luidende : "h) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt dit personeelslid over de diploma's vermeld in artikel 7, 9°, met uitzondering van de bepaling onder 9.1, of artikel 9quater, met uitzondering van 1°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen;" Art. 35 - Artikel 49, § 1, eerste lid, 5°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 juni 2008, wordt aangevuld met een bepaling onder h), luidende : "h) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt dit personeelslid over de diploma's vermeld in artikel 7, 9°, met uitzondering van de bepaling onder 9.1, of artikel 9quater, met uitzondering van 1°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen;" Art. 36 - Titel IV van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een artikel 119.11, luidende : "Art. 119.11 - De voorwaarde vermeld in artikel 33, eerste lid, 5°, h), overeenkomstig welke het personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt over het bewijs vermeld in artikel 7, bepaling onder 9.2, of artikel 9quater, 2°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, is niet van toepassing tijdens de schooljaren 2017-2018 tot en met 2019-2020." Art. 37 - In dezelfde titel wordt een artikel 119.12 ingevoegd, luidende : "Art. 119.12 - Vanaf 1 september 2017 worden de personeelsleden die op die datum gedurende minstens tien schooljaren leerkracht zijn geweest in een overgangsklas die is ingericht overeenkomstig het decreet van 17 december 2001 betreffende de scolarisatie van nieuwkomers, door de inrichtende macht tijdelijk aangesteld in het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of in het ambt van leraar taalklassen.

Een door het inrichtingshoofd opgesteld attest waarin gepreciseerd wordt welke taken het personeelslid heeft uitgeoefend, geldt als bewijs voor de inrichtende macht." Hoofdstuk 6. - Wijziging van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra Art. 38 - Artikel 20, § 1, eerste lid, 5°, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het decreet van 23 juni 2008 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 16 juli 2012, wordt aangevuld met een bepaling onder g), luidende : "g) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt dit personeelslid over de diploma's vermeld in artikel 7, 9°, met uitzondering van de bepaling onder 9.1, of artikel 9quater, met uitzondering van 1°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen;" Art. 39 - Artikel 37, eerste lid, 5°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 juni 2008 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt aangevuld met een bepaling onder g), luidende : "g) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt dit personeelslid over de diploma's vermeld in artikel 7, 9°, met uitzondering van de bepaling onder 9.1, of artikel 9quater, met uitzondering van 1°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen;" Art. 40 - In hoofdstuk XIV van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, wordt een artikel 111undecies ingevoegd, luidende : "Art. 111undecies - De voorwaarde vermeld in artikel 20, § 1, eerste lid, 5°, h), overeenkomstig welke het personeelslid dat het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of het ambt van leraar taalklassen bekleedt, beschikt over het bewijs vermeld in artikel 7, bepaling onder 9.2, of artikel 9quater, 2°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psycho-sociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, is niet van toepassing tijdens de schooljaren 2017-2018 tot en met 2019-2020." Art. 41 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 111duodecies ingevoegd, luidende : "Art. 111duodecies - Vanaf 1 september 2017 worden de personeelsleden die op die datum gedurende minstens tien schooljaren leerkracht zijn geweest in een overgangsklas die is ingericht overeenkomstig het decreet van 17 december 2001 betreffende de scolarisatie van nieuwkomers, door de inrichtende macht aangesteld in het ambt van leermeester taalklassen of taalcursussen of in het ambt van leraar taalklassen.

Een door het inrichtingshoofd opgesteld attest waarin gepreciseerd wordt welke taken het personeelslid heeft uitgeoefend, geldt als bewijs voor de inrichtende macht." Hoofdstuk 7. - Wijziging van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs Art. 42 - In artikel 1, § 2, 3°, van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs, gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2016, worden de bepalingen onder i) en j) als volgt hersteld : "i) leermeester taalklassen of taalcursussen; j) leraar taalklassen;" Hoofdstuk 8. - Slotbepalingen Art. 43 - Opgeheven worden: 1° het decreet van 17 december 2001 betreffende de scolarisatie van nieuwkomers, gewijzigd bij de decreten van 25 mei 2009 en 26 juni 2013;2° de artikelen 57bis en 61bis van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2001 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 29 juni 2015. Art. 44 - Inwerkingtreding Dit decreet treedt in werking op 1 september 2017, met uitzondering van artikel 27, dat in werking treedt op 1 september 2018.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 26 juni 2017.

O. PAASCH De Minister-President I. WEYKMANS De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme A. ANTONIADIS De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden H. MOLLERS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2016-2017 Parlementaire stukken: 192 (2016-2017) Nr. 1 Ontwerp van decreet 192 (2016-2017) Nr. 2 Voorstellen tot wijziging 192 (2016-2017) Nr. 3 Verslag Integraal verslag: 26 juni 2017 - Nr. 40 Bespreking en aanneming

^