Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 april 2020
gepubliceerd op 03 juni 2020

Decreet betreffende de adoptie van kinderen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2020202407
pub.
03/06/2020
prom.
27/04/2020
ELI
eli/decreet/2020/04/27/2020202407/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 APRIL 2020. - Decreet betreffende de adoptie van kinderen


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Toepassingsgebied De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op alle adopties, voor zover een van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen zijn woonplaats of zijn vestigingsplaats in het Duitse taalgebied heeft.

Art. 2.Hoedanigheden De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 3.Definities Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° adoptant : de persoon vermeld in artikel 343, § 1, a), van het Burgerlijk Wetboek die een in België of in het buitenland geboren kind geadopteerd heeft;2° kandidaat-adoptant : de persoon vermeld in artikel 343, § 1, a), van het Burgerlijk Wetboek die een adoptieprocedure begint of doorloopt om een in België of in het buitenland geboren kind te adopteren;3° adoptiedienst : een overeenkomstig artikel 12 erkende, privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon die actief is als adoptiebemiddelaar;4° Algemene Verordening Gegevensbescherming : de Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;5° Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 : het verdrag van 29 mei 1993 inzake de internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van de interlandelijke adoptie;6° interlandelijke adoptie : elke adoptie die de interlandelijke overbrenging van een kind overeenkomstig de artikelen 360-2 en 365-6 van het Burgerlijk Wetboek tot gevolg heeft;7° binnenlandse adoptie : elke adoptie die geen interlandelijke overbrenging van een kind tot gevolg heeft;8° kind : persoon die de volle leeftijd van achttien jaar nog niet bereikt heeft;9° ZBGA : de centrale autoriteit van de gemeenschap inzake adoptie vermeld in artikel 6.

Art. 4.Beginsel van de adoptie Adoptie heeft tot doel een geschikt gezin te vinden voor een kind en heeft niet tot doel een kind te vinden voor een gezin.

Het decreet moet in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel voor adoptie en het tweeledige subsidiariteitsbeginsel voor interlandelijke adoptie worden toegepast.

In het kader van dit decreet waarborgt de Duitstalige Gemeenschap in het bijzonder de volgende beginselen : 1° de adoptie geschiedt in het belang van het kind en met inachtneming van zijn grondrechten;2° bij de adoptieprocedure worden de grondrechten van elke betrokken persoon geëerbiedigd;3° de toegang tot de adoptieprocedure wordt zonder discriminatie gewaarborgd;4° de biologische ouders krijgen een kwalitatief hoogstaande advisering en ondersteuning aangeboden;5° de kandidaat-adoptanten krijgen een kwalitatief hoogstaande voorlichting en voorbereiding op de adoptie aangeboden;6° de adoptanten en de geadopteerden krijgen een kwalitatief hoogstaande adoptiebegeleiding en nazorg aangeboden.

Art. 5.Samenwerking met andere Belgische autoriteiten De in artikel 24, §§ 2 en 3, artikel 25 § 1, artikelen 26, 44, 45, 50, 51, 55 en 56 vermelde taken en/of activiteiten die in het kader van een samenwerkingsakkoord uitgevoerd worden door andere Belgische autoriteiten of door diensten die door die overheden erkend zijn, kunnen gelijkgesteld worden met de taken en/of activiteiten die uitgevoerd worden door de ZBGA of door de door de Duitstalige Gemeenschap erkende adoptiediensten.

De Regering bepaalt de nadere regels voor ondersteuning van kandidaat-adoptanten die bij een adoptiedienst van een andere Belgische autoriteit op taalproblemen stuiten. HOOFDSTUK 2. - Centrale autoriteit van de gemeenschap voor adoptie

Art. 6.Oprichting van de centrale autoriteit van de gemeenschap voor adoptie De Regering richt een centrale autoriteit van de gemeenschap voor adoptie op, hierna ZBGA genoemd.

Art. 7.Samenstelling van de ZBGA § 1 - De ZBGA bestaat uit een directeur, een sociale dienst en een administratie. § 2 - De directeur heeft minstens een bachelordiploma uit een sociale richting of een daarmee gelijkgesteld diploma en minstens drie jaar beroepservaring in de sociale sector.

De sociale dienst bestaat uit één of meer medewerkers. Die medewerkers hebben minstens een bachelordiploma uit een sociale richting.

De administratie bestaat uit één of meer medewerkers. Die medewerkers hebben minstens een diploma van het hoger secundair onderwijs. § 3 - De uitoefening van de functie van directeur, medewerker van de sociale dienst, medewerker van de administratie van de ZBGA, regeringslid en kabinetspersoneelslid is onverenigbaar met de hoedanigheid van lid van een instantie die een adoptiedienst organiseert en is onverenigbaar met de functie van medewerker van een adoptiedienst.

Art. 8.Taken van de ZBGA De taken van de ZBGA omvatten in het bijzonder het volgende: 1° informatie over adoptie en over de adoptieprocedure in het Duitse taalgebied verstrekken en publiceren;2° de adoptiediensten begeleiden, coördineren, toezicht op de adoptiediensten uitoefenen en ze evalueren;3° eventuele, in het kader van de adoptieprocedure optredende klachten van kandidaat-adoptanten of adoptanten onderzoeken;4° de voorbereiding op de adoptie organiseren;5° de maatschappelijke onderzoeken voeren overeenkomstig de artikelen 1231-1/4, 1231-1/11, § 3, 1231-6, eerste lid, 1231-10, eerste lid, 3°, 1231-35 en 1231-55 van het Gerechtelijk Wetboek en overzenden aan de autoriteiten die deze onderzoeken hebben bevolen;6° optreden als adoptiebemiddelaar in het kader van de interlandelijke adoptie vermeld in artikel 47;7° de kandidaat-adoptanten tijdens de hele adoptieprocedure begeleiden;8° met toepassing van artikel 363-1 van het Burgerlijk Wetboek het recht op contact verlenen tussen de adoptant en de familie van het kind of elke andere persoon die het ouderlijk gezag over het kind uitoefent of wiens instemming met de adoptie vereist is;9° informatie verstrekken aan de biologische ouders;10° nazorg bieden aan de geadopteerden en aan de adoptanten;11° de informatie over de herkomst van de geadopteerden bewaren en toegang tot die informatie waarborgen;12° samenwerken met alle internationale, federale, op het niveau van de gemeenschappen of de gewesten bestaande of lokale autoriteiten voor zover dit voor de uitvoering van hun taken noodzakelijk is;13° een kwaliteitshandboek maken;14° de bevoegdheden uitoefenen die vermeld worden in de artikelen 4, 5, 7, 8, 9, 11, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 30 en 33 van het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993, de artikelen 361-3 tot 361-6, 362-1 tot 362-4, 363-2 tot 363-4 en 368-6 tot 368-8 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1231-1/11 tot 1231-1/14, 1231-34 en 1231-42 van het Gerechtelijk Wetboek. De Regering kan nog andere taken bepalen, voor zover die tot een verbetering van de kwaliteit van de adoptiebemiddeling kunnen bijdragen.

Art. 9.Kwaliteitshandboek van de ZBGA De ZBGA maakt een kwaliteitshandboek. Dat omvat, met inachtneming van de bepalingen van dit decreet, minstens de volgende gegevens : 1° de manier waarop de ZBGA tijdens de hele adoptieprocedure te werk gaat;2° de criteria voor kwaliteitsbewaking;3° de missie en visie van de ZBGA. Het handboek wordt uiterlijk om de twee jaar aangepast aan de wettelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.

Art. 10.Jaarverslag van de ZBGA De Regering bezorgt het Parlement elk jaar een verslag over de toepassing van de in dit decreet vermelde taken van de ZBGA tijdens het vorige jaar. HOOFDSTUK 3. - Adoptiediensten Afdeling 1. - Erkenning

Art. 11.Erkenningsvoorwaarden Om een kwalitatief hoogstaande adoptiebemiddeling door de adoptiediensten veilig te stellen, moet elke adoptiedienst die in het Duitse taalgebied werkzaam is, door de Regering erkend zijn voordat hij van start gaat en moet hij minstens aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° als vereniging zonder winstoogmerk opgericht zijn of een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn;2° gevestigd zijn in het Duitse taalgebied;3° de adoptiebemiddeling, de adoptiebegeleiding en de nazorg, alsook andere diensten inzake adoptie aanbieden;4° het belang van het kind en zijn nationale en internationale grondrechten in acht nemen;5° over gekwalificeerd personeel beschikken dat aan de door de Regering vastgelegde minimale voorwaarden voldoet;6° voldoen aan de door de Regering vastgelegde voorwaarden inzake infrastructuur en werkwijze;7° de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan naleven;8° aanvaarden dat de Regering en de ZBGA toezicht uitoefenen op de toepassing van dit decreet en op de uitvoeringsbesluiten ervan;9° de medewerkers van de adoptiedienst hebben geen vermelding in het Strafregister overeenkomstig artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering die hen onder meer verbiedt om een activiteit uit te oefenen die onder kinderbescherming valt en bezorgen het dienovereenkomstige uittreksel uit het Strafregister aan de adoptiedienst.

Art. 12.Erkenningsprocedure § 1 - Adoptiediensten die een erkenning willen krijgen, dienen daartoe een schriftelijke aanvraag in bij de Regering.

Bij de aanvraag worden documenten gevoegd waaruit blijkt dat de voorwaarden vermeld in artikel 11 vervuld zijn. De Regering kan bepalen dat de aanvraag om erkenning nog andere gegevens moet bevatten, voor zover die tot een verbetering van de kwaliteit van de adoptiebemiddeling kunnen bijdragen.

Elke adoptiedienst kan de erkenning vragen voor binnenlandse adoptie, voor interlandelijke adoptie of voor beide vormen van adoptie. § 2 - De erkenning wordt verleend voor een periode van zes jaar en kan worden verlengd.

De erkenning kan niet worden overgedragen aan een andere adoptiedienst. § 3 - De erkende adoptiediensten dienen een nieuwe aanvraag of, naargelang van het geval, gedeeltelijke aanvraag om erkenning in : 1° uiterlijk drie maanden voordat de erkenning afloopt;2° indien vastgesteld wordt dat de gegevens die in de erkenning vermeld staan niet meer overeenstemmen met de werkelijkheid of om andere redenen gewijzigd moeten worden. § 4 - De Regering bepaalt : 1° de erkenningsprocedures;2° de procedures om de erkenning te wijzigen;3° de procedures om de erkenning te verlengen;4° de beroepsmogelijkheden indien een aanvraag wordt afgewezen.

Art. 13.Verplichtingen die moeten worden nagekomen om de erkenning te mogen behouden Voor het behoud van de erkenning komen de erkende adoptiediensten de verplichtingen vermeld in dit decreet na, met inbegrip van de voorwaarden vermeld in artikel 11 die aan de erkenning ten grondslag liggen.

De Regering kan nog andere verplichtingen voor het behoud van de erkenning opleggen, voor zover die tot een verbetering van de kwaliteit van de adoptiebemiddeling kunnen bijdragen.

Art. 14.Schorsing en intrekking van de erkenning § 1 - Indien de erkende adoptiedienst één of meer verplichtingen niet nakomt, maant de Regering hem overeenkomstig de door haar bepaalde regels aan om die verplichtingen na te komen.

Indien de erkende adoptiedienst, na de aanmaning vermeld in het eerste lid, de verplichtingen nog altijd niet nakomt, schorst de Regering de erkenning en/of trekt ze de erkenning in. § 2 - De Regering bepaalt : 1° de procedures om de erkenning te schorsen;2° de procedures om de erkenning in te trekken;3° de beroepsmogelijkheden in geval van schorsing en/of intrekking van de erkenning. § 3 - Tijdens de schorsing of de intrekkingsprocedure kan de adoptiedienst alleen aan adoptiebemiddeling doen voor personen die al een beroep deden op de adoptiebemiddeling voordat de beslissing tot schorsing of tot instelling van een intrekkingsprocedure ter kennis werd gebracht. De adoptiedienst moet de kandidaat-adoptanten meedelen waarom de erkenning geschorst werd of waarom de intrekkingsprocedure gestart werd.

De Regering bepaalt de vorm, de inhoud en de procedure voor de mededeling vermeld in het eerste lid.

Art. 15.Beëindiging van de adoptiebemiddeling Onverminderd een vrijwillige stopzetting van de adoptiebemiddeling door de kandidaat-adoptanten hebben de intrekking van de erkenning overeenkomstig artikel 14 of in voorkomend geval het verstrijken van de voor een bepaalde duur verleende erkenning van een adoptiedienst de beëindiging van alle adoptiebemiddelingen van de adoptiedienst in kwestie tot gevolg.

De Regering bepaalt de procedures om de adoptiebemiddeling te beëindigen. Afdeling 2. - Subsidiëring

Art. 16.Subsidiëring Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering, onder de door haar bepaalde voorwaarden, aan de erkende adoptiediensten subsidie voor personeels- en werkingskosten toekennen voor de uitvoering van de taken vermeld in artikel 11, 3°.

Art. 17.Controle van de subsidies De aanwending van de subsidies die ter uitvoering van dit decreet worden toegekend, wordt gecontroleerd overeenkomstig de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. Afdeling 3. - Overeenkomst

Art. 18.Inhoud De subsidiëring vermeld in artikel 16 en een gedetailleerde taakbeschrijving worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de Regering en de erkende adoptiedienst.

De Regering stelt het kader en de verdere inhoud van de overeenkomst vast.

Art. 19.Duur De overeenkomst heeft een looptijd van minstens één jaar en hoogstens zes jaar. Voor zover de adoptiedienst nog altijd erkend is, kan de overeenkomst na het verstrijken van de looptijd verlengd worden. Afdeling 4. - Internationale samenwerking

Art. 20.Goedkeuringsprocedure § 1 - Adoptiediensten die een samenwerking in het buitenland tot stand willen brengen, delen dat mee aan de ZBGA. Daarna hebben ze zes maanden de tijd om, aangetekend of in elektronische vorm met ontvangstbewijs, een volledige aanvraag in te dienen bij de Regering.

De Regering bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen dertig kalenderdagen. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

De aanvraag om internationale samenwerking bevat het volgende: 1° de in het Duits vertaalde wettelijke bepalingen van de betrokken Staat of deelstaat op het gebied van adoptie;2° de gegevens van de buitenlandse autoriteiten van de betrokken Staat of deelstaat die bevoegd zijn voor adoptie, alsook de gegevens van alle instellingen, diensten, verenigingen of personen die met de adoptiedienst kunnen samenwerken, hierna 'partners' genoemd;3° een ingevulde vragenlijst over de betrokken Staat of deelstaat;4° een verslag over het bezoek in de betrokken Staat of deelstaat. De Regering legt het model van de vragenlijst vermeld in het derde lid, 3°, vast. § 2 - De Regering belast de ZBGA met het onderzoek van de aanvraag om internationale samenwerking. De ZBGA gaat na of de partners vermeld in § 1, derde lid, 2°, en de betrokken Staat of deelstaat : 1° het toepasselijke recht en de krachtens het internationaal recht aan het kind toegekende grondrechten eerbiedigen;2° de herkomst, de adopteerbaarheid en het belang van het kind waarborgen;3° het subsidiariteitsbeginsel naleven bepaald in artikel 21 van het Verdrag van 20 november 1989 inzake de Rechten van het Kind en in artikel 4 van het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993;4° het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993, het Verdrag van 19 oktober 1996 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen hebben ondertekend of een samenwerkingsakkoord dat met de beginselen van het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 en met artikel 167 van de Grondwet overeenstemt, hebben ondertekend;5° de financiële transparantie van de procedure waarborgen;6° de activiteit van de adoptiedienst in zijn Staat of deelstaat goedkeuren. De ZBGA wisselt alle relevantie informatie over de aanvraag vermeld in § 1, eerste lid, uit met de federale centrale autoriteit en met de 'Commissie van overleg en opvolging' vermeld in artikel 12 van het Samenwerkingsakkoord van 12 december 2005 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake de tenuitvoerlegging van de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie. Als die aanvraag betrekking heeft op een Staat of deelstaat waar adopties worden uitgesproken en als die adoptie in aansluiting daarop onderworpen wordt aan een erkenningsprocedure door de federale centrale autoriteit, dan is een voorafgaand overleg met de federale centrale autoriteit vereist. § 3 - Als de aanvraag voldoet aan de voorwaarden vermeld in § 2, eerste lid, dan bezorgt de ZBGA binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag een advies aan de Regering. Als na afloop van die termijn geen advies is gegeven of als de aanvraag onvolledig is, wordt het advies als negatief beschouwd.

De Regering beslist binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van de ZBGA, of de internationale samenwerking wordt goedgekeurd. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de goedkeuring als geweigerd.

Art. 21.Schorsing, intrekking en aanvullende voorwaarden Als de voorwaarden vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, niet worden nageleefd of als de situatie in de Staat of deelstaat dit rechtvaardigt, deelt de Regering aan de betrokken adoptiedienst aangetekend mee dat zij van plan is om : 1° de overeenkomstig artikel 20, § 3, tweede lid, verleende goedkeuring tijdelijk te schorsen;2° of de goedkeuring in te trekken;3° of aanvullende voorwaarden voor de voortzetting van de goedgekeurde internationale samenwerking op te leggen. De adoptiedienst kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van het voornemen vermeld in het eerste lid, bij de Regering een verzoek indienen om te worden gehoord. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na toezending van het voornemen. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

De Regering beslist binnen dertig dagen na de in het tweede lid vermelde hoorzitting : 1° over de schorsing van de goedkeuring en de duur van die schorsing;2° of over de intrekking van de goedkeuring;3° of over de naleving van de aanvullende voorwaarden voor de voortzetting van de goedgekeurde internationale samenwerking. Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van de adoptiedienst.

Na ontvangst van de beslissing vermeld in het derde lid deelt de adoptiedienst de kandidaat-adoptanten die reeds bij hem aangemeld waren voordat de beslissing ter kennis werd gebracht, zo snel mogelijk schriftelijk mee waarom de goedkeuring wordt geschorst of wordt ingetrokken.

Art. 22.Evaluatieverslag De adoptiedienst maakt jaarlijks een evaluatieverslag over zijn internationale samenwerking van het vorige jaar. Dat verslag wordt uiterlijk op 1 mei aan de Regering voorgelegd.

De adoptiedienst deelt de geldende wettelijke bepalingen mee aan de partners vermeld in artikel 20, § 1, derde lid, 2°. HOOFDSTUK 4. - Een kind afstaan voor adoptie Afdeling 1. - Rol ten aanzien van de biologische ouders

Art. 23.Informatieverstrekking aan de biologische ouders § 1 - Met toepassing van artikel 348-4 van het Burgerlijk Wetboek verstrekt de ZBGA aan de biologische ouders van een geboren of nog ongeboren kind informatie over de juridische en psychologische gevolgen van adoptie, alsook over alternatieven voor adoptie.

Zo nodig verwijst de ZBGA hen door naar gespecialiseerde instellingen. § 2 - Zodra de biologische ouders niet meer in het belang van het kind voor het kind kunnen zorgen en zolang de in artikel 348-4 van het Burgerlijk Wetboek vermelde toestemming van de biologische ouders om het kind af te staan voor adoptie nog niet is gegeven, neemt de ZBGA, in het kader van de door de Regering vastgelegde voorwaarden, passende maatregelen in het belang van het kind.

Art. 24.Het kind afstaan voor adoptie § 1 - Als de biologische ouders hun voornemen om het kind af te staan voor adoptie bevestigen, geven ze de ZBGA schriftelijk opdracht om die afstand voor adoptie te regelen. § 2 - De ZBGA wint bij de biologische ouders de gegevens vermeld in artikel 368-6, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek in om de geadopteerde later de mogelijkheid te bieden om zijn herkomst te achterhalen. Die inlichtingen worden opgenomen in het in artikel 25 vermelde verslag over het te adopteren kind. § 3 - De ZBGA ondersteunt de biologische ouders bij de juridische en administratieve stappen die verband houden met de adoptie van het kind en biedt tijdens de hele adoptieprocedure psychologische ondersteuning.

De ZBGA ziet erop toe dat de biologische ouders, als ze toestemming met de adoptie geven, passend ingelicht worden over de juridische en psychologische gevolgen van de adoptie.

Ook nadat de adoptie is uitgesproken, blijft de ZBGA overeenkomstig artikel 55, eerste lid, 1°, ter beschikking staan van de biologische ouders voor ondersteuning en advies. § 4 - De ZBGA kan de taken vermeld in de §§ 2 en 3 geheel of gedeeltelijk overdragen aan een erkende adoptiedienst.

Art. 25.Verslag over het te adopteren kind § 1 - De ZBGA, die door de biologische ouders overeenkomstig artikel 24 met de opdracht belast werd, stelt een verslag over het te adopteren kind op.

Dat verslag bevat de volgende gegevens : 1° de identiteit van het kind;2° de adopteerbaarheid van het kind;3° de sociale omgeving van het kind;4° de persoonlijke ontwikkeling van het kind en van zijn gezin;5° de medische voorgeschiedenis van het kind en van zijn gezin;6° de specifieke behoeften van het kind. De Regering legt het model van het verslag vast.

Op basis van dat verslag zoekt de ZBGA voor elk kind de kandidaat-adoptanten die het best beantwoorden aan de kenmerken en behoeften van dat kind. § 2 - De ZBGA kan de taken vermeld in § 1 geheel of gedeeltelijk overdragen aan een erkende adoptiedienst. Afdeling 2. - Rol ten aanzien van het te adopteren kind

Art. 26.Begeleiding van het te adopteren kind Het kind wordt door de ZBGA begeleid en op de adoptie voorbereid. De ZBGA verricht minstens één bezoek aan huis binnen de eerste drie maanden na de aankomst van het kind bij de adoptanten. Vervolgens, tot de adoptie uitgesproken is, organiseert de ZBGA om de zes maanden een ontmoeting met de adoptanten.

De ZBGA blijft overeenkomstig artikel 55, eerste lid, ter beschikking staan van de adoptanten voor ondersteuning en advies.

De ZBGA kan de taken vermeld in het eerste en het tweede lid geheel of gedeeltelijk overdragen aan een erkende adoptiedienst. HOOFDSTUK 5. - Verschillende fasen van de adoptieprocedure Afdeling 1. - Inschrijving en voorbereiding

Art. 27.Informatiegesprek § 1 - Elke adoptieprocedure begint met een persoonlijk informatiegesprek in de ZBGA. In het kader van dat gesprek krijgen de kandidaat-adoptanten algemene informatie over adoptie en over de adoptieprocedure. § 2 - De ZBGA bezorgt een vragenlijst aan de kandidaat-adoptanten vermeld in artikel 47.

De vragenlijst bevat de volgende gegevens over : 1° de kandidaat-adoptanten : a.identiteit; b. gezinssituatie;c. gezinsverleden;d. geschiktheidsvonnis;e. contactgegevens;2° het te adopteren kind : a.identiteit; b. gezinssituatie;c. gezinsverleden;d. biologische ouders;e. contactgegevens;3° de biologische ouders van het te adopteren kind : a.identiteit; b. gezinssituatie;c. gezinsverleden;d. contactgegevens;4° het contact van de kandidaat-adoptanten met het te adopteren kind. De Regering legt het model van de vragenlijst vast.

Art. 28.Inschrijvingsformulier In het kader van het in artikel 27, § 1, vermelde informatiegesprek verstrekt de ZBGA aan de kandidaat-adoptanten een inschrijvingsformulier om deel te nemen aan de voorbereiding op de adoptie.

Het inschrijvingsformulier omvat : 1° gegevens over de identiteit van de kandidaat-adoptanten;2° de contactgegevens van de kandidaat-adoptanten;3° gegevens over de gezinssituatie van de kandidaat-adoptanten;4° gegevens over het adoptieproject. De Regering legt het model van het inschrijvingsformulier vast.

Nadat de ZBGA het ingevulde inschrijvingsformulier ontvangen heeft, bezorgt ze de kandidaat-adoptanten een inschrijvingsbevestiging en deelt ze hun mee wanneer de voorbereiding op de adoptie begint.

Art. 29.Voorwaarden Kandidaat-adoptanten die zich willen laten inschrijven voor de voorbereiding op de adoptie, moeten voldoen aan de voorwaarden inzake burgerlijke staat en leeftijd bepaald in artikel 343, § 1, en artikel 345 van het Burgerlijk Wetboek. De ZBGA onderzoekt die voorwaarden en opent bij elke inschrijving een persoonlijk dossier.

De Regering stelt de lijst op van de documenten die moeten worden ingediend om zich te kunnen laten inschrijven voor de voorbereiding op de adoptie.

Art. 30.Uitzonderingen De ZBGA weigert de kandidaat-adoptant in te schrijven voor de voorbereiding op de adoptie als : 1° de kandidaat-adoptant in het kader van de in artikel 365-6 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde regularisatieprocedure geen toestemming heeft gekregen van de federale centrale autoriteit om de adoptieprocedure bepaald in artikel 361-1 van het Burgerlijk Wetboek in te leiden;2° aan de kandidaat-adoptant een kind werd toevertrouwd uit een staat van herkomst die noch adoptie, noch plaatsing met het oog op adoptie kent, zonder dat de bepalingen van artikel 361-5 van het Burgerlijk Wetboek werden nageleefd. Als de kandidaat-adoptanten vermeld in het eerste lid zich willen laten inschrijven voor de voorbereiding op de adoptie van een onbekend kind, vermeldt de ZBGA op het deelnemingsattest vermeld in artikel 34 dat dit attest niet gebruikt mag worden voor de adoptie van het kind vermeld in het eerste lid.

Als een kandidaat-adoptant zich laat inschrijven voor de voorbereiding op adoptie, hoewel hij binnen het toepassingsgebied van de artikelen 363-1 tot 363-3 van het Burgerlijk Wetboek valt, vermeldt de ZBGA dit op het deelnemingsattest vermeld in artikel 34 en stelt ze de bevoegde familierechtbank in kennis.

Art. 31.Voorbereiding op de adoptie De voorbereiding op de adoptie wordt georganiseerd door de ZBGA. Onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden kan de voorbereiding op de adoptie geheel of gedeeltelijk aan derden worden overgedragen.

De Regering bepaalt onder welke voorwaarden een externe voorbereiding op de adoptie of de voorbereiding op een andere vorm van opvang van kinderen gelijkgesteld kan worden met de voorbereiding die door de ZBGA wordt aangeboden.

Art. 32.Doel van de voorbereiding op de adoptie De voorbereiding op de adoptie heeft tot doel de kandidaat-adoptanten in te lichten over de juridische, contextuele, culturele, ethische en menselijke aspecten van adoptie en hen bewust te laten worden van de psychologische, familiale en relationele uitdagingen van de adoptierelatie.

Art. 33.Programma's van de voorbereiding op de adoptie § 1 - De Regering bepaalt de nadere regels en de duur van de voorbereiding op de adoptie vermeld in artikel 31, het bedrag dat de kandidaat-adoptanten als bijdrage in de kosten betalen, alsook de manier waarop die bijdrage wordt overgeschreven. § 2 - Voor een intrafamiliale adoptie, de adoptie van een tweede kind, de adoptie van een kind met een beperking of personen die al aan een voorbereiding op een adoptie of een andere vorm van voorbereiding hebben deelgenomen, kan de Regering voorzien in specifieke programma's voor de voorbereiding op de adoptie.

Gehuwde of wettelijk samenwonende kandidaat-adoptanten moeten samen deelnemen aan de voorbereidende programma's vermeld in het eerste lid.

Art. 34.Deelnemingsattest dat bewijst dat de voorbereiding op de adoptie werd voltooid Nadat de kandidaat-adoptanten de voorbereiding op de adoptie voltooid hebben, geeft de ZBGA hen een deelnemingsattest. Dat attest bevestigt dat de voorbereiding op de adoptie werd gevolgd overeenkomstig artikel 346-2, eerste lid, en artikel 361-1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Het deelnemingsattest dat bewijst dat de voorbereiding op de adoptie werd voltooid is achttien maanden geldig en bevat : 1° de namen en voornamen van de kandidaat-adoptanten;2° de geboorteplaats en geboortedatum van de kandidaat-adoptanten;3° de nationaliteit van de kandidaat-adoptanten;4° de burgerlijke staat van de kandidaat-adoptanten. Afdeling 2. - Maatschappelijke onderzoeken

Art. 35.Maatschappelijk onderzoek naar de geschiktheid van de kandidaat-adoptanten De ZBGA voert het maatschappelijk onderzoek naar de geschiktheid van de kandidaat-adoptanten uit dat met toepassing van artikel 1231-1/4, artikel 1231-1/11, § 3, en artikel 1231-6, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek door de familierechtbank wordt bevolen.

Overeenkomstig artikel 1231-1/4, artikel 1231-1/11, § 3, en artikel 1231-6, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt een door de ZBGA aangewezen psycholoog geraadpleegd.

Met het oog op de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek kan de ZBGA zo nodig een beroep doen op deskundigen die per prestatie worden vergoed.

De Regering bepaalt de nadere regels voor het voeren van het maatschappelijk onderzoek, het bedrag dat de kandidaat-adoptanten als bijdrage in de kosten betalen, alsook de manier waarop die bijdrage wordt overgeschreven.

Art. 36.Maatschappelijk onderzoek naar het belang van het kind om geadopteerd te worden § 1 - De ZBGA voert het maatschappelijk onderzoek naar het belang van het kind om geadopteerd te worden uit; dit maatschappelijk onderzoek wordt door de familierechtbank met toepassing van artikel 1231-6, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bevolen.

Met het oog op de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek kan de ZBGA zo nodig een beroep doen op deskundigen die per prestatie worden vergoed.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek. § 2 - De Regering wijst aan welke diensten met toepassing van artikel 1231-6, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek om advies verzocht kunnen worden.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de financiering voor het verstrekken van dat advies. § 3 - Als de familierechtbank het maatschappelijk onderzoek vermeld in § 1 beveelt, zendt de ZBGA de informatie vermeld in artikel 348-4 van het Burgerlijk Wetboek over aan de biologische ouders.

Art. 37.Maatschappelijk onderzoek over de beoordeling van de bekwaamheid van het kind De ZBGA voert het grondige onderzoek over de beoordeling van de bekwaamheid van het kind om zijn mening te uiten over het adoptieproject; dat onderzoek wordt door de familierechtbank met toepassing van artikel 1231-10, eerste lid, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek bevolen.

Met het oog op de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek kan de ZBGA zo nodig een beroep doen op deskundigen die per prestatie worden vergoed.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek.

Art. 38.Maatschappelijk onderzoek in het kader van een beroepsprocedure De ZBGA voert het maatschappelijk onderzoek uit dat door de familiekamer van het hof van beroep met toepassing van artikel 1231-55 van het Gerechtelijk Wetboek wordt bevolen.

Met het oog op de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek kan de ZBGA zo nodig een beroep doen op deskundigen die per prestatie worden vergoed.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek.

Art. 39.Maatschappelijk onderzoek naar de weigering om toe te stemmen in de adoptie Het bevoegde justitiehuis voert het maatschappelijk onderzoek vermeld in artikel 348-11, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek uit.

Art. 40.Maatschappelijk onderzoek naar de adopteerbaarheid van het kind bij een interlandelijke adoptie van kinderen die hun gewone verblijfplaats in België hebben § 1 - De ZBGA voert het maatschappelijk onderzoek uit dat door de familierechtbank met toepassing van artikel 1231-35 van het Gerechtelijk Wetboek wordt bevolen.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van het maatschappelijk onderzoek. § 2 - De Regering wijst de diensten aan die met toepassing van artikel 1231-35 van het Gerechtelijk Wetboek om advies verzocht kunnen worden.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de financiering voor het verstrekken van dat advies. Afdeling 3. - Adoptiebemiddeling via een adoptiedienst

Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 41.Doel van de adoptiebemiddeling Adoptiebemiddeling heeft tot doel vast te stellen welke kandidaat-adoptanten het best beantwoorden aan de eigenschappen en behoeften van de te adopteren kinderen.

Voor de adoptiebemiddeling moeten de kandidaat-adoptanten begeleid worden door een erkende adoptiedienst, behalve in de situaties vermeld in artikel 47 van dit decreet en in artikel 346-1/1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Art. 42.Overeenkomst Wanneer een adoptiedienst de adoptiebemiddeling overneemt, sluit de adoptiedienst een overeenkomst met de kandidaat-adoptanten waarin minstens de nadere regels voor de verdere samenwerking en de bijdrage in de kosten worden vastgelegd.

De Regering legt het model van de overeenkomst vast.

Kandidaat-adoptanten die al een overeenkomst ondertekend hebben, mogen nog een andere adoptiebemiddeling alleen initiëren als ze daartoe een met redenen omklede schriftelijke toestemming van de ZBGA hebben.

Art. 43.Overzending van het voorstel voor een kind Voordat de adoptiedienst een voorstel voor een kind overzendt aan de kandidaat-adoptanten, moet de ZBGA met dat voorstel instemmen. Daartoe onderzoekt de ZBGA de correcte toepassing van de wettelijke bepalingen, alsook de juridische en psychologische adopteerbaarheid van het kind op basis van de verslagen over het kind, vermeld in artikel 25 van dit decreet, alsook vermeld in artikel 361-3, 2°, a), of in artikel 361-5, 1°, van het Burgerlijk Wetboek.

Onderafdeling 2. - Extrafamiliale binnenlandse adoptie

Art. 44.Procedure § 1 - De kandidaat-adoptanten die beschikken over een geschiktheidsvonnis overeenkomstig artikel 1231-1/7 van het Gerechtelijk Wetboek, richten zich voor de bemiddeling bij de adoptie van een kind in het kader van een extrafamiliale binnenlandse adoptie tot een erkende adoptiedienst.

De adoptiedienst organiseert een kosteloos informatiegesprek, waarin hij de kandidaat-adoptanten onder meer een uiteenzetting geeft over zijn taken, zijn algemene werkwijze, zijn werkmethoden, zijn filosofie, de van hen verwachte openheid omtrent het profiel van de kinderen die zouden kunnen worden geadopteerd en zijn samenwerkingsverbanden in België.

In het kader van dat gesprek ontvangen de kandidaat-adoptanten een ontwerp van de overeenkomst vermeld in artikel 42. § 2 - Als de kandidaat-adoptanten de adoptiedienst schriftelijk verzoeken om hun adoptieproject voor te zetten, onderzoekt de adoptiedienst : 1° of de wettelijke bepalingen vervuld zijn; 2° het aantal beschikbare plaatsen op de wachtlijst m.b.t. het aantal kinderen die zouden kunnen worden geadopteerd; 3° het geschiktheidsvonnis van de familierechtbank en het advies van het openbaar ministerie vermeld in artikel 1231-1/5 van het Gerechtelijk Wetboek. De adoptiedienst deelt de kandidaat-adoptanten binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek vermeld in het eerste lid, in een met redenen omklede beslissing schriftelijk mee of het verzoek ontvankelijk is of niet. De ZBGA ontvangt een kopie van die beslissing.

Als hun verzoek niet-ontvankelijk is, kunnen kandidaat-adoptanten beroep instellen bij de ZBGA. De ZBGA onderzoekt het dossier en bevestigt de beslissing van de adoptiedienst of maant de adoptiedienst aan om het verzoek ontvankelijk te verklaren. § 3 - Als het verzoek ontvankelijk is, voert de adoptiedienst binnen vier maanden na de beslissing vermeld in § 2, tweede lid, een psycho-medisch-sociaal onderzoek uit dat een gesprek met de kandidaat-adoptanten op hun woonplaats, twee psychologische gesprekken en één medisch onderzoek omvat.

Dat psycho-medisch-sociaal onderzoek heeft betrekking op : 1° de gezondheidstoestand van de kandidaat-adoptanten;2° de psychosociale bekwaamheden van de kandidaat-adoptanten;3° de van de kandidaat-adoptanten verwachte openheid omtrent het profiel van de kinderen die zouden kunnen worden geadopteerd;4° de juridische, psychologische, familiale en relationele gevolgen van het adoptieproject voor het levensproject van de kandidaat-adoptanten en het te adopteren kind. § 4 - De adoptiedienst deelt de kandidaat-adoptanten binnen een termijn van dertig dagen na het psycho-medisch-sociaal onderzoek in een met redenen omklede beslissing schriftelijk mee of het adoptieproject kan worden voortgezet of niet. De ZBGA ontvangt een kopie van die beslissing.

Als de adoptiedienst de voortzetting van het adoptieproject goedkeurt, zet hij de bemiddeling voort en sluit hij de overeenkomst vermeld in artikel 42 met de kandidaat-adoptanten.

Als de adoptiedienst de voortzetting van het adoptieproject weigert, biedt hij de kandidaat-adoptanten een gesprek aan waarin hij uitlegt waarom hij dit weigert.

De Regering bepaalt het maximale bedrag dat de kandidaat-adoptanten als bijdrage in de kosten van de adoptiebemiddeling en het psycho-medisch-sociaal onderzoek vermeld in § 3 betalen, alsook hoe die bijdrage in de kosten wordt overgeschreven. § 5 - De adoptiedienst staat ter beschikking van de kandidaat-adoptanten tijdens de verdere procedure en ondersteunt hen tijdens de wachttijd.

Hij heeft in het bijzonder de volgende taken : 1° elk jaar minstens één psycho-medisch-sociaal evaluatiegesprek organiseren;2° zodra een bepaald kind aan de kandidaat-adoptanten kan worden voorgesteld en nadat de ZBGA met dat 'voorstel voor een kind' heeft ingestemd, met de kandidaat-adoptanten een gesprek voeren, waarbij wordt ingegaan op de elementen van het in artikel 25 vermelde 'verslag over het kind';3° de kandidaat-adoptanten, na hun schriftelijke instemming met het voorstel voor een kind, voorbereiden op het opnemen van het kind en veiligstellen dat alle juridische en administratieve maatregelen voor het verblijf van het kind bij de kandidaat-adoptanten vervuld zijn;4° de kandidaat-adoptanten tijdens de procedure voor de familierechtbank adviseren en ondersteunen;5° het in artikel 25 vermelde verslag over het kind, alsook een verslag van het in artikel 56, eerste lid, 2°, vermelde huisbezoek aan de familierechtbank bezorgen. Onderafdeling 3. - Extrafamiliale interlandelijke adoptie

Art. 45.Procedure § 1 - De kandidaat-adoptanten die beschikken over een geschiktheidsvonnis overeenkomstig artikel 1231-1/7 van het Gerechtelijk Wetboek, richten zich voor de bemiddeling bij de adoptie van een kind in het kader van een extrafamiliale interlandelijke adoptie tot een erkende adoptiedienst.

De adoptiedienst organiseert een kosteloos informatiegesprek, waarin hij de kandidaat-adoptanten onder meer een uiteenzetting geeft over zijn taken, zijn algemene werkwijze, zijn werkmethoden, zijn filosofie, de van hen verwachte openheid omtrent het profiel van de kinderen die zouden kunnen worden geadopteerd en over zijn samenwerkingsverbanden in het buitenland.

In het kader van dat gesprek ontvangen de kandidaat-adoptanten: 1° documenten over adoptie in de Staten of deelstaten waarmee de adoptiedienst samenwerkt;2° een ontwerpversie van de overeenkomst vermeld in artikel 42. § 2 - Als de kandidaat-adoptanten de adoptiedienst schriftelijk verzoeken om hun adoptieproject in één of meer bepaalde Staten of deelstaten voort te zetten, onderzoekt de adoptiedienst: 1° of de wettelijke bepalingen vervuld zijn;2° de adoptievoorwaarden van de Staten of deelstaten waarmee hij samenwerkt;3° het geschiktheidsvonnis van de familierechtbank en het advies van het openbaar ministerie vermeld in artikel 1231-1/5 van het Gerechtelijk Wetboek;4° het aantal beschikbare plaatsen op de wachtlijst, rekening houdend met de behoeften van de Staten van herkomst. De adoptiedienst deelt de kandidaat-adoptanten binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek vermeld in het eerste lid, in een met redenen omklede beslissing schriftelijk mee of het verzoek ontvankelijk is of niet. De ZBGA ontvangt een kopie van die beslissing.

Als hun verzoek niet-ontvankelijk is, kunnen kandidaat-adoptanten beroep instellen bij de ZBGA. De ZBGA onderzoekt het dossier en bevestigt de beslissing van de adoptiedienst of maant de adoptiedienst aan om het verzoek ontvankelijk te verklaren. § 3 - Als het verzoek ontvankelijk is, voert de adoptiedienst binnen vier maanden na de beslissing vermeld in § 2, tweede lid, een psycho-medisch-sociaal onderzoek uit dat een gesprek met de kandidaat-adoptanten op hun woonplaats, twee psychologische gesprekken en één medisch onderzoek omvat.

Dat psycho-medisch-sociaal onderzoek heeft betrekking op : 1° de gezondheidstoestand van de kandidaat-adoptanten;2° de psychosociale bekwaamheden van de kandidaat-adoptanten;3° de van de kandidaat-adoptanten verwachte openheid omtrent het profiel van de kinderen die zouden kunnen worden geadopteerd;4° de juridische, psychologische, familiale en relationele gevolgen van het adoptieproject voor het levensproject van de kandidaat-adoptanten en van het te adopteren kind. § 4 - De adoptiedienst deelt de kandidaat-adoptanten binnen een termijn van dertig dagen na het psycho-medisch-sociaal onderzoek in een met redenen omklede beslissing schriftelijk mee of het adoptieproject kan worden voortgezet of niet. De ZBGA ontvangt een kopie van die beslissing.

Als de adoptiedienst de voortzetting van het adoptieproject goedkeurt, zet hij de bemiddeling voort en sluit hij de overeenkomst vermeld in artikel 42 met de kandidaat-adoptanten.

Als de adoptiedienst de voortzetting van het adoptieproject weigert, biedt hij de kandidaat-adoptanten een gesprek aan waarin hij uitlegt waarom hij dit weigert.

De Regering bepaalt het maximale bedrag dat de kandidaat-adoptanten als bijdrage in de kosten van de adoptiebemiddeling en het psycho-medisch-sociaal onderzoek vermeld in § 3 betalen, alsook hoe die bijdrage in de kosten wordt overgeschreven. § 5 - De adoptiedienst staat ter beschikking van de kandidaat-adoptanten tijdens de verdere procedure en ondersteunt hen tijdens de wachttijd.

Hij heeft in het bijzonder de volgende taken : 1° de kandidaat-adoptanten bij de voorbereiding van het adoptiedossier ondersteunen en adviseren;2° de documenten vermeld in artikel 361-2 van het Burgerlijk Wetboek en het verslag over de kandidaat-adoptanten vermeld in artikel 361-2/1 van het Burgerlijk Wetboek met toepassing van artikel 361-3 van het Burgerlijk Wetboek aan de bevoegde buitenlandse autoriteiten bezorgen;3° elk jaar minstens één psycho-medisch-sociaal evaluatiegesprek organiseren;4° de documenten vermeld in artikel 361-3, 2°, of artikel 361-5, 1° en 2°, van het Burgerlijk Wetboek of, in voorkomend geval, gelijkwaardige documenten, dan wel de vrijstelling van indiening ervan overeenkomstig artikel 361-4 van het Burgerlijk Wetboek ontvangen van de bevoegde buitenlandse autoriteit of via de ZBGA;5° zodra een bepaald kind aan de kandidaat-adoptanten kan worden voorgesteld en nadat de ZBGA met dat 'voorstel voor een kind' heeft ingestemd, met de kandidaat-adoptanten een gesprek voeren, waarbij wordt ingegaan op de elementen van het verslag vermeld in artikel 361-3, 2°, of in artikel 361-5, 1°, van het Burgerlijk Wetboek;6° de schriftelijke toestemming van de kandidaat-adoptanten om voor het kind te zorgen met het oog op adoptie, alsook de schriftelijk goedgekeurde beslissing van de ZBGA om het voorgestelde kind aan de kandidaat-adoptanten toe te vertrouwen, aan de bevoegde buitenlandse autoriteit bezorgen;7° de kandidaat-adoptanten voorbereiden op het opnemen van het kind en op hun reis naar de Staat van herkomst van het kind;8° de kandidaat-adoptanten ondersteunen bij hun reis en bij de verdere adoptieprocedure in de Staat van herkomst van het kind, alsook bij de erkenning van de adoptie;9° veiligstellen dat alle juridische en administratieve maatregelen voor het verblijf van het kind bij de kandidaat-adoptanten vervuld zijn. De adoptiedienst informeert de ZBGA over de uitvoering van de taken vermeld in het tweede lid, 2° en 6°.

De adoptiedienst kan overeenkomstig artikel 50, eerste lid, door de ZBGA belast worden met de voortzetting van een adoptiebemiddeling en met de uitvoering van één of meer taken vermeld in de §§ 3 en 5.

Art. 46.Vertalingen Als vertalingen noodzakelijk zijn, worden de daardoor ontstane kosten door de kandidaat-adoptanten gedragen. Afdeling 4. - Adoptiebemiddeling via de ZBGA

Art. 47.Bemiddelingsvoorwaarden De ZBGA kan de adoptiebemiddeling overnemen voor kandidaat-adoptanten die over een geschiktheidsvonnis overeenkomstig artikel 1231-1/7 beschikken en : 1° een kind willen adopteren vanuit een Staat of een deelstaat waarvoor geen enkele erkende adoptiedienst de toestemming tot samenwerking heeft;2° een kind willen adopteren in het kader van een interlandelijke intrafamiliale adoptie.Onder interlandelijke intrafamiliale adoptie wordt verstaan : de adoptie bedoeld in artikel 360-2 van het Burgerlijk Wetboek die betrekking heeft op een verwant kind of een kind dat het dagelijks leven van de toekomstige adoptant deelt of heeft gedeeld, voor zover die adoptie niet onder de artikelen 363-2 en 363-3 van het Burgerlijk Wetboek valt.

De ZBGA kan de adoptiebemiddeling vermeld in het eerste lid, 1°, weigeren, als de Staat van herkomst een Staat is waar een hoog veiligheidsrisico bestaat.

Art. 48.Bemiddelingsgesprek De in artikel 47 vermelde kandidaat-adoptanten richten zich voor een bemiddelingsgesprek tot de ZBGA. Tijdens dat gesprek verstrekken de kandidaat-adoptanten aan de ZBGA de vragenlijst vermeld in artikel 27, § 2, de in het Duits vertaalde wetgeving op het gebied van adoptie van de Staat van herkomst en elk ander document dat informatie over het adoptieproject kan verstrekken.

Art. 49.Onderzoek van het adoptieproject § 1 - Na ontvangst van de documenten vermeld in artikel 48 verzoekt de ZBGA indien nodig om de ondersteuning van elke bevoegde Belgische of buitenlandse autoriteit of organisatie om na te gaan of : 1° de bevoegde buitenlandse autoriteiten het toepasselijke recht en de krachtens het internationaal recht aan het kind toegekende grondrechten eerbiedigen;2° de herkomst, de adopteerbaarheid en het belang van het kind gewaarborgd zijn.Hiertoe verzoekt de ZBGA om de documenten vermeld in artikel 361-3, 2°, of artikel 361-5, 1° en 2°, van het Burgerlijk Wetboek of, in voorkomend geval, gelijkwaardige documenten, dan wel de vrijstelling van indiening ervan overeenkomstig artikel 361-4 van het Burgerlijk Wetboek; 3° het subsidiariteitsbeginsel bepaald in artikel 21 van de Verdrag van 20 november 1989 inzake de Rechten van het Kind en in artikel 4 van het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 wordt nageleefd;4° de Staat van herkomst van het kind het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 of het Verdrag van 19 oktober 1996 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen heeft ondertekend;5° het adoptieproject niet tot ongepast geldelijk voordeel leidt voor de personen die verantwoordelijk zijn voor het kind of voor anderen overeenkomstig artikel 21, d), van het Verdrag van 20 november 1989 inzake de Rechten van het Kind;6° de buitenlandse wetgeving inzake adopties verenigbaar is met de bepalingen van het Belgische recht. § 2 - De ZBGA deelt de beslissing mee aan de kandidaat-adoptanten binnen vier maanden na ontvangst van de in § 1 vermelde documenten en van de door de Regering vastgelegde bijdrage in de kosten, ongeacht of het adoptieproject kan worden voortgezet of niet.

Indien de ZBGA na het verstrijken van de in het eerste lid vermelde termijn van vier maanden onvoldoende informatie heeft ontvangen van de in § 1 vermelde autoriteiten, wordt het adoptieproject opgeschort totdat die informatie is ontvangen. Binnen twee maanden na ontvangst van deze informatie deelt ze haar definitieve beslissing mee aan de kandidaat-adoptanten.

Art. 50.Overeenkomst Als de ZBGA de voortzetting van het adoptieproject goedkeurt, zet zij de adoptiebemiddeling voort of belast ze een erkende adoptiedienst met de voortzetting van de adoptiebemiddeling.

Wanneer de ZBGA de adoptiebemiddeling voortzet, sluit ze een overeenkomst met de kandidaat-adoptanten waarin minstens de nadere regels voor de verdere samenwerking en de bijdrage in de kosten worden vastgelegd.

De Regering legt het model van de overeenkomst vast.

Art. 51.Overzending van documenten Met toepassing van artikel 361-3 van het Burgerlijk Wetboek zendt de ZBGA de volgende documenten over aan de bevoegde buitenlandse autoriteiten : 1° de stukken vermeld in artikel 361-2 van het Burgerlijk Wetboek;2° het verslag over de kandidaat-adoptanten vermeld in artikel 361-2/1 van het Burgerlijk Wetboek;3° de schriftelijke toestemming van de kandidaat-adoptanten om voor het kind te zorgen met het oog op adoptie;4° de schriftelijk goedgekeurde beslissing van de ZBGA om het voorgestelde kind aan de kandidaat-adoptanten toe te vertrouwen.

Art. 52.Vertalingen Als vertalingen noodzakelijk zijn, worden de daardoor ontstane kosten door de kandidaat-adoptanten gedragen.

Art. 53.Procedure De kandidaat-adoptanten bedoeld in artikel 365-6, § 2, van het Burgerlijk Wetboek waarvoor de federale centrale autoriteit een met redenen omkleed advies inwint bij de ZBGA, vullen de in artikel 27, § 2, vermelde vragenlijst in en betalen aan de ZBGA de door de Regering vastgelegde bijdrage in de kosten. Nadat de ZBGA de bijdrage in de kosten heeft ontvangen, stelt ze het met redenen omkleed advies vermeld in artikel 365-6, § 2, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek op. Afdeling 6. - Interlandelijke adoptie van kinderen die hun gewone

verblijfplaats in België hebben

Art. 54.Procedure § 1 - Overeenkomstig artikel 362-1 van het Burgerlijk Wetboek ontvangt de ZBGA van de federale centrale autoriteit een verslag over één of meer in het buitenland wonende personen die een kind willen adopteren dat zijn gewone verblijfplaats in België heeft.

Als een kind in aanmerking komt voor adoptie, bezorgt de ZBGA de gegevens over het kind overeenkomstig artikel 1231-34 van het Gerechtelijk Wetboek aan de federale centrale autoriteit. § 2 - In opdracht van de familierechtbank voert de ZBGA het in artikel 40 vermelde maatschappelijk onderzoek naar de adopteerbaarheid van het kind uit. § 3 - Als de ZBGA van de federale centrale autoriteit het vonnis over de adopteerbaarheid van het kind ontvangt, zendt ze de volgende documenten aan de bevoegde buitenlandse autoriteiten: 1° de met redenen omklede beslissing om de adoptieprocedure voort te zetten;2° het vonnis over de adopteerbaarheid;3° het verslag over het kind vermeld in artikel 362-3, 4°, van het Burgerlijk Wetboek. Afdeling 7. - Adoptiebegeleiding en nazorg

Art. 55.Adoptiebegeleiding De ZBGA : 1° biedt op verzoek van de adoptanten, de geadopteerden en de biologische ouders begeleiding en ondersteuning aan;2° biedt de adoptanten en de geadopteerden regelmatig bijeenkomsten rond adoptie aan;3° staat ter beschikking van de geadopteerden bij vragen over hun identiteit of herkomst. De ZBGA kan de taken vermeld in het eerste lid geheel of gedeeltelijk overdragen aan een erkende adoptiedienst.

Onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden kan de uitvoering van de adoptiebegeleiding geheel of gedeeltelijk aan derden worden overgedragen.

De Regering bepaalt welk bedrag de kandidaat-adoptanten betalen als bijdrage in de kosten van de adoptiebegeleiding, alsook de manier waarop die kostenbijdrage wordt overgeschreven.

Art. 56.- Nazorg De ZBGA biedt nazorg aan het kind en aan de adoptanten. Die nazorg omvat minstens : 1° een eerste contact binnen 15 dagen na de aankomst van het kind in het gezin;2° een eerste bezoek thuis bij de adoptanten binnen drie maanden na de aankomst van het kind in het gezin;3° een tweede bezoek thuis in het jaar van aankomst van het kind, een jaarlijkse ontmoeting tot de adoptie definitief afgesloten is en een ontmoeting in het jaar waarin de adoptie wordt afgesloten;4° de nazorg die vereist wordt door de bevoegde autoriteiten van de Staat van herkomst. De ZBGA kan de taken vermeld in het eerste lid geheel of gedeeltelijk overdragen aan een erkende adoptiedienst.

Onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden kan de uitvoering van de nazorg geheel of gedeeltelijk aan derden worden overgedragen.

De Regering bepaalt welk bedrag de kandidaat-adoptanten betalen als bijdrage in de kosten van de nazorg, alsook de manier waarop die kostenbijdrage wordt overgeschreven. HOOFDSTUK 6. - Samenwerking, vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens

Art. 57.Samenwerking Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de ZBGA, de adoptiediensten en alle natuurlijke personen of rechtspersonen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, verplicht tot samenwerking.

De ZBGA en de adoptiediensten die met de adoptie van een kind worden belast, stellen elkaar in kennis van de maatregelen die reeds zijn genomen in het kader van de taken die hun bij dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn opgelegd.

De samenwerking geschiedt met inachtneming van de bevoegdheidsverdeling en taakverdeling.

Art. 58.Vertrouwelijkheid Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moeten de ZBGA, de adoptiediensten en alle natuurlijke personen of rechtspersonen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, de gegevens die hun in de uitoefening van hun opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen.

Art. 59.Verwerking van persoonsgegevens § 1 - Het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en de adoptiediensten verwerken persoonsgegevens uitsluitend met het oog op de uitvoering van de opdrachten die in dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan zijn bepaald.

In dat verband wijzen het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en de adoptiediensten hun medewerkers en externe adviseurs op hun plichten inzake informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens. § 2 - In het kader van de uitvoering van artikel 24, §§ 2 en 3, artikel 25, § 1, artikel 27, § 2, artikel 28, tweede lid, artikel 34, tweede lid, artikel 35, eerste lid, artikel 36, § 1, eerste lid, artikel 37, eerste lid, artikel 38, eerste lid, en artikel 40, § 1, eerste lid, is het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - waar de ZBGA gevestigd is - verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Bij de uitvoering van de artikelen 44 en 45 zijn de adoptiediensten verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

In het kader van de uitvoering van artikel 24, § 4, artikel 25, § 2, en artikel 50, eerste lid, zijn het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - waar de ZBGA gevestigd is - en de adoptiediensten samen verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van artikel 26, punt 1, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en leggen ze hun verplichtingen overeenkomstig artikel 26, punt 1 en 2, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming vast in een overeenkomst. § 3 - In de zin van artikel 4, punt 8, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming verwerken de volgende natuurlijke personen of rechtspersonen in opdracht van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - waar de ZBGA gevestigd is - persoonsgegevens: 1° de gespecialiseerde instellingen vermeld in artikel 23, § 1, tweede lid;2° de derden vermeld in artikel 31, tweede lid, artikel 55, derde lid, en artikel 56, derde lid;3° de psychologen vermeld in artikel 35, tweede lid;4° de per prestatie vergoede deskundigen vermeld in artikel 35, derde lid, artikel 36, § 1, tweede lid, artikel 37, tweede lid, en artikel 38, tweede lid;5° de diensten vermeld in artikel 36, § 2, eerste lid, en artikel 40, § 2, eerste lid. De natuurlijke personen of rechtspersonen vermeld in het eerste lid verwerken uitsluitend in opdracht van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - waar de ZBGA gevestigd is - persoonsgegevens in het kader van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan.

Art. 60.Gegevenscategorieën Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - waar de ZBGA gevestigd is - en de adoptiediensten kunnen, binnen hun verantwoordelijkheid vermeld in artikel 59, alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën die betrekking hebben op de kandidaat-adoptanten, de adoptiegezinnen, de geadopteerden en de biologische ouders verwerken: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens;2° gegevens inzake einddiploma en opleiding;3° gegevens over de talenkennis;4° gegevens over de gezinssituatie;5° gegevens over de sociale en financiële situatie;6° gegevens over de vrijetijdsbesteding;7° gegevens over de bekwaamheden en interesses;8° medische en psychologische gegevens;9° gevoelige gegevens als bedoeld in artikel 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;10° justitiële gegevens als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;11° gegevens inzake levensbeschouwelijke of religieuze overtuiging. In opdracht van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - waar de ZBGA gevestigd is - kunnen de natuurlijke personen of rechtspersonen vermeld in artikel 59, § 3, eerste lid, alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens vermeld in het eerste lid verwerken.

De Regering preciseert de gegevenscategorieën vermeld in het eerste lid na een voorafgaand advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Art. 61.Duur van de gegevensverwerking § 1 - Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere bewaringstermijn voorzien, worden de gegevens gedurende tien jaar - te rekenen vanaf de datum waarop ze zijn verzameld - verwerkt en bewaard.

Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd. § 2 - In afwijking van § 1 bewaren het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - waar de ZBGA gevestigd is - en de adoptiediensten de gegevens over de herkomst van de geadopteerde - in het bijzonder de gegevens over de identiteit van de ouders en de gegevens over de medische voorgeschiedenis van de geadopteerde en zijn familie die noodzakelijk zijn voor de monitoring van zijn gezondheidstoestand - gedurende honderd jaar, te rekenen vanaf de geboorte van de geadopteerde. HOOFDSTUK 7. - Recht op toegang tot informatie over de herkomst

Art. 62.Recht van toegang Binnen de perken van de wettelijke vereisten en met toepassing van artikel 368-6 en artikel 368-7 van het Burgerlijk Wetboek waarborgen de ZBGA en de erkende adoptiediensten de toegang van de geadopteerde of van diens wettelijke vertegenwoordiger of - als de geadopteerde overleden is - van diens nakomelingen tot de dossiers die in hun bezit zijn.

Als de geadopteerde jonger is dan 18 jaar, waarborgen de ZBGA en de erkende adoptiediensten een professionele begeleiding van de geadopteerde.

Als de geadopteerde ouder is dan 18 jaar, bieden de ZBGA en de erkende adoptiediensten hem een professionele begeleiding aan.

De overeenkomstig het eerste lid meegedeelde inlichtingen hebben betrekking op de geadopteerde.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de raadpleging van de dossiers vermeld in het eerste lid. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 63.Wijzigingsbepaling In artikel 6bis van het decreet van 9 mei 1988 betreffende het Fonds voor bijzondere hulp aan kinderen en jongeren worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, tweede lid, 4°, wordt vervangen als volgt: "4° de ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33, § 1, artikel 35, vierde lid, artikel 49, § 2, eerste lid, artikel 50, tweede lid, artikel 53, artikel 55, vierde lid, en artikel 56, vierde lid, van het decreet van 27 april 2020 betreffende de adoptie van kinderen." 2° § 2, 2°, wordt vervangen als volgt : "2° de overname van kosten die ontstaan in het kader van artikel 5, tweede lid, van het decreet van 27 april 2020 betreffende de adoptie van kinderen;" 3° § 3, 2°, wordt vervangen als volgt : "3° de overname van bijzondere uitgaven en uitgaven voor cultuur, sport en schoolse activiteiten die goedgekeurd werden met toepassing van de artikelen 44, 46 en 48 van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming;" 4° in § 3, tweede lid, worden de woorden "onder § 2, 2° en 3°" vervangen door de woorden "in § 2, 2°, 3° en 4°".

Art. 64.Opheffingsbepaling Het decreet van 21 december 2005 betreffende de adoptie, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 24 februari 2014, wordt opgeheven.

Art. 65.Overgangsbepaling Voor kandidaat-adoptanten die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet de voorbereiding op de adoptie reeds aangevat hebben, wordt de voorbereiding op adoptie voortgezet overeenkomstig de bepalingen die vóór de inwerkingtreding van dit decreet van kracht waren.

Art. 66.Inwerkingtreding Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 27 april 2020.

O. PAASCH De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, A. ANTONIADIS De Viceminister-President, de Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, I. WEYKMANS De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media, H. MOLLERS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Zitting 2019-2020 Parlementaire stukken: 51 (2019-2020) Nr. 1 Ontwerp van decreet 51 (2019-2020) Nr. 2 Voorstel tot wijziging 51 (2019-2020) Nr. 3 Verslag 51 (2019-2020) Nr. 4 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 27 april 2020 - Nr. 11 Bespreking en aanneming

^