Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 maart 2002
gepubliceerd op 17 mei 2002

Decreet houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (1)

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029246
pub.
17/05/2002
prom.
27/03/2002
ELI
eli/decreet/2002/03/27/2002029246/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 2002. - Decreet houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC) (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Definities, opdrachten en hulpmiddelen

Artikel 1.In dit decreet verstaat men onder : 1° "instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschap", de instellingen van openbaar nut die afhangen van Sectorcomité XVII;2° "Regering", de Franse Gemeenschapsregering;3° "diensten van de Franse Gemeenschap", het Ministerie van de Franse Gemeenschap, de in punt 1° bedoelde instellingen van openbaar nut en de ministeriële kabinetten van de Regeringsleden.

Art. 2.Er wordt, voor de diensten van de Franse Gemeenschap, een instelling van openbaar nut opgericht met rechtspersoonlijkheid onder de naam "Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC)", hierna "het Overheidsbedrijf" genaamd, die de in artikel 3 bedoelde opdrachten vervult.

Art. 3.§ 1. Het Overheidsbedrijf staat in voor de volgende opdrachten van openbare dienstverlening voor de Franse Gemeenschap : A. Organisatie van de informatica 1° de afbakening, de vertaling, de controle en de uitvoering van de functionele behoeften van de diensten van de Franse Gemeenschap inzake informaticaprojecten;2° de aankoop en regelmatige inventarisatie van het informaticamateriaal dat nodig is voor de diensten van de Franse Gemeenschap;3° het geïnformatiseerd beheer van de lonen en loopbaan van de personeelsleden van de diensten van de Franse Gemeenschap en van het personeel van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde onderwijsinstellingen, op grond van de gegevens verstrekt door de diensten van de Franse Gemeenschap;4° de leerlingentelling;5° de installatie en organisatie van een helpdesk voor gebruikers;6° de opvolging en uitbouw van het informaticapark, dus ook het bepalen van de informaticastandaards en de technologische bewaking;7° de ontwikkeling, het onderhoud, het onderbrengen of toepassen van bestaande of nog te ontwikkelen toepassingen voor de diensten van de Franse Gemeenschap;8° de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsakkoorden inzake informatica; B. Statistische gegevens 9° het aanleggen en bijhouden van een geheel anonieme gegevensbank zodat, zelfs door hergroepering, geen informatie over het individu kan worden verkregen, alsook van een dienst voor de studies en de statistiek die breed en gemeenschappelijk is voor alle diensten van de Franse Gemeenschap vanaf de vergaarde en/of verworven gegevens, met name door de operationele diensten;de Franse Gemeenschapsregering en de diensten van de Franse Gemeenschap hebben, onmiddellijk en zonder meerkost, toegang tot de aldus vergaarde en verwerkte gegevens. De diensten van de Franse Gemeenschap zijn verplicht de gegevens waarover zij beschikken te verzenden naar het Overheidsbedrijf; het Overheidsbedrijf bezorgt aan de overheid alle statistische gegevens waarvoor de Franse Gemeenschap bevoegd is en die door deze overheden zijn vergaard; ook zal zij met de betrokkenen samenwerken via het gebruik van de statistieken; tot slot vertegenwoordigt zij de Franse Gemeenschap in de Hoge Raad van de Statistiek;

C. Netten 10° de organisatie en technische ontwikkeling van de netten, met name van het internet en van de telecommunicatie, met inbegrip van de telefonie, bij de diensten van de Franse Gemeenschap.Het Overheidsbedrijf houdt, bij het vervullen van zijn opdrachten, rekening met de rechtpersonen en de activiteiten die door de Franse Gemeenschap worden gesubsidieerd; 11° de organisatie en ontwikkeling van de "e-government" voor de diensten van de Franse Gemeenschap. D. Raadplegingsopdrachten 12° het vervullen van raadplegingsopdrachten inzake informatica. Voor de volbrenging van deze opdrachten kan het Overheidsbedrijf samenwerken of een vennootschap aangaan met publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen. Het uitvoeren van alle hierboven vermelde opdrachten is volledig gedekt door de dotatie bedoeld in artikel 4, 1°, van dit decreet.

Gesteld dat het Overheidsbedrijf beroep doet op externe diensten voor het volbrengen van sommige van zijn opdrachten inzake openbare dienstverlening, dan moet het continu instaan voor de leiding en de organisatie van het beheer van de sleuteltaken van deze externe samenwerking. § 2. Voor zover dit geen afbreuk doet aan de uitvoering van de in § 1 gestelde opdrachten, kan het Overheidsbedrijf samenwerken of een vennootschap aangaan met publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen voor de uitvoering van andere informatica-opdrachten. § 3. De diensten van de Franse Gemeenschap mogen geen opdrachten vervullen die onder de exclusieve bevoegdheden van het Overheidsbedrijf vallen krachtens §§ 1 en 2 van dit artikel.

Art. 4.Het Overheidsbedrijf heeft als inkomsten : 1° de jaarlijkse dotatie van de Franse Gemeenschap, die uitsluitend dient voor het Overheidsbedrijf om zijn opdrachten van openbare dienstverlening en alle andere opdrachten te vervullen; De Regering bepaalt de bedragen die vanaf de basistoelagen van de algemene begroting van de Franse Gemeenschap zullen worden overgeboekt op de basistoelage "jaarlijkse dotatie van het Overheidsbedrijf voor nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën", geboekt op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap. 2° de inkomsten uit acties gevoerd in het raam van eventuele dienstverleningsakkoorden;3° de middelen die ter zijne beschikking worden gesteld in het raam van akkoorden gesloten met andere overheden;4° de giften en legaten.

Art. 5.Onverminderd de wijzen opgelegd door de toelatingen voor toegang tot het Rijksregister, is het Overheidsbedrijf eigenaar van : 1° het materieel dat naar hem wordt overgedragen of dat het aankoopt voor zichzelf of voor de diensten van de Franse Gemeenschap;2° de overgedragen software, aangekocht of door het Overheidsbedrijf zelf gemaakt, mits inachtneming van het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de anonieme gegevens; De functionele diensten zijn meester over hun eigen gegevens. Zij moeten deze ter beschikking stellen van het Overheidsbedrijf. HOOFDSTUK II. - Organisatie Afdeling 1. - Raad van Bestuur en Bureau

Art. 6.§ 1. Het Overheidsbedrijf wordt bestuurd door een Raad van Bestuur die bestaat uit minstens zes leden, benoemd door de Regering. § 2. Zijn van rechtswege lid van de raad van bestuur : - de leidend ambtenaar van elke instelling van openbaar nut die afhangt van de Franse Gemeenschap, met uitzondering van de leidend ambtenaar van het Overheidsbedrijf; - de secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; - de administrateurs(trices)-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. § 3. De Regering duidt een aantal leden aan gelijk aan het aantal leden van rechtswege. Deze leden worden gekozen onder diegenen die bewijs leveren van hun ervaring of kennis hetzij in de domeinen van de opdrachten van het Overheidsbedrijf, hetzij op het vlak van management.

Minstens drie van de in het vorig lid genoemde leden geven blijk van informatica-ervaring op hoog niveau. § 4. De Raad van Bestuur kiest, onder de leden bedoeld in § 3, een Voorzit(s)ter en een Vice-voorzit(s)ter. Bij staking van stemmen is de stem van de Voorzit(s)ter doorslaggevend. § 5. De leidend ambtenaar van het Overheidsbedrijf woont de vergaderingen van de Raad van Bestuur bij met raadgevende stem en is secretaris van de Raad van Bestuur.

Art. 7.Behoudens de leden van rechtswege worden de leden van de Raad van Bestuur benoemd voor een termijn van vijf jaar welke eenmaal hernieuwbaar is. De hoedanigheid van lid is onverenigbaar met : 1° de hoedanigheid van regeringslid, lid van een ministerieel kabinet of parlementair attaché;2° de hoedanigheid van lid van een Europese, federale, communautaire en gewestelijke wetgevende vergadering en van provincieraadslid;3° de hoedanigheid van provinciegouverneur, van arrondissementscommissaris;4° de hoedanigheid van personeelslid van het Overheidsbedrijf, onverminderd de bepalingen van artikel 6, § 5;5° de aanhorigheid tot een vereniging die de democratische beginselen, gesteld met name in het verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en van de grondrechten, niet naleeft. § 2. Als een lid van de Raad van Bestuur ontslag neemt, overlijdt, uit zijn ambt gezet wordt of de hoedanigheid verliest waarin het werd benoemd, wordt dit lid vervangen volgens dezelfde procedure die aan zijn benoeming voorafging. De vervang(st)er voltooit het mandaat van het ontslagen, overleden of ontzet lid. § 3. De Regering kan, op voorstel van de Raad van Bestuur van het Overheidsbedrijf, een lid van de raad van bestuur uit zijn ambt ontzetten dat : 1° een daad heeft gesteld die onverenigbaar is met de opdracht van het Overheidsbedrijf zoals bedoeld in artikel 3;2° een zware fout of zwaar verzuim heeft gepleegd bij de uitoefening van zijn mandaat;3° een activiteit uitoefent, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 5°. De Raad van Bestuur van het Overheidsbedrijf hoort de betrokkene alvorens diens ambtsontheffing aan de Regering wordt voorgesteld. § 4. Elk lid van de Raad van Bestuur dat bezwaard is met een van de in § 1, 1° tot 5° bedoelde onverenigbaarheden, wordt van rechtswege uit zijn ambt ontheven. § 5. De Regering bepaalt het bedrag van de vergoedingen die kunnen worden toegekend aan de leden van de Raad van Bestuur, aan de Voorzit(s)ter en aan de Vice-Voorzit(s)ter. Zij bepaalt de vergoedingen voor de vervoers- en verblijfskosten.

Art. 8.§ 1. Onverminderd artikel 6, § 4, van dit decreet, stelt de Raad van Bestuur een reglement op dat de wijze vastlegt volgens dewelke hij zijn taken uitoefent.

Dit reglement wordt ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. Het bepaalt de plafonds en de vormen binnen welke de Raad sommige van zijn bevoegdheden kan delegeren aan zijn Voorzit(s)ter, aan het Bureau en aan de in artikel 12 bedoelde administrateur(trice)-generaal.

Art. 9.Het Bureau bestaat uit de Voorzit(s)ter en Vice-Voorzit(s)ter van de Raad van Bestuur alsook uit twee leden van de Raad van Bestuur aangewezen door laatstgenoemde onder de leden bedoeld in artikel 6, § 3, van dit decreet. De leidend ambtenaar van het Overheidsbedrijf woont de vergaderingen van het Bureau bij met raadgevende stem.

Art. 10.De zetel van het Overheidsbedrijf wordt bepaald door de Regering.

Art. 11.§1. Onder voorbehoud van artikel 12, § 1, benoemt het Bureau, op de voordracht van de leidend ambtenaar van het Overheidsbedrijf, het personeel van het Overheidsbedrijf binnen de perken van de personeelsformatie die is vastgelegd door de Regering.

Wat de ambten betreft die overeenstemmen met de graden van : - Directeur of directrice (categorie deskundig - kwalificatieschaal : 4); - Attaché of eerstaanwezend attaché (categorie : deskundig - kwalificatieschaal : 4); - Gegradueerde of eerstaanwezend gegradueerde of eerste gegradueerde (categorie : administratief - kwalificatieschaal : 3), wordt beroep gedaan op mensen die zijn aanworven middels een arbeidsovereenkomst en dit krachtens de bepalingen vervat in artikel 2, § 1, 3°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 houdende de algemene beginselen van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren, van toepassing op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen, en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen en in artikel 1, 2° et 4°, van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 16 september 1998 tot vaststelling van de lijst van de bijkomende en specifieke opdrachten voor het Ministerie van de Franse Gemeenschap. § 2. Het Bureau bepaalt de grenzen en de vormen binnen welke het sommige van zijn bevoegdheden kan delegeren aan de administrateur(trice)-generaal. HOOFDSTUK III. - Beheer

Art. 12.§ 1. Het Overheidsbedrijf wordt, onder het gezag van de Raad van Bestuur en van het Bureau, geleid door een administrateur(trice)-generaal die is benoemd door de Regering. § 2. De administrateur(trice)-generaal staat in voor de dagelijkse leiding van het Overheidsbedrijf, de boekhouding overeenkomstig artikel 18 van dit decreet alsook voor de dagelijkse leiding van de human resources, met inbegrip van de personeelsleden die zijn ondergebracht in de functionele diensten van de Franse Gemeenschap. § 3. De administrateur(trice)-generaal vertegenwoordigt het Overheidsbedrijf.

Art. 13.Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van (...) houdende de oprichting van een "Ecole d'Administration publique in de Franse Gemeenschap en tot invoering van een stelsel van mandaten voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Franse Gemeenschapsregering, sommige instellingen van openbaar nut die ervan afhangen en in de universiteiten die worden ingericht door de Franse Gemeenschap", worden de personeelsformatie en het personeelsstatuut, hun wedden en vergoedingen vastgelegd door de Regering.

Art. 14.§ 1. Het financieel beheer van het Overheidsbedrijf gschiedt overeenkomstig de bpalingen van de wet van 16 maart 1954 houdende het toezicht op sommige instellingen van openbaar nut en de uitvoeringsbesluiten van die wet. Daarenboven is het Overheidsbedrijf onderworpen aan de bedrijfsrevisie. De Regering bepaalt de wijze van deze revisie, overeenkomstig artikelen 130 en volgende van het wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999. § 2. Het toezicht op het Overheidsbedrijf gebeurt door twee Commissarissen, benoemd door de Regering, de ene op de voordracht van de minister voor administratieve informatica, de andere op de voordracht van de minister van Begroting. De Regering bepaalt het bedrag van de vergoedingen die kunnen worden toegestaan aan de Regeringscommissarissen en bepaalt de vergoedingen voor vervoers- en verblijfskosten. § 3. De Regering keurt het boekhoudkundig plan, de evaluatieregels en de afschrijvingsregels van het Overheidsbedrijf goed. § 4. De nettowinst is het saldo van de resultatenrekening bepaald in het boekhoudkundig plan, na de dotatie voor de afschrijvingen en provisies toegestaan door de Regering. § 5. Onder voorbehoud van de goedkeuring door de Regering, wendt de Raad van Bestuur de nettowinst van het boekjaar aan : 1° voor de bijzondere reserves ten belope van de inkomsten van de fondsen uit een gift, een legaat of een stichting;2° voor de aanzuivering van eerdere tekorten;3° voor de overdracht naar het volgend boekjaar.

Art. 15.Het Overheidsbedrijf legt jaarlijks, uiterlijk op 30 juni van ieder jaar, een activiteitenverslag voor aan de Regering.

Dit verslag vermeldt de maatregelen die het Overheidsbedrijf genomen heeft om haar opdrachten te vervullen alsook de vooruitzichten voor het komende jaar.

Het Overheidsbedrijf maakt jaarlijks een balans die wordt toegevoegd aan het verslag.

De Regering stuurt dit verslag samen met het verslag van de bedrijfsrevisor naar het Parlement van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK IV. - Beheerscontract en Adviesraad

Art. 16.§ 1. Het beheerscontract gesloten tussen de Gemeenschap en het Overheidsbedrijf bepaalt de regels en de wijzen volgens dewelke het Overheidsbedrijf zijn opdrachten vervult. § 2. Het beheerscontract preciseert de algemene beginselen die aan de basis liggen van de uitvoering van de verschillende opdrachten waarvoor het Overheidsbedrijf instaat met het oog op het vervullen van zijn opdracht op het vlak van de openbare dienstverlening en, in ieder geval, de maatregelen die moeten worden getroffen : 1° om een beleid uit te stippelen voor het informaticabeheer in de Franse Gemeenschap waarbij rekening wordt gehouden met de in artikel 3 van dit decreet opgesomde punten, alsook : - het bepalen en controleren van de tenuitvoerlegging van een globaal strategisch plan op korte, middellange en lange termijn alsook het beheren van de middelen die nodig zijn voor de uitwerking van het jaarlijks stratgisch plan en van de richtschema's; - de uitwerking, het beheer, de goedkeuring en de uitvoering van de audit- en adviesprojecten, alsook van de informatica- en telematicaprojecten en van iedere noodzakelijke specifieke juridische studie; - de integratie van strategische oplossingen; - de toekenning en opvolging van de overheidsopdrachten; - de permanente evaluatie van de technische oplossingen en van de kwaliteit ervan en nagaan of deze afgestemd zijn op de functionele noden; - het bepalen van technologische standaards en de technologische bewaking; - het definiëren van de methodologieën en processen inzake informatisering, met name deze waarbij betrekkingen tot stand worden gebracht tussen de verschillende partners (het Overheidsbedrijf, de operationele diensten en de externe leveranciers); het Overheidsbedrijf houdt, in alle omstandigheden, rechtstreeks toezicht op deze externe personen; 2° om zijn opdracht op het vlak van de informatica te vervullen en te zorgen voor een blijvende openbare dienstverlening terzake;3° om de uitbouw van de informaticadiensten van de Franse Gemeenschap te verzekeren en meer bepaald de evolutie van de technologieën en de programma's op de markt te blijven volgen;4° om te streven naar de voldoening van de gebruikers en dat deze hun klachten worden behandeld;5° voor de invoering van een gebruikers- of stuurgroep voor de belangrijkste projecten van het Overheidsbedrijf. § 3. Het beheerscontract bevat tevens : a) de vaststelling, de berekening en de wijzen voor de betaling van de jaarlijkse dotatie die ten laste is van de begroting van Gemeenschap;b) de sancties bij niet-naleving, door een van de partijen, van haar verbintenissen uit het beheerscontract. § 4. Iedere uitdrukkelijke ontbindende voorwaarde in het beheerscontract wordt geacht ongeschreven te zijn.

Artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op het beheerscontract. De partij jegens dewelke een verbintenis uit het beheerscontract niet wordt nagekomen kan enkel het nakomen van deze verbintenis eisen en, desgevallend, schadevergoeding onverminderd de toepassing van iedere bijzondere sanctie vervat in het beheerscontract. § 5. Het beheerscontract wordt gesloten binnen de drie maand na de inwerkingtreding van dit decreet en dit voor minstens drie en maximum vijf jaar. § 6. Het beheerscontract treedt pas in werking na diens goedkeuring door de Regering en op de datum die laatstgenoemde vastlegt. Het beheerscontract wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad . § 7. Zes maand vóór het verstrijken van het beheerscontract legt het Overheidsbedrijf een voorstel van beheerscontract voor aan de Regering. Indien, bij het verstrijken van een beheerscontract, geen nieuw beheerscontract is gesloten, wordt het lopend beheerscontract van rechtswege verlengd voor een duur van een jaar. Na deze verlenging legt de Regering een beheersplan vast voor een jaar dat eenmaal kan worden hernieuwd.

Art. 17.Er wordt een adviesraad opgericht die is samengesteld uit leden die respectievelijk zijn benoemd door de Secretaris-generaal en door de leidende ambtenaren van de andere diensten van de Franse Gemeenschap, zodat deze diensten gelijk vertegenwoordigd zijn.

De hoedanigheid van lid van de adviesraad is onverenigbaar met deze van lid van de Raad van Bestuur van het Overheidsbedrijf.

De adviesraad kan de vertegenwoordigers van de gebruikers van een specifiek door het Overheidsbedrijf opgezet project horen.

Hij heeft als doel advies uit te brengen bij het Overheidsbedrijf over ieder vraagstuk dat verband houdt met de opdracht van het Overheidsbedrijf zoals bedoeld in artikel 3 van dit decreet.

De adviezen worden uitgebracht, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van het Overheidsbedrijf.

De adviesraad legt een jaarverslag voor aan de Regering over de werking van het Overheidsbedrijf, over de uitvoering van het beheersontract alsook over de kwaliteit van de diensten bij iedere entiteit waarvoor het Overheidsbedrijf zijn opdrachten vervult. Dit verslag wordt gevoegd bij het jaarverslag bedoeld in artikel 15 van dit decreet. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 18.In artikel 1, B, van de wet van 16 maart 1954 betreffende het toezicht op sommige instellingen van openbaar nut, worden de woorden "Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap" in analfabetische volgorde op hun plaats ingevoegd.

Art. 19.Het Overheidsbedrijf herneemt de rechten en plichten van het Ministerie van de Franse Gemeenschap - Algemene Dienst Informatica en Statistiek.

De Regering stelt de lijst vast van de andere akkoorden die zijn gesloten door de diensten van de Franse Gemeenschap waaruit het Overheidsbedrijf de rechten en plichten herneemt.

De eigendom van het informaticamateriaal waarover de diensten van de Franse Gemeenschap beschikken op de dag dat dit decreet in werking treedt, wordt van rechtswege en kosteloos overgedragen naar het Overheidsbedrijf.

Art. 20.§ 1. Om de opdrachten van het Overheidsbedrijf uit te voeren, worden personeelsleden van de diensten van de Franse Gemeenschap overgedragen naar het Overheidsbedrijf binnen de perken van de personeelsformatie bedoeld in artikel 13 van dit decreet.

De Regering bepaalt de datum en de wijzen voor de overheveling van de in het vorig lid bedoelde personeelsleden.

Deze wijzen voorzien met name dat de overheveling van een personeelslid gebeurt hetzij op vrijwillige basis nadat een oproep tot kandidaten werd gelanceerd in de diensten van de Franse Gemeenschap en na een selectieprocedure, hetzij ambtshalve zodat de dienstverlening is verzekerd. § 2. De overgehevelde personeelsleden behouden hun graad en hoedanigheid of krijgen een gelijkwaardige graad.

Zij behouden minstens het salaris en de anciënniteit die zij hadden of zouden hebben verworven indien zij in hun dienst van herkomst het ambt waarvan zij titularis waren op het moment van hun overheveling, hadden blijven uitoefenen. § 3. De personeelsleden die, op de dag dat dit decreet in het Belgisch Staatsblad verschijnt, toegewezen of ingelijfd zijn bij de Algemene Dienst Informatica en Statistiek en die niet zijn overgeheveld naar het Overheidsbedrijf behouden hun graad en hoedanigheid. De Regering stelt de lijst op van de vergoedingen, premies en toelagen die deze personeelsleden behouden en de duur tijdens dewelke zij ervan zullen kunnen blijven genieten. § 4. De personen die toegewezen zijn aan het Overheidsbedrijf verwerven de hoedanigheid van personeelslid van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap. § 5. In afwijking van artikel 11, § 1, tweede lid, van dit decreet, behouden de personeelsleden die een arbeidscontract hebben in een dienst van de Franse Gemeenschap op het ogenblik van hun overheveling, de mogelijkheid om, binnen een termijn van maximum vijf jaar vanaf de overheveling, toegelaten te worden tot de stage in het Overheidsbedrijf als zij slagen voor een specifiek wervingsexamen voor de vacante betrekkingen in het Overheidsbedrijf. § 6. Onverminderd de bepalingen van paragraaf 5, worden de betrekkingen van de ambtenaren die zijn benoemd in en van de volgende graden : - Directeur of directrice (categorie deskundig - kwalificatieschaal : 4); - Attaché of eerstaanwezend attaché (categorie : deskundig - kwalificatieschaal : 4); - Gegradueerde of eerstaanwezend gegradueerde of eerste gegradueerde (categorie : administratief - kwalificatieschaal : 3), geplaatst in een uitdovingskader.

Art. 21.Dit decreet treedt in werking op de dag die is bepaald door de Regering en uiterlijk op 1 september 2002.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.

Gedaan te Brussel, op 27 maart 2002.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheidszorg, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2001-2002. Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 238-1. - Commissieamendementen, nr. 238-2. - Verslag, nr. 238-3.

Integraal verslag. - Bespreking en stemming. Vergadering van 26 maart 2002.

^