Etaamb.openjustice.be
Decreet van 26 oktober 1998
gepubliceerd op 05 maart 1999

Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap omtrent het doorstromingsprogramma

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1998033122
pub.
05/03/1999
prom.
26/10/1998
ELI
eli/decreet/1998/10/26/1998033122/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 OKTOBER 1998. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap omtrent het doorstromingsprogramma (1)


De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap omtrent hat doorstromingsprogramma, dat dit decreet bijgevoegd is, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit decreet treedt in werking op 15 mei 1998.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Eupen, 26 oktober 1998.

J. MARAITE, De Minister-President, De Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme.

K.-H. LAMBERTZ, De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden.

W. SCHRÖDER, De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek en Monumenten en Landschappen. _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Bescheiden van de Raad. - Ontwerp van decreet 123 (1998-1999) nr. 1. - Verslag 123 (1998-1999) nr. 2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 26 oktober 1998.

Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's Gelet op de artikelen 1, 39 en 134 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op de artikelen 6 en 92bis, § 1;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma' s, Overwegende dat het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's gewijzigd moet worden ten gevolge van de wijzigingen die bij het samenwerkingsakkoord van 28 januari 1998 tussen de Federale Staat en de Gewesten werden aangebracht in het op 4 maart 1957 gesloten samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Gewesten betreffende doorstromingsprogramma's;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de persoon van de Minister-Voorzitster;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de Minister-President en van de Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, Zijn overeengekomen wat volgt :

Artikel 1.Artikel 3, tweede lid, van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's, wordt vervangen als volgt : « De doorstromingsprogramma's zijn niet van toepassing in de sectoren die het voordeel van de "sociale Maribel"-maatregel genieten". Dit verbod wordt op 1 juli 1998 opgeheven, na wijziging van artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector opdat een in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemer niet kan worden beschouwd als een werknemer die onlangs in dienst werd genomen op grond van de "sociale Maribel"-maatregel en na de instelling van de procedure voor de controle op de naleving van deze bepaling door de bevoegde besturen. »

Art. 2.Zodra het bij hoofdstuk II van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen ingestelde banenplan ter bevordering van de tewerkstelling van werkzoekenden uitgebreid wordt tot de jongeren van minder dan 25 jaar die geen diploma van het hoger secundair onderwijs hebben en sinds minstens 9 maanden werkloosheids- of wachtuitkeringen (wachttijd ingerekend) genieten, wordt artikel 6 van hetzelfde samenwerkingsakkoord vervangen als volgt : "

Art. 6.De volledig werklozen die wachtuitkerirgen genieten en sinds ten minste 9 maanden als werkzoekenden ingeschreven zijn, de volledig werklozen van minder dan 25 jaar die sedert ten minste 9 maanden werkloosheidsuitkeringen genieten, de volledig werklozen die sedert ten minste 24 maanden werkloosheidsuitkeringen genieten, onder wie de werklozen die diensten hebben verstrekt in het kader van het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap en de werkzoekenden die op de dag voor hun indiensttreding sedert minstens 9 maanden het bestaansminimum genieten, kunnen aangeworven worden in het kader van een doorstromingsprogramma, voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord worden de in het bevolkingsregister ingeschreven begunstigden van sociale hulp die wegens hun nationaliteit geen recht hebben op het bestaansminimum, gelijkgesteld met bestaansminimumtrekkers. »

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.§ 1. Naast de forfaitaire toelage van de Federale overheid en de toepassing van het banenplan ter bevordering van de tewerkstelling van werkzoekenden, bedoeld in artikel 7, § 1, van het op 4 maart 1997 gesloten samenwerkingsakkoord tussen de Federale overheid en de Gewesten betreffende doorstromingsprogramma's, geeft tewerkstelling in het doorstromingsprogramma aanleiding tot de tenlasteneming van het loon en de sociale premies van de werknemers wanneer hun activiteiten onder de bevoegdheid van één van beide Gemeenschappen vallen : 1° door de toekenning van een forfaitaire subsidie van het Waalse Gewest van : a) 7 000 BEF per maand indien de werknemer minstens halftijds tewerkgesteld is;b) 12 500 BEF per maand indien de werknemer minstens 4/5 tijds tewerkgesteld is;2° door de toekenning van een forfaitaire subsidie van de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap van : a) 7 000 BEF per maand indien de werknemer minstens halftijds tewerkgesteld is;b) 12 500 BEF per maand indien de werknemer minstens 4/5 tijds tewerkgesteld is;3° door de werkgever, ten belope van het saldo om het loonbedrag te bereiken dat overeenstemt met de gewone loonschaal die bij hem van kracht is voor hetzelfde of een gelijkwaardig ambt, met inbegrip van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de andere toelagen en voordelen die bij hem van toepassing zijn. § 2. De in § 1 bedoelde subsidiebedragen mogen niet als gevolg hebben dat de toelage van de Federale Staat, de toepassing van het banenplan, de subsidies van het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap, en, in voorkomend geval, de vergoedingen die aan de werkgevers betaald worden door de begunstigden van diensten verleend door de in het doorstromingsprogramma tewerkgestelde werknemers, meer bedragen dan het in § 1, 3°, bedoelde loon en de desbetreffende sociale premies.

In dit geval worden de in § 1 bedoelde subsidiebedragen tot het passende beloop verminderd. § 3. Het bedrag van de in § 1 en § 2 bedoelde subsidies wordt vastgesteld op de eerste dag van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en is verschuldigd gedurende de hele tewerkstellingsperiode, onverminderd de maximale duur bedoeld in artikel 9. »

Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt : "

Art. 9.De werknemers worden aangeworven bij een arbeidsovereenkomst die minstens een halftijdse baan betreft.

Hun tewerkstelling in het kader van een doorstromingsprogramma duurt maximum twee jaar.

De tewerkstelling kan echter maximum drie jaar duren voor : 1° werknemers die vroeger diensten hebben verstrekt in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen;2° werknemers die doorgaans woonachtig zijn in gemeenten waarin het werkloosheidscijfer jaarlijks op 30 juni minstens 20 % hoger is dan het gemiddelde werkloosheidscijfer van het Waalse Gewest.De lijst van de betrokken gemeenten wordt voor de eerste keer op 30 juni 1997 opgemaakt. »

Art. 5.De maandelijkse subsidie van 12 000 BEF, bedoeld in artikel 7, § 1, 1°, b, en 2°, b, van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 1997 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende doorstromingsprogramma's voordat het bij dit samenwerkingsakkoord werd gewijzigd, wordt verder uitbetaald als de werknemer minstens 4/5 tijds tewerkgesteld is bij een arbeidsovereenkomst die begint te lopen voor l januari 1999, en zolang die arbeidsovereenkomst loopt. »

Art. 6.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op 15 mei 1998.

Gedaan te Namen, op 3 juni 1998 in 5 originele exemplaren.

Voor het Waalse Gewest : R. COLLIGNON, Minister-President.

J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE, De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling en Opleiding.

Voor de Franse Gemeenschap : Mevr. L. ONKELINX, De Minister-Voorzitster.

Voor de Duitstalige Gemeenschap : J. MARAITE, De Minister-President.

K.-H. LAMBERTZ, De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden.

^