Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 juni 2011
gepubliceerd op 01 september 2011

Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs en opleiding 2011

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2011204402
pub.
01/09/2011
prom.
27/06/2011
ELI
eli/decreet/2011/06/27/2011204402/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 JUNI 2011. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs en opleiding 2011


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen

Artikel 1.Artikel 6, G, a), van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009, wordt aangevuld met de bepalingen 1.1, 1.2, 2.1, 9.1 en 13.1, luidende : - "1.1. leerkracht voor begeleidende gitaar"; - "1.2. leerkracht voor koorgezang"; - "2.1. leerkracht voor fagot"; - "9.1. leerkracht voor keyboard"; - "13.1. leerkracht voor contrabas".

Art. 2 - Artikel 7, b), van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een bepaling onder 11bis, luidende : "11bis. school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek in een gespecialiseerde basis- en secundaire school;" HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 3.Artikel 16, eerste lid, 7°, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs;"

Art. 4.In artikel 17, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, worden de bepalingen onder 1° en 2°, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, vervangen als volgt : "1° hij vervult de voorwaarden vermeld in artikel 16, eerste lid, met uitzondering van de bepaling onder 7°; hij vervult de voorwaarden vermeld in artikel 16, eerste lid, met uitzondering van de bepaling onder 7°; 2° hij voldoet aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet."

Art. 5.Artikel 39, eerste lid, 7°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;"

Art. 6.In artikel 60 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "een der hiertoe opgerichte commissies" vervangen door de woorden "de hiertoe opgerichte commissie".

Art. 7.Artikel 61 van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.

Art. 8.Artikel 62 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 62.De commissie vermeld in artikel 60 bestaat uit : 1° een voorzitter, uitgekozen onder de personeelsleden van niveau I van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap die in actieve dienst of in ruste zijn;2° drie leden die uitgekozen worden onder de personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap; 3° drie leden die voorgedragen worden door de representatieve vakorganisaties van het gemeenschapsonderwijs."

Art. 9.In artikel 83, eerste lid, 1°, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "vast titularis" vervangen door de woorden "tijdelijk aangesteld of vastbenoemd personeelslid" en worden de woorden "dat in verhouding staat tot" vervangen door de woorden "dat verband houdt met".

Art. 10.Artikel 86 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 86.De personeelsleden die hun kandidatuur voor een selectieambt hebben ingediend, worden door een commissie gerangschikt op basis van hun verdiensten.

De commissie bestaat uit : 1° een voorzitter, uitgekozen onder de personeelsleden van niveau I van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor het onderwijspersoneel;2° drie leden die uitgekozen worden onder de personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap; 3° drie leden die uitgekozen worden onder de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het gemeenschapsonderwijs die titularis zijn van een selectie- of bevorderingsambt."

Art. 11.Hoofdstuk VII van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met een artikel 91bis/1, luidende : " Art. 91bis /1. De school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school wordt bezoldigd overeenkomstig artikel 91decies."

Art. 12.Artikel 91octies, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met de bepalingen onder j) tot l), luidende : "j) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid; k) verlof om dringende familiale redenen; l) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." De bepaling onder 2° van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 13.Artikel 91nonies, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van het departementshoofd beëindigd wordt of indien het departementshoofd zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 91octies vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 91quater, eerste lid, vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 3°."

Art. 14.In artikel 121quinquies, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007 en gewijzigd bij de decreten van 21 april 2008 en 11 mei 2009, worden de woorden "de kandidaten" vervangen door de woorden "de geschikte kandidaten". "

Art. 15.Artikel 121septies, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007 en gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met de bepalingen onder j) tot l), luidende : "j) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid; k) verlof om dringende familiale redenen; l) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." De bepaling onder 2° van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 16.Artikel 121octies, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007 en gewijzigd bij de decreten van 11 mei 2009 en 28 juni 2010, wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van het schoolhoofd beëindigd wordt of indien het schoolhoofd zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 121septies vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 121ter, eerste lid, vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 3°."

Art. 17.In artikel 129, § 3, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, worden de woorden "Behalve in geval van strafvervolging stuurt de kamer van beroep" vervangen door de woorden "De raad van beroep stuurt".

Art. 18.Artikel 130 van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "

Art. 130.In geval van strafvervolging kan de tuchtprocedure voortgezet worden, indien de Regering een met redenen omklede beslissing in die zin neemt.

De tuchtstraf wordt door de Regering bekrachtigd, ingetrokken of aangepast binnen zes maanden na de dag waarop een rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden."

Art. 19.Artikel 165, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : "§ 2. § 1 is niet van toepassing wanneer het personeelslid : 1° ter beschikking gesteld wordt of werd wegens bijzondere opdracht;2° vóór de leeftijd van zestig jaar gebruik heeft gemaakt van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat, vermeld in artikel 10bis van het koninklijk besluit nr.297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra."

Art. 20.Artikel 169bis van hetzelfde koninklijk besluit, hersteld bij het decreet van 25 mei 2009 en gewijzigd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : "In afwijking van het eerste lid is artikel 16, eerste lid, 5°, d), van toepassing op de voorrangsregeling vermeld in artikel 17." HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de wervingsambten waarvan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel en het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen titularis moeten zijn om in een selectieambt te kunnen worden benoemd

Art. 21.De tabel van artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de wervingsambten waarvan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel en het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen titularis moeten zijn om in een selectieambt te kunnen worden benoemd, wordt aangevuld met de volgende regel :

"school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek in een gespecialiseerde basis- en secundaire school

Alle wervingsambten in alle categorieën

Een van de bekwaamheidsbewijzen bepaald in artikel 14, 8°, van hetzelfde koninklijk besluit van 22 april 1969"


HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap

Art. 22.Artikel 4, § 1, eerste lid, 7°, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs;"

Art. 23.In artikel 5, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, worden de bepalingen onder 1° en 2°, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, vervangen als volgt : "1° hij vervult de voorwaarden vermeld in artikel 4, eerste lid, met uitzondering van de bepaling onder 7°; 2° hij voldoet aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet."

Art. 24.Artikel 22sexies, eerste lid, 7°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;" "

Art. 25.Artikel 46, § 2, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1984, wordt vervangen als volgt : "§ 2. § 1, eerste lid, is niet van toepassing wanneer het personeelslid : 1° ter beschikking gesteld wordt of werd wegens bijzondere opdracht;2° vóór de leeftijd van zestig jaar gebruik heeft gemaakt van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat, vermeld in artikel 10bis van het koninklijk besluit nr.297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra."

Art. 26.Artikel 49.1. van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 25 mei 2009 en gewijzigd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : "In afwijking van het eerste lid is artikel 4, eerste lid, 5°, d), van toepassing op de voorrangsregeling vermeld in artikel 5." HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1977 tot vaststelling van de regelen en de voorwaarden voor de berekening van het aantal betrekkingen in sommige ambten van het opvoedend hulppersoneel en van het administratief personeel van de inrichtingen voor secundair onderwijs en voor hoger onderwijs, met uitzondering van het universitair onderwijs

Art. 27.In artikel 3, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 15 april 1977 tot vaststelling van de regelen en de voorwaarden voor de berekening van het aantal betrekkingen in sommige ambten van het opvoedend hulppersoneel en van het administratief personeel van de inrichtingen voor secundair onderwijs en voor hoger onderwijs, met uitzondering van het universitair onderwijs, vervangen bij het decreet van 29 juni 1998, wordt het cijfer "320" vervangen door het cijfer "280"." HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de vormingscentra en van de inspectiedienst belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra

Art. 28.Artikel 12, eerste lid, 7°, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de inspectiedienst belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs;"

Art. 29.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, worden de bepalingen onder 1° en 2°, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, vervangen als volgt : "1° hij vervult de voorwaarden vermeld in artikel 12, eerste lid, met uitzondering van de bepaling onder 7°; 2° hij voldoet aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet."

Art. 30.Artikel 30, eerste lid, 7°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;"

Art. 31.Artikel 175 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : "Het eerste lid is niet van toepassing wanneer het personeelslid : 1° ter beschikking gesteld wordt of werd wegens bijzondere opdracht;2° vóór de leeftijd van zestig jaar gebruik heeft gemaakt van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat, vermeld in artikel 10bis van het koninklijk besluit nr.297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra." HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra

Art. 32.In artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, ingevoegd bij het decreet van 6 juni 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "§ 1.De Regering kan de in artikel 7 bedoelde personeelsleden die in actieve dienst zijn of wegens ziekte ter beschikking gesteld zijn en een wervings- of selectieambt bekleden, vóór de oppensioenstelling een gedeeltelijke terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden toekennen, indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° zij bereiken uiterlijk op 31 augustus van het betrokken jaar de leeftijd van ten minste vijfenvijftig jaar en hebben de volle leeftijd van 60 jaar nog niet bereikt;2° zij hebben ten minste twintig jaar dienstactiviteit. De personeelsleden die met toepassing van het eerste lid ter beschikking gesteld zijn, kunnen die stand tot hun vijfenzestigste levensjaar behouden." 2° De eerste zin van § 4 wordt vervangen als volgt : "De terbeschikkingstelling is onomkeerbaar en wordt toegekend tot op de dag waarop het personeelslid aanspraak kan maken op een rustpensioen." HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het decreet van 29 februari 1988 betreffende de beroepsopleiding van de personen die in de landbouw werkzaam zijn

Art. 33.In artikel 5 van het decreet van 29 februari 1988 betreffende de beroepsopleiding van de personen die in de landbouw werkzaam zijn worden de woorden "Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door het woord "Regering".

Art. 34.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door de woorden "Regering, na advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's".

Art. 35.In artikel 10 van hetzelfde decreet worden de woorden "Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door het woord "Regering".

Art. 36.In de eerste zin van artikel 12, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door het woord "Regering".

De tweede zin van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "De Regering keurt het programma goed na advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s." In het derde lid van hetzelfde artikel worden de woorden "Executieve" vervangen door het woord "Regering".

Art. 37.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door het woord "Regering".

Art. 38.In artikel 14, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "bij de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door de woorden "bij het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s".

In § 2 van hetzelfde artikel worden de woorden "De Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door de woorden "Het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s".

Art. 39.In artikel 15 van hetzelfde decreet worden de woorden "De Executieve van de Duitstalige Gemeenschap" vervangen door de woorden "Het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s". HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I

Art. 40.Artikel 8 van het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I wordt aangevuld met een § 3, luidende : "§ 3. Het lestijdenpakket dat overeenkomstig § 2 wordt berekend, is beschikbaar van 1 oktober van het lopende schooljaar tot 30 september van het daaropvolgende schooljaar.

In afwijking van het eerste lid kan de inrichtende macht reeds vanaf de eerste dag van het schooljaar aanvullende cursussen godsdienst of niet-confessionele zedenleer organiseren; ze moet de cursussen die op grond van de gemaakte berekening op 1 oktober niet meer ter beschikking staan, echter ten laste nemen.

Zodra een leerling zich in een school laat inschrijven waar geen door hem gekozen cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer georganiseerd, resp. gesubsidieerd wordt voor het studiejaar of de graad waarvoor hij zich heeft laten inschrijven, worden twee lestijden godsdienst of niet-confessionele zedenleer voor hem georganiseerd, resp. gesubsidieerd.

Indien er in de loop van een schooljaar geen leerling van een bepaald studiejaar of een bepaalde graad meer is die de cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer volgt, dan wordt de cursus in dat studiejaar of in die graad slechts tot de laatste dag van de maand waarin de laatste leerling met het bezoek van de cursus ophoudt, georganiseerd, resp. gesubsidieerd." HOOFDSTUK 1 0. - Wijziging van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s

Art. 41.In artikel 16, 14°, vierde streepje, van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s wordt het punt op het einde van de zin vervangen door een puntkomma.

Hetzelfde artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 15°, luidende : "15° te zorgen voor de beroepsopleiding en -bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn overeenkomstig het decreet van 29 februari 1988 betreffende de beroepsopleiding van de personen die in de landbouw werkzaam zijn."

Art. 42.In artikel 17, § 1, eerste lid, vierde streepje, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2000, wordt de punt vervangen door een puntkomma.

Hetzelfde lid wordt aangevuld met een vijfde en zesde streepje, luidende : "- één vertegenwoordiger van de centra voor landbouwkundige opleiding en bijscholing van categorie A die erkend zijn overeenkomstig de artikelen 6 en 7, § 1, van het decreet van 29 februari 1988 betreffende de beroepsopleiding van de personen die in de landbouw werkzaam zijn; - één vertegenwoordiger van de Duitstalige Jeugdraad." HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van het decreet van 18 april 1994 betreffende de inrichting van een examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het secundair onderwijs en de organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie

Art. 43.In artikel 4 van het decreet van 18 april 1994 betreffende de inrichting van een examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het secundair onderwijs en de organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie, vervangen bij het decreet van 29 juni 1998, worden de woorden "leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair onderwijs, van het hoger onderwijs alsmede van de voortgezette schoolopleiding of" opgeheven.

Art. 44.Artikel 5, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 29 juni 1998, wordt vervangen als volgt : "De Regering wijst de examinators en plaatsvervangende examinators aan onder de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair onderwijs, van het hoger onderwijs en van de voortgezette schoolopleiding. Ook de gepensioneerde leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel worden hier als leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel beschouwd." In hetzelfde artikel wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende : "In afwijking van het eerste lid kan de Regering, voor de uitreiking van het getuigschrift van het hoger secundair beroepsonderwijs, examinators en plaatsvervangende examinators aanwijzen onder de leden van de opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand." Het vierde lid van hetzelfde artikel wordt opgeheven.

Art. 45.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "Alle ambten vermeld in de artikelen 3 tot 5 worden toegekend voor een termijn van zes jaar en zijn verlengbaar."

Art. 46.In artikel 21 van hetzelfde decreet wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende : "In afwijking van het tweede lid zijn de examens van de kandidaten die overeenkomstig artikel 13.1, § 1, van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s voorbereid werden door een erkend centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s, gebaseerd op de leerstof die door de regering is bepaald."

Art. 47.Artikel 24 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "Alle examens worden beoordeeld door ten minste twee examinators. In elk geval wordt slechts een gezamenlijk cijfer toegekend." HOOFDSTUK 1 2. - Wijziging van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen

Art. 48.Artikel 34, tweede lid, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, vervangen bij het decreet van 28 juni 2010, wordt vervangen als volgt : "In de eerste graad van het lager en het secundair onderwijs mag deze keuze gewijzigd worden tot op de laatste werkdag vóór het begin van elk schooljaar. In de tweede en de derde graad van het lager en het secundair onderwijs mag deze keuze gewijzigd worden tot op de laatste werkdag vóór het begin van elke graad. Met 'eerste graad' worden het eerste en het tweede studiejaar bedoeld, met 'tweede graad' het derde en het vierde studiejaar en met 'derde graad' het vijfde en het zesde en eventueel het zevende studiejaar."

Art. 49.Artikel 44, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende zin : "Schoolvakantiedagen worden niet als kalenderdagen beschouwd."

Art. 50.Artikel 96.1, 4°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt vervangen als volgt : "4° het opmaken van de wekelijkse en jaarlijkse uurroosters, de organisatie van het toezicht en de vervangingen evenals andere administratieve taken;" HOOFDSTUK 1 3. - Wijziging van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum

Art. 51.Artikel 33, eerste lid, 7°, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs."

Art. 52.Artikel 35, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt : "1° hij vervult de voorwaarden vermeld in artikel 33, eerste lid, met uitzondering van die vermeld in de bepaling onder 7°;" Hetzelfde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 2.1, luidende : "2.1. hij voldoet aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet."

Art. 53.Artikel 49, § 1, eerste lid, 6°, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "6° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;"

Art. 54.In artikel 55, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de bepalingen onder 1° en 2°, gewijzigd bij de decreten van 21 april 2008 en 23 juni 2008, vervangen als volgt : "1° worden enkel in aanmerking genomen de diensten die tot 30 april van het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend in hoofdambt gepresteerd zijn, voor zover de kandidaat houder is van de overeenkomstige bekwaamheidsbewijzen bedoeld in artikel 33, eerste lid, 5°, die door de Regering worden bepaald; 2° bestaat het aantal dagen gepresteerd als tijdelijk personeelslid of als gesubsidieerd contractueel personeelslid in een ambt met volledige prestaties uit alle dagen die gepresteerd zijn vanaf het begin tot het einde van de ononderbroken periode van actieve dienst, met inbegrip van het ontspanningsverlof, de kerst- en paasvakantie, het bevallingsverlof, het voorbehoedend verlof, de periode tijdens welke het personeelslid van elk werk wordt vrijgesteld in het kader van de moederschapsbescherming of van de bedreiging door een beroepsziekte, het verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij, het verlof voor persoonlijke omstandigheden of de overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen toegekende uitzonderlijke verloven, indien ze in deze periode vallen.Dit aantal dagen wordt met 1,2 vermenigvuldigd, behalve voor het berekenen van de dienstanciënniteit van het technisch personeel van de PMS-centra en van het administratief personeel van de onderwijsinrichtingen.

Uitgesloten van deze vermenigvuldiging zijn de dienstdagen die gepresteerd worden door een personeelslid aangesteld voor een doorlopende duur en die betrekking hebben op een volledig schooljaar." Dezelfde paragraaf wordt aangevuld met een nieuw tweede lid, luidende : "De dagen gepresteerd als definitief personeelslid in een ambt met volledige prestaties worden opgeteld van het begin tot het einde van een ononderbroken periode van actieve dienst, met inbegrip van de zomervakanties."

Art. 55.Artikel 62bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009, wordt vernummerd tot artikel 62.1.

Art. 56.Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2009, wordt aangevuld met een artikel 62.1.1., luidende : "Art. 62.1.1. De school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school wordt bezoldigd overeenkomstig artikel 62.9."

Art. 57.Artikel 62.7, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met de bepalingen onder j) tot l), luidende : "j) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid; k) verlof om dringende familiale redenen; l) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." De bepaling onder 2° van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 58.Artikel 62.8, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van het departementshoofd beëindigd wordt of indien het departementshoofd zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 62.7 vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 62.3, eerste lid, vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld onder 3°."

Art. 59.Artikel 69.6, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007 en gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met de bepalingen onder j) tot l), luidende : "j) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid; k) verlof om dringende familiale redenen; l) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." De bepaling onder 2° van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 60.Artikel 69.7 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007 en gewijzigd bij de decreten van 11 mei 2009 en 28 juni 2010, wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van het inrichtingshoofd beëindigd wordt of indien het inrichtingshoofd zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 69.6 vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 69.2, eerste lid, vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 3°."

Art. 61.Artikel 77 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een § 4, luidende : "§ 4. § 3 is niet van toepassing wanneer het personeelslid vóór de leeftijd van 60 jaar gebruik heeft gemaakt van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat, vermeld in artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra."

Art. 62.Artikel 87 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 87.In geval van strafvervolging kan de tuchtprocedure voortgezet worden, indien de inrichtende macht een met redenen omklede beslissing in die zin neemt.

De tuchtstraf wordt door de inrichtende macht bekrachtigd, ingetrokken of aangepast binnen zes maanden na de dag waarop een rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden."

Art. 63.Artikel 119.1. van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 mei 2009 en gewijzigd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : "In afwijking van het eerste lid is artikel 33, eerste lid, 5°, d), van toepassing op de voorrangsregeling vermeld in artikel 35." HOOFDSTUK 1 4. - Wijziging van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs

Art. 64.Artikel 35, § 1, tweede lid, van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs, vervangen bij het decreet van 25 juni 2007, wordt opgeheven.

Het tweede lid van paragraaf 2 van hetzelfde artikel, vervangen bij het decreet van 25 juni 2007, wordt opgeheven.

In paragraaf 3, eerste lid, 3°, van hetzelfde artikel, ingevoegd bij het decreet van 25 mei 2009, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een komma en worden de volgende woorden ingevoegd : "waarbij de leerlingen in dat geval, voor de berekening van de norm, alleen in aanmerking worden genomen voor de dichtstbijgelegen school naar vrije keuze."

Art. 65.In artikel 42, § 1, derde lid, gewijzigd bij het decreet van 6 juni 2005, wordt het cijfer "141" vervangen door het cijfer "125".

Art. 66.Artikel 36, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 juni 2007, wordt vervangen als volgt : "De berekening wordt gebaseerd op de regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die tijdens de maand september gedurende ten minste vijf schooldagen, ten belope van halve dagen, aanwezig waren." Paragraaf 2, derde lid, van hetzelfde artikel, vervangen bij het decreet van 25 juni 2007, wordt vervangen als volgt : "De berekening wordt gebaseerd op de regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die tot op de laatste schooldag van de maand september ten minste tien schooldagen, ten belope van halve dagen, aanwezig waren." Hetzelfde artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2.1, luidende : "§ 2.1. Voor het minimumaantal leerlingen bedoeld in § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, wordt rekening gehouden met de leerlingen in het kleuteronderwijs die sinds ten minste drie maanden hun woonplaats hebben in een van de volgende gemeenten van het Duitse taalgebied : 1° in de gemeente waar de betrokken school zich bevindt of 2° in een andere gemeente wanneer in die gemeente geen school naar vrije keuze bestaat overeenkomstig artikel 24 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, of 3° in een andere gemeente, wanneer er in die gemeente wel een school is, maar niet de dichtstbijgelegen school naar vrije keuze overeenkomstig artikel 24 van hetzelfde decreet van 31 augustus 1998, waarbij de leerlingen in dat geval, voor de berekening van de norm, alleen in aanmerking worden genomen voor de dichtstbijgelegen school naar vrije keuze. De duur van drie maanden vermeld in het eerste lid kan worden ingekort, indien de leerling in het kleuteronderwijs ten laatste op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar zijn woonplaats heeft in één van de in het eerste lid vermelde gemeenten en één van zijn ouders aan één van de volgende voorwaarden voldoet : 1° sinds ten minste twaalf maanden een aanvraag om bouwvergunning bij het gemeentebestuur hebben ingediend om een eigen huis in de betrokken gemeente te bouwen; 2° het bewijs leveren dat hij/zij een eigen huis in de betrokken gemeente bezit." In paragraaf 3 van hetzelfde artikel, vervangen bij het decreet van 25 juni 2007, worden de woorden "§ 1, tweede lid, en § 2, derde lid," vervangen door de woorden "§ 2.1, eerste lid,". "

Art. 67.In artikel 55 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 22 oktober 2000, worden de woorden äde laatste schooldag van de maand januari" vervangen door de woorden "de vijfde schooldag in de maand februari" en worden de woorden "de maand januari" vervangen door de woorden "de maanden januari en februari".

Art. 68.In artikel 56, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, wordt het cijfer "26" vervangen door het cijfer "20". HOOFDSTUK 1 5. - Wijziging van het decreet van 24 maart 2003 houdende oprichting van de pedagogische inspectie-begeleiding voor het onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap en tot vastlegging van de opdrachten ervan

Art. 69.Artikel 4, 4°, van het decreet van 24 maart 2003 houdende oprichting van de pedagogische inspectie-begeleiding voor het onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap en tot vastlegging van de opdrachten ervan wordt vervangen als volgt : "4° ze gaat na of de voorgeschreven ontwikkelingsdoelen of de voorgeschreven competenties die in de referentiekaders beschreven zijn, bereikt zijn;" HOOFDSTUK 1 6. - Wijziging van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra

Art. 70.Artikel 20, § 1, eerste lid, 7°, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs."

Art. 71.Artikel 22, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet, welk artikel laatstelijk gewijzigd is bij het decreet van 25 mei 2009, wordt vervangen als volgt : "2° hij vervult de voorwaarden vermeld in artikel 20, § 1, eerste lid, met uitzondering van die vermeld in 7°;" Hetzelfde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 2.1, luidende : "2.1. hij voldoet aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;"

Art. 72.Artikel 37, eerste lid, 6°, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "6° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;"

Art. 73.Artikel 48, § 1, eerste lid, 1° en 2°, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "1° worden enkel in aanmerking genomen de diensten die tot 30 april van het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend in hoofdambt gepresteerd zijn, voor zover de kandidaat houder is van de overeenkomstige bekwaamheidsbewijzen bedoeld in artikel 20, § 1, eerste lid, 5°; 2° bestaat het aantal dagen gepresteerd als tijdelijk personeelslid of als gesubsidieerd contractueel personeelslid in een ambt met volledige prestaties uit alle dagen die gepresteerd zijn vanaf het begin tot het einde van de ononderbroken periode van actieve dienst, met inbegrip van het ontspanningsverlof, de kerst- en paasvakantie, het bevallingsverlof, het voorbehoedend verlof, de periode tijdens welke het personeelslid van elk werk wordt vrijgesteld in het kader van de moederschapsbescherming of van de bedreiging door een beroepsziekte, het verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij, het verlof voor persoonlijke omstandigheden of de overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen toegekende uitzonderlijke verloven, indien ze in deze periode vallen.Dit aantal dagen wordt met 1,2 vermenigvuldigd, behalve voor het berekenen van de dienstanciënniteit van het technisch personeel van de PMS-centra en van het administratief personeel van de onderwijsinrichtingen.

Uitgesloten van deze vermenigvuldiging zijn de dienstdagen die gepresteerd worden door een personeelslid aangesteld voor een doorlopende duur en die betrekking hebben op een volledig schooljaar."

Art. 74.Artikel 56.6, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009, wordt aangevuld met de bepalingen onder h) tot k), luidende : "h) voltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat; "i) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid; j) verlof om dringende familiale redenen; k) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." De bepaling onder 2° van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 75.Artikel 56.7, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009, wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van de administratief hoofdsecretaris beëindigd wordt of indien de administratief hoofdsecretaris zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 56.6 vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 56.2, eerste lid, vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 3°."

Art. 76.Artikel 64.6, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009, wordt aangevuld met de bepalingen onder h) tot l), luidende : "h) verlof wegens opdracht in het belang van het onderwijs; i) voltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat;j) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid;k) verlof om dringende familiale redenen; l) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." De bepaling onder 2° van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 77.Artikel 64.7, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 maart 2009, wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van de directeur van de kunstacademie beëindigd wordt of indien de directeur van de kunstacademie zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 64.6 vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 64.2, eerste lid, vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 3°."

Art. 78.Artikel 64.17, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2010, wordt aangevuld met de bepalingen onder j) tot l), luidende : "j) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid; k) verlof om dringende familiale redenen; l) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." De bepaling onder 2° van hetzelfde lid wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 79.Artikel 64.18, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 28 oktober 2010, wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van het inrichtingshoofd beëindigd wordt of indien het inrichtingshoofd zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 64.17 vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 64.13 vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 3°."

Art. 80.Artikel 75 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 april 2008, wordt aangevuld met een § 4, luidende : "§ 4. § 3 is niet van toepassing wanneer het personeelslid vóór de leeftijd van 60 jaar gebruik heeft gemaakt van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat, vermeld in artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra."

Art. 81.Artikel 85 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "

Art. 85.In geval van strafvervolging kan de tuchtprocedure voortgezet worden, indien de inrichtende macht een met redenen omklede beslissing in die zin neemt.

De tuchtstraf wordt door de inrichtende macht bekrachtigd, ingetrokken of aangepast binnen zes maanden na de dag waarop een rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden."

Art. 82.Artikel 111ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 mei 2009 en gewijzigd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : "In afwijking van het eerste lid is artikel 20, § 1, eerste lid, 5°, d), van toepassing op de voorrangsregeling vermeld in artikel 22." HOOFDSTUK 1 7. - Wijziging van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs

Art. 83.Artikel 6 van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met de paragrafen 1.1 en 1.2, luidende : "§ 1.1. In afwijking van § 1, eerste lid, kan de Regering, in het kader van een proefproject, een inrichtende macht toestaan om de activiteiten in de vreemde taal - hetzij in al haar vestigingen of taalafdelingen, hetzij in een aantal daarvan, hetzij in bepaalde klassen - op te trekken tot 350 minuten per week, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° de pedagogische inspectie-begeleiding heeft een positief advies gegeven over het pedagogische concept;2° de school laat zich begeleiden en adviseren door de pedagogische inspectie-begeleiding;3° de pedagogische inspectie-begeleiding evalueert het project op het einde van elk schooljaar. De beslissing geldt telkens voor drie schooljaren. "§ 1.2. In afwijking van § 1, eerste lid, kan de Regering, in het kader van een proefproject, een inrichtende macht toestaan om de activiteiten in de vreemde taal - hetzij in al haar vestigingen of taalafdelingen, hetzij in een aantal daarvan, hetzij in bepaalde klassen - op te trekken tot 40 % van het lestijdenpakket, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° de pedagogische inspectie-begeleiding heeft een positief advies gegeven over het pedagogische concept;2° het project voorziet in wetenschappelijke begeleiding;3° het project wordt na elk schooljaar en na afloop van de geldigheidsduur van de beslissing vermeld in het derde lid op wetenschappelijke basis geëvalueerd door een externe instelling die niet voor de wetenschappelijke begeleiding zorgt. Het in het eerste lid, 1°, vermelde concept bevat bijzondere stimuleringsmaatregelen voor kleuters die een andere moedertaal dan het Duits of het Frans hebben.

De beslissing geldt telkens voor drie schooljaren."

Art. 84.Artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 april 2008 en 25 mei 2009, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : "Indien het kleuteronderwijs overeenkomstig artikel 6, § 1.1 of § 1.2, activiteiten in een vreemde taal omvat, hebben de kleuteronderwijzers een grondige kennis van die vreemde taal en een voldoende kennis van de onderwijstaal." HOOFDSTUK 1 8. - Wijziging van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool

Art. 85.Artikel 5.15, § 1, eerste lid, 7°, van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool wordt vervangen als volgt : "7° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs;"

Art. 86.Artikel 5.17, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "1° voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 5.15, § 1, eerste lid, met uitzondering van die vermeld in 7°;" In hetzelfde lid, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2010, wordt een bepaling onder 1.1. ingevoegd, luidende : "1.1. hij voldoet aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;"

Art. 87.Artikel 5.31, eerste lid, 6°, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "6° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 19 april 2004 betreffende de taaloverdracht en het gebruik van de talen in het onderwijs, met uitzondering van artikel 25 van hetzelfde decreet;"

Art. 88.In artikel 5.38, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet worden de woorden "worden enkel in aanmerking genomen de tot 30 april van het jaar van de aanvraag bezoldigde diensten die als hoofdambt gepresteerd zijn," vervangen door de woorden "worden alleen de diensten die tot 30 april van het jaar van de aanvraag in hoofdambt gepresteerd zijn, in aanmerking genomen,".

De bepaling onder 2° van hetzelfde lid, gewijzigd bij de decreten van 21 april 2008 en 23 juni 2008, wordt vervangen als volgt : "2° bestaat het aantal dagen gepresteerd als tijdelijk personeelslid of als gesubsidieerd contractueel personeelslid in een ambt met volledige prestaties uit alle dagen die gepresteerd zijn vanaf het begin tot het einde van de ononderbroken periode van actieve dienst, met inbegrip van het ontspanningsverlof, de kerst- en paasvakantie, het bevallingsverlof, het voorbehoedend verlof, de periode tijdens welke het personeelslid van elk werk wordt vrijgesteld in het kader van de moederschapsbescherming of van de bedreiging door een beroepsziekte, het verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij, het verlof voor persoonlijke omstandigheden of de overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen toegekende uitzonderlijke verloven, indien ze in deze periode vallen.

Uitgesloten van deze vermenigvuldiging zijn de dienstdagen die gepresteerd worden door een personeelslid aangesteld voor een doorlopende duur en die betrekking hebben op een volledig academie- of schooljaar. Dit aantal dagen wordt met 1,2 vermenigvuldigd, behalve voor het administratief personeel."

Art. 89.Het tweede lid van artikel 5.48, § 2, van hetzelfde decreet wordt opgeheven zonder te worden vervangen.

Artikel 5.48 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 3, luidende : "§ 3. § 2, eerste lid, is niet van toepassing wanneer het personeelslid : 1° ter beschikking gesteld wordt of werd wegens bijzondere opdracht;2° vóór de leeftijd van zestig jaar gebruik heeft gemaakt van de deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden die aan de pensionering voorafgaat, vermeld in artikel 10bis van het koninklijk besluit nr.297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra."

Art. 90.Artikel 5.59 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "Art. 5.59. In geval van strafvervolging kan de tuchtprocedure voortgezet worden, indien de inrichtende macht een met redenen omklede beslissing in die zin neemt.

De tuchtstraf wordt door de inrichtende macht bekrachtigd, ingetrokken of aangepast binnen zes maanden na de dag waarop een rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden."

Art. 91.Artikel 5.92 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : 1° de bepaling onder 1°, h), wordt vervangen als volgt : "h) verlof wegens opdracht in het belang van het onderwijs;" 2° de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de bepalingen onder i) tot k), luidende : "i) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid;j) verlof om dringende familiale redenen; k) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." 3° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 92.Artikel 5.87, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van het departementshoofd beëindigd wordt of indien het departementshoofd zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 5.92 vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 5.83 vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 3°."

Art. 93.In artikel 5.98, derde lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 1°, h), wordt vervangen als volgt : "h) verlof wegens opdracht in het belang van het onderwijs;" 2° de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de bepalingen onder i) tot k), luidende : "i) verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid;j) verlof om dringende familiale redenen; k) terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden." 3° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : "2° een deeltijdse loopbaanonderbreking te nemen, met uitzondering van de deeltijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof, de deeltijdse loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en de deeltijdse loopbaanonderbreking voor de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid."

Art. 94.Artikel 5.99, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "§ 1. Indien de aanstelling van de directeur beëindigd wordt of indien de directeur zijn ambt neerlegt of wegens een van de in artikel 5.98 vermelde verloven of terbeschikkingstellingen tijdelijk afwezig is, kan de inrichtende macht hem tot het einde van het daaropvolgende schooljaar vervangen door een persoon die voldoet aan de in artikel 5.94 vermelde voorwaarden, met uitzondering van die vermeld in 2°."

Art. 95.Artikel 7.2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, wordt aangevuld met een § 5, luidende : "§ 5. In afwijking van § 1 krijgt de autonome hogeschool voor het schooljaar 2010-2011 aanvullende middelen ten belope van 150.000 euro." HOOFDSTUK 1 9. - Wijziging van het decreet van 21 april 2008 houdende valorisatie van het lerarenberoep

Art. 96.In bijlage I van het decreet van 21 april 2008 houdende valorisatie van het lerarenberoep, welke bijlage vervangen is bij het decreet van 19 april 2010, wordt weddeschaal III/D vervangen als volgt : "III/D - vanaf 1 september 2009 16.337,89 - 24.087,30 01 (1) x 0 01 (1) x 130,14 01 (1) x 303,00 13 (2) x 562,79"

Art. 97.In bijlage III van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 april 2010, worden de laatste vier regels vervangen als volgt :

"370

decreet van 21 april 2008

IV

371

decreet van 21 april 2008

IV

372

decreet van 21 april 2008

IV

373

decreet van 21 april 2008

IV"


HOOFDSTUK 2 0. - Wijziging van het decreet van 11 mei 2009 over het centrum voor bevorderingspedagogiek, ter verbetering van de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de gewone en gespecialiseerde scholen, evenals ter aanmoediging van de ondersteuning van leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden in de gewone en gespecialiseerde scholen

Art. 98.In artikel 208 van het decreet van 11 mei 2009 over het Centrum voor bevorderingspedagogiek, ter verbetering van de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de gewone en gespecialiseerde scholen, evenals ter aanmoediging van de ondersteuning van leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden in de gewone en gespecialiseerde scholen wordt de eerste zin vervangen als volgt : äVoor het verkrijgen van het bewijs van het bestaan van een aanvullende opleiding in de bevorderingspedagogiek, heilpedagogie of orthopedagogie die goed is voor ten minste 10 ECTS-punten - een bewijs dat vereist is om in het gespecialiseerd onderwijs een ambt in de categorie onderwijzend personeel te kunnen uitoefenen - wordt de in een gewone of gespecialiseerde school opgedane beroepservaring van de personeelsleden die vóór 1 september 2010 leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften begeleid hebben en van de gesubsidieerde contractuele personeelsleden die vóór 1 september 2010 in een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde gewone school als integratieleerkracht werkzaam waren, omgezet in ECTS-punten". HOOFDSTUK 2 1. - Wijziging van het decreet van 23 maart 2009 betreffende de organisatie van het deeltijdse kunstonderwijs

Art. 99.In artikel 24, tweede lid, van het decreet van 23 maart 2009 betreffende de organisatie van het deeltijdse kunstonderwijs wordt het cijfer "100" vervangen door het cijfer "200".

In hetzelfde artikel wordt een derde lid ingevoegd, luidende : "Volgende leerlingen betalen een gereduceerd inschrijvingsgeld : 1° ingeschreven werkzoekenden die minder dan een halftijdse betrekking of een betrekking in het kader van een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap hebben of leefloongerechtigden van wie het integratieplan in een voortgezette schoolopleiding voorziet;2° asielzoekers;3° erkende politieke vluchtelingen; 4° personen met een handicap, ingeschreven bij de Dienst voor de personen met een handicap." HOOFDSTUK 2 2. - Slotbepalingen

Art. 100.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2011, met uitzondering van : 1° de artikelen 3 tot 5, 20, 22 tot 24, 26, 28 tot 30, 51 tot 54, 63, 70 tot 73, 82 en 85 tot 88, die in werking treden op 1 januari 2012;2° artikel 42, dat in werking treedt op 1 juli 2011;3° de artikelen 33 tot 39, 41 en 43 tot 47, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2011;4° de artikelen 2, 11, 21, 27, 55, 56 en 95, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2010; 5° de artikelen 96 en 97 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2010." Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 27 juni 2011.

K.-H. LAMBERTZ, Minister-President, Minister van Lokale Besturen O. PAASCH, Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid Mevr. I. WEYKMANS, Minister van Cultuur, Media en Toerisme H. MOLLERS, Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden _______ Nota Zitting 2010-2011.

Parlementaire stukken : 79 (2010-2011), nr. 1 Ontwerp van decreet. 79 (2010-2011), nr. 2-4 Voorstellen tot wijziging. 79 (2010-2011), nr. 5 Verslag. 79 (2010-2011), nr. 6 Voorstellen tot wijziging van de door de commissie aangenomen tekst + erratum.

Integraal verslag : 27 juni 2011, nr. 25 - Bespreking en aanneming.

^