Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 februari 2003
gepubliceerd op 08 mei 2003

Decreet betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035383
pub.
08/05/2003
prom.
28/02/2003
ELI
eli/decreet/2003/02/28/2003035383/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2003. - Decreet betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° inburgering : een interactief proces waarbij de overheid aan vreemdelingen een specifiek programma aanbiedt, dat hun enerzijds de mogelijkheid biedt om zich eigen te maken met hun nieuwe sociale omgeving en anderzijds ertoe bijdraagt dat de samenleving de personen van de doelgroep als volwaardige burgers gaat erkennen, met als doel een volwaardige participatie van die personen in de samenleving;2° reguliere voorziening : een voorziening, inzonderheid in de sectoren onderwijs, tewerkstelling, welzijn en cultuur, die : hetzij als Vlaamse voorziening wordt georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschapscommissie; hetzij binnen het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; 3° levensloopbaan : het volledige traject dat een individuele natuurlijke persoon kan doorlopen gedurende zijn leven en waarbij de verschillende rollen zoals die van onder meer kind, student, burger, werknemer, vrijetijdsmens, echtgeno(o)t(e), gezinsverzorger, ouder of gepensioneerde, afwisselend aan bod kunnen komen;4° inburgeringstraject : het traject, bedoeld in artikel 4;5° trajectbegeleiding : de methodiek om personen individueel en op maat te begeleiden tijdens het inburgeringstraject;6° meerderjarige persoon van de doelgroep : een natuurlijke persoon als bedoeld in artikel 3, § 1;7° minderjarige anderstalige nieuwkomer : een natuurlijke persoon als bedoeld in artikel 3, § 5;8° onthaalbureau : een bureau als bedoeld in artikel 6 of artikel 7, § 2;9° inburgeringscontract : een overeenkomst tussen de meerderjarige persoon van de doelgroep en het onthaalbureau waarbij beide partijen verbintenissen aangaan met betrekking tot het inburgeringstraject;10° vormingsprogramma : het programma, bedoeld in artikel 13;11° attest van inburgering : attest geregistreerd door de gemeente en opgemaakt door het onthaalbureau, waar de persoon van de doelgroep verblijft en waarin vermeld wordt dat betrokkene het inburgeringstraject met succes gevolgd heeft, dus de eindtermen bereikt heeft.De Vlaamse regering bepaalt de modaliteiten van het attest. HOOFDSTUK II. - Doelgroep, doel en inhoud van het Vlaamse inburgeringsbeleid

Art. 3.§ 1. Met uitzondering van de vreemdeling die hier voor een tijdelijk doel verblijft en van de asielzoeker zolang diens asielaanvraag niet ontvankelijk is verklaard, behoort tot de doelgroep van het Vlaamse inburgeringsbeleid, de vreemdeling die aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° zich inschrijven in een gemeente van het Nederlandse taalgebied of in een gemeente van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° de leeftijd van achttien jaar bereikt hebben;3° zich recent en voor het eerst in een gemeente als bedoeld in 1° ingeschreven hebben. § 2. De personen van de doelgroep, bedoeld in § 1, hebben recht op een primair inburgeringstraject als bedoeld in artikel 10. § 3. De Vlaamse regering bepaalt nader : 1° de categorieën van personen die hier met een tijdelijk doel verblijven, bedoeld in § 1;2° wat onder « recent en voor het eerst in de gemeente als bedoeld in 1° ingeschreven hebben, bedoeld in § 1, 3° » dient te worden verstaan. § 4. De Vlaamse regering kan een lijst opgeven van de in § 1 bedoelde categorieën van personen, daarbij rekening houdend met de regelgeving die ten aanzien van die categorieën van personen van toepassing is, en kan die lijst verder aanpassen. § 5. Tot de doelgroep van het Vlaamse inburgeringsbeleid behoort tevens de minderjarige anderstalige nieuwkomer zoals bedoeld in de organieke onderwijsregelgeving terzake, hierna minderjarige anderstalige nieuwkomer genoemd.

Art. 4.§ 1. Het Vlaamse inburgeringsbeleid wordt geconcretiseerd in een inburgeringstraject dat aan de personen van de doelgroep, bedoeld in artikel 3, § 1 en § 5, aangeboden wordt. § 2. Het inburgeringstraject bestaat uit een primair en een secundair gedeelte.

Het primaire inburgeringstraject laat de personen van de doelgroep toe te komen tot een grotere zelfredzaamheid. Onder zelfredzaamheid wordt begrepen dat deze personen in staat zijn actief hun levensloopbaan uit te bouwen en hiertoe voldoende de Nederlandse taal beheersen.

Het secundaire inburgeringstraject beoogt een volwaardige participatie van de personen van de doelgroep in de samenleving en biedt aan deze personen een vervolgtraject met het oog op hun levensloopbaan. § 3. De Vlaamse regering kan een vergoeding bepalen die de meerderjarige persoon van de doelgroep en of derden moeten betalen voor het volgen van een inburgeringstraject. In dat geval bepaalt de Vlaamse regering het bedrag van de vergoeding, de modaliteiten ervan, evenals de procedure voor de vaststelling en inning.

In afwijking van het eerste lid wordt aan een meerderjarige persoon van de doelgroep, die achterstandskenmerken vertoont die kunnen leiden tot permanente kansarmoede omdat hij/zij de Nederlandse taal niet kent en vanwege zijn/haar zwakke sociaal-economische positie, al dan niet versterkt door een lage scholingsgraad, kosteloos een primair inburgeringstraject aangeboden.

Art. 5.§ 1. Behoudens andersluidende internationaalrechtelijke bepalingen zijn de meerderjarige personen van de doelgroep, met uitzondering van degenen die zich in een gemeente van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad inschrijven, verplicht : 1° zich bij het onthaalbureau aan te melden tijdens de termijn van drie maanden na inschrijving in de gemeente;2° bovendien regelmatig deel te nemen aan het vormingsprogramma, bedoeld in artikel 13, § 1. § 2. De Vlaamse regering kan een lijst opmaken met categorieën van personen die niet kunnen verplicht worden aan inburgering deel te nemen, omdat internationaalrechtelijke bepalingen dit verhinderen. § 3. De Vlaamse regering bepaalt de categorieën van personen aan wie vrijstelling van de verplichting bedoeld in § 1 wordt toegestaan en de voorwaarden waaronder die vrijstelling wordt verleend. HOOFDSTUK III. - De organisatie van het inburgeringsbeleid

Art. 6.§ 1. Het inburgeringsbeleid in het primaire traject wordt georganiseerd via een onthaalbureau. § 2. De onthaalbureaus worden erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse regering op basis van de door haar opgestelde programmatie en binnen de beschikbare begrotingskredieten. Hierbij wordt gegarandeerd dat alle gemeenten van het Vlaamse Gewest betrokken worden bij de organisatie en de werking van een onthaalbureau. De Vlaamse regering bepaalt de verdere voorwaarden en procedures voor erkenning en subsidiëring van de onthaalbureaus en de betrokkenheid van de gemeenten. De Vlaamse regering bepaalt de verdere voorwaarden en procedure voor intrekking van de erkenning, waarbij voorzien wordt in de mogelijkheid om beroep aan te tekenen.

Art. 7.§ 1. Artikel 11, artikel 12, § 2, eerste lid, en artikel 18 zijn niet van toepassing in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. § 2. De Vlaamse Gemeenschapscommissie organiseert het inburgeringsbeleid op het niveau van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad via één of meer onthaalbureaus. De Vlaamse regering bepaalt de nadere regeling.

Met betrekking tot de erkenning en subsidiëring van die onthaalbureaus is artikel 6, § 2, van overeenkomstige toepassing.

Art. 8.Het onthaalbureau bouwt het primaire inburgeringstraject uit en heeft voor de meerderjarige personen van de doelgroep een opvolgfunctie bij de uitbouw van het secundaire inburgeringstraject.

Het onthaalbureau verzorgt de trajectbegeleiding van de personen van de doelgroep, bedoeld in artikel 3, § 1, binnen het primair traject, en doet in overleg met, en via terugkoppeling van de reguliere voorzieningen een opvolging van het secundair traject.

Het onthaalbureau bouwt een netwerk van diensten en organisaties uit met het oog op doorverwijzing en terugkoppeling. Het onthaalbureau behoudt het overzicht over het inburgeringstraject en rapporteert hierover aan de Vlaamse regering en de betrokken gemeenten van het Nederlandse taalgebied of de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Art. 9.De Vlaamse reguliere voorzieningen, bedoeld in artikel 2, 2°, waaraan de personen van de doelgroep worden overgedragen op het einde van het primaire inburgeringstraject, bouwen een behoeftedekkend aanbod aan vervolgtrajecten uit. Aan de meerderjarige persoon van de doelgroep wordt binnen een redelijke termijn na de overdracht een vervolgtraject aangeboden.

De voorzieningen die in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad georganiseerd, erkend of gesubsidieerd worden door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kunnen meewerken aan de uitvoering van dit decreet in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de erkende onthaalbureaus. HOOFDSTUK IV. - Het inburgeringstraject Afdeling I. - Het primaire inburgeringstraject voor de meerderjarige

personen van de doelgroep

Art. 10.Het primair inburgeringstraject is een vormingsprogramma, ondersteund door trajectbegeleiding, voor de meerderjarige personen van de doelgroep, dat op maat wordt aangeboden en dat hen moet toeleiden naar de reguliere voorzieningen.

Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van deze afdeling bepaalt de Vlaamse regering de inhoud en organisatie van het primaire inburgeringstraject.

Art. 11.De gemeente, waar de meerderjarige persoon van de doelgroep zich inschrijft, informeert deze persoon over het inburgeringsbeleid en verwijst hem door naar het onthaalbureau. De gemeente wijst de personen, bedoeld in artikel 5, § 1, op de daar vermelde verplichtingen en op de sancties, voorzien in artikel 25.

Eveneens bezorgt de gemeente maandelijks aan het onthaalbureau een lijst van de personen van de doelgroep, bedoeld in artikel 3, § 1 en § 5, die zich de voorbije maand hebben ingeschreven.

De Vlaamse regering regelt de nadere uitvoering van het eerste en tweede lid.

Art. 12.§ 1. Het onthaalbureau onderzoekt of een meerderjarige persoon van de doelgroep onder het toepassingsgebied van artikel 4, § 3, tweede lid, valt. Het resultaat van dit onderzoek meldt het onthaalbureau aan de persoon of instantie aangewezen door de Vlaamse regering en aan betrokkene.

De Vlaamse regering bepaalt de criteria aan de hand waarvan het onthaalbureau kan bepalen of de betrokkene achterstandskenmerken, bedoeld in artikel 4, § 3, tweede lid, vertoont. § 2. Als een meerderjarige persoon van de doelgroep zich niet heeft aangemeld op het onthaalbureau binnen de termijn van drie maanden na de inschrijving, meldt het onthaalbureau dat aan de gemeente. De gemeente informeert betrokkene opnieuw en verwijst hem/haar opnieuw door naar het onthaalbureau conform artikel 11, eerste lid.

Als een persoon als bedoeld in artikel 5, § 1, zich niet heeft aangemeld op het onthaalbureau binnen de termijn van drie maanden na de inschrijving in de gemeente, of als zodanige persoon het vormingsprogramma vroegtijdig heeft beëindigd of niet regelmatig heeft gevolgd, meldt het onthaalbureau dat tevens aan de persoon of instantie aangeduid door de Vlaamse regering, met het oog op een toepassing van de sanctie bepaald in artikel 25.

De Vlaamse regering bepaalt de criteria aan de hand waarvan het onthaalbureau kan bepalen of iemand al dan niet het vormingsprogramma vroegtijdig heeft beëindigd.

De Vlaamse regering bepaalt de criteria aan de hand waarvan het onthaalbureau kan bepalen of iemand al dan niet regelmatig heeft deelgenomen aan het vormingsprogramma. § 3. Het onthaalbureau biedt betrokkene een primair inburgeringstraject aan, dat duurt vanaf het onderzoek, bedoeld in § 1, tot het ogenblik dat de meerderjarige persoon van de doelgroep volledig wordt overgedragen aan de reguliere voorzieningen voor het secundaire traject. Het primaire inburgeringstraject wordt opgestart maximaal drie maanden na het voormelde onderzoek en moet hoogstens één jaar na opstart van het vormingsprogramma afgerond worden. De Vlaamse regering bepaalt voor welke specifieke doelgroepen afgeweken kan worden van die termijnen.

Art. 13.§ 1. Het vormingsprogramma binnen het primaire inburgeringstraject bestaat uit drie vormingspakketten, namelijk maatschappelijke oriëntatie, Nederlands als tweede taal en loopbaanoriëntatie.

Maatschappelijke oriëntatie heeft tot doel het zelfstandiger functioneren te verhogen, enerzijds door de kennis van de rechten en de plichten en de kennis van en het inzicht in onze samenleving en haar basiswaarden aan te reiken en anderzijds door een aanzet te geven tot het ontwikkelen van enkele competenties die noodzakelijk zijn voor de zelfredzaamheid van de meerderjarige personen van de doelgroep.

Het pakket Nederlands als tweede taal heeft tot doel in een zo kort mogelijke tijd een basistaalvaardigheid van het Nederlands als opstap naar een vervolgcursus aan te reiken aan de meerderjarige personen van de doelgroep.

Loopbaanoriëntatie heeft tot doel een individueel proces te ondersteunen en begeleiden waarbij de meerderjarige persoon van de doelgroep de eigen levensloopbaan uittekent, en daarbij onder meer inzicht verwerft in de arbeidsmarkt en het onderwijssysteem, waarbij de reeds aanwezige competenties vertaald worden naar onze samenleving. § 2. Het onthaalbureau bepaalt het vormingsprogramma, zoals omschreven in § 1, na overleg met betrokkene. Het onthaalbureau houdt hierbij rekening met reeds verworven kennis of vaardigheden en met de kennis of vaardigheden die betrokkene aantoonbaar zal verwerven bij reguliere voorzieningen. Het onthaalbureau kan betrokkene geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen.

Meerderjarige personen van de doelgroep die over voldoende vaardigheden beschikken, hebben de mogelijkheid om meteen in het secundaire inburgeringstraject te stappen. Die rechtstreekse instap gebeurt in onderling overleg tussen het onthaalbureau, de meerderjarige persoon van de doelgroep en de reguliere voorziening(en), verantwoordelijk voor het vervolgtraject.

Het vormingsprogramma wordt opgenomen in een inburgeringscontract. De Vlaamse regering bepaalt de modaliteiten van het inburgeringscontract. § 3. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden en kwaliteitscriteria met betrekking tot elk van de vormingspakketten, bedoeld in § 1. De onderdelen van het vormingsprogramma die worden aangeboden binnen onderwijsinstellingen, vallen onder de op deze instellingen toepasselijke bepalingen inzake kwaliteitscontrole. § 4. In aanvulling bij artikel 12, § 3, bieden de onderwijsinstellingen aan de meerderjarige personen van de doelgroep binnen de drie maanden na het onderzoek, bedoeld in artikel 12, § 1, een pakket Nederlands als tweede taal op maat aan.

De Vlaamse regering regelt de nadere uitvoering van het eerste lid.

Art. 14.§ 1. Met betrekking tot de personen, bedoeld in artikel 5, § l, gaat het onthaalbureau na of deze personen niet vrijgesteld zijn van daar vermelde verplichtingen krachtens artikel 5, § 3. Aan de vrijgestelde personen wordt een attest van inburgering afgeleverd door het onthaalbureau. § 2. Als het vormingsprogramma regelmatig gevolgd werd, ontvangt de meerderjarige persoon van de doelgroep een attest van inburgering van het onthaalbureau. § 3. Een attest van inburgering wordt tevens toegekend als geheel vrijstelling is verleend voor het primair inburgeringstraject, zoals bepaald in artikel 13, § 2, tweede lid. § 4. De Vlaamse regering bepaalt de modaliteiten van het attest van inburgering.

Art. 15.De trajectbegeleiding staat garant voor de integrale benadering van het primaire inburgeringstraject dat in samenspraak met de betrokken meerderjarige persoon van de doelgroep wordt uitgevoerd.

De Vlaamse regering bepaalt de nadere voorwaarden en regels inzake de trajectbegeleiding.

Art. 16.Het primaire inburgeringstraject wordt afgesloten bij de volledige overdracht van de betrokken meerderjarige persoon van de doelgroep van het onthaalbureau aan de reguliere voorzieningen. De overdracht kan volgens een protocol afgesloten met de reguliere voorzieningen verlopen. De overdracht kan gefaseerd verlopen. De overdracht is volledig voltooid ten laatste één jaar na de start van het vormingsprogramma. De Vlaamse regering kan de nadere voorwaarden bepalen. Afdeling II. - Het primaire inburgeringstraject voor de minderjarige

anderstalige nieuwkomers

Art. 17.Het primaire inburgeringstraject voor minderjarige anderstalige nieuwkomers omvat een educatieve component, ondersteund door trajectbegeleiding.

De educatieve component bestaat uit het onthaalonderwijs dat wordt aangeboden in een onderwijsinstelling voor basis- en secundair onderwijs en dat gericht is op taalvaardigheid Nederlands en op de sociale integratie van minderjarige anderstalige nieuwkomers.

De trajectbegeleiding omvat de actieve doorverwijzing naar onderwijsinstellingen die onthaalonderwijs aanbieden, naar socio-culturele instellingen en organisaties en naar gezondheids- en welzijnsinstellingen.

De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels inzake de trajectbegeleiding.

Art. 18.De gemeente waar de minderjarige anderstalige nieuwkomer ingeschreven wordt, verwijst die nieuwkomer naar het onthaalbureau en brengt de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen op de hoogte van de vigerende bepalingen inzake de leerplicht en het recht op onderwijs. De gemeente brengt het onthaalbureau op de hoogte van de inschrijving van de minderjarige anderstalige nieuwkomer.

Art. 19.De trajectbegeleiding door het onthaalbureau wordt binnen de zestig schooldagen beëindigd. De Vlaamse regering bepaalt voor welke specifieke doelgroepen en in welke gevallen afgeweken kan worden van die termijn. Afdeling III. - Het secundaire inburgeringstraject voor de

meerderjarige personen van de doelgroep

Art. 20.Tijdens het secundaire inburgeringstraject nemen de meerderjarige personen van de doelgroep deel aan het aanbod van de reguliere voorzieningen met het oog op hun levensloopbaan.

De Vlaamse regering bepaalt de inhoud en de organisatie van het secundaire inburgeringstraject bij de Vlaamse reguliere voorzieningen, bedoeld in artikel 2, 2°.

Art. 21.De Vlaamse reguliere voorzieningen bezorgen de trajectresultaten van het secundaire inburgeringstraject van de personen van de doelgroep op geregelde tijdstippen aan het onthaalbureau. De Vlaamse regering bepaalt de nadere regeling. HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen

Art. 22.De Vlaamse regering zorgt voor de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de onthaalbureaus. De Vlaamse Gemeenschap stelt een uniform computergestuurd cliëntvolgsysteem ter beschikking van de onthaalbureaus. Dit systeem heeft als doel de werking van de onthaalbureaus te ondersteunen en het Vlaamse inburgeringsbeleid te volgen. De Vlaamse regering kan de nadere voorwaarden inzake het ter beschikking stellen en aanpassen van het computergestuurd cliëntvolgsysteem bepalen.

Art. 23.De Vlaamse regering bewaakt de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid op het terrein. De voortgangscontrole en evaluatie van het primaire traject van het inburgeringsbeleid gebeuren op basis van de rapportering door de onthaalbureaus aan de Vlaamse overheid en de gemeenten van het Nederlandse taalgebied of de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels betreffende die rapportering.

Art. 24.De Vlaamse regering beslist binnen de beschikbare begrotingskredieten over de toewijzing van middelen in het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid. Ze regelt de wijze waarop die middelen worden vereffend en waarop over de besteding van die middelen verantwoording wordt afgelegd.

Van de in het eerste lid bedoelde kredieten wordt 15 % vast toegekend voor de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK VI. - Sanctionering

Art. 25.§ 1. Het onthaalbureau is verplicht medewerking te verlenen aan de controle inzake aanmelding en regelmatige deelname aan het vormingsprogramma van meerderjarige personen van de doelgroep.

Onderwijsinstellingen die het pakket Nederlands als tweede taal aanbieden, zoals bedoeld in artikel 13, § 1, zijn verplicht medewerking te verlenen aan de controle inzake regelmatige deelname aan het pakket Nederlands als tweede taal door meerderjarige personen van de doelgroep.

Het niet naleven van de verplichtingen, zoals bepaald in voorgaand lid en in artikel 12, § 2, tweede lid, kan aanleiding geven tot sancties.

De bedoelde sanctie kan een gedeeltelijke terugvordering van subsidies zijn, tot een maximum van 10 % van deze subsidies. De Vlaamse regering bepaalt de regels voor de vaststelling van de overtredingen en voor de toepassing van de sancties. Het bedoelde besluit waarborgt het recht op verdediging.

De Vlaamse regering regelt de controle bedoeld in het eerste lid. § 2. Met een geldboete van 1 tot 25 euro wordt de meerderjarige persoon van de doelgroep gestraft die een inbreuk pleegt op de verplichtingen opgelegd bij artikel 5.

De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, uitgezonderd hoofdstuk V maar met inbegrip van hoofdstuk VII, zijn van toepassing op de bij dit decreet bepaalde overtredingen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 26.Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit decreet, en vervolgens om de drie jaar, evalueert de Vlaamse regering de inhoudelijke en financiële aspecten van het Vlaamse inburgeringsbeleid en legt ze die evaluatie voor aan het Vlaams Parlement.

Art. 27.De Vlaamse regering stelt voor elke bepaling van dit decreet de datum van inwerkingtreding vast en voorziet de noodzakelijke overgangsmaatregelen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 februari 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS _______ Nota (1) Zitting 2001-2002. Stukken. - Ontwerp van decreet, 1229 - Nr. 1.

Zitting 2002-2003.

Stukken. - Verslag hoorzitting, 1229 - Nr. 2. - Amendementen, 1229 - Nr. 3. - Advies van de Raad van State, 1229 - Nr. 4. - Amendementen, 1229 - Nrs. 5 en 6. - Verslag, 1229 - Nr. 7. - Amendementen, 1229 - Nr. 8. - In eerste lezing door de plenaire vergadering aangenomen artikelen, 1229 - Nr. 9. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 1229 - Nr. 10.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 12 en 19 februari 2003.

^